1 OKTOBER 2021. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden inzake de toepassing van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques aan ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de Dienst Werkgelegenheid van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, belast met de uitvoering van het tewerkstellingsbeleid als bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 8° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals tot op heden gewijzigd.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het koninklijk besluit van 7 juni 2007 : het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques;
2° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 november 2020: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 november 2020 houdende delegatie van bevoegdheden, van tekenbevoegdheden en de aanwijzing van ordonnateurs bij de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
3° het ministerieel besluit van 8 juni 2015: het ministerieel besluit van 8 juni 2015 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden inzake de toepassing van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques.
Art.3. § 1. Worden in het kader van de reglementering betreffende de dienstencheques, met name het koninklijk besluit van 7 juni 2007 gemachtigd om de dossiers te behandelen, op te volgen en het dagelijks beheer ervan te verzekeren, de volgende ambtenaren verbonden aan de Dienst Werkgelegenheid van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, onderworpen aan het hiërarchisch gezag van de Directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid :
1° De Directeur - diensthoofd bij de Dienst Werkgelegenheid ;
2° de Directeur van de Directie Werkgelegenheidsbeleid bij de Dienst Werkgelegenheid ;
3° de Attachés van de Cel Opleidingsfonds dienstencheques en van de Cel Dienstencheques in de Directie Werkgelegenheidsbeleid bij de Dienst Werkgelegenheid.
§ 2 . Wordt als de ambtenaar bedoeld in artikel 1, 6° van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 aangeduid. In dit kader, worden ze gemachtigd om :
1° de gevraagde terugbetaling van de opleidingskosten te weigeren, wanneer, met schending van artikel 5, § 1 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007, de aanvraag tot goedkeuring van de opleiding niet is ingediend voor de start ervan ;
2° wat de door de erkende ondernemingen ingediende aanvragen betreft, opleidingen goed te keuren of te weigeren, met toepassing van artikel 5, § 4 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007;
3° wat de door de erkende opleidingsverstrekkers ingediende aanvragen betreft, opleidingen goed te keuren of te weigeren, met toepassing van artikel 6bis, § 4 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007;
4° de terugbetaling van de opleidingskosten te weigeren in de gevallen als bedoeld in de artikelen 7 en 8, § 1 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 ;
5° over te gaan tot de gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de opleidingskosten, met toepassing van artikel 9 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 en de daarin bepaalde grenzen en voorwaarden.
§ 3. De delegaties als bedoeld in § 1 worden uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel besluit van 20 mei 2015 en, in voorkomend geval, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van du 12 november 2020.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2021.