30 JULI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-08-2018 en tekstbijwerking tot 17-02-2023)
HOOFDSTUK 1. - Voorwerp en definities
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Mededeling van informatie aan het register
Art. 3-5
HOOFDSTUK 3. - Toegang tot het register
Art. 6-15
HOOFDSTUK 4. - Afwijking
Art. 16
HOOFDSTUK 5. - Controle en sancties
Art. 17-19
HOOFDSTUK 6. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. 20-23
HOOFDSTUK 7. - Diverse bepalingen
Art. 24-25
HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Art. 26
HOOFDSTUK 9. - Uitvoeringsbepaling
Art. 27
HOOFDSTUK 1. - Voorwerp en definities
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2015/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, en van Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU.
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "wet van 18 september 2017": de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
2° "register": het UBO-register gecreëerd op grond van artikel 73 van de wet van 18 september 2017;
3° [2 "informatieplichtige": de entiteiten bedoeld in artikel 74, § 1, van de wet van 18 september 2017 en hun wettelijke vertegenwoordigers. Worden beschouwd als de wettelijke vertegenwoordigers:
a) voor de vennootschappen, (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen: het bestuursorgaan en zijn leden zoals bedoeld in artikelen 1:35 en 1:36 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;
b) voor de trusts, fiducieën en soortgelijke juridische constructies: de trustees, de fiduciebeheerders of personen die vergelijkbare posities hebben in soortgelijke juridische constructies;
c) voor entiteiten of constructies van een derde land: de organen of personen aangeduid in het recht dat op hen van toepassing is;]2
4° "uiteindelijke begunstigde": de persoon of personen bedoeld in artikel 4, 27°, van de wet van 18 september 2017;
5° "rechtstreekse uiteindelijke begunstigde": een uiteindelijke begunstigde die de rechtstreekse eigenaar is of zeggenschap heeft over de informatieplichtige;
6° "onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde": een uiteindelijke begunstigde die via één of meerdere juridische entiteiten de eigenaar is of zeggenschap heeft over de informatieplichtige;
7° "Administratie van de Thesaurie": de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën;
[2 7° /1 "op elektronische wijze":
a) via de elektronische diensten die door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking worden gesteld voor elke uitwisseling van informatie of documenten met de Administratie van de Thesaurie en dit tot de inwerkingtreding van het gehele hoofdstuk 11 van de wet van 26 januari 2021 betreffende de dematerialisatie van de relaties tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en wetten, zoals bepaald in artikel 219 van deze wet;
b) via een elektronisch beveiligd platform met toepassing van hoofdstuk 11 van de wet van 26 januari 2021 betreffende de dematerialisatie van de relaties tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en wetten, vanaf de inwerkingtreding van dit gehele hoofdstuk 11, zoals bepaald in artikel 219 van deze wet;]2
8° "Minister": de minister bevoegd voor Financiën;
9° "lidstaten": de lidstaten in de zin van artikel, 4, 7°, van de wet van 18 september 2017;
10° "Kruispuntbank van de sociale zekerheid": de Kruispuntbank van de sociale zekerheid bedoeld in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
11° [1 "Verordening 2016/679": Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);]1
12° [1 "wet van 30 juli 2018": wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;]1
13° "wetboek van economisch recht": het Wetboek van economisch recht bedoeld in artikel 2 van de wet van 28 februari 2013 tot invoering van het Wetboek van economisch recht;
14° "gegevensbeschermingsautoriteit": de gegevensbeschermingsautoriteit bedoeld in artikel 3 van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de gegevensbeschermingsautoriteit;
15° "CFI": de CFI in de zin van artikel 4, 16°, van de wet van 18 september 2017;
16° "toezichtautoriteiten": de toezichtautoriteiten in de zin van artikel 4, 17° van de wet van 18 september 2017;
17° "bevoegde autoriteiten": een overheidsorgaan met als wettelijke opdracht de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme of de daarmee verband houdende basisdelicten, de fiscale autoriteiten, de overheidsorganen belast met de inbeslagneming en verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen van criminelen, de overheidsorganen die informatie krijgen over het vervoer of grensoverschrijdend vervoer van geld of verhandelbare instrumenten aan toonder, de CFI en de toezichtautoriteiten;
[2 17° /1 "sanctieautoriteiten" : de autoriteiten bevoegd voor de toepassing en de controle van de verplichtingen inzake embargo's, bevriezingen van tegoeden en andere beperkende maatregelen bedoeld in de resoluties aangenomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in het kader van Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties, bedoeld in de Europese verordeningen, richtlijnen en besluiten en bedoeld in andere wettelijke bepalingen;
17° /2 "andere autoriteiten": de autoriteiten die uitgaan van de federale overheid of de Gemeenschappen en Gewesten belast met het opsporen of controleren van uiteindelijke begunstigden, zoals gedefinieerd in Europese Verordeningen, in artikel 4, 27° van de wet van 18 september 2017 of in andere wettelijke bepalingen, om te voldoen aan de verplichtingen die op hen rusten krachtens deze Verordeningen en andere wettelijke bepalingen;]2
18° "trustee": een trustee bedoeld in artikel 122 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of elke persoon die een soortgelijke positie heeft in een aan fiducieën of trusts gelijkgestelde juridische entiteit aangewezen conform artikel 74, § 1, van de wet van 18 september 2017;
19° "trust": een trust in de zin van artikel 4, 26°, van de wet van 18 september 2017;
20° "onderworpen entiteit": een onderworpen entiteit in de zin van artikel 4, 18°, van de wet van 18 september 2017.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
HOOFDSTUK 2. - Mededeling van informatie aan het register
Art.3.§ 1. Met toepassing van artikelen 75 van de wet van 18 september 2017 en [1 1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1, delen alle informatieplichtigen, die een vennootschap zijn, aan het register [2 op elektronische wijze]2 de volgende informatie over elk van hun uiteindelijke begunstigden mee:
1° zijn naam;
2° zijn eerste voornaam;
3° zijn geboortedag;
4° zijn geboortemaand;
5° zijn geboortejaar;
6° zijn nationaliteit(en);
7° zijn land van verblijf;
8° zijn volledige verblijfsadres ;
9° de datum waarop hij uiteindelijke begunstigde van de informatieplichtige is geworden.
10° zijn identificatienummer van het Rijksregister van natuurlijke personen of van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, en waar van toepassing elk vergelijkbaar identificatiemiddel dat wordt afgeleverd door de staat waar hij verblijft of waarvan hij onderdaan is;
11° de categorie(ën) van personen bedoeld in artikel 4, 27°, tweede lid, a), van de wet van 18 september 2017, waartoe hij behoort;
12° of het gaat om een persoon die één van de voorwaarden vervult die worden vermeld in artikel 4, 27°, tweede lid, a), van de wet van 18 september 2017, afzonderlijk of samen met andere personen;
13° of het gaat om een rechtstreekse of onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde;
14° als het om een onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde gaat, het aantal tussenpersonen en ook, voor elk van hen, de volledige identificatiegegevens, met minstens de naam, de oprichtingsdatum, de handelsnaam, de rechtsvorm, het adres van de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer bedoeld in artikel III.17 van het wetboek van economisch recht, en waar van toepassing elk ander vergelijkbaar identificatiemiddel dat wordt afgeleverd door de staat waar de tussenpersoon is geregistreerd;
15° de omvang van het uiteindelijke belang in de informatieplichtige, namelijk:
a) in het geval van een rechtstreekse uiteindelijke begunstigde en wanneer het zeggenschap resulteert uit de eigendom van de aandelen of stemrechten, het percentage van de aandelen of stemrechten in de informatieplichtige;
b) [1 in het geval van een onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde en wanneer de controle het gevolg is van eigendom van of onrechtstreekse controle over een voldoende percentage aandelen of stemrechten in de informatieplichtige, het gewogen percentage aandelen of stemrechten dat de uiteindelijke begunstigde aanhoudt of controleert in de informatieplichtige en in elke intermediair;]1
[1 c) in het geval van een onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde bedoeld in artikel 4, 27°, a), ii), [2 b), c) en d)]2 van de wet van 18 september 2017, de manier(en) waarop de uiteindelijke begunstigde de informatieplichtige controleert;]1
[1 16° Elk document dat aantoont dat de informatie met betrekking tot een uiteindelijke begunstigde bedoeld in de punten 1° tot 15° adequaat, nauwkeurig en actueel is.]1
§ 2. Met toepassing van de artikelen 75, van de wet van 18 september 2017 en [1 1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1, delen alle informatieplichtigen, die een vereniging zonder winstoogmerk, een internationale vereniging zonder winstoogmerk of een stichting zijn, aan het register [2 op elektronische wijze]2 de volgende informatie over elk van hun uiteindelijke begunstigden mee:
1° zijn naam;
2° zijn eerste voornaam;
3° zijn geboortedag;
4° zijn geboortemaand;
5° zijn geboortejaar;
6° zijn nationaliteit(en);
7° zijn land van verblijf;
8° zijn volledige verblijfsadres ;
9° de datum waarop hij uiteindelijke begunstigde van de informatieplichtige is geworden.
10° zijn identificatienummer van het Rijksregister van natuurlijke personen of van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, en waar van toepassing elk vergelijkbaar identificatiemiddel dat wordt afgeleverd door de staat waar hij verblijft of waarvan hij onderdaan is;
11° de categorie(ën) van personen bedoeld in artikel 4, 27°, tweede lid, c), van de wet van 18 september 2017, waartoe hij behoort;
12° de één of meerdere categorieën van personen opgesomd in artikel 4, 27°, tweede lid, c), van de wet van 18 september 2017, afzonderlijk of samen met anderen, waartoe hij behoort;
[2 12° /1 in het geval van een onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde bedoeld in artikel 4, 27°, a), ii), b), c) en d) van de wet van 18 september 2017, de manier(en) waarop de uiteindelijke begunstigde de informatieplichtige controleert;]2
[1 13° Elk document dat aantoont dat de informatie met betrekking tot een uiteindelijke begunstigde bedoeld in de punten 1° tot [2 12° /1]2 adequaat, nauwkeurig en actueel is.]1
§ 3. De Minister kan de technische modaliteiten betreffende de overdracht, de registratie en de bewaring van de in dit artikel bedoelde informatie bepalen.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.4.§ 1. Overeenkomstig artikel 75 van de wet van 18 september 2017 moeten de trustees of fiduciebeheerders de volgende informatie betreffende elk van hun uiteindelijke begunstigden van de trusts, fiducieën of [1 soortgelijke juridische constructies]1 die ze vanuit België beheren, inwinnen en bijhouden:
1° zijn naam;
2° zijn eerste voornaam;
3° zijn geboortedag;
4° zijn geboortemaand;
5° zijn geboortejaar;
6° zijn nationaliteit(en);
7° zijn land van verblijf;
8° zijn volledige verblijfsadres;
9° het identificatienummer van het Rijksregister van natuurlijke personen of van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, of elk vergelijkbaar identificatiemiddel dat wordt afgeleverd door de staat waar hij verblijft of waarvan hij onderdaan is;
10° de categorie(ën) van uiteindelijke begunstigde bedoeld in artikel 4, 27°, lid 2, d) van de wet, waaronder hij ressorteert;
11° de datum waarop de persoon uiteindelijke begunstigde van de informatieplichtige is geworden;
[1 12° Elk document dat aantoont dat de informatie met betrekking tot een uiteindelijke begunstigde bedoeld in de punten 1° tot 11° adequaat, nauwkeurig en actueel is;]1
[1 ...]1
§ 2. De trustee of fiduciebeheerder deelt de in paragraaf 1 bedoelde informatie aan het register [2 op elektronische wijze]2 mee wanneer:
1° de trustee of fiduciebeheerder in België is gevestigd, gedomicilieerd of er verblijft;
2° de maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting, zetel van bestuur of beheer van de trustee of van de fiduciebeheerder in België is gevestigd;
3° de trustee of fiduciebeheerder niet in een lidstaat is gevestigd, gedomicilieerd of er verblijft of zijn maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting, zetel van bestuur of beheer niet in een lidstaat is gevestigd en, als trustee of fiduciebeheerder, een zakelijke relatie aangaat of een onroerend goed verwerft in België op naam van de trust.
De in paragraaf 1 bedoelde informatie wordt overeenkomstig deze paragraaf meegedeeld binnen de maand te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit of vanaf het ogenblik waarop die informatie wordt gewijzigd.
[1 Voorafgaand aan de registratie van hun uiteindelijke begunstigden schrijven trusts, fiduciebeheerders en gelijkaardige juridische constructies, bedoeld in het eerste lid, zich in bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, overeenkomstig artikel III.16 van het Wetboek van economisch recht.]1
§ 3. De mededeling aan de Administratie van de Thesaurie van een uittreksel van de informatie over de uiteindelijke begunstigden die is opgenomen in een gelijkaardig register van een andere lidstaat geldt als voldoening aan de verplichtingen bedoeld in paragraaf 1 en 2 wanneer:
1° de trustees of fiduciebeheerders in verschillende lidstaten waaronder België zijn gevestigd, gedomicilieerd of er verblijven;
2° de maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting, zetel van bestuur of beheer van de trustees of fiduciebeheerders in meerdere lidstaten waaronder België zijn gevestigd;
3° de trustee of fiduciebeheerder een zakelijke relatie aangaat, op naam van de trust of fiducie in verschillende lidstaten waaronder België.
§ 4. De trustee of fiduciebeheerder is gehouden om tijdig zijn statuut aan te geven en de informatie mee te delen die is bedoeld in paragraaf 1 aan de betrokken onderworpen entiteiten, wanneer hij, als trustee of fiduciebeheerder, een zakelijke relatie aangaat of een occasionele verrichting uitvoert van een bedrag dat hoger ligt dan de drempels uit artikel 21, § 1, 2° en 3°, van de wet van 18 september 2017.
§ 5. De Minister kan de technische modaliteiten betreffende de overdracht, de registratie en de bewaring van de in dit artikel bedoelde informatie bepalen.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.5.Onverminderd de verplichtingen bedoeld in de artikelen [1 1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1 en 4, § 2, van dit besluit wordt de in de artikelen 3 en 4 bedoelde informatie ten minste jaarlijks [2 op elektronische wijze]2 door de informatieplichtigen bijgewerkt.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
HOOFDSTUK 3. - Toegang tot het register
Art.6.Onverminderd andere wettelijke bepalingen en overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn [1 de actuele gegevens van het register en de historiek van de wijzigingen ervan]1 met betrekking tot de in artikel 3, § 1, bedoelde informatieplichtigen [2 op elektronische wijze]2 toegankelijk voor:
1° de bevoegde autoriteiten [1 , tijdig en zonder enige beperking]1;
[2 1° /1 de sanctieautoriteiten, tijdig en zonder enige beperking;
1° /2 de andere autoriteiten, tijdig en zonder enige beperking;]2
2° de onderworpen entiteiten [1 , tijdig en]1 in het kader van de nakoming van hun verplichtingen inzake waakzaamheid ten aanzien van de cliënten;
3° [2 elke natuurlijke of rechtspersoon die een legitiem belang kan aantonen.]2
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.7.Onverminderd andere wettelijke bepalingen en overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn [1 de actuele gegevens van het register en de historiek van de wijzigingen ervan]1 met betrekking tot de verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk, stichtingen, trusts of [1 soortgelijke juridische constructies]1 bedoeld in de artikelen 3, § 2 en 4, [2 op elektronische wijze]2 toegankelijk voor:
1° de bevoegde autoriteiten [1 , tijdig en zonder enige beperking]1;
[2 1° /1 de sanctieautoriteiten, tijdig en zonder enige beperking;
1° /2 de andere autoriteiten, tijdig en zonder enige beperking;]2
2° de onderworpen entiteiten in het kader van de nakoming van hun verplichtingen inzake waakzaamheid ten aanzien van de cliënten;
[1 2° /1 [2 ...]2]1
3° elke [1 natuurlijke of rechtspersoon]1 die een legitiem belang aantoont ;
4° [1 elke natuurlijke of rechtspersoon die [2 op elektronische wijze een]2 aanvraag indient bij de Administratie van de Thesaurie met betrekking tot een trust, fiducie of soortgelijke juridische constructie die zeggenschap heeft in een andere dan de in artikel 1:33 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde vennootschap of rechtspersoon of in een andere juridische entiteit, hetzij door rechtstreekse of indirecte eigendom, met inbegrip van het houden van toonderaandelen, hetzij via zeggenschap met andere middelen.]1 [2 De natuurlijke persoon die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan zijn aanvraag indienen op papier via aangetekende zending.]2
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.8.§ 1. Om toegang te krijgen tot de gegevens van het register dienen de bevoegde autoriteiten [2 , de sanctieautoriteiten, de andere autoriteiten]2 en de onderworpen entiteiten [2 op elektronische wijze]2 een toegangsaanvraag in bij de Administratie van de Thesaurie en geven zij de naam, de voornaam en het identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen of in de Kruispuntbank van de sociale zekerheid van hun personeelslid door dat verantwoordelijk is voor het beheer van de toegang van de betrokken entiteit.
[1 De onderworpen entiteiten hebben geen toegang tot de documenten bedoeld in artikelen 3, § 1, 16°, § 2, 13° en 4, § 1, 12°.]1
§ 2. Om de Administratie van de Thesaurie in staat te stellen de onderworpen entiteiten te identificeren, delen de toezichtautoriteiten aan de Administratie van de Thesaurie [2 op elektronische wijze]2 de lijst mee van de onderworpen entiteiten die onder hun toezicht vallen. Deze lijst omvat minstens de benaming en het KBO-nummer van de betrokken onderworpen entiteiten.
De toezichtautoriteiten nemen alle nodige technische en organisatorische maatregelen om, onder hun uitsluitende verantwoordelijkheid, te garanderen dat de meegedeelde lijst de passende, duidelijke en actuele informatie over de betrokken onderworpen entiteiten bevat.
De minister kan de technische modaliteiten van de overdracht, de registratie, de bewaring en de bijwerking van de door de toezichtautoriteiten meegedeelde lijsten bepalen.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2023-02-08/03, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.10.§ 1. Om toegang te krijgen tot de informatie van het register bedoeld in de artikelen 3, [2 § 1, 1°, 4° tot 7°, 9° en 11° tot 15° en]2 § 2, 1°, 4° tot 7°, 9°, 11° en 12° en 4, § 1, 1°, 4° tot 7°, 10° en 11°, dienen de in [2 artikelen 6, 3° en 7, 3°]2, bedoelde [1 natuurlijke of rechtspersonen]1 bij de Administratie van de Thesaurie [2 op elektronische wijze]2 een specifieke aanvraag van informatie in. Daarin vermelden zij minstens het volgende:
1° het ondernemingsnummer bedoeld in artikel III.17 van het wetboek van economisch recht, of de naam van de informatieplichtige waarvoor de aanvraag is ingediend, of de naam, de voornaam en de geboortedatum van de uiteindelijk begunstigde voor wie de aanvraag is ingediend;
2° elk document waarin de motieven van de aanvraag worden uiteengezet en dat het legitiem belang aantoont om het register te raadplegen.
[2 De natuurlijke persoon die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan zijn aanvraag indienen op papier via aangetekende zending.]2
§ 2. De Administratie van de Thesaurie kan aan de in paragraaf 1 bedoelde [1 natuurlijke of rechtspersonen]1 [2 op elektronische wijze]2 elk bijkomend document vragen om zijn legitiem belang om het register te raadplegen, vast te stellen. [2 In het geval van een natuurlijk persoon die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan dit gebeuren op papier via aangetekende zending.]2
§ 3. Het legitiem belang van de in paragraaf 1 bedoelde [1 natuurlijke of rechtspersonen]1 moet verband houden met de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme of de verbonden onderliggende criminele activiteiten.
Voor natuurlijke personen kan het legitiem belang bedoeld in het eerste lid, worden aangetoond met het bewijs dat activiteiten worden uitgevoerd die verband houden met de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de verbonden onderliggende criminele activiteiten.
Voor rechtspersonen kan het legitiem belang worden aangetoond op basis van het maatschappelijke doel of een activiteit die verband houdt met de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de verbonden onderliggende criminele activiteiten.
[2 De aanvraag tot toegang kan worden toegekend onder één van de volgende voorwaarden die als een legitiem belang worden beschouwd:
1° de aanvrager heeft een doel of voert op duurzame en effectieve wijze activiteiten uit in verband met de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de verbonden onderliggende criminele activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, 23° van de wet van 18 september 2017;
2° de aanvrager treedt op in rechte in het kader van het doel of activiteiten bedoeld in 1°, met het oog op de verdediging van een belang dat verband houdt met dat doel of die activiteiten;
3° de aanvrager zal een economische relatie aangaan of verrichtingen uitvoeren met een informatieplichtige en de aanvrager is betrokken in activiteiten relevant ter voorkoming van of de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de verbonden onderliggende criminele activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, 23° van de wet van 18 september 2017 en hij heeft nog geen toegang tot het register krachtens artikelen 6, 1° tot 2° of 7, 1° tot 2°.]2
[2 § 4. De Administratie van de Thesaurie kan de aanvraag tot toegang weigeren als:
1° de aanvraag niet overeenkomstig paragraaf 1 is ingediend; of
2° de aanvrager niet de nodige informatie verstrekt overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2° en § 2; of
3° de aanvrager reeds over een toegang beschikt krachtens artikelen 6, 1° tot 2° of 7, 1° tot 2° ; of
4° zij vaststelt of vermoedt dat de aanvraag andere doeleinden beoogt dan die vermeld in artikel 74, § 1, tweede lid, 1°, 3° en 4° van de wet van 18 september 2017; of
5° zij vaststelt of vermoedt dat de aanvraag niet in overeenstemming is met één van de voorwaarden in paragraaf 3, vierde lid, 1° tot 3° ; of
6° per geval en na gedetailleerde analyse van het uitzonderlijke karakter van de omstandigheden vaststelt dat die toegang voor de betrokken uiteindelijk begunstigde overeenkomstig artikel 16 een blootstelling inhoudt aan een onevenredig risico, een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie inhoudt of indien de uiteindelijke begunstigde minderjarig of anderszins handelingsonbekwaam is.
Wanneer de Administratie van de Thesaurie de aanvraag weigert, kan de persoon bedoeld in paragraaf 1 die overeenkomstig deze paragraaf de aanvraag indiende, binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de beslissing tot weigering, een schriftelijk verzoek tot herziening van deze beslissing voorleggen aan de Administratie van de Thesaurie en dit op elektronische wijze. De natuurlijke persoon die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan zijn verzoek indienen op papier via aangetekende zending. Hij kan ook binnen de voornoemde termijn steeds verzoeken om mondeling gehoord te worden. De Administratie van de Thesaurie neemt een definitieve beslissing na een onderzoek van het verzoek tot herziening. De Minister kan voor de toepassing van dit lid aanvullende modaliteiten en procedureregels bepalen.]2
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.11.§ 1. Om toegang te krijgen tot de informatie van het register bedoeld in de artikelen 3, § 2, 1°, 4° tot 7°, 9°, 11° en 12° en 4, § 1, 1°, 4° tot 7°, 10° en 11°, dienen de personen bedoeld in artikel 7, 4°, bij de Administratie van de Thesaurie [2 op elektronische wijze]2 een specifieke aanvraag van informatie in. Daarin vermelden zij minstens het volgende:
1° het ondernemingsnummer bedoeld in artikel III.17 van het wetboek van economisch recht, of de naam van de informatieplichtige waarvoor de aanvraag is ingediend, of de naam, de voornaam en de geboortedatum van de uiteindelijk begunstigde voor wie de aanvraag is ingediend;
2° [1 elk document dat aantoont dat de bij de aanvraag van informatie betrokken informatieplichtige zeggenschap heeft in een andere dan de in artikel 1:33 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde vennootschappen en rechtspersonen, of in een andere juridische entiteit.]1
[2 De natuurlijke persoon die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan zijn aanvraag indienen op papier via aangetekende zending.]2
§ 2. De Minister kan de lijst vervolledigen van de informatie bedoeld in de voorgaande paragraaf en bepaalt hij de technische modaliteiten betreffende de overdracht, de registratie, de bewaring en de verwerking van deze aanvragen.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.12.[2 § 1.]2 De [2 autoriteiten en entiteiten]2 die krachtens de [2 artikelen 6, 1° tot 2° en 7, 1° tot 2°]2, een toegangsrecht tot het register hebben, nemen alle nodige technische en organisatorische maatregelen om, onder hun exclusieve verantwoordelijkheid, te garanderen dat:
1° elkeen die bij de Administratie van de Thesaurie een toegangsaanvraag indient in zijn naam en voor eigen rekening of toegang krijgt tot het register, wordt geïdentificeerd en bevoegd is om ze te vertegenwoordigen;
2° elke toegang of aanvraag van toegang tot het register die wordt ingediend in zijn naam en voor eigen rekening, toegestaan is, legitiem is en de door de wet van 18 september 2017 en dit besluit nagestreefde doelstelling naleeft;
3° de vertrouwelijkheid van de uit het register verkregen informatie wordt bewaard en dat deze informatie vervolgens niet wordt gebruikt, herwerkt of verspreid voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de door de wet en dit besluit nagestreefde doelstelling.
[2 § 2. De logbestanden van de registratie, als bedoeld in artikel 15, § 2, van de raadpleging door de autoriteiten en entiteiten die krachtens artikelen 6, 1° tot 2° en 7, 1° tot 2° toegang hebben tot het UBO-register maken het mogelijk om het volgende te achterhalen:
1° dat de raadpleging via het systeem van het UBO-register plaatsvond;
2° de categorie van autoriteit of entiteit die krachtens artikelen 6, 1° tot 2° en 7, 1° tot 2° heeft geraadpleegd;
3° de identificatie van de autoriteit of entiteit die krachtens artikelen 6, 1° tot 2° en 7, 1° tot 2° heeft geraadpleegd;
4° de identiteit van de persoon die in naam van de in punt 3° vermelde autoriteit of entiteit het register heeft geraadpleegd;
5° de redenen, de datum en het tijdstip van de raadpleging.
Deze logbestanden kunnen maandelijks op elektronische wijze ter beschikking gesteld worden van de autoriteiten en entiteiten bedoeld in paragraaf 1 voor wat betreft hun eigen raadplegingen. Zij doen hiertoe op elektronische wijze een aanvraag bij de Administratie van de Thesaurie. Deze aanvraag bevat alle nodige informatie die aantoont dat de aanvrager gerechtigd is om de logbestanden op te vragen. De logbestanden worden door deze autoriteiten en entiteiten uitsluitend gebruikt om te controleren of de verwerking rechtmatig is, voor interne controles en ter waarborging van de integriteit en de beveiliging van de persoonsgegevens. Deze autoriteiten en entiteiten melden aan de Administratie van de Thesaurie op elektronische wijze elke vastgestelde discrepantie of inbreuk op de toegangsrechten bedoeld in paragraaf 1, 1° tot 3° en in artikelen 6, 1° tot 2° en 7, 1° tot 2°.]2
[2 § 3.]2 [1 De bevoegde autoriteiten verstrekken de door hen op grond van artikelen 6, 1°, en 7, 1°, verkregen informatie betreffende de uiteindelijke begunstigde tijdig en kosteloos aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten. Onverminderd de bepalingen van Titel 5 van de wet van 18 september 2017 en na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, sluiten de bevoegde autoriteiten met de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten samenwerkingsakkoorden om de voorwaarden en de modaliteiten betreffende deze informatieverstrekking vast te leggen en om te garanderen dat de gecommuniceerde gegevens in geen geval worden gebruikt, herwerkt of verspreid voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de nagestreefde doelstellingen vermeld in artikelen 1, 64 en 74, § 1, eerste lid, van de wet van 18 september 2017.]1
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.13. De personeelsleden van de Administratie van de Thesaurie die daartoe zijn gemachtigd, kunnen het register raadplegen om de bepalingen van dit besluit toe te passen.
Zij mogen de gegevens van het register gebruiken voor wetenschappelijke of statistische doeleinden.
Art.14.
<Opgeheven bij KB 2022-06-06/04, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 30-06-2022>
Art.15. § 1. De Administratie van de Thesaurie ziet erop toe dat de raadpleging van de gegevens van het register gebeurt zonder dat de betrokken informatieplichtigen of uiteindelijke begunstigden daarvan worden verwittigd.
§ 2. De Administratie van de Thesaurie ziet erop toe dat elke raadpleging van het register wordt geregistreerd en bewaard voor een duur van 10 jaar.
HOOFDSTUK 4. - Afwijking
Art.16.§ 1. De Administratie van de Thesaurie kan op verzoek van een uiteindelijke begunstigde waarover informatie in het register is opgenomen, de toegang van de [1 natuurlijke en rechtspersonen]1 bedoeld in artikel 6, 2° en 3°, en 7, 2° tot 4°, met uitzondering van de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 4° tot 22° en 26°, van de wet van 18 september 2017, beperken tot alle of een gedeelte van de informatie over die uiteindelijke begunstigde.
[2 Dit verzoek gebeurt op elektronische wijze. De betrokken uiteindelijke begunstigde die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt of waarvoor de omstandigheden bedoeld in paragraaf 2 een te hoog risico voor een verzoek op elektronische wijze vormen, kan zijn aanvraag indienen op papier via aangetekende zending of met een koerier.]2
§ 2. De Administratie van de Thesaurie kan per geval en na gedetailleerde analyse van het uitzonderlijke karakter van de omstandigheden, indien door de betrokken uiteindelijke begunstigde wordt aangetoond dat die toegang blootstelling aan een onevenredig risico, een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie inhoudt of indien de uiteindelijke begunstigde minderjarig of anderszins handelingsonbekwaam is, gebruikmaken van het prerogatief dat haar wordt toegekend in paragraaf 1.
[1 Wanneer de Administratie van de Thesaurie geen beperking van toegang toestaat tot alle of een gedeelte van de informatie kan de uiteindelijke begunstigde, die overeenkomstig paragraaf 1 een verzoek indiende, binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de beslissing tot het niet beperken van de toegang, een schriftelijk vezoek tot herziening van deze beslissing voorleggen aan de Administratie van de Thesaurie en dit bij voorkeur op elektronische wijze. De betrokken uiteindelijke begunstigde die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan zijn verzoek indienen op papier via aangetekende zending. Hij kan ook steeds verzoeken om mondeling gehoord te worden. De Administratie van de Thesaurie neemt een definitieve beslissing na een onderzoek van het verzoek tot herziening. De Minister kan voor de toepassing van dit lid aanvullende modaliteiten en procedureregels bepalen.]1
§ 3. Alle aanvragen van een uiteindelijke begunstigde, zoals bedoeld in paragraaf 1, moeten bij de Administratie van de Thesaurie worden ingediend, samen met de volgende gegevens:
1° het ondernemingsnummer, bedoeld in artikel III.17 van het wetboek van economisch recht, van de in de aanvraag bedoelde informatieplichtige(n);
2° elk element dat aantoont dat een toegang tot alle informatie over deze uiteindelijke begunstigde voor deze laatste een blootstelling aan een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie inhoudt of dat de uiteindelijke begunstigde minderjarig of anderszins handelingsonbekwaam is;
3° desgevallend, elk element dat aantoont dat de persoon die de aanvraag indient, de lasthebber van de in de aanvraag tot afwijking bedoelde uiteindelijke begunstigde is.
§ 4. De Minister kan de lijst vervolledigen van de informatie bedoeld in paragraaf 3 en bepaalt [1 ...]1 de technische modaliteiten betreffende de overdracht, de registratie, de bewaring en de verwerking van deze aanvragen.
§ 5. De Administratie van de Thesaurie publiceert elk jaar een verslag met het aantal overeenkomstig dit artikel verleende afwijkingen en de reden ervan en deelt dit verslag aan de Europese Commissie mee.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
HOOFDSTUK 5. - Controle en sancties
Art.17.§ 1. Onverminderd de prerogatieven die haar zijn toegekend door of krachtens de wet is de Administratie van de Thesaurie belast met de controle op de naleving van de artikelen [3 3 tot 5]3.
§ 2. In het kader van haar controleopdrachten bedoeld in artikel 74, § 2, tweede en derde lid, van de wet van 18 september 2017 en in paragraaf 1 van dit artikel en onverminderd [1 de toepassing van Verordening 2016/679, de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten, artikelen 64 en 65 van de wet van 18 september 2017 en de wet van 30 juli 2018]1, kan de Administratie van de Thesaurie:
1° [3 ...]3 andere binnen de Federale Overheidsdienst Financiën aangemaakte databanken benutten;
2° [3 ...]3 andere door derden aangemaakte databanken benutten;
3° met alle derden samenwerken om de gegevens van het register en de werking ervan te analyseren en te corrigeren en de bepalingen van de wet van 18 september 2017 en dit besluit te doen naleven. Na advies van de gegevensbeschermingsautoriteit sluit de Administratie van de Thesaurie met deze derden samenwerkingsakkoorden om de voorwaarden en de modaliteiten betreffende deze samenwerking vast te leggen en om te garanderen dat de gecommuniceerde gegevens in geen geval worden gebruikt, herwerkt of verspreid voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de door de wet van 18 september 2017 nagestreefde doelstelling;
4° met de beheerders van de door de andere lidstaten opgestelde gelijkaardige registers samenwerken en elk type van informatie uitwisselen. [1 Het register wordt met deze gelijkaardige registers gekoppeld via het bij artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2017/1132/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht ingestelde Europees centraal platform. Deze koppeling gebeurt overeenkomstig de technische specificaties en procedures die zijn bepaald in door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2017/1132/EU en artikel 31bis van Richtlijn 2015/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie. [2 De Administratie van de Thesaurie werkt samen met de Europese Commissie om de verschillende soorten toegang overeenkomstig artikelen 6 en 7 te regelen.]2 De op grond van deze koppeling verkregen gegevens zijn toegankelijk overeenkomstig [2 artikel 22, lid 2, van Richtlijn 2017/1132/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht ingestelde Europees centraal platform,]2 de bepalingen van de wet van 18 september 2017 en van dit besluit.]1 [2 De Administratie van de Thesaurie ziet er op toe dat enkel informatie die actueel is en die betrekking heeft op de werkelijke uiteindelijke begunstigden via deze weg beschikbaar wordt gesteld.]2 [2 ...]2
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2022-06-06/04, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 30-06-2022>
(3)<KB 2023-02-08/03, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.18.[1 § 1. De Minister of zijn gedelegeerde kan overeenkomstig artikel 133, § 3, eerste lid van de wet van 18 september 2017 aan de informatieplichtigen, in geval van een inbreuk op artikelen 3 tot 5, de administratieve geldboetes opleggen vermeld in artikel 132, § 6, van dezelfde wet.
De formele vaststelling door de Administratie van de Thesaurie van het mogelijk bestaan van een inbreuk door de informatieplichtige en dat de administratieve geldboete kan worden opgelegd bij het definitief vaststellen van de inbreuk, wordt op elektronische wijze ter kennis gebracht van de informatieplichtige binnen een termijn van dertig dagen volgend op deze formele vaststelling.
De informatieplichtige wordt in deze kennisgeving uitgenodigd om zijn verweermiddelen te doen gelden bij de Administratie van de Thesaurie met toepassing van artikel 133, § 3, tweede lid, van de wet van 18 september 2017. De Minister of zijn gedelegeerde neemt een definitieve beslissing na een onderzoek van de verweermiddelen van de betrokken informatieplichtige en de definitieve bevinding dat een inbreuk is gepleegd door de betrokken informatieplichtige.
De informatieplichtige wordt door de Administratie van de Thesaurie op elektronische wijze in kennis gesteld van de definitieve vaststelling van de inbreuk en de definitieve beslissing om een administratieve geldboete op te leggen binnen een termijn van drie maanden volgend op deze beslissing. Deze beslissing vermeldt ook het bedrag van de opgelegde administratieve boete en de uiterste datum voor de betaling ervan.
De natuurlijke of rechtspersonen die bestuurders of zaakvoerders zijn van de informatieplichtige of de personen belast met het dagelijks beheer ervan, zijn solidair aansprakelijk voor de betaling van elke administratieve geldboete die aan de informatieplichtige wordt opgelegd.
§ 2. De administratieve geldboetes die met toepassing van dit artikel worden opgelegd, worden voor inning en invordering overgemaakt aan de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen.
Deze administratie verzendt onverwijld aan elke informatieplichtige waaraan een administratieve geldboete wordt opgelegd een bericht tot betaling waarin wordt gevraagd de administratieve geldboete te betalen binnen vijftien dagen te rekenen van de ontvangst ervan. Het bericht tot betaling wordt geacht te zijn ontvangen op de derde werkdag volgend op de afgifte ervan bij de universele postdienst of de elektronische ter beschikking stelling ervan.
Het betalingsbericht vermeldt:
1° de identificatie van de informatieplichtige waaraan een administratieve geldboete wordt opgelegd;
2° het bedrag van de administratieve geldboete;
3° de datum waarop de administratieve geldboete uitvoerbaar is geworden;
4° het rekeningnummer waarop het verschuldigde bedrag moet worden betaald;
5° de gegevens betreffende de dienst die toelichting kan geven bij het bericht.
De administratieve geldboetes die niet betaald zijn binnen de vijftien dagen bedoeld in het tweede lid worden ingevorderd overeenkomstig artikel 134 van de wet van 18 september 2017.
De administratieve geldboetes verjaren na 5 jaar te rekenen van de datum waarop deze boetes opeisbaar zijn geworden.
§ 3. Elk overeenkomstig dit artikel door de Administratie van de Thesaurie verzonden bericht, bevat een vaste datum die geldt als datum van de terbeschikkingstelling van het bericht, die de van toepassing zijnde termijnen doet lopen. Elk overeenkomstig dit artikel verzonden bericht door de informatieplichtige maakt het voorwerp uit van een automatische elektronische ontvangstbevestiging. De datum van de ontvangstbevestiging geldt als datum van de ontvangst van de informatie door de Administratie van de Thesaurie. In toepassing van artikel 7 van de wet van 27 februari 2019 inzake de uitwisseling van berichten door middel van de eBox, komt de notificatie door middel van de eBox die aangeeft dat het bericht ter beschikking gesteld is door de Federale Overheidsdienst Financiën, overeen met een aangetekende zending van het bericht, al dan niet met ontvangstbewijs.]1
----------
(1)<KB 2023-02-08/03, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.19.
<Opgeheven bij KB 2020-09-23/07, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
HOOFDSTUK 6. - Verwerking van persoonsgegevens
Art.20.[1 § 1. De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening 2016/679 en van de wet van 30 juli 2018 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens die zij krachtens de wet van 18 september 2017 en dit besluit verzamelt, verwerkt en opslaat voor de doeleinden bedoeld in artikelen 1, 64 en 74, § 1, eerste [2 en tweede]2 lid, van de wet van 18 september 2017.
De in het eerste lid bedoelde persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en opgeslagen voor de uitvoering van:
1° de bevoegdheden van de Administratie van de Thesaurie inzake het register, als bepaald in Boek IV, Titel 2, van de wet van 18 september 2017 en in dit besluit;
2° de bevoegdheden van de Administratie van de Thesaurie inzake administratieve sancties, als bepaald in artikel 133, § 3, tweede lid, van dezelfde wet en artikel 18 van dit besluit.
§ 2. De verzameling, verwerking en opslag gebeurt overeenkomstig de bepalingen van Verordening 2016/679 en de uitoefening door de uiteindelijke begunstigden van de rechten bedoeld in de artikelen 12 tot 22 en 34 van deze Verordening 2016/679.
De Minister kan de lijst bepalen van de documenten die bij het verzoek tot inzage overeenkomstig artikel 15 van Verordening 2016/679 moeten worden gevoegd alsook de technische modaliteiten betreffende de overdracht, de verwerking, de registratie en de bewaring van deze verzoeken.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2 zijn artikelen 5, § 1, en 11 tot en met 11/3 van de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten onverminderd van toepassing op de in paragrafen 1 en 2 bedoelde persoonsgegevens.]1
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
(2)<KB 2023-02-08/03, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 17-02-2023>
Art.21.[1 De informatieplichtigen zijn verantwoordelijk voor de verwerkingen van de persoonsgegevens die ze verrichten om te voldoen aan de verplichtingen die op hen rusten krachtens Verordening 2016/679, de wet van 30 juli 2018, de wet van 18 september 2017 en dit besluit.]1
De informatieplichtigen informeren hun uiteindelijke begunstigden op een duurzame drager over:
1° de verplichting van de informatieplichtigen om de gegevens bedoeld in de artikelen 3 en 4 mee te delen aan het register;
2° de registratie [1 , verwerking]1 en de bewaring van deze gegevens in het register;
3° de naam en het adres van de dienst die binnen de Administratie van de Thesaurie belast is met het beheer van het register;
4° de toegangsmogelijkheid tot het register voor de in artikel 6 en 7 opgesomde entiteiten en personen;
5° [1 de rechten van de uiteindelijke begunstigde zoals bepaald in artikelen 12 tot 22 en 34 van Verordening 2016/679;]1
6° [1 ...]1
7° de in artikel 25 vastgelegde bewaartermijn van de in het register opgeslagen gegevens.
[1 De informatieplichtige dient, onder zijn uitsluitende verantwoordelijkheid, de in zijn eigen bestanden geregistreerde onjuiste gegevens met betrekking tot zijn uiteindelijke begunstigden te verbeteren of te verwijderen overeenkomstig artikel 5, lid 1, d) van Verordening 2016/679 en deze wijzigingen onverwijld aan het register mee te delen.]1
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
Art.22.
<Opgeheven bij KB 2020-09-23/07, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
Art.23.
<Opgeheven bij KB 2020-09-23/07, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
HOOFDSTUK 7. - Diverse bepalingen
Art.24. § 1 Om de verplichtingen na te leven die worden opgelegd door of op grond van de wet van 18 september 2017 of van dit besluit, in het bijzonder met het oog op het meedelen aan het register van de informatie bedoeld in de artikelen 3 en 4, mogen de informatieplichtigen:
1° het identificatienummer van het Rijksregister van natuurlijke personen of van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, van hun uiteindelijke begunstigden waarover ze reeds zouden beschikken in het kader van een door of op grond van de wet vastgelegde andere doelstelling, opnieuw gebruiken;
2° als ze nog niet over één van deze twee nummers zouden beschikken, aan hun uiteindelijke begunstigden vragen om hen een van deze twee nummers mee te delen, het registreren in hun bestanden in een digitale en gestructureerde vorm en het gebruiken om deze uiteindelijke begunstigde te identificeren;
3° indien de uiteindelijke begunstigden geen passend gevolg zouden geven aan dit verzoek tot mededeling van één van deze twee nummers, de gegevens van het Rijksregister van natuurlijke personen bedoeld in artikel 3, 1° (naam en voornamen) en 2° (geboorteplaats en -datum), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van natuurlijke personen raadplegen, om er het identificatienummer van deze uiteindelijke begunstigde te zoeken, dit nummer te kopiëren, dit identificatienummer in hun bestanden te registreren in een digitale en gestructureerde vorm en die gebruiken om de betrokken uiteindelijke begunstigde te identificeren. Er kan geen enkele zoekopdracht worden gedaan door een informatieplichtige die niet minstens over de naam, de voornamen en de geboortedatum beschikt op het moment van het opstarten van de zoekopdracht.
De informatieplichtigen kunnen, individueel of samen met andere informatieplichtigen, een instelling oprichten of gebruiken die in hun plaats de bovengenoemde toelating geniet en die aan de informatieplichtige die dit vraagt, na toelating van de gegevensbeschermingsautoriteit, het identificatienummer van het Rijksregister van de betrokken uiteindelijke begunstigde meedeelt. De Minister legt de voorwaarden vast waaraan de in dit lid bedoelde instellingen moeten voldoen.
§ 2. Met als enig doel om de door of op grond van de wet van 18 september 2017 of van dit besluit opgelegde verplichtingen na te leven, mag de Administratie van de Thesaurie:
1° het identificatienummer van de natuurlijke personen uit het Rijksregister van natuurlijke personen of de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, gebruiken voor het beheer van de toegangen tot de informatie van het register en de werking ervan, en voor de uitvoering van haar controleopdrachten;
2° het adres van de uiteindelijke begunstigde dat wordt vermeld in het Rijksregister van natuurlijke personen of de Kruispuntbank van de sociale zekerheid raadplegen en gebruiken, onder meer in het kader van de uitoefening van het recht op raadpleging en verbetering door de uiteindelijke begunstigde van de persoonsgegevens die op zijn naam zijn opgenomen in het register.
Art.25.De informatie bedoeld in de artikelen [1 3, 4 en 17, § 2, 4°,]1 wordt gedurende een periode van tien jaar bewaard vanaf de dag van het verlies van de rechtspersoonlijkheid van de informatieplichtige of de definitieve stopzetting van zijn activiteiten.
----------
(1)<KB 2020-09-23/07, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 11-10-2020>
HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding
Art.26. Dit koninklijk besluit treedt in werking op 31 oktober 2018.
HOOFDSTUK 9. - Uitvoeringsbepaling
Art. 27. De minister bevoegd voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.