Details





Titel:

6 DECEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-02-2003 en tekstbijwerking tot 04-08-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleiding.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Structuur.
Art. 3-13
Art. 13 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 13/1
Art. 13/1 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 13/2
Art. 13/2 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK III. - Studiesanctionering.
Art. 14
Art. 14 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 15
Art. 15 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 16
Art. 16 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 17-18
Art. 18 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 19
Art. 19 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 20
Art. 20 TOEKOMSTIG RECHT
HOOFDSTUK IIIbis. [1 - Experimenteel modulair onderwijs. ]1
Art. 20bis, 20ter, 20quater, 20quinquies, 20sexies, 20septies, 20octies, 20novies, 20decies
HOOFDSTUK IIIter.
Afdeling 1.
Art. 20undecies, 20duodecies, 20terdecies
Afdeling 2.
Art. 20quaterdecies, 20quinquiesdecies, 20sexiesdecies, 20septiesdecies
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen.
Art. 21-26
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 27-28
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Art. N2 TOEKOMSTIG RECHT
Art. N3
Art. N3 TOEKOMSTIG RECHT
Art. N4
Art. N4 TOEKOMSTIG RECHT
Art. N5
Art. N5 TOEKOMSTIG RECHT
Art. N6
Art. N6 TOEKOMSTIG RECHT
Art. N7-N9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1978062807  1986021118 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleiding.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt bedoeld met :
  1° assistentniveau : een kwalificatie die betrekkelijk eenvoudig werk omvat, waarbij de beroepsbeoefenaar verantwoordelijk is voor het eigen takenpakket en vooral geautomatiseerde routines en standaardprocedures toepast. De vereiste vaardigheden en kennis zijn functiegronden.
  2° opleiding : een geheel van onderwijs- en studieactiviteiten, erkend door de Vlaamse Gemeenschap, bestaande uit een algemeen vormende en een beroepsgerichte component.
  3° S-opleiding : een opleiding die alleen mag worden georganiseerd in scholen die in het schooljaar 2001-2002 reeds over een gelijksoortige afdeling beschikten.
  4° sleutelvaardigheden : cognitieve, psychomotorische en affectieve vaardigheden die tot de kern van het beroep behoren, bovendien ruimer inzetbaar zijn dan in het beroep waartoe wordt opgeleid en die bijdragen tot de algemene persoonsvorming.

HOOFDSTUK II. - Structuur.
Art.3. Het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm drie verstrekt aan de leerlingen een algemene, sociale en een beroepsgerichte vorming, met het oog op hun integratie in een gewoon leef- en arbeidsmilieu.

Art.4.De opleidingsvorm drie omvat drie fasen plus een facultatieve integratiefase :
  1° de observatiefase : omvat het eerste [2 jaar]2 en is beperkt tot één volledig schooljaar;
  2° de opleidingsfase : omvat ten minste twee schooljaren;
  3° de kwalificatiefase : omvat ten minste twee schooljaren;
  4° de facultatieve integratiefase : is bedoeld voor leerling die het getuigschrift van een opleiding hebben behaald. Deze fase omvat één volledig schooljaar in de vorm van een alternerende beroepsopleiding. [2 [3 Deze facultatieve integratiefase van één schooljaar kan bij wijze van uitzondering door de klassenraad verlengd worden tot een tweede schooljaar in volgende situaties:
   a) als een leerling door omstandigheden een lange periode gewettigd afwezig was gedurende het eerste schooljaar van de integratiefase en daardoor geen getuigschrift heeft behaald;
   b) als een leerling nood blijkt te hebben aan een tweede jaar van de integratiefase op basis van [4 het individueel aangepast curriculum]4 gedurende het eerste schooljaar van de integratiefase en daardoor geen getuigschrift heeft behaald.]3]2
  Bij wijze van uitzondering kan, op gemotiveerd advies van de klassenraad, een leerling die nog geen getuigschrift van [1 de opleiding]1 heeft behaald, toch worden toegelaten tot de integratiefase.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/32, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2011-09-19/13, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>
  (3)<BVR 2019-07-19/20, art. 25, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (4)<BVR 2023-05-05/08, art. 40, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.5. Op weekbasis worden in de onderscheiden fasen, met uitzondering van de integratiefase, ten minste 32 lesuren en maximaal 36 lesuren besteed aan de algemene en sociale vorming en aan de beroepsgerichte vorming.
  De algemene en sociale vorming wordt wekelijks verstrekt gedurende :
  1° ten minste 14 lestijden in de observatiefase;
  2° ten minste 10 lestijden in de opleidingsfase;
  3° ten minste 10 lestijden in de kwalificatiefase.
  De beroepsgerichte vorming wordt wekelijks verstrekt gedurende :
  1° ten minste 16 lestijden in de observatiefase;
  2° ten minste 13 lestijden in de opleidingsfase;
  3° ten minste 19 lestijden in de kwalificatiefase.
  De school kan de overige lesuren een vrije invulling geven.

Art.6.§ 1. De integratiefase in de vorm van alternerende beroepsopleiding bestaat uit 2 dagen vorming op school en 3 dagen werkervaring in een regulier bedrijf. Ze omvat wekelijks ten minste 14 lesuren op school en 24 uren werkervaring in een regulier bedrijf.
  Zowel algemene en sociale vorming als beroepsgerichte vorming moet worden georganiseerd. De verhouding tussen deze componenten mag vrij worden vastgelegd, in functie van de individuele behoeften van de leerling.
  [2 De vorming op school of de werkervaring kan uitzonderlijk gedurende een langere periode zonder onderbreking georganiseerd worden, met een maximum van drie weken, als de klassenraad daarvoor een bijkomende motivering opstelt]2.
  § 2. [1 ...]1
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/12, art. 26, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (2)<BVR 2018-05-18/13, art. 14, 013; Inwerkingtreding : 21-05-2018>

Art.7. § 1. Leerlingen die de integratiefase volgen worden voor de bepaling van de lesuren- en urenpakketten en de werkingsmiddelen van de school beschouwd als leerlingen die voltijds onderwijs volgen.
  § 2. De kosten voor de opleiding in het kader van de algemene en sociale vorming moeten gedragen worden door de reguliere werkingsmiddelen.
  § 3. Naast de gewone financiering/subsidiëring kunnen voor de opleiding en de begeleiding van de cursisten in functie van de werkervaring en de toekomstige tewerkstelling extra middelen ter beschikking worden gesteld.

Art.8.
  <Opgeheven bij BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,a, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.9.
  <Opgeheven bij BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,a, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.10.
  <Opgeheven bij BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,a, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.11.
  <Opgeheven bij BVR 2011-09-19/13, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art.12. § 1. Gedurende de kwalificatiefase worden stages georganiseerd.
  § 2. Op de werkervaring gedurende de integratiefase, naar gelang van de sector in kwestie, zijn de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 2001 betreffende de organisatie van het schooljaar, niet van toepassing.

Art.13.§ 1. De klassenraad, bijgestaan door de instelling belast met de begeleiding, beslist over :
  - [4 de toelating van een leerling tot een jaar van een opleiding;]4
  - de overgang van een leerling naar een andere opleiding of naar een ander [2 jaar]2 in de loop van het schooljaar;
  - de vrijstelling van een leerling voor één of meer leerjaren;
  - [1 de toelating tot het volgen van de alternerende beroepsopleiding van een leerling die een getuigschrift van verworven competenties of een attest van verworven bekwaamheden heeft behaald]1 ;
  - de duur van de observatiefase, in functie van de leerling. Zij kan bij gemotiveerde beslissing afwijken van het bij artikel 4, 1° van onderhavig besluit bepaalde;
  - de duur van de opleidingsfase en de kwalificatiefase.
  [5 ...]5
  De beslissingen van de klassenraad moeten gemotiveerd zijn.
  § 2. Het verlenen van vrijstelling(en) voor een of meer [2 jaren]2 mag niet tot gevolg hebben dat de leerling vóór de leeftijd van 18 jaar zijn opleiding in opleidingsvorm drie beëindigt.
  § 3. De vermindering van de studieduur mag niet voor gevolg hebben dat de opleiding na het eerste [2 jaar]2 van het secundair onderwijs minder dan vier schooljaren bedraagt. Voor de berekening van deze vier schooljaren wordt de duur van eventuele vrijstellingen volledig in aanmerking genomen.
  § 4. Leerlingen in de kwalificatiefase moeten ten minste twee schooljaren in dezelfde opleiding [3 hebben gevolgd, tenzij de klassenraad beslist heeft voor een individuele leerling dat de kwalificatiefase wordt ingekort tot één schooljaar]3.
  ----------
  (1)<BVR 2009-06-05/32, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
  (2)<BVR 2011-09-19/13, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>
  (3)<BVR 2015-07-10/12, art. 27, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (4)<BVR 2019-07-19/20, art. 26, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (5)<BVR 2022-07-15/44, art. 102, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.13 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.13/1. [1 De volgende leerlingen worden, onverminderd de bepalingen van artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, als regelmatige leerlingen tot een structuuronderdeel van opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs toegelaten: de leerlingen die overstappen van een buitenlands onderwijssysteem of van het onderwijs dat is erkend door de Franse of Duitstalige Gemeenschap van België, op voorwaarde van een gunstige beslissing van de klassenraad en na advies van de klassenraad van het onthaaljaar als het een overstap betreft via het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers. Elke beslissing die afwijkt van het advies van de klassenraad van het onthaaljaar, wordt afdoende gemotiveerd.
   De klassenraad bestaat, voor wat het onderwijzend personeel betreft, uit alle leden van het structuuronderdeel waarvoor de leerling opteert. In het geval het een overstap betreft via het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers, moet in de klassenraad raadgevend de persoon worden opgenomen die, op basis van daartoe specifiek toegekende uren-leraar, belast is met de ondersteuning, opvolging en begeleiding van gewezen anderstalige nieuwkomers in de scholengemeenschap waarbinnen de betrokken leerling het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers heeft gevolgd.
   De beslissing door de klassenraad wordt uiterlijk vijfendertig kalenderdagen na de aanvang van de regelmatige lesbijwoning genomen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2022-07-15/44, art. 103, 018; Inwerkingtreding : 15-06-2022>


Art.13/1 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.13/2. [1 Leerlingenevaluatie heeft als doel om, rekening houdend met het pedagogisch project van de school, na te gaan of de regelmatige leerling in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen heeft nagestreefd en in voldoende mate de doelen die zijn vastgelegd in het toepasbare opleidingsprofiel of het standaardtraject, al naargelang het geval, heeft bereikt.
   In elke fase, uitgezonderd de observatiefase, worden in aansluiting op de evaluatiebeslissingen studiebewijzen toegekend die van rechtswege geldend zijn aan de regelmatige leerlingen. Een studiebewijs impliceert dat de houder geacht wordt het overeenkomstige studietraject volledig heeft doorlopen en, naargelang van het studiebewijs in kwestie, in voldoende mate de ontwikkelingsdoelen heeft nagestreefd en in voldoende mate de doelen die zijn vastgelegd in het toepasbare opleidingsprofiel of het standaardtraject, al naargelang het geval, heeft bereikt. Dit is ongeacht het tijdstip van aansluiting bij dat traject en ongeacht de duur en structuur van dat traject.
   De toekenning van studiebewijzen kan om geen enkele reden worden ingehouden, ook niet bij verzuim door de betrokken personen van hun financiële verplichtingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2022-07-15/44, art. 104, 018; Inwerkingtreding : 15-06-2022>


Art.13/2 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

HOOFDSTUK III. - Studiesanctionering.
Art.14.[3 § 1. [7 [9 ...]9.
   Aan alle leerlingen wordt op het einde van de opleidingsfase een bewijs van competenties toegekend. Op dat bewijs staan de competenties opgesomd die in de opleidingsfase al verworven zijn.]7]3
  [3 § 1/1.]3 [2 De klassenraad beslist over de studiesanctionering van de [3 leerling op het einde van de kwalificatiefase]3 [8 ...]8. De klassenraad beslist omtrent :]2
  - het toekennen van het getuigschrift van de opleiding;
  - of het toekennen van een getuigschrift van verworven competenties voor een afgerond geheel binnen een opleiding, dat leidt tot reële inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. De verworven vaardigheden worden afgeleid uit het opleidingsprofiel;
  - [2 ...]2.
  [1 - of het toekennen van een attest van verworven bekwaamheden, voor de leerlingen die niet in aanmerking komen voor de bovenstaande getuigschriften. De verworven bekwaamheden worden afgeleid uit het opleidingsprofiel;]1
  [2 of het toekennen van het attest beroepsonderwijs, voor de leerlingen die niet in aanmerking komen voor de bovenstaande getuigschriften of het bovenstaande attest.]2
  § 2. [2 ...]2.
  § 3. Aan de leerling die de integratiefase met vrucht heeft doorlopen, wordt een getuigschrift van alternerende beroepsopleiding uitgereikt door het begeleidingsteam.
  § 4. Een leerling die de integratiefase niet met vrucht heeft doorlopen of de opleiding vroegtijdig beëindigt, heeft recht op een attest.
  § 5.[8 Aan een leerling die geen getuigschrift van de opleiding behaalde op het einde van de kwalificatiefase en uitzonderlijk op advies van de klassenraad toch werd toegelaten tot de integratiefase, kan, naargelang het geval, het getuigschrift van de opleiding, het getuigschrift van verworven competenties, het attest van verworven bekwaamheden of het attest beroepsonderwijs uitgereikt worden.]8
   § 6. [6 Een leerling die in de kwalificatiefase of in de integratiefase een getuigschrift heeft behaald, kan niet meer opnieuw ingeschreven worden in de kwalificatiefase of de integratiefase van dezelfde opleiding.
   Voor een leerling die in de kwalificatiefase of in de integratiefase een getuigschrift heeft behaald, kan de klassenraad beslissen om deze opnieuw in te schrijven in de kwalificatiefase of de integratiefase van een andere opleiding.
   Deze leerling ontvangt dan op het einde van de kwalificatiefase van de klassenraad, naargelang het geval, ofwel het getuigschrift van de opleiding ofwel het getuigschrift van verworven competenties ofwel het attest van verworven bekwaamheden ofwel het attest beroepsonderwijs. [8 ...]8
   Deze leerling ontvangt dan op het einde van de integratiefase ofwel het getuigschrift van alternerende beroepsopleiding ofwel het attest van alternerende beroepsopleiding. Daarnaast ontvangt deze leerling ook nog ofwel het getuigschrift van de opleiding ofwel het getuigschrift van verworven competenties ofwel het attest van verworven bekwaamheden ofwel het attest beroepsonderwijs. [8 ...]8]6
  [8 § 7. De studiebewijzen vermeld in paragrafen 1 tot en met 6 kunnen na evaluatie door de klassenraad worden toegekend aan de regelmatige leerlingen die in de loop van of op het einde van het schooljaar de desbetreffende fase beëindigen.]8
  ----------
  (1)<BVR 2010-07-16/24, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-06-2010>
  (2)<BVR 2011-09-19/13, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>
  (3)<BVR 2015-07-10/12, art. 28,1° en 2°, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (4)<BVR 2015-07-10/12, art. 28,3°, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
  (5)<BVR 2016-08-30/27, art. 14, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (6)<BVR 2019-04-26/51, art. 10, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
  (7)<BVR 2021-07-16/34, art. 15, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (8)<BVR 2022-07-15/44, art. 106, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (9)<BVR 2023-05-05/08, art. 41, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.14 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.15. Het toekennen van het getuigschrift van alternerende beroepsopleiding geurt op grond van evaluatie door de klassenraad, in overleg met het werkervaringsbedrijf.

Art.15 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.16. Voor de bekrachtiging van de studies komen uitsluitend de regelmatige leerlingen in aanmerking.

Art.16 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.17.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,2°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.18. Gedurende de integratiefase wordt de leerling begeleid door een begeleidingsteam.
  Het begeleidingsteam bestaat uit vaste leden en toegevoegde leden. De vaste leden behoren tot de onderwijsinstelling en zijn tevens lid van de klassenraad. De toegevoegde leden zijn externen van de bedrijfswereld, van sociale organisaties of andere deskundigen die de leerling zinvol kunnen begeleiden.
  De directeur van de school of zijn afgevaardigde heeft de leiding over het begeleidingsteam.

Art.18 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,3°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.19.[1 De getuigschriften, de attesten en de processen-verbaal worden ondertekend door de directeur en minstens drie leden van de klassenraad. Uitzondering hierop is het attest van alternerende beroepsopleiding dat enkel ondertekend wordt door de directeur.]1 [2 De processen-verbaal worden gedurende vijftig jaar bewaard.]2
  ----------
  (1)<BVR 2016-08-30/27, art. 15, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<BVR 2019-07-19/20, art. 27, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

Art.19 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,3°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art.20.[1 De studiebewijzen worden opgesteld volgens de modellen, opgenomen in bijlage 2 tot en met 9, die bij dit besluit zijn gevoegd.]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 16, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.20 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,3°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

HOOFDSTUK IIIbis. [1 - Experimenteel modulair onderwijs. ]1   ----------   (1)
Art. 20bis.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20ter.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20quater.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20quinquies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20sexies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20septies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20octies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20novies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

Art. 20decies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-05-27/04, art. 3, 26°, 008; Inwerkingtreding : 01-05-2011>

HOOFDSTUK IIIter.   
Afdeling 1.   
Art. 20undecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art. 20duodecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art. 20terdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Afdeling 2.   
Art. 20quaterdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art. 20quinquiesdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art. 20sexiesdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art. 20septiesdecies.
  <Opgeheven bij DVR 2011-07-01/33, art. X.14, 009; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen.
Art.21. De artikelen 36 tot en met 43 van het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon secundair onderwijs, worden opgeheven.

Art.22. In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit nr. 439 van 11 augustus 1986 houdende rationalisatie en programmatie van het buitengewoon onderwijs wordt het tweede streepje vervangen door wat volgt :
  " de scholen, de types van buitengewoon onderwijs, de opleidingsvormen, de afdelingen en de opleidingen in het buitengewoon secundair onderwijs. "

Art.23. In artikel 2, § 1, 3°, van hetzelfde besluit wordt b) vervangen door wat volgt :
  " b) in het buitengewoon secundair onderwijs : de leerjaren, de afdelingen en de opleidingen in opleidingsvorm 3 en de vestigingsplaatsen; ".

Art.24. In artikel 26, § 5, 27, 28 en 31 van hetzelfde besluit wordt het woord " afdeling " telkens vervangen door de woorden " afdeling of opleiding " en wordt het woord " afdelingen " telkens vervangen door de woorden " afdelingen of opleidingen ".

Art.25. Aan artikel 27 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 4. Gedurende de periode van omvorming van de in de vroegere structuur georganiseerde afdelingen en kwalificaties naar opleidingen, worden de bevolkingsminima van de afdelingen bepaald door de leerlingen van de afdeling die wordt afgebouwd samen te tellen met die van de corresponderende nieuwe opleiding. "

Art.26. In artikelen 33, § 3 en 35 van hetzelfde besluit wordt het woord " afdeling " telkens vervangen door het woord " opleiding " en wordt het woord " afdelingen " telkens vervangen door het woord " opleidingen ".

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.27.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2002.
  [1 Artikel 13 tot en met 20 en bijlage 2 tot en met 6, naargelang van het geval, houden op uitwerking te hebben ingevolge de modernisering van het secundair onderwijs op de volgende data:
   1° 14 juni 2022: in de observatiefase en het eerste leerjaar van de opleidingsfase;
   2° 31 augustus 2022: in het tweede leerjaar van de opleidingsfase;
   3° 31 augustus 2023: in het eerste leerjaar van de kwalificatiefase;
   4° 31 augustus 2024: in het tweede leerjaar van de kwalificatiefase;
   5° 31 augustus 2025: in de integratiefase.]1
  ----------
  (1)<BVR 2022-07-15/44, art. 107, 018; Inwerkingtreding : 15-06-2022>

Art.28. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1.<Opgeheven bij BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,a, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art. N2.Bijlage 2. [1 Getuigschrift van de opleiding.
   1. Model : Formaat A4 (210 x 297 mm)
   VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
   DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
   BEROEPSONDERWIJS
   GETUIGSCHRIFT .......................................... (1)
   Benaming en adres van de inrichtende macht
   . . . . . (2)
   Benaming en adres van de instelling
   . . . . .
   Ondergetekende......................................................, directeur van de bovenvermelde instelling, bevestigt dat . . . . . (3), geboren te . . . . . (4) op . . . . . (5), als regelmatige leerling(e) het buitengewoon secundair beroepsonderwijs heeft gevolgd in de opleiding . . . . . (6)
   Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
   Gegeven te . . . . ., op . . . . .
   De directeur,
   De klassenraad,
   De houder,
   Stempel van de instelling
   2. Onderrichtingen voor het invullen
   (1) benaming van de opleiding;
   (2) voor VZW's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
   (3) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte.
   Aandacht : Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede voornaam worden vermeld;
   (4) Ook land vermelden indien niet in België geboren;
   (5) maand van de geboortedatum voluit in letters.
   Aandacht : Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) "1 januari" vermeld;
   (6) benaming van de opleiding.]1
  ----------
  (1)<BVR 2011-09-19/13, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art.N2 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,4°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art. N3.Bijlage 3. [1 Getuigschrift van verworven competenties.
   1. Model : Formaat A4 (210 x 297 mm)
   VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
   DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
   BEROEPSONDERWIJS
   GETUIGSCHRIFT VAN VERWORVEN COMPETENTIES
   Benaming en adres van de inrichtende macht
   . . . . . (1)
   Benaming en adres van de instelling
   . . . . .
   Ondergetekende . . . . ., directeur van de bovenvermelde instelling, bevestigt dat . . . . . (2), geboren te . . . . . (3) op . . . . . (4), als regelmatige leerling(e) het buitengewoon secundair beroepsonderwijs heeft gevolgd in de opleiding . . . . . (5) en alle competenties van het afgerond geheel . . . . . (6) heeft verworven.
   Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
   Gegeven te . . . . ., op . . . . .
   De directeur,
   De klassenraad,
   De houder,
   Stempel van de instelling
   2. Onderrichtingen voor het invullen
   (1) voor VZW's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
   (2) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte.
   Aandacht : Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede voornaam worden vermeld;
   (3) ook land vermelden indien niet in België geboren;
   (4) maand van de geboortedatum voluit in letters.
   Aandacht : Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) "1 januari" vermeld;
   (5) benaming van de opleiding;
   (6) benaming van het afgerond geheel.]1
  ----------
  (1)<BVR 2011-09-19/13, art. 8, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art.N3 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,4°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art. N4.[1 Attest beroepsonderwijs.
   1. Model : Formaat A4 (210 x 297 mm)
   VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
   DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
   BEROEPSONDERWIJS
   ATTEST
   Benaming en adres van de inrichtende macht . . . . . (1)
   Benaming en adres van de instelling
   . . . . .
   Ondergetekende . . . . ., directeur van de bovenvermelde instelling, bevestigt dat . . . . . (2), geboren te . . . . . (3) op . . . . . (4), als regelmatige leerling(e) het buitengewoon secundair beroepsonderwijs heeft gevolgd van . . . . . tot . . . . . (5)
   Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
   Gegeven te . . . . ., op . . . . .
   De directeur,
   De klassenraad,
   De houder,
   Stempel van de instelling
   2. Onderrichtingen voor het invullen
   (1) voor VZW's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
   (2) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte.
   Aandacht : Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede voornaam worden vermeld;
   (3) ook land vermelden indien niet in België geboren;
   (4) de maand van de geboortedatum voluit in letters.
   Aandacht : Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) "1 januari" vermeld;
   (5) laatste dag van regelmatige lesbijwoning.]1
  ----------
  (1)<BVR 2011-09-19/13, art. 9, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art.N4 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,4°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art. N5.Bijlage 5.
  [1 Getuigschrift van Alternerende Beroepsopleiding.
   1. Model : Formaat A4 (210 x 297 mm)
   VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
   DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
   Getuigschrift van alternerende beroepsopleiding
   Bedrijfssector .......................................... (1)
   Benaming en adres van de inrichtende macht
   . . . . . (2)
   Benaming en adres van de school
   . . . . .
   Ondergetekenden . . . . ., directeur van bovenvermelde instelling, bijgestaan door de vaste leden van de klassenraad en (3) . . . . . vertegenwoordig(er)ster van het bedrijf (4) . . . . . bevestigen dat de cursist(e) (5) geboren te . . . . . (6) op . . . . . (7) tijdens het schooljaar . . . . . de alternerende beroepsopleiding met vrucht heeft beëindigd.
   De cursist heeft de volgende specifieke vaardigheden verworven (8) :
   . . . . .
   De alternerende beroepsopleiding omvatte (9) . . . . . uren werkervaring in het bedrijf en (10) . . . . . lestijden aanvullende beroepsgerichte en sociale vorming op school.
   Gegeven te . . . . ., op . . . . .
   de directeur, de leden van de klassenraad,
   de vertegenwoordiger van het bedrijf, de cursist,
   Stempel van de instelling
   2. Onderrichtingen voor het invullen.
   (1) bedrijfssector/opleiding vermelden;
   (2) voor vzw's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
   (3) naam van de vertegenwoordiger + functie;
   (4) naam en adres van het tewerkstellingsbedrijf;
   (5) naam en eerste voornaam van de leerling volgens de identiteitskaart of geboorteakte;
   Aandacht : Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede voornaam worden vermeld.
   (6) ook land vermelden indien niet in België geboren;
   (7) maand van de geboortedatum voluit in letters;
   Aandacht : Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) " 1 januari " vermeld.
   (8) vermelden van de specifiek verworven praktische vaardigheden in het bedrijf;
   (9) aantal uren vermelden;
   (10) aantal uren vermelden.]1
  ----------
  (1)<BVR 2010-07-16/24, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-06-2010>

Art.N5 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,4°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art. N6.Bijlage 6.
  [1 Attest van Alternerende Beroepsleiding.
   1. Model : Formaat A4 (210 x 297 mm)
   VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
   DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
   Attest van alternerende beroepsopleiding
   Bedrijfssector .......................................... (1)
   Benaming en adres van de inrichtende macht
   . . . . . (2)
   Benaming en adres van de school
   . . . . .
   Ondergetekende . . . . ., directeur van bovenvermelde instelling bevestigt dat de cursist(e) . . . . . (3) geboren te . . . . . (4) op.............................................. (5)
   tijdens het schooljaar . . . . . de alternerende beroepsopleiding heeft gevolgd in de bovenvermelde sector, specifieke vaardigheden : . . . . .
   . . . . .
   Gegeven te . . . . ., op . . . . .
   de directeur, de cursist,
   stempel van de instelling
   2. Onderrichtingen voor het invullen.
   (1) bedrijfssector / opleiding vermelden;
   (2) voor vzw's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
   (3) naam en eerste voornaam van de leerling volgens de
   identiteitskaart of de geboorteakte;
   Aandacht : Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede voornaam worden vermeld.
   (4) ook land vermelden indien niet in België geboren;
   (5) maand van de geboortedatum voluit in letters.
   Aandacht : Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) " 1 januari " vermeld.]1
  ----------
  (1)<BVR 2010-07-16/24, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 01-06-2010>

Art.N6 TOEKOMSTIG RECHT.
  <Opgeheven bij BVR 2022-07-15/44, art. 105,4°, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2025>

Art. N7.Bijlage 7. [1 Attest van verworven bekwaamheden.
   1. Model : Formaat A4 (210 x 297 mm)
   VLAAMSE GEMEENSCHAP - KONINKRIJK BELGIE
   DEPARTEMENT ONDERWIJS EN VORMING
   BEROEPSONDERWIJS
   ATTEST VAN VERWORVEN BEKWAAMHEDEN
   Benaming en adres van de inrichtende macht . . . . . (1)
   Benaming en adres van de instelling
   . . . . .
   Ondergetekende . . . . ., directeur van de bovenvermelde instelling, bevestigt dat . . . . . (2), geboren te . . . . . (3) op......................................(4), als regelmatige leerling(e) het buitengewoon secundair beroepsonderwijs heeft gevolgd en de volgende bekwaamheden in de opleiding . . . . . (5) heeft verworven :
   . . . . . (6)
   Hij/zij bevestigt dat al de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften werden nageleefd.
   Gegeven te . . . . ., op . . . . .
   De directeur,
   De klassenraad,
   De houder,
   Stempel van de instelling
   2. Onderrichtingen voor het invullen
   (1) voor VZW's wordt het adres van de zetel van de inrichtende macht vermeld;
   (2) naam en eerste voornaam van de leerling volgens identiteitskaart of geboorteakte.
   Aandacht : Indien de identiteit van de titularis erdoor beter tot zijn recht komt, mag uitzonderlijk een tweede voornaam worden vermeld;
   (3) ook land vermelden indien niet in België geboren;
   (4) maand van de geboortedatum voluit in letters.
   Aandacht : Voor een leerling waarvoor geen officiële geboortedatum en -maand bekend zijn, wordt (conform de regeling toegepast door de dienst vreemdelingenzaken) "1 januari" vermeld.
   (5) benaming van de opleiding;
   (6) opsomming van de bekwaamheden die verworven werden tijdens de opleiding - deze bekwaamheden komen overeen met de bekwaamheden vastgelegd in het opleidingsprofiel.]1

  ----------
  (1)<BVR 2011-09-19/13, art. 10, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2011>

Art. N8.
  <Opgeheven bij BVR 2011-09-19/13, art. 11, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2011>


Art. N9.[1 Bijlage 9. Bewijs van competenties]1

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-09-2021, p. 96850)
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 17, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2021>