12 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 322, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 dat de voorwaarden en modaliteiten bepaalt van de raadpleging van het register van de uiteindelijke begunstigden
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "wet van 18 september 2017": de wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
2° "register": het UBO-register gehouden binnen de Algemene Administratie van de Thesaurie, gecreëerd op grond van artikel 73 van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;
3° "Administratie van de Thesaurie": de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën;
Art.2. § 1. Een toegangsaanvraag moet door de Administrateur-generaal van de bevoegde Algemene Administratie, overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register bij de Administratie van de Thesaurie ingediend worden. Deze aanvraag moet de naam, voornaam en het identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen van het personeelslid die verantwoordelijk zal zijn voor het beheer van de toegangen tot het register vermelden.
§ 2. Zodra de Administratie van de Thesaurie die bedoelde aanvraag heeft aanvaard, geven de personen verantwoordelijk voor het beheer van de toegangen tot het register, toegang aan de in artikel 322, § 1, derde lid van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, bedoelde ambtenaren van hun Algemene Administratie.
Art.3. De Federale Overheidsdienst Financiën beheert, overeenkomstig het artikel 12 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register, de authentificatie, de toelating van de aanvragers en de volgbaarheid van hun toegangen bij de raadpleging van het register.
Art.4. De raadpleging van het register geschiedt uitsluitend via het elektronisch transmissiekanaal van het toegangsplatform bij het register volgens de structuur en het formaat die de Administratie van de Thesaurie vaststelt.
Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.