Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 APRIL 2018. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de Luchtmacht, piloten en navigatoren
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de Krijgsmacht
Art. 3-5
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 6 februari 2003 houdende sociale bepalingen voor militairen die terugkeren naar het burgerleven
Art. 6
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever
Art. 7
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht
Art. 8-21
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I)
Art. 22
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur
Art. 23-26
HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding
Art. 27



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1955122304  1976071304  2003007066  2005007191  2007007077  2008021119  2013007199 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de Luchtmacht, piloten en navigatoren
Art.2. In artikel 16bis, 1°, van de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de luchtmacht, piloten en navigatoren, ingevoegd bij de wet van 13 juli 1976 en gewijzigd bij de wetten van 16 juli 2005 en 28 februari 2007, worden de woorden "de Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de door de Koning aangewezen overheid".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de Krijgsmacht
Art.3. In artikel 53bis, tweede lid, van de wet van 13 juli 1976 betreffende de getalsterkte aan officieren en de statuten van het personeel van de Krijgsmacht, vervangen bij de wet van 22 maart 2001, worden de woorden "Voor het overige wordt het gelijkgesteld" vervangen door de woorden "Het wordt gelijkgesteld".

Art.4. In artikel 53quinquies, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003, worden de woorden "De Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "De door de Koning aangewezen overheid".

Art.5. In artikel 54bis, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003, worden de woorden "De minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "De door de Koning aangewezen overheid".

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 6 februari 2003 houdende sociale bepalingen voor militairen die terugkeren naar het burgerleven
Art.6. In artikel 14, tweede lid, van de wet van 6 februari 2003 houdende sociale bepalingen voor militairen die terugkeren naar het burgerleven, worden de bepalingen onder 2° en 3° opgeheven.

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever
Art.7. In artikel 10 van de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden het vierde en het vijfde lid opgeheven.

HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht
Art.8. In artikel 3, 40°, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, worden de woorden "mondeling of schriftelijk" vervangen door de woorden "schriftelijk, mondeling of geïnformatiseerd".

Art.9. In artikel 5, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, worden de woorden "de werving van beroepsofficieren van niveau A," vervangen door de woorden "de werving van kandidaat-beroepsofficieren van niveau A,".

Art.10. Artikel 9, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 11°, luidende :
  "11° voldoen aan de bijkomende voorwaarden betreffende professionele, technische en/of taalkundige bekwaamheden en/of competenties gerechtvaardigd door een kwalificatiecertificaat, een licentie, een brevet, een attest, een aggregatie, een machtiging of een vergunning of bekomen op basis van ervaring die per vacante post kunnen worden opgelegd door de door de Koning aangewezen overheid.".

Art.11. Artikel 22 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende :
  "8° een tweede voltijdse benoeming in vast dienstverband in een andere overheidsdienst heeft, eens die benoeming niet meer vatbaar is voor vernietiging door de Raad van State.".

Art.12. In artikel 25, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, worden de woorden "die aangeworven werden op basis van een master of een master behaalden aan de Koninklijke Militaire School" vervangen door de woorden "die aangeworven werden op basis van een master of een master behaalden na een basisvorming in een instelling bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, of na een basisvorming van arts, tandarts, dierenarts of apotheker".

Art.13. In artikel 39 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1, derde lid, wordt opgeheven;
  2° in paragraaf 2, 1°, worden de woorden "bedoeld in artikel 110, § 1, tweede lid, 2°, " ingevoegd tussen de woorden "een vervolmakingscursus" en de woorden "heeft gevolgd".

Art.14. Artikel 46 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, wordt aangevuld met twee leden, luidende :
  "De duur van alle tijdelijke ambtsontheffingen wegens persoonlijke aangelegenheden of wegens loopbaanonderbreking mag tijdens de eerste vijf jaren volgend op het einde van de kandidatuursperiode van de betrokken militair een totaal van zes maanden niet overschrijden.
  Om gemotiveerde uitzonderlijke persoonlijke redenen waarover de door de Koning aangewezen overheid oordeelt, kan de maximumduur bedoeld in het elfde lid evenwel overschreden worden.".

Art.15. In artikel 48, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, worden de woorden "verder blijven" ingevoegd tussen de woorden "als loontrekkende" en de woorden "uitoefenen die".

Art.16. In artikel 52, § 1, tweede lid, 2°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, worden de woorden "bedoeld in het eerste lid," ingevoegd tussen de woorden "of de overheid die Hij aanduidt," en de woorden "maar ten laatste :".

Art.17. In artikel 110, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  "Het geheel van deze vervolmakingscursussen wordt de voortgezette vorming genoemd, omvattende :
  1° de cursussen bedoeld in de artikelen 111 en 112;
  2° de cursussen die, in voorkomend geval, tot doel hebben de militairen toe te laten een competentiepool te verwerven of om aanvullende competenties te verwerven in de domeinen van het beheer of de operaties. Het geheel van deze cursussen wordt de gespecialiseerde vorming genoemd.".

Art.18. In artikel 180, vijfde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, worden de woorden "in de tabellen F1 en" vervangen door de woorden "in de tabel".

Art.19. Artikel 183/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 183/1. De kandidaat-hulpofficier luchtverkeersleider, wiens dienstneming verbroken wordt, wegens elke andere reden dan wegens medische ongeschiktheid, en die ophoudt militair van het actief kader te zijn, is er eveneens toe gehouden om aan de Staat een gedeelte van de tijdens de vorming genoten wedden terug te betalen. De vergoeding bedraagt 73 % van de netto uitbetaalde wedden gedurende deze vorming.
  Het eerste lid is eveneens van toepassing op de kandidaat-militair die deze hoedanigheid verliest en die tot deze vorming werd toegelaten, nadat zijn dienstneming als kandidaat-hulpofficier luchtverkeersleider werd verbroken onder de voorwaarden bedoeld in het eerste lid.".

Art.20. In artikel 194 van dezelfde wet worden het vierde en het vijfde lid opgeheven.

Art.21. In bijlage B van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt de tabel F1 opgeheven.

HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I)
Art.22. In artikel 44, § 1, van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I), wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  "Indien de inkomsten uit deze beroepsactiviteiten de grenzen inzake cumulatie, bedoeld in artikel 81, a), van de programmawet van 28 juni 2013 voor een persoon die wegens leeftijdsgrens vóór de leeftijd van vijfenzestig jaar ambtshalve op rust werd gesteld, en artikel 86 van dezelfde wet overschrijden, wordt de wedde die overeenstemt met vijfenzeventig procent van de bezoldiging zoals bedoeld in artikel 43, § 1, verminderd op dezelfde wijze als bedoeld in artikel 88 van dezelfde wet.".

HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur
Art.23. In artikel 6, derde lid, van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur, worden de woorden "de minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de door de Koning aangewezen overheid".

Art.24. In artikel 7, eerste lid, 4°, van dezelfde wet, worden de woorden "de minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de door de Koning aangewezen overheid".

Art.25. In artikel 19, tweede lid, van dezelfde wet, worden de woorden "de minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de door de Koning aangewezen overheid".

Art.26. In artikel 26, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden "de minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de door de Koning aangewezen overheid".

HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding
Art. 27. De artikelen 2, 4, 5, 10, en 23 tot 26 van deze wet treden in werking op de datum bepaald door de Koning.

(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 2; 4; 5; 10; 23; 24; 25; 26 vastgesteld op 27-08-2018 door KB 2018-07-19/21, art. 29)