17 FEBRUARI 2021. - Ministerieel besluit tot delegatie van bevoegdheid en van tekenbevoegdheid aan de leidende ambtenaren van Brussel openbaar ambt
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Delegaties inzake personeelsbeheer bij Brussel Openbaar Ambt
Art. 3
HOOFDSTUK 3. - Delegaties inzake de uitvoering van specifieke opdrachten van Brussel Openbaar Ambt
Art. 4
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen inzake gezamenlijke ondertekening
Art. 5
HOOFDSTUK 5. - Subdelegatie van bevoegdheden
Art. 6
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
Artikel 1. Algemene bepalingen
Dit ministerieel besluit regelt voor de gewestelijke overheidsdienst openbaar ambt de delegatie van bevoegdheden van de minister van Openbaar Ambt naar de leidende ambtenaren van Brussel Openbaar Ambt in het kader van het dagelijkse beheer en de uitvoering van specifieke opdrachten van Brussel Openbaar Ambt;
Art.2. Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° ) Besluit houdende het statuut van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, evenals alle bepalingen die dit besluit zouden wijzigen of vervangen;
2° ) Besluit betreffende het contractuele personeel van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, evenals alle bepalingen die dit besluit zouden wijzigen of vervangen;
3° ) Brussel Openbaar Ambt: Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Openbaar Ambt, opgericht bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 juli 2017 houdende oprichting van Brussel Openbaar Ambt;
4° ) Directieraad: de directieraad van Brussel Openbaar Ambt;
5° ) Leidende ambtenaar: de directeur-generaal (A5) en de adjunct-directeur-generaal (A4+) van Brussel Openbaar Ambt;
6° ) Regering: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
7° ) De minister: de minister bevoegd voor Openbaar Ambt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
HOOFDSTUK 2. - Delegaties inzake personeelsbeheer bij Brussel Openbaar Ambt
Art.3. Onverminderd de delegaties die de regering aan de minister toegekend heeft en, met naleving van de bepalingen die vastgelegd zijn in het besluit houdende het statuut van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en in het besluit betreffende de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, krijgen de leidende ambtenaren van Brussel Openbaar Ambt de delegatie om elke individuele rechtshandeling in verband met het beheer van het bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Openbaar Ambt tewerkgestelde personeel goed te keuren.
Maken onder andere deel uit van deze rechtshandelingen:
1° de beslissing om een ambtenaar op non-actief te stellen;
2° de indisponibiliteitstelling wegens ambtsontheffing of in het belang van de dienst of non-actiefstelling;
3° de terugbetaling van verblijfkosten;
4° de ondertekening van de aan Brussel Openbaar Ambt gerichte briefwisseling, ongeacht of deze al dan niet betrekking heeft op uitdrukkelijk gedelegeerde materies;
5° de toewijzing van hogere ambten in de graden van rang B2, C2 en D2;
6° de vacantverklaring van betrekkingen;
7° beslissingen met betrekking tot vrijwillige mutaties;
8° de erkenning van een personeelslid in de hoedanigheid van bestendige vakbondsafgevaardigde overeenkomstig artikel 73 en volgende van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
9° de opname in de geldelijke anciënniteit van van diensten die gepresteerd werden in de privésector of als zelfstandige indien die diensten een bijzonder nuttige ervaring uitmaken voor de functie waarin de betrokkene wordt aangeworven.
HOOFDSTUK 3. - Delegaties inzake de uitvoering van specifieke opdrachten van Brussel Openbaar Ambt
Art.4. De leidende ambtenaren van Brussel Openbaar Ambt krijgen delegatie om de opdrachten uit te voeren die beschreven zijn in artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 juli 2017 houdende oprichting van Brussel Openbaar Ambt, met inbegrip van het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met de diensten bedoeld in artikel 3, § 1, 3e lid van hetzelfde besluit in het kader van de opdrachten van Brussel Openbaar Ambt, voor zover de minister daar op voorhand schriftelijk van op de hoogte wordt gebracht.
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen inzake gezamenlijke ondertekening
Art.5. Zonder afbreuk te doen aan de regels vastgesteld door het besluit houdende het statuut van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en door het besluit betreffende de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, is de gezamenlijke ondertekening door de leidende ambtenaren van Brussel Openbaar Ambt enkel vereist als de gedelegeerde bevoegdheden gezamenlijk uitgevoerd moeten worden. Dat is het geval voor:
1° De uitvoering van de begroting van Brussel Openbaar Ambt, in overeenstemming met de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen;
2° Het nemen van maatregelen die nuttig zijn voor de goede werking van Brussel Openbaar Ambt en waar de geldende reglementeringen niet in voorzien;
3° De uitvoering van de verzoeken van de minister in het kader van zijn bevoegdheden;
4° Het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met andere instellingen, vennootschappen of verenigingen.
HOOFDSTUK 5. - Subdelegatie van bevoegdheden
Art. 6. § 1. Elke subdelegatie berust op een van tevoren opgemaakte schriftelijke akte.
Om geldig opgesteld te zijn, moet de subdelegatieakte de volgende elementen bevatten:
1° de datum van opstelling;
2° de bevoegdheid waarop de akte betrekking heeft en de wettelijke of reglementaire grondslag ervan;
3° de reglementaire grondslag die de subdelegatie toelaat;
4° de identiteit, functie en rang van de delegatiehouder en van de subdelegatiehouder;
5° desgevallend, als de delegatiehouder dat opportuun acht, de identiteit, de functie en de rang van de vervanger(s) die aangeduid is (zijn) om de gedelegeerde bevoegdheid uit te oefenen in geval van afwezigheid of verhindering van de subdelegatiehouder;
§ 2. Ze bevat bovendien de handtekening van delegatiehouder en van de subdelegatiehouder(s).
§ 3. Deze akte kan niet in werking treden vóór de datum van opstelling ervan.