Details





Titel:

9 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van dringende maatregelen om het lerarenambt in het basis- en secundair onderwijs te herwaarderen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs
Art. 5-6
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs
Art. 7-9
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs en betreffende de aanvangsbegeleiding in (semi-)internaten en tehuizen
Art. 10
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domein Beeldende en audiovisuele kunst
Art. 11
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domeinen "Muziek", "Woordkunst-Drama" en "Dans"
Art. 12
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars
Art. 13-14
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
Art. 15, 20septies
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs en betreffende coördinatieopdrachten door ondersteuningsnetwerken in het basis- en secundair onderwijs
Art. 16, 13octies
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs
Art. 17
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap
Art. 18
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 betreffende de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs
Art. 19
HOOFDSTUK 14. - Wijziging aan het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs
Art. 20
HOOFDSTUK 15. - Wijziging aan het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden in het onderwijs
Art. 21-22
HOOFDSTUK 16. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022 tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022
Art. 23
HOOFDSTUK 17. - Vervangingen in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs n.a.v. corona
Art. 24
HOOFDSTUK 18. - Slotbepalingen
Art. 25-26
BIJLAGEN.
Art. N





Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs
Artikel 1. In artikel 16ter van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Naast de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, is dit artikel ook van toepassing op de personeelsleden die vanaf 1 december 2021 voor de eerste keer worden aangesteld in een gefinancierde of gesubsidieerde betrekking in het onderwijs, met uitzondering van een universiteit, op voorwaarde dat die personeelsleden worden aangesteld in een van de volgende ambten of vakken:
  1° het ambt van leraar, belast met het algemene vak informatica, aardrijkskunde, biologie, chemie, Duits, economie, Engels, fysica, Latijn, natuurwetenschappen of project algemene vakken, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs en in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs;
  2° het ambt van leraar, belast met het technische vak techniek, vermeld in artikel 4, § 2 en artikel 5bis van het voormelde besluit;
  3° het ambt van directeur in het basisonderwijs en het secundair onderwijs;
  4° het ambt van ICT-coördinator in het basisonderwijs en het secundair onderwijs;
  5° de ambten van leermeester godsdienst of leermeester niet-confessionele zedenleer in het basisonderwijs;
  6° de ambten van godsdienstleraar of leraar niet-confessionele zedenleer in het secundair onderwijs.";
  2° er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd die luidt als volgt:
  " § 1bis. Voor de toepassing van paragraaf 1, eerste lid, worden personeelsleden, die voor 1 september 2020 één of meerdere korte aanstellingen hebben gehad die samen niet meer dan 105 dagen bedragen, beschouwd als personeelsleden die vanaf 1 september 2020 voor de eerste keer worden aangesteld.";
  3° er wordt een paragraaf 1ter ingevoegd die luidt als volgt:
  " § 1ter. Voor de toepassing van paragraaf 1, tweede lid, worden personeelsleden, die voor 1 december 2021 één of meerdere korte aanstellingen hebben gehad die samen niet meer dan 105 dagen bedragen, beschouwd als personeelsleden die vanaf 1 december 2021 voor de eerste keer worden aangesteld.";
  4° in paragraaf 2, derde lid, wordt de zin "De diensten die gepresteerd zijn in de privésector kunnen voor maximaal acht jaren in rekening gebracht worden en komen in aanmerking met ingang van de minimumleeftijd die verbonden is aan de salarisschaal." vervangen door de zin "De diensten die gepresteerd zijn in de privésector, kunnen voor maximaal tien jaar in rekening gebracht worden.";
  5° in paragraaf 2, derde lid, wordt de zinsnede "en komen in aanmerking met ingang van de minimumleeftijd die verbonden is aan de salarisschaal" opgeheven;
  6° in paragraaf 5 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "De bijkomende geldelijke anciënniteit vermeld in paragraaf 2, blijft tijdens de verdere loopbaan van het personeelslid verworven voor alle knelpuntambten, -vakken en specialiteiten die opgenomen zijn in paragraaf 1 op het ogenblik dat het personeelslid voor het eerst wordt aangesteld in een gefinancierde of gesubsidieerde betrekking in het onderwijs, met uitzondering van een universiteit. Als een personeelslid in toepassing van paragraaf 4 gedurende een ononderbroken periode van minimaal drie jaar geen aanstelling had en nadien opnieuw wordt aangesteld, dan moet op dat ogenblik opnieuw gekeken worden welke ambten, vakken en specialiteiten opgenomen zijn in paragraaf 1.
  Ook voor het maximum aantal jaren geldelijke anciënniteit dat in rekening kan gebracht worden tijdens de verdere loopbaan van het personeelslid, telt het maximum aantal jaren dat is vastgelegd in paragraaf 2 op het ogenblik dat het personeelslid voor het eerst wordt aangesteld in een gefinancierde of gesubsidieerde betrekking in het onderwijs, met uitzondering van een universiteit. Als een personeelslid in toepassing van paragraaf 4 gedurende een ononderbroken periode van minimaal drie jaar geen aanstelling had en nadien opnieuw wordt aangesteld, dan moet op dat ogenblik opnieuw gekeken worden naar het maximum aantal jaren dat opgenomen is in paragraaf 2. De diensten die het personeelslid al in rekening kon brengen, kunnen op dat ogenblik echter alleen uitgebreid worden met de diensten verstrekt in de privésector tijdens de ononderbroken periode van minimaal drie jaar.".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs
Art.2. In artikel 21bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de datum "1 september 2021" wordt vervangen door de datum "1 januari 2022";
  2° de datum "1 januari 2022" wordt vervangen door de datum "1 maart 2022".

Art.3. Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.

Art.4. Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs
Art.5. In artikel 15bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019, wordt de datum "1 september 2019" vervangen door de datum "1 maart 2022".

Art.6. Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs
Art.7. In artikel 19bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de datum "1 september 2019" wordt vervangen door de datum "1 januari 2022";
  2° de datum "1 januari 2022 wordt vervangen door de datum "1 maart 2022 ".

Art.8. In bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 3 september 2021 en 22 april 2022, wordt het deel bekwaamheidsbewijzen buitengewoon secundair onderwijs vervangen door het deel bekwaamheidsbewijzen buitengewoon secundair onderwijs dat is opgenomen in de bijlage, die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.

Art.9. In bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022, wordt het deel bekwaamheidsbewijzen buitengewoon basisonderwijs vervangen door het deel bekwaamheidsbewijzen buitengewoon basisonderwijs dat is opgenomen in de bijlage, die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs en betreffende de aanvangsbegeleiding in (semi-)internaten en tehuizen
Art.10. Artikel 14 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs en betreffende de aanvangsbegeleiding in (semi-)internaten en tehuizen, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art. 14. Conform artikel 211, § 4, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, kunnen uren-leraar als volgt in punten worden omgezet:
  a) 12 uren-leraar = 31,5 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste secundair onderwijs in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  b) 23 uren-leraar = 63 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste secundair onderwijs in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  c) 12 uren-leraar = 41 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste bachelor in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  d) 23 uren-leraar = 82 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste bachelor in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  e) 12 uren-leraar = 60 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste master in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  f) 23 uren-leraar = 120 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste master in een wervingsambt van het ondersteunend personeel.".

HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domein Beeldende en audiovisuele kunst
Art.11. De bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domein Beeldende en audiovisuele kunst, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 6 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domeinen "Muziek", "Woordkunst-Drama" en "Dans"
Art.12. De bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domeinen "Muziek", "Woordkunst-Drama" en "Dans" vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 7 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars
Art.13. In artikel 16bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 september 2015 en 26 juni 2020, wordt de datum "1 september 2020" vervangen door de datum "1 maart 2022".

Art.14. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2020, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 8 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
Art.15. In hoofdstuk III, afdeling B, van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022, wordt een onderafdeling 1quinquies, die bestaat uit artikel 20septies, ingevoegd, die luidt als volgt:
  "Onderafdeling 1quinquies. Omzetten van lestijden in punten bij lerarentekort

Art. 20septies. Ter uitvoering van artikel 130, § 2, vijfde lid, van het decreet kunnen de lestijden, vermeld in artikel 130, § 2, tweede lid, van het decreet, in het gewoon basisonderwijs worden omgezet in punten, na omzetting conform de volgende tabel:


lestijden punten
2 4
3 7
4 11
5 14
6 18
7 21
8 25
9 28
10 32
11 35
12 39
13 43
14 46
15 50
16 53
17 57
18 60
19 64
20 67
21 71
22 74
23 78
24 81
25 85
Uit de punten die conform het eerste lid worden verkregen, kunnen de volgende ambten worden ingericht:
  1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
  2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
  3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
  4° vanaf 1 januari 2022 het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.
  De punten worden omgerekend naar gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel conform artikel 4quater, 4quinquies en 4sexies van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.".

HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs en betreffende coördinatieopdrachten door ondersteuningsnetwerken in het basis- en secundair onderwijs
Art.16. In hoofdstuk 3, afdeling B, van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs en betreffende coördinatieopdrachten door ondersteuningsnetwerken in het basis- en secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 januari 2006, 1 september 2006 en 22 april 2022, wordt een onderafdeling 1quinquies, die bestaat uit artikel 13octies, ingevoegd, die luidt als volgt:
  "Onderafdeling 1quinquies. Omzetten van lestijden in punten of uren bij lerarentekort

Art. 13octies. § 1. Ter uitvoering van artikel 130, § 2, vijfde lid, van het decreet kunnen de lestijden, vermeld in artikel 130, § 2, tweede lid, van het decreet, in het buitengewoon basisonderwijs worden omgezet in punten na de omzetting conform de volgende tabel:


lestijden punten
2 4
3 8
4 12
5 15
6 19
7 23
8 27
9 31
10 35
11 39
12 43
13 46
14 50
15 54
16 58
17 62
18 66
19 70
20 73
21 77
22 81
23 85
Uit de punten die conform het eerste lid worden verkregen, kunnen de volgende ambten worden ingericht:
  1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
  2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
  3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
  4° vanaf 1 januari 2022 het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.
  De punten worden omgerekend naar gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel conform artikel 4quater, 4quinquies en 4sexies van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.
  § 2. Ter uitvoering van artikel 130, § 2, vijfde lid, van het decreet kunnen de lestijden, vermeld in artikel 130, § 2, tweede lid, van het decreet, in het buitengewoon basisonderwijs worden omgezet in uren na de omzetting conform de volgende tabel:


lestijden uren
2 1
3 3
4 4
5 6
6 7
7 9
8 10
9 12
10 13
11 15
12 16
13 18
14 19
15 21
16 22
17 24
18 25
19 27
20 28
21 29
22 31
23 32
24 34
25 35
26 37
27 38
28 40
De omrekening van uren naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel gebeurt conform artikel 24 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het buitengewoon basisonderwijs.".

HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs
Art.17. In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, wordt de zinsnede "85 punten ssc. 301" vervangen door de zinsnede "85 punten ssc. 301 /ssc. 148".

HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap
Art.18. In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt een artikel 18bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 18bis. Conform artikel 90, § 2 van het decreet kunnen uren-leraar als volgt in punten worden omgezet:
  a) 12 uren-leraar = 31,5 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste secundair onderwijs in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  b) 23 uren-leraar = 63 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste secundair onderwijs in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  c) 12 uren-leraar = 41 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste bachelor in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  d) 23 uren-leraar = 82 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste bachelor in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  e) 12 uren-leraar = 60 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste master in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  f) 23 uren-leraar = 120 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste master in een wervingsambt van het ondersteunend personeel.".

HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 betreffende de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs
Art.19. In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 betreffende de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2015, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
  " § 1. Als een instelling voor gewoon of buitengewoon secundair onderwijs punten aanwendt voor de oprichting van een betrekking in een wervingsambt van het ondersteunend personeel, worden de punten op de volgende wijze in rekening gebracht:


Uren opdracht 63 punten
  ssc. 122, 200,
  201, 202 of 203
82 punten
  ssc. 100, 104, 106, 123, 125, 126, 158, 163, 164 of 208
120 punten
  ssc. 542
 aantal punten aantal punten aantal punten
1 2 2 3
2 4 5 7
3 5 7 10
4 7 9 13
5 9 11 17
6 11 14 20
7 12 16 23
8 14 18 27
9 16 21 30
10 18 23 33
11 19 25 37
12 21 27 40
13 23 30 43
14 25 32 47
15 26 34 50
16 28 36 53
17 30 39 57
18 31,5 41 60
19 33 43 63
20 35 46 67
21 37 48 70
22 39 50 73
23 40 52 77
24 42 55 80
25 44 57 83
26 46 59 87
27 47 62 90
28 49 64 93
29 51 66 97
30 53 68 100
31 54 71 103
32 56 73 107
33 58 75 110
34 60 77 113
35 61 80 117
36 63 82 120
".

HOOFDSTUK 14. - Wijziging aan het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs
Art.20. De bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 9 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 15. - Wijziging aan het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden in het onderwijs
Art.21. De bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 10 bij dit besluit is gevoegd.

Art.22. De bijlage bij hetzelfde besluit, laatst vervangen door dit besluit, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 11 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 16. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022 tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022
Art.23. In het besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2022 tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022 wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 2/1. Conform artikel 308/3 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 kunnen lesuren als volgt in punten worden omgezet:
  a) 12 uren-leraar of lesuren = 31,5 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste secundair onderwijs in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  b) 23 uren-leraar of lesuren = 63 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste secundair onderwijs in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  c) 12 uren-leraar of lesuren = 41 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste bachelor in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  d) 23 uren-leraar of lesuren = 82 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste bachelor in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  e) 12 uren-leraar of lesuren = 60 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste master in een wervingsambt van het ondersteunend personeel;
  f) 23 uren-leraar of lesuren = 120 punten voor aanwending in een of meer betrekkingen met bekwaamheidsbewijs ten minste master in een wervingsambt van het ondersteunend personeel.
  De omzetting van lesuren in uren voor wervingsambten van het medisch, paramedisch, orthopedagogisch, psychologisch of sociaal personeel gebeurt op basis van de volgende omzettingstabellen:
  1° arts, orthopedagoog en psycholoog:


lesuren uren
2 1
3 3
4 4
5 6
6 7
7 9
8 10
9 12
10 13
11 15
12 16
13 18
14 19
15 21
16 22
17 24
18 25
19 27
20 28
21 29
22 31
23 32
24 34
25 35
26 37
27 38
28 40
2° ergotherapeut, kinderverzorger, kinesitherapeut, maatschappelijk werker en verpleger:


lesuren uren
2 1
3 3
4 4
5 6
6 7
7 9
8 10
9 12
10 13
11 15
12 16
13 18
14 19
15 21
16 22
17 24
18 25
19 27
20 28
21 29
22 31
23 32
3° logopedist:


lesuren uren
2 1
3 3
4 4
5 6
6 7
7 9
8 10
9 12
10 13
11 15
12 16
13 18
14 19
15 21
16 22
17 24
18 25
19 27
20 28
21 30
".

HOOFDSTUK 17. - Vervangingen in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs n.a.v. corona
Art.24. Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022 kunnen alle scholen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs een gewone zending doen voor korte vervangingen die nodig zijn om de school open te houden, wanneer de schoolorganisatie in het gedrang komt. Alle ambten van het onderwijzend personeel en de kinderverzorgers komen in aanmerking. De afwezigheid moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
  - het gaat om een afwezigheid van minder dan tien werkdagen;
  - de afwezigheid is te wijten aan ziekteverlof, profylactisch verlof, verlof wegens overmacht of heirkracht, ingevolge de coronacrisis.
  De school stuurt daartoe een verklaring op eer aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten, waarin ze verklaart dat er proportioneel veel afwezigen zijn, alle andere bestaande vervangingsmogelijkheden zijn uitgeput en de schoolorganisatie niet mogelijk is met de aanwezige personeelsleden.
  De school kan enkel van deze regeling gebruik maken indien er daadwerkelijk een vervanger is gevonden en ingezet.

HOOFDSTUK 18. - Slotbepalingen
Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2022.
  Artikel 1, 2° heeft uitwerking met ingang van 1 september 2020.
  Artikel 17 heeft uitwerking met ingang van 1 september 2021.
  Artikel 1, 6° heeft uitwerking met ingang van 1 december 2021.
  Artikel 1, 1°, 3° en 4° hebben uitwerking met ingang van 1 december 2021 en treden buiten werking op 31 augustus 2025.
  Artikel 2, 1°, artikel 7, 1° en artikel 3, 8, 11, 12, 20 en 21 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
  Artikel 24 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022 en treedt buiten werking op 31 maart 2022.
  Artikel 22 treedt in werking op 1 januari 2023.
  Artikel 1, 5° treedt in werking op 1 september 2025.
  Artikel 10, 15, 16, 18 en 23 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2022 en treden buiten werking op 31 augustus 2025.

Art.26. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-12-2022, p. 94407 - 97188)