6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2018/843/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU.
Art.2. Artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 2020, wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 17, § 2, 4°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zin: "De Administratie van de Thesaurie werkt samen met de Europese Commissie om de verschillende soorten toegang overeenkomstig artikelen 6 en 7 te regelen." wordt ingevoegd tussen de woorden "de Commissie." en de woorden "De op grond van deze koppeling";
2° in de vroegere vierde zin, die de vijfde zin wordt, worden de woorden "artikel 22, lid 2, van Richtlijn 2017/1132/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht ingestelde Europees centraal platform," ingevoegd tussen de woorden "overeenkomstig" en de woorden "de bepalingen";
3° tussen de vroegere vierde zin, die de vijfde zin wordt, en de laatste zin wordt een zin ingevoegd, die de zesde zin wordt, luidende:
"De Administratie van de Thesaurie ziet er op toe dat enkel informatie die actueel is en die betrekking heeft op de werkelijke uiteindelijke begunstigden via deze weg beschikbaar wordt gesteld.";
4° de laatste zin "Na advies van de gegevensbeschermingsautoriteit sluit de Administratie van de Thesaurie met deze beheerders samenwerkingsakkoorden om de voorwaarden en de modaliteiten betreffende deze informatie-uitwisseling vast te leggen en om te garanderen dat de gecommuniceerde gegevens in geen geval worden gebruikt, herwerkt of verspreid voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de door de wet van 18 september 2017 nagestreefde doelstellingen." wordt opgeheven.
Art. 4. De minister bevoegd voor financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.