Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 JULI 2005. - Wet houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever. (NOTA : opgeheven door W2007-02-28/35, art. 241, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2013 (voir art. 272)) (zie W2012-06-20/03, art. 19) (NOTA : Artikel 241 van de W 28/02/2007 dat oorspronkelijk de opheffing van de W 27/03/2003 voorzag is, voor zijn inwerkingtreding, vervangen door artikel 355 van de wet van 31 juli 2013 (2013-07-31/04) tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel. Dit artikel vervangt het oorspronkelijk artikel 241 van de W 28/02/2007 door een nieuwe bepaling die de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 tot 9 van de Wet 27/03/2003 wijzigt. Hiermee heeft de wetgever te kennen gegeven dat hij afstand doet van zijn oorspronkelijke opheffing. Met andere woorden zal artikel 241 van de W 28/02/2007, zoals deze voor zijn vervanging door de W 31/07/2013 bestond, nooit in werking treden) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-08-2005 en tekstbijwerking tot 15-05-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-11, 11bis, 12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998021488 



Uitvoeringsbesluit(en):

2005007250  2006002068  2006007285  2009000370  2010000013  2011007057 



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.3.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.4.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.5.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.6.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.7.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.8.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.9.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 355, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.10.<W 2006-07-20/39, art. 86, 003; Inwerkingtreding : 07-08-2006> In afwijking van artikel 46, eerste lid, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, kan [1 aan de met toepassing van deze wet overgeplaatste militairen]1 die, op de datum van hun overplaatsing, de volle leeftijd van 45 jaar hebben bereikt, op hun verzoek een pensioen verleend worden op de eerste dag van het trimester dat volgt op dit waarin zij de volle leeftijd van 56 jaar bereiken, of op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de stopzetting van hun functies indien deze zich later voordoet, op voorwaarde dat zij ten minste twintig pensioenaanspraakverlenende dienstjaren, volbracht in de hoedanigheid van militair, tellen, met uitzondering van de bonificaties wegens studies en van andere periodes vergoed wegens diensten die voor de vaststelling van de wedde meetellen. Voor de berekening van die twintig dienstjaren worden de in aanmerking komende diensttijd en perioden slechts voor hun enkelvoudige duur in aanmerking genomen.
  Het eerste lid is niet van toepassing op aanvragen om uitgesteld pensioen, noch op aanvragen om onmiddellijk pensioen vanaf de leeftijd van 60 jaar. Het eerste lid is evenmin van toepassing op de overgeplaatste militairen wier leeftijdsgrens als militair hoger lag dan 56 jaar.
  Voor de overgeplaatste militairen die, met toepassing van het eerste lid, vragen om vóór de leeftijd van 60 jaar gepensioneerd te worden, wordt de in artikel 2, tweede lid, van de wet van 14 april 1965 tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregelingen van de openbare sector bedoelde minimumleeftijd, vastgesteld op 56 jaar.
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<W 2013-07-31/04, art. 356, 008; Inwerkingtreding : 30-09-2013>
  (2)<W 2018-04-30/07, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 25-05-2018>

Art.11. In artikel 118, tweede lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden de woorden " ofwel overgeplaatste militairen in de zin van de wet van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever " ingevoegd tussen de woorden " mobiliteitsregeling " en " ofwel ".

Art. 11bis. <Ingevoegd bij W 2006-12-27/32, art. 18; Inwerkingtreding : 01-01-2007> In afwijking van artikel 5, kunnen de in de loop van het jaar 2006 ter beschikking gestelde militairen ter beschikking gesteld worden van de politiezones tot de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit tot wijziging van het statuut van het personeel van het administratief en logistiek kader, zonder dat de totale maximale duur van terbeschikkingstelling 18 maanden kan overschrijden.
  In geval van een beslissing van niet-overplaatsing na de twaalf eerste maanden van terbeschikkingstelling of van een afwezigheid van beslissing, wordt de volledige periode van terbeschikkingstelling gelijkgesteld met een prestatie ten voordele van derden en artikel 151, eerste lid, van de programmawet van 2 augustus 2002 wordt toegepast, zonder mogelijkheid van volledige of gedeeltelijke kosteloosheid.

Art. 12. Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.

  (NOTA : inwerkingtredig vastgesteld op 16-07-2005 door KB 2005-09-28/30, art. 1)