Details





Titel:

31 MAART 2022. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een verstevigingssubsidie aan opvangvoorzieningen voor kinderen om de toegankelijkheid ervan te garanderen en houdende diverse bepalingen ten gunste van de kwaliteit van de opvang



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders.
Art. 1-13
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2019 tot bepaling van de overgangsregeling voor de opvangvoorzieningen.
Art. 14-21
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 tot vaststelling van de kwaliteits- en opvangcode
Art. 22-28
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 29-30



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004200320  2019014855  2019042129 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders.
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders wordt een punt 10° ingevoegd, luidend als volgt :
  " 10° Actieplan voor de versterking van de toegankelijkheid: meerjarenactieplan opgesteld door ONE met betrekking tot een reeks mechanismen die, naast de ondersteuning van de kwaliteit van de opvang, de toegankelijkheid van opvangvoorzieningen voor jongere kinderen moeten verhogen door de optimalisering van de bezetting van de bestaande opvangplaatsen te bevorderen ten behoeve van de meest kwetsbare groepen, de ontwikkeling van inclusieve en innovatieve toegankelijkheidspraktijken, ook voor niet-gebruikersgroepen ".

Art.2. Artikel 59 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt :
  " De bepaling bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op de directiefunctie in niet-gesubsidieerde kinderdagverblijven en in kinderdagverblijven die enkel in aanmerking komen voor de basissubsidie bedoeld in artikel 97 waarvan de opvangcapaciteit gelijk is aan of lager is dan 28 plaatsen en dit, onverminderd de naleving van artikel 21. ".

Art.3. In hetzelfde besluit, in hoofdstuk IV, afdeling 2, wordt een artikel 86/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  " Art. 86/1. Elk recht op een subsidie toegekend door "ONE" aan de inrichtende macht van een kinderdagverblijf is onderworpen aan de naleving van de volgende voorwaarden:
  1° het ter beschikking stellen, in overeenstemming met de nadere regels bepaald door ONE en meegedeeld per omzendbrief, van de inventaris van het personeel van de opvangvoorziening via het door ONE ter beschikking gestelde portaal met vermelding van de financieringsbronnen die zijn toegewezen aan de bezoldiging van dit personeel;
  2° de deelname van het kinderdagverblijf aan systemen voorzien in de actieplannen ter versteviging van de toegankelijkheid die door ONE worden ingevoerd ".

Art.4. In artikel 91 van hetzelfde besluit wordt littera 3° vervangen als volgt:
  " 3° onverminderd de toepassing van de regels van het arbeidsrecht moeten de opvangvoorziening van de dienst voor kinderopvang een opvang aanbieden van ten minste 176 dagen per jaar, 4 dagen per week en 10 uur per hele dag. " .

Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 91/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  " Art. 91/1. Elk recht op een subsidie toegekend door "ONE" aan de inrichtende macht van een dienst voor kinderopvang is onderworpen aan de naleving van de volgende voorwaarden:
  1° het ter beschikking stellen, in overeenstemming met de nadere regels bepaald door ONE en meegedeeld per omzendbrief, van de inventaris van het personeel van de opvangvoorziening via het door ONE ter beschikking gestelde portaal. Deze inventaris vermeldt de financieringsbronnen die zijn toegewezen aan de bezoldiging van dit personeel;
  2° de deelname van de Dienst voor kinderopvang aan stelsels bepaald in de actieplannen ter versterking van de toegankelijkheid die door ONE worden ingevoerd. ".

Art.6. Artikel 97, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt :
  " Voor de kinderdagverblijven die enkel de basissubsidie genieten, kan in geval van wettelijke onmogelijkheid om de basissusbsidie toe te kennen aan het loontrekkende of vastbenoemde directiepersoneel, de subsidie worden toegekend aan de financiering van het loontrekkende of vastbenoemde personeel voor kinderopvang volgens de nadere regels bepaald door ONE.".

Art.7. Artikel 97, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt :
  " De inrichtende machten van een kinderdagverblijf van 14 plaatsen kunnen ofwel kiezen voor medische begeleiding door een gezondheidsbegeleider van ONE ofwel door een gesubsidieerde arts overeenkomstig de nadere regels bepaald in het eerste en tweede lid. ".

Art.8. Artikel 102, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  " Onafhankelijk van het recht op de subsidie bedoeld in de vorige leden kunnen aan de aanwerving van het personeel van kinderopvang door de diensten voor kinderopvang beperkingen worden gesteld die zijn vastgelegd in de beheerovereenkomst van ONE. ".

Art.9. Artikel 105, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  " Voor de opvangvoorzieningen gevestigd in het Waals Gewest berekent ONE een aftrekbedrag voor de gewestelijke werkgelegenheidssteun volgens de volgende nadere regels:
  - op basis van de toestand op 30 september 2021 voor gecofinancierde werkgelegenheidssteun die voortvloeit uit de programmering of omvorming van de opvangvoorziening in een kinderdagverblijf overeenkomstig artikel 11, § 1, van het besluit van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2019 tot bepaling van de overgangsregeling voor de opvangvoorzieningen;
  - op basis van het gemiddelde van gewestelijke premies en inhoudingen op werkgeverslasten gedurende de periode van 1 oktober 2020 tot 30 september 2021 voor andere gecofinancierde werkgelegenheidssteun dan die voortvloeiend uit een programmering of omvorming van de opvangvoorziening in een kinderdagverblijf met toepassing van artikel 11, § 1, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2019 tot bepaling van de overgangsregeling voor de opvangvoorzieningen. ".

Art.10. Artikel 110, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  " Voor de diensten voor kinderopvang gevestigd in het Waals Gewest berekent ONE een aftrekbedrag voor de gewestelijke werkgelegenheidssteun op basis van het gemiddelde van de gewestelijke premies en inhoudingen op werkgeverslasten gedurende de periode van 1 oktober tot 30 september 2021. ".

Art.11. In artikel 110 van hetzelfde besluit wordt een § 5 toegevoegd, luidend als volgt :
  " § 5. Wanneer het personeelslid van de kinderopvang een kinderopvanger(ster) onder overeenkomst is in de zin van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen, wordt het vast bedrag van het vakantiegeld toegekend voor het hele jaar indien zijn arbeidsovereenkomst in werking treedt vóór 31 augustus van het jaar van afsluiting van zijn arbeidsovereenkomst thuis en wordt het vast bedrag met betrekking tot de eindejaarspremie volledig toegekend vanaf het jaar van afsluiting van zijn arbeidsovereenkomst thuis. ".

Art.12. In artikel 130, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " op 1 januari 2022 " vervangen door de woorden " op 1 januari 2023 ".

Art.13. Artikel 130/1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  " In afwijking van artikel 87, 4°, kan een inrichtende macht van het type handelsvennootschap met een vergunning voor een kinderdagverblijf dat niet vóór 31 december 2021 gesubsidieerd is, in aanmerking komen voor de basissusbsidie bedoeld in artikel 97 op voorwaarde dat in haar statuten bepalingen worden opgenomen die overeenkomen met de wettelijk vastgestelde voorwaarden voor de toekenning van de erkenning van de coöperatieve verenigingen als sociale onderneming.".

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2019 tot bepaling van de overgangsregeling voor de opvangvoorzieningen.
Art.14. In artikel 6, derde lid, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2019 tot bepaling van de overgangsregeling voor de opvangvoorzieningen worden de woorden " ,vóór 1 januari 2020 2020 " geschrapt.

Art.15. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  "In het geval van geconventioneerd co-onthaal waarvoor voor het eerst vóór 1 januari 2020 een vergunning is verleend, blijft vervanging door een geconventioneerde vrouwelijke onthaalouder bij vertrek van een van de co-onthaalouders tijdens de overgangsperiode mogelijk. De vervanging van de twee lede-onthaalouders door erkende kinderdagverblijven is mogelijk tot en met 31 december 2024, mits de inrichtende macht zich ertoe heeft verbonden het betrokken mede-onthaal om te vormen tot een kinderdagverblijf.

Art.16. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "zal worden gepland in de loop van het jaar 2021" vervangen door de woorden "zal worden uitgevoerd uiterlijk aan het einde van het eerste semester van 2022".

Art.17. De vier leden van artikel 10 van hetzelfde besluit worden geïntegreerd in een eerste paragraaf.

Art.18. Aan artikel 10 van hetzelfde besluit wordt een nieuwe paragraaf 2 toegevoegd, die als volgt luidt:
  "Wat het directieambt betreft, wordt de in lid 1 bedoelde gelijkstelling uitgebreid tot het personeel dat op 31 december 2021 een overeenkomst met de inrichtende macht heeft.

Art.19. In artikel 12/1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "tot 31 december 2022" vervangen door de woorden "tot 31 december 2023".

Art.20. In artikel 12/1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "In de periode die loopt van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2021," vervangen door de woorden "In 2022,".

Art.21. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt een artikel 12/2 ingevoegd, dat als volgt luidt:
  "Art. 12/2. § 1. Voor crèches en opvangdiensten wordt de subsidie voor het directiepersoneel volgens de basissubsidienormen, bedoeld in respectief de artikelen 97 en 101 van het vergunnings- en subsidiebesluit, toegepast op twee vijfde van de opvangdiensten in 2022, op drie vijfde van de opvangdiensten in 2023, op vier vijfde van de opvangdiensten in 2024 en op al deze opvangdiensten uiterlijk op het einde van de overgangsperiode, bedoeld in artikel 6.
  Voor de crèches die onder de subsidie toegankelijkheid of verhoogde toegankelijkheid vallen, wordt de subsidie voor psycho-medisch-sociaal personeel volgens de normen bedoeld in artikel 98 van het vergunnings- en subsidiebesluit toegekend aan twee vijfde van de opvangdiensten in 2022, aan drie vijfde van de opvangdiensten in 2023, aan vier vijfde van de opvangdiensten in 2024 en aan al deze opvangdiensten uiterlijk op het einde van de overgangsperiode bedoeld in artikel 6.
  Voor de crèches die minstens de basissubsidie ontvangen, moeten de eigen middelen die worden gegenereerd door de financiering van het directiepersoneel en, in voorkomend geval, van het psycho-medisch-sociaal personeel, door de inrichtende macht bij voorrang opnieuw worden geïnvesteerd in de financiering van het personeel van de kinderopvang volgens de norm bedoeld in artikel 58 van het vergunnings- en subsidiebesluit of de norm bedoeld in artikel 98 van hetzelfde besluit, naargelang de crèche alleen de basissubsidie al dan niet ook de toegankelijkheidssubsidie ontvangt.
  § 2 Voor crèches die de subsidie toegankelijkheid of verhoogde toegankelijkheid ontvangen wanneer, in vergelijking met de normen van de bestaande regelgeving, de normen voor het directiepersoneel plus de normen voor het psycho-medisch-sociaal personeel, bedoeld in de eerste paragraaf, niet leiden tot de financiering van ten minste 0,25 VTE, staat ONE in voor de financiering van 0,5 VTE aan kinderopvangpersoneel zolang de norm van artikel 98 van het vergunnings- en subsidiebesluit voor dit type personeel niet wordt gesubsidieerd.
  § 3. in het kader van de overgang van collectieve kinderopvangvoorzieningen naar gesubsidieerde kinderdagverblijven (crèches) met een toegankelijkheidssubsidie of een verhoogde toegankelijkheidssubsidie, kan de inrichtende macht maximaal de helft van de subsidie bestemd voor gesubsidieerde directieambten en voor psycho-medisch-sociaal begeleidingsambten vervangen en toewijzen aan gesubsidieerde opvangtijd indien zij voor haar directiepersoneel en personeel voor psycho-medisch-sociale begeleiding werkgelegenheidssteun ontvangt. De bedragen met betrekking tot de werkgelegenheidssteun worden in mindering gebracht van de subsidie voor de gesubsidieerde directieambt of psycho-medisch-sociaal ambt volgens de normen van titel III van het voornoemde besluit en worden in het Waals Gewest toegevoegd aan de enveloppe bedoeld in artikel 105, § 3, eerste streepje, van het vergunnings- en subsidiebesluit.
  § 4 Uiterlijk in 2024 verzamelt ONE bij de crèches die in aanmerking komen voor de subsidie toegankelijkheid of verhoogde toegankelijkheid de nodige gegevens om de kostprijs van de subsidiëring van het personeel van de kinderopvang te evalueren zoals die voortvloeit uit de normen van artikel 98 van het vergunnings- en subsidiebesluit.
  § 5. Zolang de inrichtende macht van een collectieve kinderopvangvoorziening in overgang naar gesubsidieerde kinderopvang met toegankelijkheidssubsidie of verhoogde toegankelijkheidssubsidie niet alle relevante subsidies of ten minste de subsidies bedoeld in paragraaf 1 ontvangt, verleent ONE haar een jaarlijkse subsidie van 250 euro per toegelaten plaats.
  Deze subsidie dient ter dekking van de kosten van het leidinggevend personeel, het psycho-medisch-sociaal personeel of het personeel van de kinderopvang, zonder dat de subsidiëringsnorm van de artikelen 98 tot 100 van het vergunnings- en subsidiebesluit wordt overschreden.
  Het bedrag van deze subsidie is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.".

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 tot vaststelling van de kwaliteits- en opvangcode
Art.22. Artikel 1 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 tot vaststelling van de kwaliteits- en opvangcode wordt vervangen door de volgende bepaling:
  "Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° inrichtende macht : een persoon die de opvang van kinderen organiseert in het kader van de instellingen, structuren en diensten bedoeld in artikel 2, § 1, derde lid, van het decreet van 17 juli 2002 tot hervorming van het Office de la Naissance et de l'Enfance, afgekort "ONE";
  2° opvangmilieu : instellingen, structuren en diensten bedoeld in artikel 2, § 1, derde lid, van het voornoemde decreet;
  3° personeel van het opvangmilieu: personen die deelnemen aan de opvang van kinderen
  4° ouders : personen die het kind aan het opvangmilieu toevertrouwen.

Art.23. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling:
  "Art. 20 § 1. De inrichtende macht stelt een opvangplan op en verstrekt de ouders, in voorkomend geval, een afschrift daarvan in beknopte en gemakkelijk leesbare vorm. In alle gevallen stelt zij de volledige versie ter beschikking van de personen die het kind toevertrouwen en die daarom verzoeken.
  Het opvangproject moet ten minste de volgende informatie bedragen:
  1° het type georganiseerde opvang en het ontvangen publiek;
  2° de institutionele context waarin de opvang wordt georganiseerd;
  3° de eventuele financiële bijdrage en de wijze waarop deze wordt bepaald;
  4° de samenstelling van het team, met inbegrip van de ratio van de begeleiding en de bevoegdheden van het personeel;
  5° een beschrijving van de methodologische keuzes en concrete acties die worden uitgevoerd om de doelstellingen bedoeld in hoofdstuk II van deze kwaliteitscode te bereiken
  6° het evaluatieproces van het geplande opvangproject;
  7° het huishoudelijk reglement, voor zover daarin niet reeds door andere reglementen is voorzien.
  § 2. Het opvangproject wordt opgesteld in overleg met het personeel van het kinderopvangmilieu en de ouders worden geraadpleegd uiterlijk binnen een jaar na de opening van het kinderopvangmilieu en na de verlenging van de erkenning of de erkenning van het kinderopvangmilieu.

Art.24. Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.25. In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 21 ingevoegd, dat als volgt luidt:
  "Art. 21. De inrichtende macht zorgt ervoor dat het personeel van haar opvangmilieu(s) een goed begrip heeft van het opvangproject en zijn pedagogische praktijken daarop afstemt.
  De inrichtende machten ontwikkelt en stimuleert een dynamiek van permanente kwaliteitsverbetering onder het personeel van haar opvangmilieu(s).

Art.26. In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 22 ingevoegd, dat als volgt luidt:
  "Art. 22. Het project voor kinderopvang wordt regelmatig geëvalueerd in overleg met het personeel van het kinderopvangmilieu en de ouders.
  Het opvangproject wordt ten minste om de vijf jaar bijgewerkt, met name op basis van de resultaten van het evaluatieproces".

Art.27. Hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt Hoofdstuk IV.

Art.28. In artikel 25 van hetzelfde besluit worden na de woorden "deze code bekendmaken" de woorden "en de uitvoering ondersteunen" ingevoegd.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.29. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
  In afwijking van lid 1 treden de artikelen 9, 10, 12, 15, 16 en 20 in werking op 1 januari 2022.
  In afwijking van lid 1 treedt artikel 11 in werking op 1 januari 2021.

Art. 30. De minister van Kind is belast met de uitvoering van dit besluit.