18 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-11-2008 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)
Art. 1-2, 2/1, 2/2, 3, 3/1, 4, 4/1
Art. 4/1 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 5
Art. 5 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 6
BIJLAGEN
Art. N
Art. N TOEKOMSTIG RECHT
Artikel 1.
<Opgeheven bij BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,b, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.2.De competenties voor de modulair georganiseerde leerinhouden, vermeld in [1 artikel 160 van de codificatie betreffende het secundair onderwijs]1, zijn als bijlage XII tot en met XXII bij dit besluit gevoegd.
----------
(1)<BVR 2010-12-17/39, art. 359, 59), 003; Inwerkingtreding : 04-07-2011>
Art.2/1. [1 Een verplichte leerlingenstage als vermeld in artikel 157, § 6, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 geldt voor alle opleidingen en tijdens het schooljaar waarin de leerling potentieel in aanmerking komt voor een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, respectievelijk voor een diploma van secundair onderwijs. In toepassing van artikel 157, § 6, zevende lid, van de Codex Secundair Onderwijs voor de hiervoor vermelde opleidingen, treedt artikel 157, § 6, in werking op 1 september 2014.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2014-06-20/22, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
Art.2/2. [1 Tot een opleiding van het experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel, dat loopt tot en met het schooljaar 2024-2025, kan:
1° vanaf het schooljaar 2021-2022: geen enkele leerling worden toegelaten die, gezien zijn vooropleiding, nog ten minste twee schooljaren moet doorlopen om een getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs te kunnen behalen;
2° vanaf het schooljaar 2022-2023: geen enkele leerling worden toegelaten die, gezien zijn vooropleiding, nog ten minste één schooljaar moet doorlopen om een getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs te kunnen behalen;
3° vanaf het schooljaar 2023-2024: geen enkele leerling worden toegelaten die, gezien zijn vooropleiding, nog ten minste twee schooljaren moet doorlopen om een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs te kunnen behalen;
4° in het schooljaar 2024-2025: geen enkele leerling worden toegelaten die, gezien zijn vooropleiding, nog ten minste één schooljaar moet doorlopen om een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs te kunnen behalen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 31, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.3.De modellen van de studiebewijzen, uitgereikt in het experimenteel voltijds gewoon secundair onderwijs volgens een modulair stelsel, evenals de invulonderrichtingen, vermeld in [1 artikel 165 van de codificatie betreffende het secundair onderwijs]1, zijn als bijlage XXIII tot en met XXXII bij dit besluit gevoegd.
----------
(1)<BVR 2010-12-17/39, art. 359, 59), 003; Inwerkingtreding : 04-07-2011>
Art. 3/1.
<Opgeheven bij BVR 2015-02-27/08, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
Art.4.De inhoudelijk overeenkomstige modulaire en niet-modulaire opleidingen met het oog op de vastlegging van de respectieve coëfficiënten uren-leraar, vermeld in [1 artikel 166, § 1, van de codificatie betreffende het secundair onderwijs]1, zijn als bijlage XXXIII bij dit besluit gevoegd.
----------
(1)<BVR 2010-12-17/39, art. 359, 59), 003; Inwerkingtreding : 04-07-2011>
Art. 4/1. [1 De organisatie van het hoger beroepsonderwijs, opleiding verpleegkunde, moet in overeenstemming zijn met :
1° de bepalingen van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG V2. Verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, en van het ministerieel besluit van 28 februari 2008 tot vaststelling van de lijst van opleidingstitels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger afgeleverd door de lidstaten van de Europese Unie;
2° de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en van het koninklijk besluit van 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2009-10-09/08, art. 62, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
Art.4/1 TOEKOMSTIG RECHT. [1 De organisatie van het hoger beroepsonderwijs, opleiding verpleegkunde, moet in overeenstemming zijn met :
1° de bepalingen van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG V2. Verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, en van het ministerieel besluit van 28 februari 2008 tot vaststelling van de lijst van opleidingstitels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger afgeleverd door de lidstaten van de Europese Unie;
2° de bepalingen van [2 de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015]2, en van het koninklijk besluit van 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen.]1
[2 De opleidingsstructuur en de competenties voor de opleiding verpleegkunde, vermeld in het eerste lid, zijn opgenomen in bijlage XXXIV en XXXV, die bij dit besluit zijn gevoegd.]2
(1)<Ingevoegd bij BVR 2009-10-09/08, art. 62, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
(2)<BVR 2024-06-21/34, art. 22, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2025>
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008.
Art.5 TOEKOMSTIG RECHT. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008 [1 , met uitzondering van artikel 4/1 en bijlage XXXIV en XXXV, die bij dit besluit zijn gevoegd]1. ----------
(1)<BVR 2024-06-21/34, art. 23, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2025>
Art.6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN
Art. N. Bijlagen I tot en met XXXIII.
(Bijlagen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-11-2008, p. 59475-60443).
Gewijzigd door :
<BVR 2009-10-09/08, art. 63, 64, 65 en 66, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
<BVR 2015-02-27/08, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
<BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,b, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2021, opheffing van de bijlagen I tot en met XI>
Art. N TOEKOMSTIG RECHT. Bijlagen I tot en met XXXIII.
(Bijlagen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-11-2008, p. 59475-60443).
Gewijzigd door :
<BVR 2009-10-09/08, art. 63, 64, 65 en 66, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
<BVR 2015-02-27/08, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
<BVR 2018-06-01/11, art. 4,2°,b, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2021, opheffing van de bijlagen I tot en met XI>
<BVR 2024-06-21/34, art. 24, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2025>