Details





Titel:

1 JUNI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-09-2018 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Studieaanbod in het secundair onderwijs
Art. 1-2, 2/1, 3, 3/1, 4, 4/1, 4/2, 4/3
HOOFDSTUK 1/1. [1 Lesuren in opleidingsvorm 3]1
Art. 4/4
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs en in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs
Art. 5
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs
Art. 6-32
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 33-34
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989029555  2002036460  2003035122  2008035154  2008036281  2008036286  2008036449 



Uitvoeringsbesluit(en):

2019014097 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Studieaanbod in het secundair onderwijs
Artikel 1.§ 1. Het studieaanbod van het secundair onderwijs bestaat met ingang van 1 september 2019 progressief, leerjaar na leerjaar te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad dan wel een vergelijkbaar niveau binnen de toepasselijke vigerende structuur, uit de volgende inhoudelijk duidelijk onderscheiden structuuronderdelen:
  1° in het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4: eerste graad:
  a)het eerste leerjaar A;
  b) het eerste leerjaar B;
  c) het tweede leerjaar A: de volgende elf inhoudelijk duidelijk onderscheiden basisopties en, waar van toepassing, de volgende onderscheiden pakketten per basisoptie:
  1) Economie en organisatie;
  2) Kunst en creatie (*);
  i) Artistieke vorming;
  ii) Ballet;
  iii) Creatie en vormgeving;
  3) Klassieke talen (Grieks en Latijn) ;
  i) Grieks-Latijn;
  ii) Latijn;
  4) Maatschappij en welzijn;
  5) Moderne talen en wetenschappen;
  6) [1 Sport (*);]1
  7) Rudolf Steinerpedagogie;
  8) Stem-technieken (toepassingsgericht);
  i) Agro- en biotechnieken;
  ii) Bouw- en houttechnieken;
  iii) Grafische communicatie en media;
  iv) Maritieme technieken (*);
  v) Mechanica-elektriciteit;
  vi) Textiel (*);
  9) Stem-wetenschappen (meer conceptueel);
  i) Industriële wetenschappen;
  ii) Techniek-wetenschappen;
  10) [1 Voeding en horeca (*)]1;
  11) Yeshiva;
  [1 12) Freinetpedagogie (*)]1
  [1 13) Topsport (*)]1
  d) het tweede leerjaar B: de volgende zeven inhoudelijk duidelijk onderscheiden basisopties en, waar van toepassing, de volgende onderscheiden pakketten per basisoptie:
  1) Economie en organisatie;
  2) Kunst en creatie (*);
  3) Maatschappij en welzijn;
  i) Haar- en schoonheidszorg;
  ii) Mode (*) ;
  iii) Verzorging;
  4) Opstroomoptie;
  5) [2 Sport (*)]2;
  6) Stem-technieken;
  i) Elektriciteit;
  ii) Hout en bouw;
  iii) Land- en tuinbouw;
  iv) Mechanica;
  v) Printmedia;
  vi) Schilderen en decoratie;
  vii) Textiel (*) ;
  viii) Zeevisserij en binnenvaart (*) ;
  7) [2 Voeding en horeca (*)]2;
  i) Bakkerij-slagerij;
  ii) Restaurant en keuken;
  2° in het voltijds gewoon secundair onderwijs, tweede en derde graad, en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, tweede en derde graad: de studierichtingen zoals opgenomen in de matrix;
  3° in het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de leertijd: de opleidingen zoals opgenomen in de matrix;
  4° in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1 en 2 zoals opgenomen in de matrix;
  5° in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 3: de observatiefase;
  6° in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 3, opleidingsfase, kwalificatiefase en integratiefase: de opleidingen zoals opgenomen in de matrix.
  Een basisoptie, gevolgd door het symbool "(*)", als vermeld in het eerste lid, is een niche-basisoptie. In bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, worden per niche-basisoptie de beperkingen vermeld, uitgedrukt in een maximum aantal scholen per onderwijsnet, die aan het aanbod van die basisoptie zijn gekoppeld.
  [6 Hierbij houdt de Vlaamse Regering minstens rekening met de beperkingen vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit is gevoegd.]6
  Een pakket, gevolgd door het symbool "(*)", als vermeld in het eerste lid, is een niche-pakket. [4 Voor een niche-basisoptie geldt een aanbodbeperking waar de Vlaamse Regering rekening mee houdt bij haar beslissing tot programmatie van de basisoptie in kwestie door een bepaalde school waarvoor het schoolbestuur een aanvraagdossier heeft ingediend.]4.
  [3 De matrix is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Voor structuuronderdelen die tot een onderwijskwalificatie leiden, wordt de onderwijskwalificatie in kwestie geacht te voldoen aan de criteria, vermeld in artikel 15, tweede lid, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.
   Elk structuuronderdeel in bijlage 2 met uitzondering van de domeinoverschrijdende ASO opleidingen kan ook als structuuronderdeel duaal worden georganiseerd, behoudens de structuuronderdelen duaal die al in de matrix in bijlage 2 zijn opgenomen. In afwachting van de uitrol van de modernisering van het secundair onderwijs geldt voor een structuuronderdeel duaal het standaardtraject waarin de werkplekcomponent is opgenomen.]3
  [5 Een structuuronderdeel dat gevolgd wordt door het symbool "(*)" in de matrix, vermeld in het eerste lid, is een niche-structuuronderdeel. Voor een niche-structuuronderdeel geldt een aanbodbeperking waar de Vlaamse Regering rekening mee houdt bij haar beslissing tot programmatie van het structuuronderdeel in kwestie door een bepaalde school waarvoor het schoolbestuur een aanvraagdossier heeft ingediend.]5
  [6 Hierbij houdt de Vlaamse Regering minstens rekening met de beperkingen vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit is gevoegd.]6
  § 2. Met het oog op de uitwerking van de getrapte studiekeuze, die start met de keuze voor een basisoptie als dusdanig of in voorkomend geval de invulling via pakket, moeten de basisopties en pakketten inhoudelijk duidelijk onderscheiden zijn, zonder dat deze keuze in de eerste graad de opstroom naar de tweede graad uitsluit.
  § 3. Indien een school ervoor kiest een basisoptie te realiseren op niveau van de basisoptie en niet via pakketten, is ze ertoe gehouden die te realiseren in maximaal drie extra, in functie van de basisoptie samenhangende, vakken op de lessentabel.
  ----------
  (1)<BVR 2019-07-19/20, art. 47,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (2)<BVR 2019-07-19/20, art. 47,2°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (3)<BVR 2019-07-19/20, art. 47,4°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (4)<BVR 2019-07-19/20, art. 47,3°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (5)<BVR 2019-07-19/20, art. 47,5°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (6)<BVR 2024-06-21/34, art. 48, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

Art.2.In bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, gaan de omzettingstabellen op basis waarvan het studieaanbod van het secundair onderwijs, vermeld in de volgende besluiten van de Vlaamse Regering, progressief, leerjaar na leerjaar te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad dan wel een vergelijkbaar niveau binnen de toepasselijke vigerende structuur, wordt geconcordeerd naar het studieaanbod, vermeld in artikel 1:
  1° het besluit van de Vlaamse regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3;
  2° het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs;
  3° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende organisatie van het experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
  4° het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008 houdende organisatie van het experimenteel buitengewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
  5° het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap;
  [1 6° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs waarop het studieaanbod is gebaseerd dat wordt georganiseerd conform artikel 28, § 4, van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.]1
  Voor het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2, is er geen concordantie.
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 65, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.2/1.[1 De concordanties, vermeld in artikel 2, eerste lid, 5° en 6°, gebeuren conform de volgende concordantiekalender:
   1° op 1 september 2021: als de concordantie gelijkstaat met schrapping;
   2° op 1 september 2022: als de concordantie gelijkstaat met omzetting naar de tweede graad en de concordantietabel niet vermeldt "te bepalen";
   3° op 1 september 2023, als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
   a) de concordantie staat gelijk met omzetting naar de tweede graad en is niet gevat door 2° hiervoor;
   b) de concordantie staat gelijk met omzetting naar de derde graad, met uitzondering van [2 7de leerjaren]2;
   4° op 1 september 2025: als de concordantie gelijkstaat met omzetting naar de derde graad, [2 7de leerjaren]2.
   De concordantiekalender, vermeld in het eerste lid, heeft de volgende gevolgen:
   1° vanaf 1 september 2021 kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten in opleidingen leren en werken waarvan de concordantie gelijkstaat met schrapping;
   2° vanaf 1 september 2022 kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten om een getuigschrift tweede graad te behalen in opleidingen leren en werken waarvoor de concordantie is bepaald;
   3° vanaf 1 september 2023 gelden al de volgende gevolgen:
   a) er kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten om een getuigschrift tweede graad te behalen in opleidingen leren en werken;
   b) er kunnen geen leerlingen meer worden toegelaten om een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad te behalen in opleidingen leren en werken waarvoor de concordantie is bepaald;
   4° vanaf 1 september 2025 kunnen alle leerlingen die voordien een opleiding leren en werken niet of niet met vrucht hebben voltooid, studievoortgang maken in een duale opleiding na akkoord van de toelatingsklassenraad op basis van inhoudelijke aansluiting van de opleidingen in kwestie en de studieresultaten die de leerling eerder heeft behaald.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 66, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (2)<BVR 2023-09-22/14, art. 60, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.3.De bevoegde diensten van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming organiseren, uiterlijk om de vijf schooljaren, een screening van de actualiteitswaarde van de basisopties van het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, en alle structuuronderdelen van de matrix, en doen, als dat nodig is, voorstellen aan de Vlaamse Regering tot bijsturing. Een eerste screening gebeurt in het schooljaar 2025-2026.
  Bij de screening, vermeld in het eerste lid, wordt alleszins rekening gehouden met:
  1° voor domeinoverschrijdende structuuronderdelen met finaliteit doorstroom: de aansluitingsmogelijkheden op en de slaagcijfers in het hoger onderwijs, bekeken over de studiegebieden in het hoger onderwijs heen;
  2° voor domeingebonden structuuronderdelen met finaliteit doorstroom: de aansluitingsmogelijkheden op en de slaagcijfers in de studiegebieden van het hoger onderwijs die aansluiten op het studiedomein van het secundair onderwijs;
  3° voor structuuronderdelen met finaliteit arbeidsmarkt: de stand van zaken op het vlak van beroepskwalificaties, arbeidsmarkt en tewerkstelling;
  4° voor structuuronderdelen met dubbele finaliteit: de aansluitingsmogelijkheden op en de slaagcijfers in de studiegebieden van het hoger onderwijs die aansluiten op het studiedomein van het secundair onderwijs enerzijds en de stand van zaken op het vlak van beroepskwalificaties, arbeidsmarkt en tewerkstelling anderzijds.
  Uiterlijk op 1 september van het schooljaar dat vooraf gaat aan het schooljaar van de inwerkingtreding ervan, neemt de Vlaamse Regering een beslissing over het eventueel voorstel van bijsturing van het studieaanbod dat uit de screening volgt. De Vlaamse Regering neemt haar beslissing na advies van enerzijds de Vlaamse Onderwijsraad en anderzijds, louter voor structuuronderdelen met dubbele finaliteit of finaliteit arbeidsmarkt, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de raad van bestuur van [1 de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding]1.
  ----------
  (1)<BVR 2020-11-20/11, art. 67, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.3/1.[1 De programmatie van een structuuronderdeel door een schoolbestuur, na de eventuele vereiste goedkeuring door de Vlaamse Regering, heeft in voorkomend geval van rechtswege betrekking op het structuuronderdeel dat door wijziging van de matrix eerstbedoeld structuuronderdeel vervangt. Als een structuuronderdeel door meerdere structuuronderdelen wordt vervangen, kiest het schoolbestuur één van desbetreffende structuuronderdelen waarop de programmatie van rechtswege betrekking heeft. Als een structuuronderdeel wordt opgeheven en niet vervangen, is er geen overeenkomstige programmatie.
   In zover de goedkeuring van een programmatie door de Vlaamse Regering aan een welbepaalde concordantievoorwaarde is gekoppeld als bedoeld in artikel 179 van de Codex Secundair Onderwijs, heeft die voorwaarde van rechtswege betrekking op de concordantie die door wijziging van de concordantietabellen eerstbedoelde concordantie vervangt Als door de vervanging keuzemogelijkheden of gewijzigde keuzemogelijkheden bij concordantie ontstaan, kiest het schoolbestuur één van desbetreffende mogelijkheden.]1
  [2 De programmatie van een structuuronderdeel door een schoolbestuur die door de Vlaamse Regering niet werd goedgekeurd op basis van een motivering die niet meer strookt met de wijziging van de matrix, wordt van rechtswege omgezet in een goedkeuring van die programmatie. Deze bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 67, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (2)<BVR 2021-07-16/34, art. 67, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.4.Worden progressief, leerjaar na leerjaar te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad dan wel een vergelijkbaar niveau binnen de toepasselijke vigerende structuur, opgeheven:
  1° met ingang van 1 september 2020: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de studiegebieden en structuuronderdelen in het voltijds secundair onderwijs;
  2° met ingang van 1 september 2021:
  a) de artikelen 8 tot en met 10 en de bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3;
  b) artikel 1 en de bijlagen I tot en met XI van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende organisatie van het experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
  c) [1 ...]1
  d) [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 68, 005; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art. 4/1.[1 Voor elk structuuronderdeel met dubbele finaliteit of finaliteit arbeidsmarkt uit de matrix is de samenstelling van een of meer beroepskwalificaties, deelkwalificaties of sets van competenties uit beroepskwalificaties opgenomen in bijlage 4/1 die bij dit besluit is gevoegd ]1.
  [2 Voor elk structuuronderdeel met doorstroomfinaliteit of dubbele finaliteit dat vanaf 1 september 2022 in de matrix wordt opgenomen en dat leidt tot een onderwijskwalificatie niveau 4, worden in bijlage 4/1, die bij dit besluit is gevoegd, de decretale specifieke eindtermen vermeld of, bij ontstentenis, de vooropgestelde specifieke eindtermen vermeld of indicatief beschreven.]2
  ----------
  (1)<BVR 2020-08-28/08, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (2)<BVR 2022-09-02/20, art. 52, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.4/2. [1 Voor elk aanloopstructuuronderdeel wordt in bijlage 4/2, die bij dit besluit is gevoegd, een koppeling gemaakt met een of meer duale structuuronderdelen, en een indeling van dat aanloopstructuuronderdeel in studiedomein, finaliteit en onderwijsvorm.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2023-09-22/14, art. 61, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2023>


Art.4/3. [1 De structuuronderdelen Gezondheidszorg en Verzorgende/Zorgkundige, gerangschikt binnen de matrix in het studiedomein Maatschappij en Welzijn, zijn in overeenstemming met het Koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, zoals gewijzigd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2023-09-22/14, art. 62, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2023>


HOOFDSTUK 1/1. [1 Lesuren in opleidingsvorm 3]1   ----------   (1)
Art.4/4. [1§ 1. Op weekbasis worden in de onderscheiden fasen, met uitzondering van de integratiefase, ten minste 32 lesuren en maximaal 36 lesuren besteed aan de algemene en sociale vorming en aan de beroepsgerichte vorming.
   De algemene en sociale vorming wordt wekelijks verstrekt gedurende:
   1А ten minste 14 lesuren in de observatiefase;
   2А ten minste 10 lesuren in de opleidingsfase;
   3А ten minste 10 lesuren in de kwalificatiefase.
   De beroepsgerichte vorming wordt wekelijks verstrekt gedurende:
   1А ten minste 16 lesuren in de observatiefase;
   2А ten minste 13 lesuren in de opleidingsfase;
   3А ten minste 19 lesuren in de kwalificatiefase.
   De school kan de overige lesuren een vrije invulling geven.
   Ї 2. De integratiefase in de vorm van alternerende beroepsopleiding bestaat uit twee dagen vorming op school en drie dagen werkervaring in een regulier bedrijf. Ze omvat wekelijks ten minste 14 lesuren op school en 24 uren werkervaring in een regulier bedrijf.
   Zowel algemene en sociale vorming als beroepsgerichte vorming moet worden georganiseerd. De verhouding tussen die componenten mag vrij worden vastgelegd op basis van de individuele behoeften van de leerling.
   De vorming op school of de werkervaring kan uitzonderlijk gedurende een langere periode zonder onderbreking georganiseerd worden, met een maximum van drie weken, als de klassenraad daarvoor een bijkomende motivering opstelt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2023-09-22/14, art. 63, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2025>


HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs en in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs
Art.5. Aan artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs en in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs die als centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs fungeren, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Alle levende talen worden ook als algemene vakken beschouwd.".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs
Art.6. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, 9 oktober 2009, 17 december 2010, 7 september 2012 en 20 juni 2014, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
  "1° wordt verstaan onder "onderverdeling":
  a) in het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B van de eerste graad: een basisoptie;
  b) in de leerjaren van de tweede en de derde graad: een studierichting;".

Art.7. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 12 september 2008, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 6. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de houders van het getuigschrift basisonderwijs als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar A worden toegelaten.".

Art.8. Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 12 september 2008, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 7. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar B worden toegelaten:
  1° de houders van het getuigschrift dat aangeeft welke doelen de leerling in het basisonderwijs heeft bereikt;
  2° de leerlingen die geen houder zijn van het getuigschrift van basisonderwijs of van het getuigschrift dat aangeeft welke doelen de leerling in het basisonderwijs heeft bereikt, maar uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van twaalf jaar bereiken;
  3° de leerlingen die tijdens het schooljaar overgaan van het eerste leerjaar A naar het eerste leerjaar B op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.".

Art.9. Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 8. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het tweede leerjaar A worden toegelaten:
  1° de leerlingen die het eerste leerjaar A met vrucht hebben beëindigd;
  2° de leerlingen die het eerste leerjaar B met vrucht hebben beëindigd op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad;
  3° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in een andere basisoptie dan de opstroomoptie op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad;
  4° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in de opstroomoptie;
  5° de leerlingen die tijdens het schooljaar overgaan van het tweede leerjaar B naar het tweede leerjaar A op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
  Met behoud van de toepassing van artikel 31 is de verandering van basisoptie in het tweede leerjaar A tijdens het schooljaar toegestaan op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.".

Art.10. Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 12 september 2008, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 9. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het tweede leerjaar B worden toegelaten:
  1° de leerlingen die het eerste leerjaar A met of zonder vrucht hebben beëindigd;
  2° de leerlingen die het eerste leerjaar B met of zonder vrucht hebben beëindigd;
  3° de leerlingen die uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van veertien jaar bereiken;
  4° de leerlingen die tijdens het schooljaar overgaan van het tweede leerjaar A naar het tweede leerjaar B op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
  Met behoud van de toepassing van artikel 31, is de verandering van een of meer basisopties in het tweede leerjaar B tijdens het schooljaar toegestaan op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.".

Art.11. Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 10. § 1. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar van de tweede graad van een studierichting van de finaliteit doorstroom of de dubbele finaliteit worden toegelaten:
  1° de leerlingen die het tweede leerjaar A met vrucht hebben beëindigd;
  2° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in de opstroomoptie;
  3° de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in een andere basisoptie dan de opstroomoptie op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad;
  4° de leerlingen die het eerste leerjaar van de tweede graad in een studierichting van de finaliteit arbeidsmarkt met vrucht hebben beëindigd op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
  § 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 is de verandering van studierichting tijdens het schooljaar toegestaan tot en met 15 januari.".

Art.12. Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, 12 september 2008 en 4 juni 2010, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 11. § 1. Met behoud van de toepassing van artikel 31 kunnen de volgende leerlingen als regelmatige leerlingen tot het eerste leerjaar van de tweede graad van een studierichting van de finaliteit arbeidsmarkt worden toegelaten:
  1° de leerlingen die het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd;
  2° de leerlingen die uiterlijk op 31 december na de aanvang van het schooljaar de leeftijd van vijftien jaar bereiken.
  § 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 is de verandering van studierichting tijdens het schooljaar toegestaan tot en met 15 januari.".

Art.13. In artikel 30, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de overgang van het beroepsvoorbereidend leerjaar naar het tweede leerjaar van de eerste graad" vervangen door de zinsnede "de overgang van het tweede leerjaar B, met uitzondering van de opstroomoptie, naar het tweede leerjaar A".

Art.14. In artikel 31, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "Als bijzondere toelatingsvoorwaarde voor de volgende onderverdelingen geldt dat de leerling positief geëvalueerd is door de toelatingsklassenraad op een geschiktheidsproef voor de betrokken onderverdeling die de school in kwestie eventueel georganiseerd heeft:
  1° het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B, op voorwaarde dat de school in de tweede en de derde graad het studiedomein kunst en creatie of het studiegebied ballet zonder andere studiedomeinen of studiegebieden aanbiedt;
  2° de basisoptie kunst en creatie in het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B;
  3° de onderverdelingen van het studiedomein kunst en creatie.".

Art.15. Artikel 33 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 33. Voor uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van de uiterste overgangsdata, vermeld in artikel 10, § 2, artikel 11, § 2, artikel 12, § 2, en artikel 13, § 2, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
  Voor uitzonderlijke gevallen kan tijdens het schooljaar 2019-2020 worden afgeweken van de uiterste overgangsdata, vermeld in artikel 8, § 2, en artikel 9, § 2, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.".

Art.16. Artikel 34bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt opgeheven.

Art.17. In artikel 34quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 5° worden de woorden "een eerste leerjaar van de eerste graad" vervangen door de zinsnede "het eerste leerjaar A of het eerste leerjaar B";
  2° in punt 6° worden de woorden "het tweede leerjaar van de eerste graad" vervangen door de zinsnede "het tweede leerjaar A".

Art.18. Artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, 4 juni 2010 en 17 december 2010, wordt opgeheven.

Art.19. Aan artikel 37, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De termijn wordt verlengd als de delibererende klassenraad van oordeel is dat hij op 30 juni of, voor Se-n-Se, 31 januari nog niet over voldoende informatie beschikt om een gedegen beslissing te nemen. De delibererende klassenraad beslist met welke maatregelen de nodige informatie ingewonnen kan worden. De school onderzoekt hierbij hoe ze de leerling kan ondersteunen als een dergelijke maatregel door de klassenraad wordt opgelegd.".

Art.20. In artikel 38bis, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 2° wordt de zinsnede "een oriënteringsattest A of B in een eerste leerjaar van de eerste graad" vervangen door de zinsnede "een oriënteringsattest A in het eerste leerjaar A of het eerste leerjaar B";
  2° in punt 3° worden de woorden "tweede leerjaar van de eerste graad of beroepsvoorbereidend leerjaar van die graad" telkens vervangen door de zinsnede "tweede leerjaar A of tweede leerjaar B".

Art.21. Artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 39. § 1. Als oriënteringsattesten worden onderscheiden: het oriënteringsattest A, het oriënteringsattest B en het oriënteringsattest C.
  § 2. Het oriënteringsattest A kan worden toegekend in alle leerjaren, met uitzondering van het tweede leerjaar en derde leerjaar van de derde graad.
  Het attest vermeldt dat de leerling het leerjaar met vrucht heeft beëindigd in de school in kwestie en bijgevolg tot het volgende leerjaar mag worden toegelaten.
  In het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B kan het oriënteringsattest A ook remediëring in het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B opleggen of de toegang tot een of meer basisopties of pakketten van de basisopties van het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B uitsluiten. Als remediëring wordt opgelegd, is het zowel een recht als een plicht voor de leerling, ongeacht de school van inschrijving.
  In het eerste leerjaar en tweede leerjaar van de tweede graad kan het oriënteringsattest A ook een advies inhouden om naar een studierichting met een hoger abstractieniveau over te stappen.
  Het model van het oriënteringsattest A en de onderrichtingen voor het invullen ervan, met uitzondering van het model van het oriënteringsattest A en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor de eerste graad, zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
  Het model van het oriënteringsattest A en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 1bis, die bij dit besluit is gevoegd.
  Het model van het oriënteringsattest A en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 1ter, die bij dit besluit is gevoegd.
  § 3. Het oriënteringsattest B kan worden toegekend in alle leerjaren, met uitzondering van het eerste leerjaar A, het eerste leerjaar B, het eerste leerjaar van de derde graad van het algemeen, het kunst- en het beroepssecundair onderwijs, en het tweede leerjaar en derde leerjaar van de derde graad.
  Behalve bij de uitreiking in het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B vermeldt het oriënteringsattest B dat de leerling het leerjaar met vrucht heeft beëindigd in de school in kwestie en bijgevolg tot het volgende leerjaar mag worden toegelaten, behalve in bepaalde onderwijsvormen of onderverdelingen.
  Bij uitreiking in het tweede leerjaar A of het tweede leerjaar B vermeldt het oriënteringsattest B dat de leerling het leerjaar met vrucht heeft beëindigd in de school in kwestie en bijgevolg tot het volgende leerjaar mag worden toegelaten, behalve in bepaalde finaliteiten, onderwijsvormen of studierichtingen.
  Het model van het oriënteringsattest B en de onderrichtingen voor het invullen ervan, met uitzondering van het oriënteringsattest B en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B, zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
  Het model van het oriënteringsattest B en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 2bis, die bij dit besluit is gevoegd.
  § 4. Het oriënteringsattest C kan worden toegekend in alle leerjaren, met uitzondering van het derde leerjaar van de derde graad van het algemeen en het kunstsecundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een voorbereidend jaar op het hoger onderwijs. In het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B kan het oriënteringsattest C alleen toegekend worden in uitzonderlijke gevallen.
  Behalve in de eerste graad vermeldt het oriënteringsattest C dat de leerling hetzij het leerjaar in de school in kwestie zonder vrucht heeft beëindigd, hetzij het leerjaar en de onderverdeling slechts gedurende een gedeelte van het schooljaar in de school in kwestie heeft gevolgd.
  In de eerste graad vermeldt het oriënteringsattest C dat de leerling het leerjaar in de school in kwestie zonder vrucht heeft beëindigd.
  Het model van het oriënteringsattest C en de onderrichtingen voor het invullen ervan, met uitzondering van het oriënteringsattest C en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor de eerste graad, zijn opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
  Het model van het oriënteringsattest C en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 3bis, die bij dit besluit is gevoegd.
  Het model van het oriënteringsattest C en de onderrichtingen voor het invullen ervan voor het tweede leerjaar A en het tweede leerjaar B zijn opgenomen in bijlage 3ter, die bij dit besluit is gevoegd.".

Art.22. Artikel 40 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2009, 4 juni 2010 en 20 juni 2014, wordt opgeheven.

Art.23. In artikel 42, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het beroepsvoorbereidend leerjaar" vervangen door de zinsnede "het tweede leerjaar B".

Art.24. In artikel 43, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het tweede leerjaar van de eerste graad en van het beroepsvoorbereidend leerjaar" vervangen door de zinsnede "het tweede leerjaar A en van het tweede leerjaar B".

Art.25. Artikel 60 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 60. Met behoud van de toelatingsvoorwaarden, kan een regelmatige leerling in de volgende gevallen een leerjaar van het Vlaams voltijds secundair onderwijs overzitten:
  1° opteren voor het eerste leerjaar A nadat hij het eerste leerjaar B met vrucht heeft beëindigd;
  2° opteren voor het eerste leerjaar A respectievelijk het eerste leerjaar B nadat hij het leerjaar in kwestie niet met vrucht heeft beëindigd;
  3° opteren voor dezelfde of een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie niet met vrucht heeft beëindigd;
  4° opteren voor een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie met vrucht en zonder beperkingen heeft beëindigd na advies van een centrum voor leerlingenbegeleiding dat de betrokken personen, op hun verzoek, hebben ontvangen;
  5° opteren voor dezelfde of een andere onderverdeling nadat hij het leerjaar in kwestie met vrucht maar met beperkingen heeft beëindigd, enerzijds na een gunstig advies van de delibererende klassenraad en anderzijds na advies van een centrum voor leerlingenbegeleiding dat de betrokken personen, op hun verzoek, hebben ontvangen.".

Art.26. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017, wordt een bijlage 1bis ingevoegd, die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd.

Art.27. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017, wordt een bijlage 1ter ingevoegd, die als bijlage 6 bij dit besluit is gevoegd.

Art.28. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017, wordt een bijlage 2bis ingevoegd, die als bijlage 7 bij dit besluit is gevoegd.

Art.29. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017, wordt een bijlage 3bis ingevoegd, die als bijlage 8 bij dit besluit is gevoegd.

Art.30. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017, wordt een bijlage 3ter ingevoegd, die als bijlage 9 bij dit besluit is gevoegd.

Art.31. In bijlage 5 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 7 september 2012, worden de woorden "het beroepsvoorbereidend leerjaar" vervangen door de zinsnede "het tweede leerjaar B".

Art.32. In bijlage 6 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 7 september 2012, wordt de bepaling "(3) "tweede leerjaar van de eerste graad" of "beroepsvoorbereidend leerjaar" vervangen door de bepaling:
  "(3) "tweede leerjaar A" of "tweede leerjaar B".

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.33. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019, met uitzondering van:
  1° artikel 6, 9, 10, 17, 20, 2°, 23, 24, 27, 28, 30, 31 en 32, die in werking treden op 1 september 2020;
  2° artikel 11, 12 en 13, die in werking treden op 1 september 2021.
  De inwerkingtreding van artikel 14, 21 en 22 verloopt progressief, leerjaar na leerjaar, te beginnen met het eerste leerjaar van de eerste graad.

Art.34. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N.(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-09-2018, p. 74226)

  Gewijzigd bij :
  <BVR 2019-07-19/20, art. 50, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  <BVR 2019-07-19/20, art. 52, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  <BVR 2019-07-19/20, art. 53, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  <BVR 2019-07-19/20, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  <BVR 2019-07-19/20, art. 51, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  <BVR 2020-08-28/08, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  <BVR 2020-08-28/08, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  <BVR 2020-08-28/08, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  <BVR 2021-07-16/34, art. 69-71, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  <BVR 2022-09-02/20, art. 53, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  <BVR 2022-09-02/20, art. 54, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  <BVR 2022-09-02/20, art. 55, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  <BVR 2023-01-13/10, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 15-11-2022>
  <BVR 2023-01-13/10, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 15-11-2022>
  <BVR 2024-06-21/34, art. 49-53, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2024>