Details





Titel:

28 OKTOBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap ["Agentschap Binnenlands Bestuur"].<BVR2015-03-13/03, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2015>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-03-2006 en tekstbijwerking tot 24-01-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Benaming, doelstellingen en taken van het agentschap.
Art. 2-6
HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap.
Art. 7-9
HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden.
Art. 10-12
HOOFDSTUK V. - Controle, opvolging en toezicht.
Art. 13-14
HOOFDSTUK VI. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen.
Art. 15-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996035733  1996036227  1998036171  2000035451  2001036367  2004036405 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [2 besluit van 30 oktober 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen]2;
  2° het agentschap : [1 het Agentschap Binnenlands Bestuur]1;
  3° de minister : Vlaamse minister bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, het stedenbeleid en het inburgeringsbeleid;
  4° de lokale besturen : de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de eredienstinstellingen, de (autonome) gemeentebedrijven, de OCMW-verenigingen [1 en de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm]1;
  5° de provinciale besturen : de provincies, de (autonome) provinciebedrijven [1 en de provinciale extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-03-13/03, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
  (2)<BVR 2022-07-15/88, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

HOOFDSTUK II. - Benaming, doelstellingen en taken van het agentschap.
Art.2.[1 Binnen het Vlaamse [3 Ministerie Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie]3 wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming "Agentschap Binnenlands Bestuur".
   [4 Het agentschap wordt opgericht voor:
   1° de beleidsondersteuning, vermeld in artikel 4 van dit besluit, en de uitvoering van het beleid over het binnenlands bestuur en het stedenbeleid, met inbegrip van de coördinatie van het beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad en met betrekking tot de Vlaamse Rand rond Brussel;
   2° de beleidsondersteuning, vermeld in artikel 4 van dit besluit, en de uitvoering van het beleid, vermeld in artikel 38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, inzake de gelijke kansen, de integratie en de inburgering]4]2.
   Het agentschap behoort tot het [3 beleidsdomein Kanselarij, Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie]3.]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-03-13/03, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2015>
  (2)<BVR 2019-05-10/12, art. 42, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (3)<BVR 2020-09-11/13, art. 40, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (4)<BVR 2022-07-15/88, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

Art.3.[1 Het agentschap heeft als missie mee te bouwen aan duurzaam en democratisch samenleven in diversiteit door burgers en bestuur te verbinden en te versterken ]1.
  ----------
  (1)<BVR 2022-07-15/88, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

Art.4.[1 Het agentschap heeft als taak het ondersteunen van het beleid, vermeld in artikel 30, § 1 en § 2, 1°, a), b), en c), en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie inzake de volgende beleidsvelden:
   1° gelijke kansen en integratie en inburgering als vermeld in artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
   2° Brussel als vermeld in artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
   3° Vlaamse rand als vermeld in artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
   4° binnenlands bestuur en stedenbeleid als vermeld in artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, met betrekking tot de volgende bevoegdheden:
   a) de binnenlandse aangelegenheden, vermeld in artikel 6, § 1, VIII, en artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen met inbegrip van:
   1) het overleg met andere beleidsdomeinen;
   2) de bestuurlijke organisatie van en het administratief toezicht op de lokale en provinciale besturen;
   3) het aanbieden van ondersteuning aan de lokale en provinciale besturen;
   4) de controle van de lokale geloofsgemeenschappen en de besturen van de eredienst, vermeld in artikel 18 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021;
   5) de betrokkenheid van de Vlaamse overheid bij de verkiezingen van het Vlaamse Parlement;
   6) de ondersteuning van de gouverneurs bij de uitoefening van hun bestuurskundige opdrachten voor de Vlaamse Regering;
   7) de ontwikkeling van een kenniscentrum inzake de lokale en provinciale besturen;
   8) het permanent verbeteren van de interbestuurlijke samenwerking door de entiteiten van de Vlaamse overheid te ondersteunen bij het proactief in kaart brengen van de weerslag op de lokale besturen van regelgeving en de daarmee samenhangende processen en interacties, in samenwerking met het agentschap Digitaal Vlaanderen;
   b) het gebruik van de talen in de lokale besturen;
   c) het stedenbeleid ]1.
  ----------
  (1)<BVR 2022-07-15/88, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

Art.5.[1 Het agentschap stelt jaarlijks een ondernemingsplan op als vermeld in artikel III.61 van het Bestuursdecreet van 7 december 201 ]1.
  ----------
  (1)<BVR 2022-07-15/88, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

Art.6. Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap of de rechtspersoon Vlaams Gewest, afhankelijk van de behandelde materie waarvoor het agentschap bevoegd is.

HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap.
Art.7. Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de minister.

Art.8.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via [1 het ondernemingsplan]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-03-13/03, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2015>

Art.9. Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid.

HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden.
Art.10.Het hoofd van het agentschap heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden [1 , vermeld in het besluit van 30 oktober 2015]1.
  ----------
  (1)<BVR 2022-07-15/88, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

Art.11.[1 Naast de delegaties voor de aangelegenheden, vermeld in artikel 9 van het besluit van 30 oktober 2015, wordt aan het hoofd van het agentschap de specifieke delegatie verleend om namens de minister, de voorschotten en de saldi in het kader van de algemene financiering aan de lokale en provinciale besturen, vermeld in de desbetreffende regelgeving, uit te betalen ]1.
  ----------
  (1)<BVR 2022-07-15/88, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 03-02-2023>

Art.12. Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene voorwaarden en beperkingen, alsook de bepalingen inzake de mogelijkheid tot subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording, zoals vervat in het Algemeen Delegatiebesluit.

HOOFDSTUK V. - Controle, opvolging en toezicht.
Art.13.[1 Met behoud van de toepassing van artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot de planning van en de rapportering over de algemene werking, de organisatiebeheersing en de interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.]1
  ----------
  (1)<BVR 2019-05-10/12, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.14. De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers.

HOOFDSTUK VI. - Wijzigings-, inwerkingtredings- en uitvoeringsbepalingen.
Art.15. § 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor vormingsinitiatieven voor lokale mandatarissen, ambtenaren en topambtenaren, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 1 van dit besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
  " 2° het Agentschap : het Agentschap voor Binnenlands Bestuur van het Ministerie van Bestuurszaken";
  2° in artikel 1, 4°, artikel 3, § 4 en § 5, in artikel 4, § 1 en § 2, in artikel 5, in artikel 6, in artikel 7, in artikel 10, in artikel 11, in artikel 12, in artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden " de administratie " vervangen door " het Agentschap ";
  3° in artikel 5, 7, 11 en 12 worden de woorden "de directeur-generaal" vervangen door de woorden "het hoofd".
  § 2. In artikel 1, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot aanwijzing van de gewestelijke administraties en instellingen die advies uitbrengen over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan, worden de woorden "de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Binnenlands Bestuur".
  § 3. In artikel 1, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 houdende regeling van de tenlasteneming van kosten verbonden aan de door de gemeenten geboden administratieve ondersteuning in geval van algemene ramp, worden de woorden "de directeur-generaal van de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur".
  § 4. In artikel 2, 14° van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de landinrichting, worden de woorden "de leidende ambtenaar van de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur".
  § 5. In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 1996 tot uitvoering van het decreet van 14 mei 1996 tot vaststelling van de regelen inzake de werking en de verdeling van het Sociaal Impulsfonds, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
  " De aanvraag en het verslag worden opgestuurd naar het Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur. "

Art.16. Het ministerieel besluit van 21 november 2001 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake binnenlandse aangelegenheden aan ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap, wordt opgeheven.

Art.17. De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-04-2006 door BVR 2006-03-17/51, art. 1, 3°)

Art. 18. De Vlaamse minister bevoegd voor de Binnenlandse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.