16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van verscheidene besluiten m.b.t. de milieuvergunning
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
Art. 2-48
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten, van de ingedeelde installaties en activiteiten of van de installaties of activiteiten die een risico voor de bodem vormen
Art. 49-107
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van het reglementair deel van Boek I van het Milieuwetboek
Art. 108
HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 109-111
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
Artikel 1. In artikel 6 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid wordt de zin "Alle voorzorgsmaatregelen worden getroffen om ontplofbare atmosferen te voorkomen op de plaatsen waar makkelijk of uiterst ontbrandbare producten worden gebruikt, behandeld of opgeslagen." vervangen door de zin " Alle voorzorgsmaatregelen worden getroffen om ontplofbare atmosferen te voorkomen op de plaatsen waar stoffen die dergelijke atmosferen kunnen doen ontstaan, worden gebruikt, behandeld of opgeslagen.";
2° in het vierde lid worden de woorden "Alle laadplaatsen voor mobiele tanks of brandstofreservoirs worden" vervagen door de woorden "Alle plaatsen voor het laden van brandstof in mobiele tanks of reservoirs worden".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
Art.2. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 19 april 2007 en 16 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 2 wordt punt 7° opgeheven;
b) in paragraaf 2 wordt punt 8° punt 7° ;
c) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. Voor de toepassing van afdeling 3 van hoofdstuk II wordt verstaan onder:
1° samenwerkingsakkoord : het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken;
2° inrichting: de onder controle van een exploitant geplaatste gezamenlijke site waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in één of meer installaties, met inbegrip van de infrastructuren of de gemeenschappelijke of verwante activiteiten. De inrichtingen zijn ofwel lagedrempelinrichtingen, ofwel hogedrempelinrichtingen;
3° lagedrempelinrichting: een inrichting waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in gelijke of grotere hoeveelheden dan de in kolom 2 van bijlage 1, deel 1 of deel 2 vermelde hoeveelheden, die evenwel niet gelijk zijn aan of hoger liggen dan de in kolom 3 van deel 1 of deel 2 van bijlage I bij het samenwerkingsakkoord vermelde hoeveelheden, in voorkomend geval gebruikmakend van de in aantekening 4 bij bijlage I bedoelde sommatieregel;
3° hogedrempelinrichting: een inrichting waar gevaarlijke stoffen in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de in de kolom 3 van deel 1 of van deel 2 van bijlage I bij het samenwerkingscontract vermelde hoeveelheden aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de in aantekening 4 van bijlage I bedoelde sommatieregel;
5° installatie: een technische eenheid binnen een inrichting en boven- of ondergronds, waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, gebruikt, gebezigd of opgeslagen, met inbegrip van alle uitrustingen, constructies, leidingen, machines, gereedschappen, private spoorwegemplacementen, laad- en loskades, aanlegsteigers voor de installatie, pieren, depots of soortgelijke, al dan niet drijvende constructies die nodig zijn voor de werking van die installatie;
6° zwaar ongeval: een gebeurtenis, zoals een zware emissie, brand of explosie die het gevolg is van ongecontroleerde ontwikkelingen tijdens de exploitatie van een inrichting waarop dit samenwerkingsakkoord van toepassing is, waardoor hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd ernstig gevaar voor de menselijke gezondheid of het milieu, binnen of buiten de inrichting ontstaat en waarbij één of meerdere gevaarlijke stoffen betrokken zijn;
7° gevaarlijke stof : een onder deel 1 van bijlage 1 vallende of in deel 2 van bijlage 1 bij het samenwerkingscontract opgenomen stof of mengsel, onder meer onder de vorm van grondstof, product, bijproduct, residu of tussenproduct;
8° mengsel : een mengsel of oplossing bestaande uit twee of meerdere stoffen;
9° gevaar : de intrinsieke eigenschap van een gevaarlijke stof of van een fysische situatie die potentieel tot schade voor de menselijke gezondheid of het milieu kan leiden;
10° risico : de waarschijnlijkheid dat een bepaald effect zich binnen een bepaalde periode of onder bepaalde omstandigheden voordoet;
11° opslag : de aanwezigheid van een hoeveelheid gevaarlijke stoffen voor opslag, veilige bewaring of voorraadbewaring;
12° aanwezigheid van gevaarlijke stoffen: de werkelijke of verwachte aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de inrichting, of van gevaarlijke stoffen waarvan redelijkerwijs kan worden voorzien dat ze zouden kunnen ontstaan bij verlies van controle over de processen, met inbegrip van opslagactiviteiten, in een installatie binnen de inrichting, in hoeveelheden, die gelijk zijn aan of groter dan de in deel 1 of deel 2 van bijlage 1 bij het samenwerkingsakkoord vermelde drempelwaarden. Dat omvat ook de in de vergunning toegelaten gevaarlijke stoffen.".
Art.3. Artikel 2 van hetzelfde besluit, voor het laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. Het algemene formulier voor de aanvraag van een milieuvergunning wordt aan de hand van het formulier vastgelegd door de Minister van Leefmilieu ingediend.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de teelt en het houden van dieren, zoals bedoeld in de rubrieken 01.20 tot 01.39, 92.53.01 en 92.53.02 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectenstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een waterwinning, een boring, de uitrusting van een put en een installatie voor de bevoorrading of de proeven voor de kunstmatige bevoorrading van het grondwater, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de installaties voor de sortering en verzameling, voorbehandeling, verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de inrichtingen bedoeld in de richtlijn inzake industriële emissies (IED/IPPC), bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op het beheer van industriële risico's (uitgezonderd Seveso), bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de centra voor technische ingraving, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties bedoeld in rubriek 90.24, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de installaties en activiteiten de die broeikasgassen uitstoten, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de composteerinstallaties wanneer de hoeveelheid opgeslagen stof hoger dan of gelijk is aan 500 m3, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de zwembaden, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de installaties voor de productie van biomethaan bedoeld in rubriek 93.23.15, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een beheersplan voor onverkochte voedselproducten, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op energie-efficiëntie, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de brandstofdistributie-installaties die bestemd zijn voor de bevoorrading van motorvoertuigen met gasvormige alternatieve brandstoffen, zoals bedoeld in rubriek 50.50.04.01. bevat ze, behalve het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op steengroeven, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de aanvragen voor de lozing van afvalwater van de openbare zuiveringsstations, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de installaties voor het beheer van winningsafval, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op de terugwinning van grond en steenachtige stoffen bedoeld in rubriek 14.91, 90.28.01 of 90.28.02, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een inrichting met één of meerdere stookinstallaties, bevat ze, naast de inlichtingen aangevraagd in het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een windturbine of een windmolenpark bedoeld in de rubrieken 40.10.01.04.02 en 40.10.01.04.03 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op GGO ('s) of de pathogene organismen, bevat ze, naast de in het algemene aanvraagformulier aangevraagde inlichtingen, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.".
Art.4. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.6. In artikel 15 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.7. In artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, 4°, worden de bewoordingen "57 tot" vervangen door de woorden "10, 57 tot";
2° in paragraaf 5, worden de woorden "bedoeld in bijlage XXIII" vervangen door de woorden "bedoeld in het ministerieel besluit van 6 juni 2019 tot vaststelling van een formulier betreffende de inrichtingen betrokken bij richtlijn inzake industriële emissies (IED/IPPC)".
Art.8. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 20. Het in artikel 40 van het decreet bedoelde beroep wordt aan de Minister van Leefmilieu toegezonden, aan het adres van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Het wordt vastgesteld aan de hand van het formulier vastgelegd door de Minister van Leefmilieu".
Art.9. In artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 2014, worden de woorden "maakt de technische ambtenaar een afschrift over aan" vervangen door de woorden "zendt de technische ambtenaar een afschrift aan:
Art.10. In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 2014, worden de woorden "maakt de overheid die bevoegd is om de milieuvergunning in eerste aanleg af te leveren, de volgende stukken over aan " vervangen door de woorden "zendt de overheid die bevoegd is om de milieuvergunning in eerste aanleg af te leveren, de volgende stukken aan".
Art.11. In artikel 25 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij ter post aangetekend schrijven met ontvangbewijs of maken het over tegen ontvangbewijs binnen" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.12. In artikel 27, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 22 januari 2004 en 16 januari 2014, worden de woorden "overeenkomstig bijlage XIX" telkens vervangen door de woorden ",dat door de Minister van Leefmilieu vastgesteld is,".
Art.13. Artikel 30 van hetzelfde besluit, voor het laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 30. Het algemene formulier voor de aanvraag van een globale vergunning wordt aan de hand van het formulier vastgelegd door de Minister van Leefmilieu ingediend.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de teelt en het houden van dieren, zoals bedoeld in de rubrieken 01.20 tot 01.39, 92.53.01 en 92.53.02 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectenstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze, behalve het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op een waterwinning, een boring, de uitrusting van een put en een installatie voor de bevoorrading of de proeven voor de kunstmatige bevoorrading van het grondwater, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de installaties voor de sortering en verzameling, voorbehandeling, verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de inrichtingen bedoeld in de richtlijn inzake industriële emissies (IED/IPPC), bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op het beheer van industriële risico's (uitgezonderd Seveso), bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de centra voor technische ingraving, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties bedoeld in rubriek 90.24, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de installaties en activiteiten de die broeikasgassen uitstoten, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de composteerinstallaties wanneer de hoeveelheid opgeslagen stof hoger dan of gelijk is aan 500 m3, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de zwembaden, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de installaties voor de productie van biomethaan bedoeld in rubriek 93.23.15, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op een beheersplan voor onverkochte voedselproducten, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op energie-efficiëntie, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op een brandstofdistributie-installaties die bestemd zijns voor de bevoorrading van motorvoertuigen met gasvormige alternatieve brandstoffen, zoals bedoeld in rubriek 50.50.04.01. bevat ze, behalve het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op steengroeven, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de aanvragen voor de lozing van afvalwater van de openbare zuiveringsstations, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de installaties voor het beheer van winningsafval, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op de terugwinning van grond en steenachtige stoffen bedoeld in rubriek 14.91, 90.28.01 of 90.28.02, bevat ze, naast het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op een inrichting met één of meerdere stookinstallaties, bevat ze, naast de inlichtingen aangevraagd in het algemene aanvraagformulier, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op een windturbine of een windmolenpark bedoeld in de rubrieken 40.10.01.04.02 en 40.10.01.04.03 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.
Als de aanvraag voor een globale vergunning betrekking heeft op GGO ('s) of de pathogene organismen, bevat ze, naast de in het algemene aanvraagformulier aangevraagde inlichtingen, de gegevens vastgesteld door de Minister van Leefmilieu.".
Art.14. In artikel 31, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "in rubriek 63.12.18 van bijlage I bij het besluit van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten" vervangen door de woorden "in bijlage 1 bij het samenwerkingsakkoord".
Art.15. Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.16. In artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 januari 2006, wordt, in de Franse versie, het woord "transmettent" vervangen door het woord "envoient".
Art.17. In artikel 42 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.18. In Hoofdstuk II, afdeling 2, van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 3/1, die artikel 45/1 omvat, ingevoegd, luidend als volgt:
"Onderafdeling 3/1. - Minimale inhoud van de adviezen vereist bij de indiening van de aanvragen voor een globale vergunning
Art. 45/1. De in artikel 91 van het decreet bedoelde adviezen omvatten minstens:
1° de identificatie van de geraadpleegde instantie;
2° de referenties van het project;
3° de naam, voornaam en hoedanigheid van de auteur van het advies;
4° de beschrijving van de gevolgen van het project;
5° het onderzoek naar de geschiktheid van het project in het licht van de bevoegdheden van de geraadpleegde instantie;
6° in geval van een gunstig advies, de specifieke voorwaarden die onder de bevoegdheid van de geraadpleegde instantie vallen en waaraan de bouw en de exploitatie van de inrichting onderworpen moeten worden;
7° in geval van ongunstig advies, de redenen die het rechtvaardigen.".
Art.19. In artikel 46 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, worden de bewoordingen "57 tot" vervangen door de woorden "10, 57 tot";
2° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "bedoeld in bijlage XXIII" vervangen door de woorden "bedoeld in het ministerieel besluit van 6 juni 2019 tot vaststelling van een formulier betreffende de inrichtingen betrokken bij richtlijn inzake industriële emissies (IED/IPPC)".
Art.20. Artikel 47 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2006, wordt vervangen als volgt:
"Art. 47. Het in artikel 95 van het decreet bedoelde beroep wordt aan de Minister bevoegd voor de globale vergunningen toegezonden, aan het adres van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Het wordt vastgesteld aan de hand van het formulier vastgelegd door de Minister van Leefmilieu".
Art.21. In artikel 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 mei 2006 en 16 januari 2014, worden de woorden "maakt gelijktijdig een afschrift van het beroep over aan de administratie Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw en de technische ambtenaar en aan" vervangen door de woorden "zendt gelijktijdig een afschrift van het beroep aan de administratie Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw en de technische ambtenaar".
Art.22. In artikel 50 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 2014, worden de woorden "maakt de overheid die bevoegd is om de unieke vergunning in eerste aanleg af te leveren de volgende stukken over aan de" vervangen door de woorden "zendt de overheid die bevoegd is om de unieke vergunning in eerste aanleg af te leveren de volgende stukken aan de".
Art.23. In artikel 52, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij ter post aangetekend schrijven met ontvangbewijs of maken het over tegen ontvangbewijs binnen" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.24. In artikel 56, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 22 januari 2004, 16 januari 2014 en 22 januari 2014, worden de woorden "overeenkomstig bijlage XIX" telkens vervangen door de woorden ",dat door de Minister van Leefmilieu vastgesteld is,".
Art.25. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk II, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007, vervangen als volgt:
"Aanvullende bepalingen betreffende de inrichtingen bedoeld in het samenwerkingsakkoord".
Art.26. Artikel 59 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007, wordt vervangen als volgt:
"Art. 59. § 1. Deze afdeling is van toepassing op de in artikel 1, § 3, bedoelde inrichtingen.
§ 2. Deze afdeling is niet van toepassing op:
1° militaire inrichtingen, installaties of opslagplaatsen;
2° gevaren inherent aan ioniserende straling afkomstig van stoffen;
3° het vervoer van gevaarlijke stoffen en de tijdelijke opslag die er rechtstreeks mee verbonden is, via de weg, het spoor, de binnenwateren, zeewateren of de lucht, met inbegrip van laad- en losactiviteiten en de overbrenging naar of van een andere tak van vervoer in havens, op kaden of in spoorwegemplacementen, buiten de door deze afdeling bedoelde inrichtingen;
4° het vervoer van gevaarlijke stoffen via pijpleidingen, met inbegrip van pompstations, buiten de onder deze afdeling vallende inrichtingen;
5° de exploitatie, namelijk de prospectie, de winning en de verwerking, van delfstoffen in mijnen en groeven of d.m.v. boringen;
6° de offshore-prospectie en exploitatie van minerale stoffen, met inbegrip van koolwaterstoffen;
7° de opslag van gas op ondergrondse offshore-locaties, of het nu gaat om locaties die gereserveerd zijn voor opslag of om locaties waar de prospectie en exploitatie van minerale stoffen, met inbegrip van koolwaterstoffen, plaatsvindt;
8° de stortplaatsen voor afval, met inbegrip van ondergrondse opslag van afval.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2, 5° en 8°, vallen onder het toepassingsgebied van deze afdeling:
1° de ondergrondse gasopslag op het vasteland in natuurlijke lagen, waterhoudende lagen, zoutholten en verlaten mijnen;
2° de chemische en thermische verwerkingsactiviteiten en de opslag in verband met deze verrichtingen waarbij gevaarlijke stoffen aanwezig zijn;
3° de actieve installaties voor de verwijdering van afvalgesteente, met inbegrip van bezinkingsbekkens van steriele gesteenten, die gevaarlijke stoffen bevatten.".
Art.27. In artikel 61 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "inrichting waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in hoeveelheden gelijk aan of groter zijn die vermeld in kolom 2 en kleiner dan die vermeld in kolom 3 van bijlage I bij het samenwerkingsakkoord" vervangen door het woord "lagedrempelinrichting";
2° in paragraaf 1 worden de woorden "omschreven worden in bijlage XIII bij dit besluit" vervangen door de woorden "vastgesteld worden door de Minister van Leefmilieu";
3° in paragraaf 2 worden de woorden "inrichting waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in hoeveelheden gelijk aan of groter zijn die vermeld in kolom 2 en kleiner dan die vermeld in kolom 3 van bijlage I bij het samenwerkingsakkoord" vervangen door het woord "hogedrempelinrichting";
4° in paragraaf 2, punt 3°, worden de woorden "worden omschreven in bijlage XIV bij dit besluit " vervangen door de woorden "worden vastgesteld door de Minister van Leefmilieu";
5° in paragraaf 4, eerste lid, worden de punten 1° tot 3° vervangen als volgt:
"1° de verbouwing of de uitbreiding ernstige gevolgen kan hebben wat betreft de gevaren voor zware ongevallen of;
2° de verbouwing of de uitbreiding de hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen aanzienlijk verhoogt of;
3° de verbouwing of de uitbreiding de aard of de fysische vorm van de aanwezige gevaarlijke stoffen aanwezige duidelijk wijzigt;
4° de verbouwing of de uitbreiding de processen die de gevaarlijke stoffen uitvoert, duidelijk wijzigt." ;
6° in paragraaf 4 wordt het derde lid vervangen als volgt:
"De criteria voor de bepaling van de begrippen "belangrijke implicatie, aanzienlijke verhoging en wijziging" worden door de Minister van Leefmilieu vastgesteld.".
Art.28. In artikel 62 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de drempels vermeld in de delen 1 en 2 van bijlage I bij het samenwerkingsakkoord" opgeheven;
2° in het eerste lid worden de woorden "voor advies overgelegd aan het DPA1 en aan de " Service régional d'Intervention " vervangen door de woorden "voor advies overgelegd aan de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's en aan de gewestelijke brandweerdienst";
3° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.29. In artikel 72, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 worden de woorden "één van het stortingsbewijs of van het debetbericht" vervangen door de woorden "een bewijs van de storting".
Art.30. In artikel 73 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014, wordt de zin "Als het advies niet binnen de gestelde termijn wordt gezonden, wordt het geacht gunstig te zijn." opgeheven.
Art.31. In hetzelfde besluit wordt een artikel 73/1 ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 73/1. De in artikel 41 van het decreet bedoelde adviezen omvatten minstens:
1° de identificatie van de geraadpleegde instantie;
2° de referenties van het project;
3° de naam, voornaam en hoedanigheid van de auteur van het advies;
4° de beschrijving van de gevolgen van het project;
5° het onderzoek naar de geschiktheid van het project in het licht van de bevoegdheden van de geraadpleegde instantie;
6° in geval van een gunstig advies, de eventuele aanvullende voorwaarden die onder de bevoegdheid van de geraadpleegde instantie vallen en waaraan de bouw en de exploitatie van de inrichting onderworpen moeten worden;
7° in geval van ongunstig advies, de redenen die het rechtvaardigen.".
Art.32. In artikel 81 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.33. In artikel 83 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten".
Art.34. Artikel 85 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 85. Het in artikel 55, § 7, van het decreet bedoelde beroep wordt aan de Minister van Leefmilieu toegezonden, aan het adres van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Het wordt vastgesteld aan de hand van het formulier vastgelegd door de Minister van Leefmilieu.".
Art.35. In artikel 86 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 22 januari 2004 en 16 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "bij ter post aangetekend schrijven met ontvangbewijs gestuurd of tegen ontvangbewijs"vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten";
2° in paragraaf 1, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
"Het beroep wordt ter kennis van het publiek gebracht overeenkomstig de modaliteiten voorzien in artikel D. 29-22, § 2, van Boek I van het Milieuwetboek en in paragraaf 4 van dit artikel." ;
3° in paragraaf 3, worden de woorden "bezorgt de Minister van Leefmilieu zijn syntheserapport met de ingewonnen adviezen en een voorstel van beslissing" vervangen door de woorden "zendt zijn syntheserapport met de ingewonnen adviezen en een voorstel van beslissing aan de Minister van Leefmilieu".
Art.36. In artikel 88, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "maakt het gemeentebestuur ze voor advies over" vervangen door de woorden "zendt het gemeentebestuur ze voor advies".
Art.37. In Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 6ter, die artikel 89quinquies omvat, ingevoegd, luidend als volgt:
"Afdeling 6ter. - Overdracht
Art. 89quinquies. Het formulier betreffende de in artikel 60 van het decreet bedoelde overdracht wordt opgesteld door middel van een door de Minister van Leefmilieu vastgesteld formulier.".
Art.38. In artikel 95bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 21 december 2006, worden de woorden "in bijlage XXII bij dit besluit gaat" vervangen door de woorden "door de Minister van Leefmilieu wordt vastgesteld".
Art.39. Artikel 95decies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 21 december 2016, wordt vervangen als volgt:
"Art. 95decies. Op basis van de ingewonnen adviezen stuurt de technisch ambtenaar, indien hij de bevoegde overheid is, zijn beslissing aan de exploitant en aan het gemeentecollege van elke gemeente op het grondgebied waarvan de inrichting gelegen is, binnen een termijn van 110 dagen na de zending van zijn voorstel overeenkomstig artikel 65, § 5, van het decreet.".
Art.40. In artikel 96 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "bij ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "volgens de in artikel 176 van het decreet bedoelde formaliteiten";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "van het aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "van de in paragraaf 1 bedoelde informatie".
Art.41. In artikel 97 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 21 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "het aangetekend schrijven" worden vervangen door de woorden "de informatie";
2° de woorden "die overeenkomstig artikel 65, § 2, van het decreet advies heeft uitgebracht" worden opgeheven.
Art.42. Afdeling 9 van hetzelfde besluit wordt afdeling 8.
Art.43. In artikel 110 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 16 januari 2004, worden de woorden "bij gewone post" opgeheven.
Art.44. In artikel 117 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 11 juli 2013 en 16 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de bewoordingen "58, § 2, 4° et 5°, en § 3" ingevoegd tussen de bewoordingen "1, 29° " en "61";
2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:
" § 2. De technisch ambtenaar bedoeld in artikel 65, § 8°, van het decreet is de toezichthoudend ambtenaar. ". ;
3° in paragraaf 3 worden de woorden "de artikelen 65, § 1, en 72, § 1, tweede lid," vervangen door de woorden "de artikelen 58, § 2, 4° en 5°, en § 3, 65, §§ 2 tot 7, en 72, § 1, tweede lid,";
4° paragraaf 4 wordt opgeheven.
Art.45. Onderafdeling 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.46. In artikel 120 van hetzelfde Wetboek wordt paragraaf 5 opgeheven.
Art.47. Artikel 120ter van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
"De in artikel 176, tweede lid, van het decreet bedoelde ambtenaren zijn de directeur van de buitendirectie van het Departement Vergunningen en Machtigingen van de gemeente waarbij de aanvraag is ingediend als het gaat om een aanvraag of een aangifte, en de directeur-generaal van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu als het gaat om een beroep.".
Art.48. De bijlagen bij hetzelfde besluit worden opgeheven met uitzondering van de bijlage X en XIXbis.
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten, van de ingedeelde installaties en activiteiten of van de installaties of activiteiten die een risico voor de bodem vormen
Art.49. In artikel 3ter van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten, van de ingedeelde installaties en activiteiten of van de installaties of activiteiten die een risico voor de bodem vormen, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 27 september 2018, worden de woorden "bij het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de risico's van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken" vervangen door de woorden "bij het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, in voorkomend geval gebruikmakend van de in noot 4 bij bijlage 1 bij dit samenwerkingsakkoord bedoelde sommatieregel".
Art.50. In bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013, worden de rubrieken 01.21.01.01 tot 01.21.02.03 vervangen als volgt:
"
01.21.01.01 van 6 tot 500 dieren | 3 | |||||||
01.21.01.02 van meer dan 501 tot 2000 dieren | 2 | DDR | ||||||
01.21.01.03 meer dan 2001 dieren | 1 | X | DDR | |||||
01.21.02. Huisvestingsgebouw of elke andere huisvestingsinfrastructuur niet opgenomen in rubriek 01.21.01, met een capaciteit van : | ||||||||
01.21.02.01 van 11 tot 800 dieren | 3 | |||||||
01.21.02.02 van meer dan 801 tot 2000 dieren | 2 | DDR | ||||||
01.21.02.03 meer dan 2001 dieren | 1 | X | DDR |
01.31.01.01 van 6 tot 500 dieren | 3 | I | ||||||
01.31.01.02 van meer dan 501 à 2000 dieren | 2 | DDR | S | |||||
01.31.01.03 van meer dan 2001 dieren | 1 | X | DDR, DPS | S | ||||
01.31.02 Huisvestingsgebouw of elke andere huisvestingsinfrastructuur niet opgenomen in rubriek 01.31.01, met een capaciteit van : | ||||||||
01.31.02.01 meer dan 11 à 800 dieren | 3 | I | ||||||
01.31.02.02 meer dan 801 à 2000 dieren | 2 | S | ||||||
01.31.02.03 van meer dan 2001 dieren | 1 | X | DPS | S |
01.49.01.01 Opslag in silo's en/of in bulk van graangewassen, graankorrels en andere voederproducten of van elk ander organisch product dat ontvlambare stoffen kan bevatten of dan een ontvlambare atmosfeer kan veroorzaken: 01.49.01.01.01 met een capaciteit hoger dan 50 m3 en lager dan of gelijk aan 500 m3 voor silo's zonder bovengalerij, damplanksilo's, verticale silo's, enz. met uitzondering van vlakke silo's. | 3 | |||||||
01.49.01.01.02 met een capaciteit hoger dan 500 m3 voor silo's zonder bovengalerij, damplanksilo's, verticale silo's, enz. met uitzondering van vlakke silo's. | 2 | |||||||
01.49.01.01.03...............met een capaciteit hoger dan 50m3 voor vlakke silo's | 3 | |||||||
01.49.01.01 Opslag in silo's en/of in bulk van graangewassen, graankorrels en andere voederproducten of van elk ander organisch product dat ontvlambare stoffen kan bevatten of dan een ontvlambare atmosfeer kan veroorzaken: 01.49.01.01.01 met een capaciteit hoger dan 50 m3 en lager dan of gelijk aan 500 m3 voor silo's zonder bovengalerij, damplanksilo's, verticale silo's, enz. met uitzondering van vlakke silo's. | 3 | |||||||
01.49.01.01.02 met een capaciteit hoger dan 500 m3 voor silo's zonder bovengalerij, damplanksilo's, verticale silo's, enz. met uitzondering van vlakke silo's | 2 | |||||||
01.49.01.01.03...............met een capaciteit hoger dan 50m3 voor vlakke silo's | 3 |
24.13.05 Productie van gevaarlijke zouten door chemische of biologische omzetting van stoffen of groepen van stoffen met gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in 63.12.16, als de geïnstalleerde productiecapaciteit: 24.13.05.01 kleiner dan of gelijk aan 50.000t/jaar | 2 | X | ||||||
24.13.05.02 hoger is dan 50.000t/jaar | 1 | X | X | AWAC | ||||
24.13.05 Productie van gevaarlijke zouten door chemische of biologische omzetting van stoffen of groepen van stoffen met gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in 63.12.16, als de geïnstalleerde productiecapaciteit: 24.13.05.01 kleiner dan of gelijk aan 50.000t/jaar | 2 | X | ||||||
24.13.05.02 hoger is dan 50.000t/jaar | 1 | X | X | AWAC | ||||
24.13.05 Productie van gevaarlijke zouten door chemische of biologische omzetting van stoffen of groepen van stoffen met gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in 63.12.16, als de geïnstalleerde productiecapaciteit: 24.13.05.01 kleiner dan of gelijk aan 50.000t/jaar | 2 | X | ||||||
24.13.05.02 hoger is dan 50.000t/jaar | 1 | X | X | AWAC | ||||
24.13.05 Productie van gevaarlijke zouten door chemische of biologische omzetting van stoffen of groepen van stoffen met gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in 63.12.16, als de geïnstalleerde productiecapaciteit: |
24.75............ Productie, gebruik en vernieuwing van nanomaterialen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 27 mei 2014 betreffende het op de markt brengen van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand 24.75.01.............. wanneer de totale geproduceerde hoeveelheid hoger is dan 5t/jaar | 2 | |||||||
24.75.02.............. wanneer de totale geproduceerde of omgepakte hoeveelheid hoger is dan 3t/jaar | 2 | |||||||
24.75............ Productie, gebruik en vernieuwing van nanomaterialen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 27 mei 2014 betreffende het op de markt brengen van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand 24.75.01.............. wanneer de totale geproduceerde hoeveelheid hoger is dan 5t/jaar | 2 | |||||||
24.75.02.............. wanneer de totale geproduceerde of omgepakte hoeveelheid hoger is dan 3t/jaar | 2 | |||||||
24.75............ Productie, gebruik en vernieuwing van nanomaterialen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 27 mei 2014 betreffende het op de markt brengen van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand 24.75.01.............. wanneer de totale geproduceerde hoeveelheid hoger is dan 5t/jaar | 2 | |||||||
24.75.02.............. wanneer de totale geproduceerde of omgepakte hoeveelheid hoger is dan 3t/jaar | 2 |
45.12.01.01 bestemd voor de opslag van kernafval | 2 | DESO, DEBD, DRIGM, DPS | ||||||
45.12.01.02 bestemd om geothermische sondes te ontvangen en gelegen in een ondergronds waterwinningsgebied. | 2 | |||||||
45.12.01.02 bestemd om geothermische sondes te ontvangen en gelegen buiten een ondergronds waterwinningsgebied. | 3 |
63.12.02.03...............met een capaciteit hoger dan 50m3 voor vlakke silo's | 3 |
63.12.04 Brandbare vaste stoffen (opslag van), met uitzondering van hout |
63.12.04.01............... Vaste brandstoffen naar bestemming (opslagen hoeveelheden) wanneer de opslagcapaciteit groter is dan 5t | 3 | 0,5 | ||||||
63.12.04.02 Ontvlambare vaste stoffen van categorie 1 of 2 (opslagen hoeveelheden) wanneer de opslagcapaciteit: 63.12.04.02.01 hoger is dan 50 kg en kleiner is dan 5t | 3 | 0,5 | ||||||
63.12.04.02.02 gelijk is aan of hoger is dan 5t | 2 | 0,5 | ||||||
63.12.04.01............... Vaste brandstoffen naar bestemming (opslagen hoeveelheden) wanneer de opslagcapaciteit groter is dan 5t | 3 | 0,5 | ||||||
63.12.04.02 Ontvlambare vaste stoffen van categorie 1 of 2 (opslagen hoeveelheden) wanneer de opslagcapaciteit: 63.12.04.02.01 hoger is dan 50 kg en kleiner is dan 5t | 3 | 0,5 | ||||||
63.12.04.02.02 gelijk is aan of hoger is dan 5t | 2 | 0,5 |
63.12.06.03.01 kleiner dan of gelijk aan 150kg | 3 | |||||||
63.12.06.03.02 hoger dan 150 kg en kleiner dan of gelijk aan 1 t | 2 |
63.12.06.11 Gebruik van zwart poeder op feestelijke, historische of folkloristische evenementen in een hoeveelheid: 63.12.06.11.01 kleiner dan of gelijk aan 50kg | 3 |
63.12.08.04 Vaste of mobiele reservoirs van ontvlambare gassen, categorieën 1 en 2, die niet uitdrukkelijk vermeld worden in een andere rubriek waarvan de totale hoeveelheid (nettogewicht: gewicht van de stof zonder verpakking): 63.12.08.04.04 hoger dan of gelijk is aan 25 kg en lager is dan 250 kg | 3 | |||||||
63.12.08.04.02 hoger is dan of gelijk is aan 250 kg | 2 | |||||||
63.12.08.05.01 Opslagen hoeveelheden ontvlambare aerosolen, categorie 1, wanneer de totale hoeveelheid (nettogewicht: gewicht van de stof zonder verpakking): 63.12.08.05.01.01 hoger dan 50 kg en lager dan of gelijk aan 500 kg | 3 | |||||||
63.12.08.05.01.02 hoger is dan 500 kg | 2 | |||||||
63.12.08.05.02 Opslagen hoeveelheden ontvlambare aerosolen, categorie 2, wanneer de totale hoeveelheid (nettogewicht: gewicht van de stof zonder verpakking): 63.12.08.05.02.01 hoger dan 500 kg en lager dan of gelijk aan 5 t | 3 | |||||||
63.12.08.05.02.02 hoger is dan 5 t | 2 |
63.12.16.02.02 Vaste, vloeibare of gasvormige stoffen en mengsels met: - een acute toxiciteit, categorie 3 (alle blootstellingsroutes); 63.12.16.02.02.01 hoger dan of gelijk aan 1 t en lager dan 5 t | 3 | |||||||
63.12.16.02.02.02 hoger dan of gelijk aan 5 t | 2 |
63.12.16.03.02 Vaste stoffen, vloeistoffen. Brandstoffen van categorie 2 of 3 waarvan de hoeveelheid: hoger dan of gelijk is aan 25 kg en lager is dan 1 t | 3 | |||||||
63.12.16.03.02.02 hoger is dan of gelijk is aan 1 t | 2 |
63.12.16.04.02 Gevaarlijk voor het aquatisch milieu van categorie 2, chronisch waarvan de totale hoeveelheid die in de installatie aanwezig kan zijn (met uitzondering van de vloeibare brandstoffen onder de luchtdruk voor verbrandingsmotoren en van stookolie): 63.12.16.04.02.01 hoger is dan of gelijk is aan 0,8 t en lager dan 8 t | 3 | |||||||
63.12.16.04.02.02 hoger is dan of gelijk is aan 8 t | 2 | |||||||
63.12.16.04.03 Gevaarlijk voor het aquatisch milieu van categorie 2, chronisch waarvan de totale hoeveelheid die in de installatie aanwezig kan zijn (met uitzondering van de vloeibare brandstoffen onder de luchtdruk voor verbrandingsmotoren en van stookolie): 63.12.16.04.03.01 hoger is dan of gelijk is aan 1,6 t en lager dan 16 t | 3 | |||||||
63.12.16.04.03.02 hoger is dan of gelijk is aan 16 t | 2 |
63.12.18 Zelfontledende, voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels, organische peroxiden of pyrofore vloeistoffen |
63.12.18.01 Zelfontledende stoffen en mengsels (type A of B) en organische peroxiden (type A of B) 63.12.18.01.01 in hoeveelheden hoger dan 10 kg | 2 | |||||||
63.12.18.02 Zelfontledende stoffen en mengsels (type C, D, E, F) en organische peroxiden (type C, D, E, F) 63.12.18.02.01 in hoeveelheden hoger dan 100 kg | 2 | |||||||
63.12.18.03 Zelfontledende stoffen en mengsels (type G) en organische peroxiden (type G) 63.12.18.03.01 in hoeveelheden hoger dan 1 t | 2 | |||||||
63.12.18.04 Pyrofore vloeistoffen van categorie 1 en pyrofore vaste stoffen van categorie 1 63.12.18.04.01 in hoeveelheden hoger dan 100 kg en kleiner dan of gelijk aan 1 t | 3 | |||||||
63.12.18.04.02 in hoeveelheden hoger dan 1 t | 2 | |||||||
63.12.18.05 Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels, categorie 1 63.12.18.05.01 in hoeveelheden hoger dan 100 kg en kleiner dan of gelijk aan 1 t | 3 | |||||||
63.12.18.05.02 in hoeveelheden hoger dan 1 t | 2 | |||||||
63.12.18.06 Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels, categorie 2 63.12.18.06.01 in hoeveelheden hoger dan 1 t en kleiner dan of gelijk aan 10 t | 3 | |||||||
63.12.18.06.02 in hoeveelheden hoger dan 10 t | 2 |
63.12.22. Opgeslagen hoeveelheden stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen, stoffen die hevige reacties met water veroorzaken (EUH014), stoffen die in contact met water giftige gassen (EU029) of bijtende stoffen voor metalen afgeven | ||||||||
63.12.22.01 Opgeslagen hoeveelheden: - stoffen en mengsels die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen - cat 1, - stoffen of mengsels waaraan de gevarenaanduiding EUH014 (hevige reactie met water) is toegekend | 2 | |||||||
63.12.22.02 Opgeslagen hoeveelheden stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen - cat 2 en 3 in hoeveelheden hoger dan 50 t | 2 | |||||||
63.12.22.03 Opgeslagen hoeveelheden stoffen en mengsels die de EUH029-gevarenaanduiding dragen (bij contact met water ontstaan giftige gassen) in hoeveelheden hoger dan of gelijk aan 1 t | 2 | |||||||
63.12.22.04 Opgeslagen hoeveelheden bijtende stoffen voor metalen in hoeveelheden hoger dan of gelijk aan 100 t | 2 | |||||||
63.12.23 Opslagplaatsen die een of meerdere stoffen bevatten die zijn opgenomen in bijlage I, deel 2 - gevaarlijke stoffen die zijn aangewezen in de samenwerkingsovereenkomst van 16 februari 2016: Nr. 8 Diarseentrioxide, arseen(III)zuur en/of zouten daarvan Nr. 24 Methylisocyanaat Nr. 7 Diarseenpentoxide, arseen(V)zuur en/of zouten daarvan Nr. 11 Inhaleerbare poedervormige nikkelverbindingen: nikkelmonoxide, nikkeldioxide, nikkelsulfide, trinikkeldisulfide, dinikkeltrioxide Nr. 28 arseenwaterstof (arseentrihydride) Nr. 27 carbonyldichloride (fosgeen) - DREMPEL B/H 300kg/750 kg, Nr. 29 fosfine (fosforzuuranhydride), Nr. 30 Zwaveldichloride, Nr. 33 de volgende carcinogenen of mengsels die de volgende carcinogenen bevatten in concentraties van meer dan 5 gewichtsprocent: 4-Aminobifenyl (p-bifenylamine) en de zouten daarvan Benzotrichloride Benzidine en/of de zouten daarvan, Bis(chloormethyl)oxide Chloormethylether, Dimethylcarbamoylchloride, 1,2-dibroom-3chloorpropaan, 1,2-dimethylhydrazine, Dimethylnitosamine, Hexamethylfosforzuurtriamide, Hydrazine, 2-Naftylamine en/of de zouten daarvan, 4-Nitrobifenyl, 1,3-propaansulton, Nr. 23 4, 4' - poedervormige 4,4-methyleenbis (2-chlooraniline) en/of zouten daarvan Nr. 32 Polychloordibenzofuranen en polychloordibenzodioxinen (inclusief TCDD) uitgedrukt in TCDD-equivalent Met uitzondering van de opslag bedoeld in rubriek 63.12.16. | 2 |