25 NOVEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten die verband houden met de watertoets en de informatieverplichting uit artikel 1.3.1.1 en 1.3.3.3.2 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
Art. 3-13
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art. 14-16
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is
Art. 17-22
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 23
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen aan het VLAREL van 19 november 2010
Art. 24-30
Hoofdstuk 7. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen
Art. 31
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2019 inzake de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, met toepassing van artikel 7.4.4/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 32
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 33-36
BIJLAGEN.
Art. N.
2001035674 2006036737 2009035107 2010035576 2010035645 2011035078 2017011334 2019040425 2022015459
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen
Artikel 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"4° advieskaart watertoets: de advieskaart die is opgenomen in bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 11°, e), worden de woorden "afstromen naar een bevaarbare waterloop of naar het strand en geheel of ten dele in effectief overstromingsgevoelig gebied op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden" vervangen door de zinsnede "binnen een zone liggen waarvoor de Vlaamse Waterweg nv, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken als adviesinstantie is aangewezen op de advieskaart watertoets";
2° in punt 12°, g), worden de woorden "geheel of ten dele afstromen naar een onbevaarbare waterloop van eerste categorie en geheel of ten dele in effectief overstromingsgevoelig gebied op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden" vervangen door de woorden "volledig of gedeeltelijk binnen een zone liggen waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij als adviesinstantie is aangewezen op de advieskaart watertoets";
3° in punt 12° wordt punt h) opgeheven;
4° in punt 13°, c), worden de woorden "geheel of ten dele afstromen naar een onbevaarbare waterloop van tweede categorie en geheel of ten dele in effectief overstromingsgevoelig gebied op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden" vervangen door de woorden "volledig of gedeeltelijk binnen een zone liggen waarvoor de provincie als adviesinstantie is aangewezen op de advieskaart watertoets";
5° in punt 22°, c), worden de woorden "geheel of ten dele afstromen naar een naar een onbevaarbare waterloop van tweede of derde categorie en geheel of ten dele in effectief overstromingsgevoelig gebied op de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden" vervangen door de woorden "volledig of gedeeltelijk binnen een zone liggen waarvoor het polderbestuur of het bestuur van de Watering als adviesinstantie is aangewezen op de advieskaart watertoets".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
Art.3. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 december 2014, 24 februari 2017 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 14° wordt vervangen door wat volgt:
"14° overstromingsgevoelig gebied: een gebied zoals vermeld in artikel 1.3.3.3.2, § 1, vijfde lid, van het decreet en vastgesteld in bijlage III, IV en V, die bij dit besluit zijn gevoegd;";
2° er wordt een punt 15° ingevoegd, dat luidt als volgt:
"15° publieke gracht: een gracht als vermeld in artikel 1, 12, van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;";
3° in punt 18° wordt tussen de woorden "rechtspersoon die" en de woorden "grachten beheert" het woord "publieke" ingevoegd;
4° punt 19° wordt opgeheven.
Art.4. In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, wordt de zinsnede "bijlage 2" vervangen door de zinsnede "bijlage II".
Art.5. In artikel 2/1, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011, wordt de zinsnede "artikel 8" telkens vervangen door de zinsnede "artikel 1.3.1.1".
Art.6. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011, 12 december 2014 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, eerste lid wordt de zinsnede "De vergunningverlenende overheid moet in uitvoering van artikel 1.3.1.1, § 3, derde lid van het decreet advies vragen aan de adviesinstanties met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater indien het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd:" vervangen door de zinsnede "De vergunningverlenende overheid vraagt advies over de mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater als vermeld in artikel 1.3.1.1, § 3, derde lid, van het decreet als het project waarvoor een vergunning of attest wordt aangevraagd:";
2° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de kaart, opgenomen in bijlage 1," vervangen door de zinsnede "opgenomen is op de advieskaart watertoets, opgenomen in bijlage I,";
3° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden "leidt tot een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met" vervangen door de zinsnede "betrekking heeft op de oprichting of het herbouwen van boven- of ondergrondse constructies of de aanleg of heraanleg van verhardingen, met een oppervlakte van";
4° in paragraaf 2, eerste lid, 3°, worden in punt f) de woorden "een niet-geklasseerde onbevaarbare waterloop in beheer van een polder of een watering" vervangen door de woorden "een publieke gracht";
5° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 4° opgeheven;
6° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "De vergunningverlenende overheid moet in uitvoering van artikel 1.3.1.1, § 3, derde lid van het decreet advies vragen aan de adviesinstanties met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het grondwater indien het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd:" vervangen door de zinsnede "De vergunningverlenende overheid vraagt advies aan de adviesinstantie over de mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het grondwater, vermeld in artikel 1.3.1.1, § 3, derde lid, van het decreet, als het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd binnen een beschermingszone voor drinkwaterwinning ligt en betrekking heeft op:";
7° in paragraaf 2, tweede lid, 1°, wordt het woord "verkavelingsaanvraag" vervangen door het woord "verkaveling";
8° in paragraaf 2, tweede lid, 2°, worden de woorden "leidt tot een toename van het totaal van de horizontale dakoppervlakte van gebouwen en de verharde oppervlakte met" vervangen door de zinsnede "de oprichting of het herbouwen van boven- of ondergrondse constructies of de aanleg of heraanleg van verhardingen, met een oppervlakte van";
9° in paragraaf 2, tweede lid, 3°, wordt het woord "bevat" opgeheven;
10° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "op voordracht van de CIW" opgeheven;
11° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: "De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor openbare werken, zijn gemachtigd om samen bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd, aan te passen aan de actuele toestand na advies van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Dat advies wordt aan de vermelde ministers bezorgd van zodra voldoende informatie verzameld werd, die aanleiding geeft tot een actualisatie van de kaart.
Minstens wordt de actualisatie zesjaarlijks uitgevoerd wanneer overeenkomstig artikel 1.6.2.2, § 2 van het decreet de stroomgebiedbeheerplannen herzien worden.
De kaart, die conform het eerste lid wordt aangepast, wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en elektronisch ter beschikking gesteld op www.waterinfo.be/watertoets, waar die tot op het niveau van kadastrale percelen geconsulteerd kan worden.";
12° een paragraaf 5 wordt toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 5. De instantie waaraan een adviesvraag wordt voorgelegd door de vergunningverlenende overheid conform bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd en artikel 5 wordt geacht bevoegd te zijn om daarover advies uit te brengen.
De instantie, vermeld in het eerste lid, onderzoekt bij ontvangst van de adviesaanvraag, vermeld in het eerste lid, of ze bevoegd is. Als de instantie, vermeld in het eerste lid, vaststelt dat een andere instantie bevoegd is om advies uit te brengen doordat op basis van artikel 3, 4 en 4bis van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen een waterloop na actualisatie van bijlage I bij een andere categorie is ingedeeld, een waterloop is opgeheven of voor het eerst in een categorie is ingedeeld, stuurt die instantie de adviesvraag met het volledige vergunningsaanvraagdossier of een afschrift ervan door naar de bevoegde adviesinstantie. Tegelijkertijd brengt ze de overheid waarvan ze de adviesvraag heeft ontvangen, op de hoogte daarvan.".
Art.7. In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 2 wordt de zinsnede "in voorkomend geval," vervangen door de zinsnede "in het geval een schadelijk effect zich kan voordoen, de beschrijving van de mogelijk schadelijke effecten,";
2° er wordt een punt 4 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"4° een beschrijving van de ligging van het project op de kaarten die zijn opgenomen in bijlage III, IV en V, die bij dit besluit zijn gevoegd. Als de vergunningverlener kennis heeft van overstromingen die om eender welke reden niet op de kaarten zouden zijn aangeduid, wordt dat ook weergegeven.".
Art.8. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 en 26 april 2019, wordt in punt 3° de zinsnede "niet-geklasseerde waterloop die onder hun respectievelijke beheer valt" vervangen door de woorden "publieke gracht in beheer bij de polder of watering".
Art.9. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011, 12 december 2014 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
"1° een korte beschrijving van de kenmerken van het watersysteem of bestanddelen ervan, waaronder een beschrijving van de ligging op basis van de kaarten die bijgevoegd zijn in bijlage III, IV en V, die kunnen worden beïnvloed door de vergunningsplichtige activiteit waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. Als de adviesinstantie kennis heeft van overstromingen die om eender welke reden niet op de kaarten zouden zijn aangeduid, moet dat ook weergegeven worden;";
2° punt 2° wordt opgeheven;
3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt:
"3° een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid van de activiteit waarvoor de vergunning wordt aangevraagd met het watersysteem. Daarbij gaat de adviesinstantie, als dat relevant is voor de vergunningsplichtige activiteit, in op de aspecten, vermeld in artikel 1.2.2 van het decreet, behalve als de overheid haar vraag om advies uitdrukkelijk heeft beperkt tot een of meer van die aspecten. In voorkomend geval gaat de adviesinstantie bij de gemotiveerde beoordeling ook in op de maatregelen en acties uit de waterbeheerplannen die relevant zijn om de verenigbaarheid van de activiteit te beoordelen;".
Art.10. In hetzelfde besluit worden een hoofdstuk III/1 en een hoofdstuk III/2, die bestaan uit artikel 8/1 tot en met 8/6, ingevoegd, die luiden als volgt:
"Hoofdstuk III/1. Nadere regels voor de informatieplicht
Art. 8/1. § 1. Met het oog op de uitvoering van de informatieplicht, vermeld in artikel 1.3.3.3.2 van het decreet, kan de ligging in overstromingsgevoelig gebied, in een afgebakend overstromingsgebied of een afgebakende oeverzone op de website www.waterinfo.be/informatieplicht geraadpleegd worden.
§ 2. De mate waarin het onroerend goed overstromingsgevoelig is, wordt bepaald door middel van een score:
- de P-score geeft de ligging in overstromingsgevoelig gebied van een perceel weer;
- de G-score geeft, indien van toepassing, de ligging in overstromingsgevoelig gebied van elk gebouw groter dan 25 m2 weer.
De P-score en de G-score bestaan uit vier klassen (A, B, C en D), die op de volgende wijze worden bepaald:
1° klasse A: geen overstroming gemodelleerd;
2° klasse B: kleine kans op overstromingen onder de klimaatverandering 2050;
3° klasse C: kleine kans op overstromingen onder het huidige klimaat;
4° klasse D: middelgrote kans op overstromingen onder het huidige klimaat.
De P-score en de G-score worden bepaald op basis van de overstromingsgevoeligheid in bijlage III, IV en V met de hoogste klasse voor het volledige perceel of het deel in kwestie ervan dat in overstromingsgevoelig gebied ligt. Voor de bepaling van de G-score wordt een bufferzone van één meter rond de buitenkant van het gebouw in overweging genomen. De P-score kan nooit lager zijn dan de G-score.
Art. 8/2. Een deskundige overstromingsattest die conform artikel 6, 1°, h), van het VLAREL van 19 november 2010 erkend is, kan een overstromingsattest opmaken om de P-score en G-score te actualiseren op basis van de gebouwkenmerken, de bouwwijze of de genomen maatregelen voor de bescherming tegen overstromingen.
De reden voor de actualisatie van de G-score en de P-score tijdens de publiciteit worden grondig gemotiveerd en beschreven in een overstromingsattest. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, kan de technische inhoud van het overstromingsattest verder bepalen.
Art. 8/3. Indien van toepassing, wordt de vermelding dat een overstromingsattest werd bekomen, dat ten hoogste één jaar voor het verlijden van het document werd verleend, toegevoegd in de volgende documenten:
1° de onderhandse of authentieke akte van verkoop of van verhuring voor meer dan negen jaar van een onroerend goed;
2° de onderhandse of authentieke akte van inbreng van een onroerend goed in een vennootschap;
3° de onderhandse of authentieke akte van vestiging of overdracht van vruchtgebruik, erfpacht of opstal;
4° elke andere akte van een eigendomsoverdracht onder bezwarende titel, met uitzondering van huwelijkscontracten en de wijzigingen ervan en contracten over de mandeligheid.
De geldigheidstermijn voor het overstromingsattest wordt gerekend vanaf de opmaak van het attest door de deskundige.
Art. 8/4. Als de informatieplicht, vermeld in artikel 1.3.3.3.2 van het decreet, van toepassing is, worden de P-score en indien van toepassing de G-score meegedeeld in de onderhandse en de authentieke akte, vermeld in artikel 1.3.3.3.2, § 1, van het decreet. Er wordt altijd een schriftelijke vermelding van de P-score en indien van toepassing de G-score opgenomen in de publiciteit. Als er een geactualiseerde score beschikbaar is via een overstromingsattest, kan die geactualiseerde score bijkomend opgenomen worden, voor zover het overstromingsattest dat werd opgemaakt door de deskundige overstromingsattest maximum één jaar oud is.
Voor percelen die conform artikel 8/1, § 2, een P-score hebben die onder klasse D valt, wordt bij de publiciteit het symbool gebruikt dat opgenomen is in bijlage VI, 1°, die bij dit besluit is gevoegd. Voor de gebouwen die conform artikel 8/1, § 2, een G-score hebben die onder klasse D valt, wordt bij de publiciteit gebruikgemaakt van het symbool dat opgenomen is in bijlage VI, 2°, die bij dit besluit is gevoegd.
Op kleine publiciteitsinrichtingen op een onroerend goed, die zich hoofdzakelijk beperken tot een vermelding "te koop" of "te huur" en de contactgegevens van de verkoper of makelaar, is geen enkele vermelding vereist. In zoekertjes in gedrukte tijdschriften, kranten of weekbladen is enkel het gebruik van de symbolen opgenomen in bijlage VI verplicht, indien van toepassing, en is geen verdere vermelding vereist. In alle andere gevallen moeten de symbolen in bijlage VI gebruikt worden, indien van toepassing en een voluit geschreven vermelding.
Art. 8/5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor openbare werken, zijn gemachtigd om samen bijlage III, IV en V, die bij dit besluit zijn gevoegd, aan te passen aan de actuele toestand na advies van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Dat advies wordt aan de vermelde ministers bezorgd van zodra voldoende informatie verzameld werd, die aanleiding geeft tot een actualisatie van de kaart.
Minstens wordt de actualisatie zesjaarlijks uitgevoerd wanneer overeenkomstig artikel 1.6.2.2, § 2 van het decreet de stroomgebiedbeheerplannen herzien worden.
De kaarten die conform het eerste lid worden aangepast, worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en elektronisch ter beschikking gesteld op www.waterinfo.be/informatieplicht, waar die tot op het niveau van kadastrale percelen geconsulteerd kunnen worden.
Hoofdstuk III/2. Opname informatieplicht in gebouwenpas
Art. 8/6. De P-score en indien van toepassing de G-score worden opgenomen in de gebouwenpas, vermeld in artikel 4 van het decreet van 30 november 2018 betreffende de gebouwenpas. Als een overstromingsattest wordt opgemaakt, wordt dat attest ook opgenomen in de gebouwenpas.".
Art.11. Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 15 mei 2017, wordt vervangen door de bijlage die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Art.12. Bijlage II bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 oktober 2011 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 en 26 april 2019, wordt vervangen door de bijlage die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
Art.13. Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, worden bijlage III, IV, V en VI, die als bijlage 3, 4, 5 en 6 bij dit besluit zijn gevoegd, toegevoegd.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art.14. In artikel 12, punt 9° /2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2021, wordt tussen het woord "boorbedrijven" en de zinsnede ", die de leidend ambtenaar", de woorden "en de erkenning van deskundigen overstromingsattest" ingevoegd.
Art.15. Aan artikel 28/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 december 2017 en 7 september 2018, worden de woorden ", evenals de erkenning als deskundige overstromingsattest, en het gebruik van die erkenning" toegevoegd.
Art.16. In bijlage XXIII van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021, worden aan het punt "Bijzondere gebruikseisen voor deskundigen" de volgende rijen toegevoegd:
"
39/3, 1° | De erkende deskundige overstromingsattest, vermeld in artikel 6, 1°, h): 1° volgt bij de uitvoering van de taken de bepalingen van het ministerieel besluit met de richtlijnen voor het aanpassen van de G-score en de P-score, vermeld in artikel 8/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018; |
39/3, 2° | De erkende deskundige overstromingsattest, vermeld in artikel 6, 1°, h): 2° beschikt over het noodzakelijke materiaal voor de uitvoering van de taken waarvoor de erkenning is verkregen, dat behoorlijk onderhouden is en voldoet aan alle reglementaire eisen; |
39/3, 3° | De erkende deskundige overstromingsattest, vermeld in artikel 6, 1°, h): 3° beschikt over de nodige vakliteratuur en technische gegevens over de uit te voeren taken met betrekking tot de erkenning; |
39/3, 4° | De erkende deskundige overstromingsattest, vermeld in artikel 6, 1°, h): 4° blijft op de hoogte van de recentste ontwikkelingen met betrekking tot overstromingsbescherming door tweejaarlijks een geattesteerde bijscholing van ten minste twee uur te volgen; |
39/3, 5° | De erkende deskundige overstromingsattest, vermeld in artikel 6, 1°, h): 5° heeft geen rechtstreeks belang in een bedrijf dat apparaten, toestellen of andere middelen aanlevert om gebouwen beter te beschermen tegen overstromingen; |
39/3, 6° | De erkende deskundige overstromingsattest, vermeld in artikel 6, 1°, h): 6° bezorgt na iedere attestering het overstromingsattest aan de eigenaar van het gebouw. Het overstromingsattest bevat het resultaat van de attestering, alsook, indien van toepassing, de bijkomende maatregelen die nodig zijn om een aanpassing van de P-score of G-score te verkrijgen en, in voorkomend geval, de evaluatie van de aanbevelingen die bij de vorige attestering zijn geformuleerd; |
- MER-coördinator a) indien niet erkend als MER-deskundige b) indien erkend als MER-deskundige | 500 euro 125 euro |
- deskundige overstromingsattest | 500 euro |
- MER-coördinator a) indien niet erkend als MER-deskundige b) indien erkend als MER-deskundige | 100 euro 25 euro |
- deskundige overstromingsattest | 100 euro |