Details





Titel:

12 NOVEMBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 november 2020 houdende delegatie van bevoegdheden, van tekenbevoegdheden en de aanwijzing van ordonnateurs bij de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-12-2020 en tekstbijwerking tot 16-01-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Delegaties
Afdeling 1. - Delegatie van bevoegdheden
Onderafdeling 1. - Gedelegeerde bevoegdheden
Art. 2-3
Onderafdeling 2. - Afwezigheid, verhindering en ambtsvacature van een ambtenaar-generaal van een dienst van de regering
Art. 4
Onderafdeling 3. - Subdelegaties van bevoegdheden
Art. 5
Afdeling 2. - Delegatie van tekenbevoegdheid aan de ambtenaren-generaal
Art. 6
Afdeling 3. - Ordonnateursdelegaties
Onderafdeling 1.
Art. 7
Onderafdeling 2.
Art. 8
HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en uitvoeringsbepalingen
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996031662  1999031248  2001031380  2019014591 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° ) Besluit financiële actoren: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren;
  2° ) Besluit houdende het statuut van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
  3° ) Besluit betreffende het contractuele personeel van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
  4° ) Centrale: beoogt een aankoopcentrale zoals omschreven en geregeld door de regelgeving inzake overheidsopdrachten;
  5° ) Concessie(s): beoogt de concessies van werken en diensten zoals omschreven in de regelgeving inzake concessies, met inbegrip van concessies die vrijgesteld zijn krachtens deze regelgeving;
  6° ) Directieraad: de directieraad van een van de diensten van de Regering;
  7° ) Departementen: de door een ambtenaar-generaal geleide administratieve afdelingen bij elk van de Gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
  8° ) Leidende ambtenaar: de ambtenaar, of elke andere persoon, die de uitvoering van de opdracht moet leiden en controleren;
  9° ) Ambtenaren-generaal: de ambtenaren van de diensten van de Regering met een graad van minstens rang A4+ in de zin van artikelen 17 en 21 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
  10) Regering: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
  11° ) Opdracht(en): beoogt de (overheids)opdracht(en) voor werken, leveringen of diensten zoals omschreven in de regelgeving inzake overheidsopdrachten, met inbegrip van de opdrachten die vrijgesteld zijn krachtens deze regelgeving;
  12° ) Bevoegde minister: de minister die functioneel bevoegd is voor het departement dat wordt geleid door de leidende ambtenaar aan wie delegatie van bevoegdheid wordt verleend;
  13° ) OOBBC: organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;
  14° ) Ordonnateur: de administratieve overheid of de ambtenaar die de bevoegdheid heeft om de gewestbegroting in ontvangsten of in uitgaven uit te voeren zoals bedoeld in artikel 25, vierde lid van de OOBBC, namelijk:
  a) de vaststelling van een recht, de ordonnancering en de invordering, inzake ontvangsten;
  b) de juridische verbintenis, de boekhoudkundige vastlegging, de vereffening, de ordonnancering en de betaling, inzake uitgaven.
  15° ) Primaire ordonnateur: de Regering, in overeenstemming met artikel 24, tweede lid van de OOBBC;
  16° ) Secundaire ordonnateur: elk van de regeringsministers, in overeenstemming met artikel 25, eerste lid van de OOBBC;
  17° ) Gedelegeerde ordonnateur: de personen die door de primaire of secundaire ordonnateur gedelegeerd worden met de bevoegdheid om de gewestbegroting in ontvangsten of in uitgaven uit te voeren zoals bedoeld in artikel 25, tweede lid van de OOBBC en artikel 4 van het besluit financiële actoren;
  18° ) Gesubdelegeerde ordonnateur: de personen die van een gedelegeerde ordonnateur subdelegatie krijgen voor de bevoegdheid om de gewestbegroting in ontvangsten of in uitgaven uit te voeren zoals bedoeld in artikel 25, tweede lid van de OOBBC en artikel 5 van het besluit financiële actoren;
  19° ) Regelgeving inzake concessies: betreft de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, alsook elke latere wijziging van deze teksten en de wetten of besluiten die ze vervangen;
  20° ) Regelgeving inzake overheidsopdrachten: betreft de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, het koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren en het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, alsook elke latere wijziging van deze teksten en de wetten of besluiten die ze vervangen;
  21° ) Diensten van de Regering: de diensten bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 2015 tot regeling van de naamswijziging van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

HOOFDSTUK 2. - Delegaties
Afdeling 1. - Delegatie van bevoegdheden
Onderafdeling 1. - Gedelegeerde bevoegdheden
Art.2.§ 1. Onverminderd de delegaties toegekend door de Regering aan haar leden en de specifieke delegatieregelingen bij bepaalde departementen van de diensten van de Regering, bepaald door de Regering of een minister, worden aan de ambtenaren-generaal de volgende delegaties verleend:
  1° Binnen het of de bevoegdheidsdomein(en) van de minister(s) waar ze van afhangen en de diensten van de Regering of het departement afdeling die ze leiden,
  a. alle beslissingen zoals omschreven of beoogd door de regelgeving inzake overheidsopdrachten of de regelgeving inzake concessies, met betrekking tot de gunning en uitvoering van opdrachten of concessies waarvoor de goed te keuren uitgave, ofwel, indien die niet gekend is, de schatting ervan, het bedrag excl. btw vermeld in artikel 11, eerste lid, 2° van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017 niet overschrijdt;
  b. de beslissing om een andere aanbestedende overheid een volmacht te geven om een gezamenlijke Opdracht te plaatsen, met inbegrip van het sluiten van de organisatieovereenkomst van de gezamenlijke Opdracht en alle handelingen die getroffen moeten worden ter uitvoering ervan, wanneer de goed te keuren uitgave, ofwel indien die niet gekend is, de schatting van de gezamenlijke Opdracht, voor het deel dat betrekking heeft op de betrokken regeringsdienst, het bedrag vermeld in punt a. niet overschrijdt;
  c. De beslissing om deel te nemen aan een raamovereenkomst geplaatst door een Centrale, die het Gewest benut om (daaropvolgende) Opdrachten te sluiten, en de beslissing om een Centrale volmacht te geven om een Opdracht te plaatsen in naam en voor rekening van het Gewest, voor zover de goed te keuren uitgave, ofwel indien die niet gekend is, de schatting van de Opdracht(en) van de betrokken regeringsdienst via de raamovereenkomst het bedrag vermeld in punt a. niet overschrijdt.
  Los van de voornoemde delegaties zorgen de Diensten van de Regering voor de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen met betrekking tot de plaatsing van alle Opdrachten en Concessies die de Regering of een van haar Ministers sluit. In dat opzicht stellen de Diensten van de Regering onder meer ontwerpdocumenten op voor de Opdracht of Concessie, analyseverslagen over de offertes of aanvragen tot deelneming, alsook de kennisgevingen en aankondigingen.
  d. Alle beslissingen met betrekking tot de huurovereenkomsten van goederen bedoeld in Hoofdstuk II van Titel VIII van Boek III van het Burgerlijk Wetboek, voor zover de goed te keuren uitgave het bedrag vermeld in punt a. niet overschrijdt.
  2° Onder voorbehoud van de wetgeving die van toepassing is op de toekenning en controle van subsidies, de goedkeuring van de facturen en schuldvorderingen in verband met door het Gewest toegekende subsidies die worden vastgelegd door de Regering of Minister, binnen het bevoegdheidsgebied of de bevoegdheidsgebieden van de Minister of Ministers van wie zij afhangen en van de Diensten van de Regering of het departement waarover zij de leiding voeren, binnen de perken van de vastgelegde bedragen.
  § 2. Onder voorbehoud van de delegeringen toegekend door de Regering aan haar leden en de delegeringsstelsels eigen aan bepaalde afdelingen van de regeringsdiensten vastgelegd door de Regering of door een minister worden aan de leidende ambtenaren de verlengings- of wijzigingsbeslissingen gedelegeerd met een waarde van minder dan 30.000 euro excl. btw, ongeacht de waarde bij de gunning.
  [1 § 3. Zonder enige bedragsbeperking worden de ambtenaren-generaal aangesteld als gedelegeerde ordonnateurs voor de vereffening van elk bedrag vastgelegd in opdracht van de Minister of de regering.]1
  [2 § 4. De krachtens §§ 1 en 2 verleende delegaties gelden eveneens voor de verminderingen of annuleringen van boekhoudkundige vastleggingen bedoeld in artikelen 16 en 17 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 inzake de boekhoudkundige vastlegging, de vereffening en de controle op de vastleggingen en de vereffeningen.
   In dit verband en zelfs voor bedragen boven de in §§ 1 en 2 van dit artikel bepaalde drempelbedragen zijn deze delegaties inzake verminderingen of annuleringen van boekhoudkundige vastleggingen toegelaten voor zover deze verminderde of geannuleerde bedragen de in de voornoemde §§ 1 en 2 van dit artikel bepaalde drempelbedragen niet overschrijden.
   De bepalingen van het vorig lid gelden voor elke subdelegatie die krachtens dit besluit wordt verleend, overeenkomstig de maximumgrenzen die voor deze subdelegaties bepaald zijn.]2
  ----------
  (1)<BESL 2022-12-15/25, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-01-2023>
  (2)<BESL 2022-12-15/25, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-01-2023>

Art.3. Onder voorbehoud van de delegaties toegekend door de Regering aan haar leden en de delegatiesystemen eigen aan bepaalde departementen van de diensten van de Regering vastgesteld door de Regering of een Minister, en onder voorbehoud van de bepalingen in het besluit houdende het statuut van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel alsook in het besluit betreffende het contractuele personeel van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, krijgen de ambtenaren-generaal die de directieraden voorzitten een delegatie om elke individuele rechtshandeling aan te nemen die verband houdt met het beheer van het personeel tewerkgesteld bij de Dienst van de Regering waarover zij de leiding hebben.

Onderafdeling 2. - Afwezigheid, verhindering en ambtsvacature van een ambtenaar-generaal van een dienst van de regering
Art.4. § 1. Bij afwezigheid, verhindering of ambtsvacature van een ambtenaar-generaal belast met een bevoegdheid bij een Dienst van de Regering waarover hij de leiding heeft., dan wordt de bevoegdheid bij die Dienst uitgeoefend door een ambtenaar-generaal van een hogere rang, of bij gebrek daaraan, van een net lagere rang.
  § 2. Bij gelijktijdige afwezigheid, verhindering of ambtsvacature van alle ambtenaren beoogd in § 1, dan worden de aan hen gedelegeerde bevoegdheden in overeenstemming met artikel 4, eerste lid, uitgeoefend door de secretaris-generaal en de adjunct-secretaris-generaal.
  Als de betrokken Dienst van de Regering geen secretaris-generaal en adjunct-secretaris-generaal omvat, en bij gelijktijdige afwezigheid, verhindering of ambtsvacature van alle ambtenaren beoogd in § 1 worden de aan hen gedelegeerde bevoegdheden uitgeoefend door het personeelslid met de hoogste graadanciënniteit; bij gelijke graadanciënniteit wordt eerst rekening gehouden met de dienstanciënniteit en tot slot met de leeftijd.
  Bij gelijktijdige afwezigheid, verhindering of ambtsvacature van de secretaris-generaal en de adjunct-secretaris-generaal worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de ambtenaar met de hoogste graad en de langste anciënniteit bij het departement van de betrokken Dienst van de Regering.
  De vervangende uitoefening van de gesubdelegeerde bevoegdheden krachtens het eerste lid geeft aanleiding tot een verslag aan de directieraad van de betrokken dienst van de Regering en aan de bevoegde minister door de betrokken ambtenaar.

Onderafdeling 3. - Subdelegaties van bevoegdheden
Art.5. § 1. De bevoegdheden gedelegeerd aan de ambtenaren-generaal krachtens artikel 2 kunnen door deze ambtenaren volledig of gedeeltelijk gesubdelegeerd worden, met naleving van de regels vastgesteld door de OOBBC en het besluit financiële actoren, aan ambtenaren van de diensten van de regering.
  Als de bevoegdheid geen verband houdt met een verrichting om de begroting uit te voeren en door twee ambtenaren-generaal samen wordt uitgeoefend, dan formuleren zij samen de subdelegatiesbeslissing.
  Als de bevoegdheid verband houdt met een verrichting om de begroting uit te voeren, dan zal de subdelegatiesbeslissing door de secundaire ordonnateur genomen worden op gezamenlijk voorstel van de twee betrokken ambtenaren-generaal met naleving van de regels vastgesteld door de OOBBC en het besluit financiële actoren.
  § 2. De bevoegdheden die gesubdelegeerd worden aan een personeelslid van de diensten van de Regering en die geen verband houden met een verrichting om de begroting uit te voeren, mag dit personeelslid nog eens subdelegeren, geheel of gedeeltelijk, aan een ander personeelslid van de diensten van de Regering, op voorwaarde dat dit vooraf gemeld wordt aan de betrokken ambtenaren-generaal.
  § 3. Bij afwezigheid, verhindering of ambtsvacature van een gesubdelegeerde ambtenaar worden de gesubdelegeerde bevoegdheden uitgeoefend door:
  1° ofwel de delegerende ambtenaar;
  2° ofwel een vervanger aangewezen door de delegeerder voor de periode waarin de gesubdelegeerde ambtenaar onbeschikbaar is, in overeenstemming met het besluit financiële actoren als het een bevoegdheid betreft die niets te maken heeft met een verrichting om de begroting uit te voeren.
  § 4. Elke subdelegatie legt de beperkingen ervan vast.

Afdeling 2. - Delegatie van tekenbevoegdheid aan de ambtenaren-generaal
Art.6. Binnen het bevoegdheidsgebied of de bevoegdheidsgebieden van de Minister(s) van wie zij afhangen en van de Diensten van de Regering of het departement waarover zij de leiding voeren, kan aan de ambtenaren-generaal delegatie verleend worden om elke correspondentie te ondertekenen in het bevoegdheidsgebied of in de bevoegdheidsgebieden van wij zij afhangen en in het kader van de Diensten van de Regering of het departement waarover zij de leiding voeren.

Afdeling 3. - Ordonnateursdelegaties
Onderafdeling 1.   
Art.7.Binnen het bevoegdheidsgebied of de bevoegdheidsgebieden van de minister of ministers van wie ze afhangen en van de diensten van de regering of het departement waarover ze de leiding voeren, zijn de ambtenaren-generaal de gedelegeerde ordonnateurs voor:
  1° elke verrichting om de begroting uit te voeren in het kader van de gedelegeerde bevoegdheden vermeld in artikel 2;
  2° de goedkeuring van uitgaven, zowel als hoofdsom als interesten voortvloeiend uit een gerechtelijke beslissing, alsook de daaraan verbonden gerechtskosten, tot een bedrag van 50.000 euro;
  3° [1 Onverminderd de bestaande wetgeving inzake de delegatie van bevoegdheden en handtekening inzake niet-fiscale ontvangsten, voor de niet-fiscale ontvangsten die strikt geregeld zijn bij wetgeving en waarvan de bedragen derhalve worden berekend met strikte toepassing van de bepalingen van die wetgeving en waarvoor de Regering geen beslissingsbevoegdheid heeft, stellen de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en de directeurs-generaal, ieder voor wat hem betreft, de rechten vast en voeren de ordonnancering van de ontvangsten uit, overeenkomstig respectievelijk de artikelen 47 en 48 van de OOBBC.
  Voor deze in het vorige lid van dit artikel bepaalde niet-fiscale ontvangsten, zijn de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en de directeurs-generaal gemachtigd om, ieder wat hem betreft, een vastgesteld recht gedeeltelijk of volledig te annuleren op grond van een verantwoordingsstuk dat een correctie rechtvaardigt van het geboekte vastgestelde recht of waaruit de uitdoving door verjaring blijkt in toepassing van het artikel 49, lid 2, 1° van de OOBBC.
  Voor deze in het eerste lid van dit artikel bepaalde niet-fiscale ontvangsten, zijn de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en de directeurs-generaal gemachtigd om, ieder wat hem betreft, een vastgesteld recht gedeeltelijk of volledig te annuleren in geval van niet-rentabiliteit van de invorderingsprocedure voor een niet-fiscale schuldvordering in toepassing van het artikel 49, lid 2, 2° van de OOBBC.
  Met het oog op de invordering van de in het 1ste lid van dit artikel bepaalde niet-fiscale ontvangsten, zijn de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en de directeurs-generaal gemachtigd om, ieder wat hem betreft, onder de door hen in elk specifiek geval te bepalen voorwaarden, uitstel van betaling toe te staan voor de hoofdsom, gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de interestenschuld te verlenen en ermee in te stemmen dat de gedeeltelijke betalingen eerst op het kapitaal worden toegerekend, in toepassing van het artikel 51 van de OOBBC. In het geval waarin de toestand van de schuldenaar die te goeder trouw is dat wettigt, gaan de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en de directeurs-generaal, ieder wat hem betreft, met hem dadingen aan.
  Voor de in het 1ste lid van dit artikel bepaalde niet-fiscale ontvangsten beschikken de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en de directeurs-generaal, ieder voor wat hem betreft, over de delegatie van handtekening voor de toepassing van dit artikel.]1
  [2 4° de goedkeuring van elke transactie en uitgave die eruit voortvloeit, tot het bedrag als bedoeld in artikel 7, 2°. ]2
  ----------
  (1)<BESL 2022-12-15/25, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 16-01-2023>
  (2)<BESL 2022-12-15/25, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 16-01-2023>

Onderafdeling 2.   
Art.8.
  <Opgeheven bij BESL 2022-12-15/25, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 16-01-2023>

HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en uitvoeringsbepalingen
Art.9. § 1. Worden opgeheven:
  1° Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 1999 betreffende de delegatie van tekenbevoegdheid voor financiële aangelegenheden aan de ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  2° Het ministerieel besluit van 23 november 1995 tot delegatie van bevoegdheden inzake individueel personeelsbeheer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de leidende ambtenaar van het Ministerie;
  3° Het ministeriële besluit van 4 september 2019 tot aanwijzing van gesubdelegeerde ordonnateurs voor financiële aangelegenheden bij Brussel Openbaar Ambt.
  § 2. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2001 betreffende de delegaties van bevoegdheden aan sommige personeelsleden van Brussel Mobiliteit wordt opgeheven op een datum vast te stellen door de minister bevoegd voor Mobiliteit.

Art. 10. De minister bevoegd voor de Financiën, de Begroting en Ambtenraren zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.