Details





Titel:

5 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-01-2004 en tekstbijwerking tot 14-12-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De wegingsfactor en de coëfficiënt.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Het samenwerkingsplatform.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Aanwending van de middelen.
Art. 5-6
HOOFDSTUK V. - Administratieve toewijzing.
Art. 7-8
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2005035268  2006035133 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op :
  1° de scholen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs;
  2° de onderwijsinstellingen voor voltijds secundair onderwijs, deeltijds beroepssecundair onderwijs, deeltijds secundair zeevisserijonderwijs en buitengewoon secundair onderwijs;
  3° de centra voor volwassenenonderwijs;
  4° de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs,
  [1 5° de centra voor basiseducatie.]1
  hierna instellingen te noemen.
  ----------
  (1)<BVR 2021-09-03/19, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK II. - De wegingsfactor en de coëfficiënt.
Art.2.De wegingsfactor, zoals bedoeld in artikel X.54 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, wordt als volgt vastgesteld :
  1° [1 1,224882506 voor de leerlingen in het basisonderwijs;]1
  2° [1 1,153471682 voor de leerlingen in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, de B-stroom van de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs, de leerlingen van de tweede, derde en vierde graad van het beroepssecundair onderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs;]1
  3° [1 0,97368015 voor de leerlingen in de A-stroom van de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs, de tweede en de derde graad van het algemeen secundair onderwijs, het kunstsecundair onderwijs en het technisch secundair onderwijs;]1
  4° [1 0,001984075 voor de lesurencursist in de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie;]1
  [1 5° 0,305845442 voor de leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs.]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-09-03/19, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.3.De coëfficiënt, bedoeld in artikel X.54 van hetzelfde decreet, wordt als volgt vastgesteld :
  1° [2 0,06511071]2 voor de berekening van de puntenenveloppen;
  2° [2 0,670672377]2 voor de berekening van de werkingsmiddelen.
  [1 3° voor het schooljaar 2019-2020 worden er extra werkingsmiddelen toegekend aan de scholen voor gewoon en buitengewoon basisonderwijs en de instellingen voor voltijds secundair onderwijs, deeltijds beroepssecundair onderwijs en buitengewoon secundair onderwijs. Hierbij bedraagt de coëfficiënt 3,0698. Deze middelen kunnen ook aangewend worden voor het aanstellen van ICT-coördinatoren overeenkomstig artikel 154, § 2 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 251/1 van de codex secundair onderwijs. De middelen kunnen ook gebruikt worden tijdens het eerste semester van het schooljaar 2020-2021.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-05-08/19, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 08-05-2020>
  (2)<BVR 2021-09-03/19, art. 17, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK III. - Het samenwerkingsplatform.
Art.4. Het aantal gewogen leerlingen van het samenwerkingsplatform als bedoeld in artikel X.53, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet bedraagt ten minste 1100, behoudens indien een scholengemeenschap en/of een scholengroep deel uitma(a)k(t) (en) van bedoeld samenwerkingsplatform.

HOOFDSTUK IV. - Aanwending van de middelen.
Art.5.
  <Opgeheven bij BVR 2021-09-03/19, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.6.[1 Ter uitvoering van artikel VI.7, § 1, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 worden de volgende punten in rekening gebracht voor het ambt van ICT-coördinator in het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en de centra voor volwassenenonderwijs:


<td colspan="4" valign="top">(<font color="red">1</font>)<BVR <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2022090920" target="_blank">2022-09-09/20</a>, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
uren opdracht63 punten ssc. 202[<font color="red">1</font> 85 punten ssc. 301 /ssc. 148]<font color="red">1</font>126 punten ssc. 501
 aantal puntenaantal puntenaantal punten
1224
2457
35711
47914
591218
6111421
7121725
8141928
9162132
10182435
11192639
12212842
13233146
14253349
15263553
16283856
17304060
18324263
19334567
20354770
21375074
22395277
23405481
24425784
25445988
26466191
27476495
28496698
295168102
305371105
315473109
325676112
335878116
346080119
356183123
366385126
Ter uitvoering van artikel VI.7, § 1, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 worden de volgende punten in rekening gebracht voor het ambt van ICT-coördinator in de centra voor basiseducatie:


uren opdracht 120 punten ssc. 501
 aantal punten
1 3
2 7
3 10
4 13
5 17
6 20
7 23
8 27
9 30
10 33
11 37
12 40
13 43
14 47
15 50
16 53
17 57
18 60
19 63
20 67
21 70
22 73
23 77
24 80
25 83
26 87
27 90
28 93
29 97
30 100
31 103
32 107
33 110
34 113
35 117
36 120
]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-09-03/19, art. 19, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK V. - Administratieve toewijzing.
Art.7.Binnen [1 ...]1 het samenwerkingsplatform bedoeld in artikel X.53, § 1 van hetzelfde decreet wordt vastgelegd aan welke instelling het betrokken personeelslid administratief wordt aangesteld.
  ----------
  (1)<BVR 2021-09-03/19, art. 20, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.8. Het betrokken personeelslid kan voor de vervulling van zijn opdrachten in verband met ICT-coördinatie voor en in andere instellingen van de genoemde scholengemeenschap, de genoemde scholengroep of het genoemde samenwerkingsplatform worden ingezet.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.9. <BVR 2005-02-04/36, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2003> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2003.

Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.