Details





Titel:

26 APRIL 2023. - Besluit van de administrateur-generaal over de delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - UITVOERING VAN BEGROTING
Art. 5-11
HOOFDSTUK III. - PERSONEELSMANAGEMENT
Art. 12
HOOFDSTUK IV. - BRIEFWISSELING EN COMMUNICATIE
Art. 13-17
HOOFDSTUK V. - KLOKKENLUIDERSREGELING
Art. 18
HOOFDSTUK VI. - ONDERWIJSBEVOEGDHEDEN
Art. 19-22
HOOFDSTUK VII. - DELEGATIE BIJ AFWEZIGHEID
Art. 23
HOOFDSTUK VIII. - GEBRUIK VAN DELEGATIES EN VERANTWOORDING
Art. 24-27
HOOFDSTUK IX. - OPHEFFINGSBEPALING
Art. 28
HOOFDSTUK X. - INWERKINGTREDING
Art. 29
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019015780 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het intern verzelfstandigd agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen, hierna genoemd het agentschap, en regelt de delegatie van beslissingsbevoegdheden van de administrateur-generaal aan de afdelingshoofden en hun personeelsleden.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° het agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen;
  2° de administrateur-generaal: het personeelslid dat belast is met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap;
  3° de afdelingshoofden: de personeelsleden, houder van een managementfunctie van N-1-niveau binnen het agentschap, zijnde:
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Hoger en Volwassenenonderwijs;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Toelagen en Erkenningen;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Examencommissie;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Kwalificaties en Curriculum;
  - het personeelslid dat belast is met de leiding van de afdeling Ondersteunende Diensten.
  4° de personeelsleden: de personeelsleden die deel uitmaken van de afdeling waarover het afdelingshoofd de leiding heeft, ongeacht hun juridisch statuut.
  5° de IT-manager: het personeelslid binnen de Ondersteunende Diensten dat belast is met de organisatie en opvolging van IT binnen het agentschap.
  6° de budgethouders: de personeelsleden die de autorisatie hebben om financiële transacties goed te keuren in het boekhoudsysteem van de Vlaamse Overheid (Orafin).
  7° de communicatieverantwoordelijke: het personeelslid dat als taak heeft om het communicatiebeleid van het agentschap te plannen, te realiseren en te evalueren, zoals bedoeld in artikel III.64. van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
  8° de perswoordvoerder: het personeelslid dat als taak heeft om namens het agentschap het woord te voeren en de woordvoering te stroomlijnen tegenover de media, zoals bedoeld in de Omzendbrief VR 2010/32.
  9° het intern meldingskanaal: het personeelslid of de personeelsleden waarnaar de administrateur-generaal overeenkomstig artikel III.60/3, § 2 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 de ontvangst en de behandeling van klokkenluidersmeldingen delegeert.
  10° de beleidskredieten Hoger en Volwassenenonderwijs: volgende begrotingsartikels uit de Vlaamse begroting:
  - FD0-1FED2EA-IS
  - FD0-1FED2EB-IS
  - FD0-1FED2EB-WT
  - FD0-1FED4EA-IS
  - FD0-1FFD2FB-WT
  - FD0-1FFD2FC-WT
  - FD0-1FFD4FB-WT
  - FD0-1FGD2BA-IS
  - FD0-1FGD2BA-WT
  - FD0-1FGD2GE-WT
  - FD0-1FGD2GF-IS
  - FD0-9FEDTEA-OI
  - FD0-9FFDTFB-OI
  - FD0-9FFDTFB-OW
  11° de beleidskredieten Studiefinanciering: volgende begrotingsartikels uit de Vlaamse begroting:
  - FD0-1FGD2HA-WT
  - FD0-9FGDTHA-OW
  - FD0-1FGD4HA-WT
  12° de apparaatskredieten: volgende begrotingsartikels uit de Vlaamse begroting:
  - FD0-1FAD2ZZ-LO
  - FD0-1FAD2ZZ-WT
  13° de werkingskredieten: volgende begrotingsartikels uit de Vlaamse begroting:
  - FD0-9FGDTGL-OW
  - FD0-1FGD2GL-LO
  - FD0-1FGD2GL-WT
  - FD0-1FGD4GL-WT
  -

Art.3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen.
  § 2. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen alleen uitgeoefend worden binnen de perken van de taakstelling van de betrokken afdeling.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het afsluiten van overeenkomsten in de vorm van bestellingen, aankopen, aanbestedingen, dienstenovereenkomsten e.a. evenals de keuring van de opgeleverde werken, leveringen en diensten binnen de voorziene financiële beperkingen. Voor de hiermee verbonden beslissingen met een financiële weerslag geldt de delegatie alleen binnen het voorwerp van de opdracht en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15% boven het initiële gunningsbedrag.

HOOFDSTUK II. - UITVOERING VAN BEGROTING
Art.5. De in dit hoofdstuk vermelde bedragen zijn exclusief de belasting op de toegevoegde waarde.

Art.6. Met betrekking tot de niet aan het afdelingshoofd gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, de administrateur-generaal of een ander orgaan berust, hebben de afdelingshoofden delegatie voor administratieve beslissingen en handelingen die in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus noodzakelijk zijn, ter voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de Vlaamse Regering, de minister, de administrateur-generaal of een ander orgaan.
  Beleidskredieten

Art.7. De afdelingshoofden hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgelegde beleidskredieten verbonden aan de opdrachten van hun afdeling, de beslissingen te nemen over de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten voor volgende aangelegenheden:
  § 1. Het afdelingshoofd Hoger en Volwassenenonderwijs is gemachtigd om volgende beslissingen te nemen met betrekking tot de beleidskredieten Hoger en Volwassenenonderwijs:
  1° de vaststelling en de toekenning van de werkingsuitkeringen aan de hogescholen en aan de universiteiten;
  2° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan het Instituut voor Joodse Studies;
  3° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan het Instituut voor Europese Studies;
  4° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer;
  5° de vaststelling en de toekenning van de subsidies voor hogere instituten voor schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten;
  6° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan de Vlerick Business School;
  7° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan de Antwerp Management School;
  8° de vaststelling en de toekenning van de toelage aan de Faculteit voor Protestantse Theologie en Religiestudies;
  9° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van de Evangelische Theologische Faculteit Leuven;
  10° de vaststelling en de toekenning van de investeringsmiddelen en het eigenaarsonderhoud en van de werkingsmiddelen ten bate van de Hogere Zeevaartschool;
  11° de vaststelling en de toekenning van de middelen aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde;
  12° de vaststelling en de toekenning van de middelen voor de financiering van de onroerende investeringen ten bate van de universiteiten en van het instituut voor Tropische Geneeskunde;
  13° de vaststelling en de toekenning van de middelen ten behoeve van het Open Hoger Onderwijs;
  14° de vaststelling en de toekenning van de middelen voor de financiering van de lerarenopleidingen;
  15° de vaststelling en de toekenning van de toelagen ten behoeve van de sociale voorzieningen in het hogescholenonderwijs en de Hogere Zeevaartschool;
  16° de vaststelling en de toekenning van de toelagen ten behoeve van de sociale voorzieningen in het universitair onderwijs;
  17° de vaststelling en de toekenning van de toelagen ten behoeve van de associaties binnen het hoger onderwijs;
  18° de vaststelling van de middelen ten behoeve van de salarissen van de personeelsleden van het meester-, vak- en dienstpersoneel en de salarissen en wachtgelden van het personeel van de hogescholen en universiteiten;
  19° de vaststelling van de middelen ten behoeve van de terbeschikkinggestelden binnen het hoger onderwijs, voorafgaand aan het rustpensioen;
  20° de toekenning van de terugvorderingen op de werkingsenveloppes binnen het hoger onderwijs;
  21° de toekenning van de middelen ter compensatie van de loonkosten van personeelsleden die belast zijn met een vakbondsopdracht;
  22° de vaststelling en de toekenning van de compensatie van de meerkost van personeelsleden met een gecombineerde opdracht in het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs of het deeltijds kunstonderwijs;
  23° de vaststelling en toekenning van de compensatie aan de publiekrechtelijke hogescholen voor de meerkost van de toekenning van het gewaarborgd maandloon uit het bediendenstatuut;
  24° de vaststelling en de toekenning van de bijkomende financiering ten behoeve van de beursstudenten aan de hogescholen;
  25° de vaststelling en de toekenning van de wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen aan de universiteiten;
  26° de vaststelling en de toekenning van de middelen ter versterking van de onderzoeksbetrokkenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen;
  27° de vaststelling en de toekenning van middelen ten behoeve van het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek;
  28° de vaststelling en de toekenning van de aanvullende middelen ten behoeve van het hoger onderwijs in Brussel;
  29° de vaststelling en de toekenning van middelen ten behoeve van het sectoraal vormingsfonds binnen het hoger onderwijs;
  30° de vaststelling en de toekenning van de toelage voor de onroerende investeringen aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  31° de toekenning van de middelen ten behoeve van de wetenschappelijke en technische uitrusting en installatie van zware medische apparatuur aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  32° de toekenning van de middelen ter compensatie van loonlasten voortvloeiend uit akkoorden met de Vlaamse Regering aan het Universitair Ziekenhuis Gent;
  33° de toekenning van de werkingstoelage voor de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs;
  34° de vaststelling en de toekenning van de nascholingskredieten voor de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie;
  35° de vaststelling en verwerking van de afrekening van het begrotingsfonds "Fonds Volwassenenonderwijs" van de centra voor Basiseducatie en de centra voor Volwassenenonderwijs;
  36° de vaststelling en toekenning van de aanvullende middelen Nederlands Tweede Taal in uitvoering van het integratie- en inburgeringsbeleid;
  37° de vastlegging en toekenning van de toelage voor ICT-coördinatie aan de centra van het volwassenenonderwijs.
  § 3. Het afdelingshoofd Toelagen en Erkenningen is gemachtigd om volgende beslissingen te nemen met betrekking tot de beleidskredieten studiefinanciering:
  1° de vaststelling en toekenning van een premie aan cursisten die een diploma secundair onderwijs behalen;
  2° de vaststelling, de toekenning, afwijzing en terugvordering van (school- en) studietoelagen;
  3° de schorsing van de betalingstermijn voor studietoelagen en premies ingevolge ingediende bezwaren;
  4° de annulatie van de terugvorderingen van (school- en) studietoelagen waar tien jaar lang geen betaling op ontvangen werd.
  § 4. Het afdelingshoofd Ondersteunende Diensten is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot het toekennen van betalingsfaciliteiten zoals een afbetalingsplan en uitstel van betaling, met uitzondering van de schorsing van betalingstermijn ingevolge ingediende bezwaren.
  Apparaats- en werkingskredieten

Art.8. De afdelingshoofden en IT-manager hebben delegatie om, voor specifieke kostensoorten en drempelbedragen zoals beschreven in bijlage 1 van dit besluit, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgelegde apparaats- en werkingskredieten de beslissingen te nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen.

Art.9. § 1. De afdelingshoofden en de personeelsleden zijn gemachtigd om, mits voorafgaande toestemming van de administrateur-generaal en binnen de doeleinden waarvoor de toestemming verleend werd, uitgaven te doen met de kredietkaart op naam van de administrateur-generaal. Na gebruik dient de kredietkaart, samen met de nodige verantwoordingsstukken onmiddellijk bezorgd te worden aan de administrateur-generaal.
  § 2. Het afdelingshoofd Ondersteunende Diensten is gemachtigd om aankopen te doen met een toegewezen kredietkaart. Over het gebruik hiervan wordt maandelijks verantwoording afgelegd aan de administrateur-generaal.
  Budgethouder

Art.10. Het afdelingshoofd Ondersteunende Diensten treedt op als budgethouder binnen het agentschap voor de apparaats-, werking-, en beleidskredieten.

Art.11. Het afdelingshoofd Hoger En Volwassenenonderwijs treedt op als budgethouder binnen het agentschap voor de apparaats-, werking-, en beleidskredieten met betrekking tot het hoger en volwassenenonderwijs.

HOOFDSTUK III. - PERSONEELSMANAGEMENT
Art.12. Het afdelingshoofd Ondersteunende Diensten heeft delegatie om beslissingen te nemen over het afsluiten van stageovereenkomsten en over de aanstelling van contractuele personeelsleden voor bepaalde duur, met uitzondering van de personeelsleden van niveau A.

HOOFDSTUK IV. - BRIEFWISSELING EN COMMUNICATIE
Art.13. § 1. De afdelingshoofden hebben delegatie voor de ondertekening van de informatie-uitwisseling van hun afdeling met de minister, met andere diensten van de Vlaamse overheid, en met derden, tenzij die van strategische aard is, met mogelijke implicaties op agentschapsniveau.
  § 2. Voor informatie-uitwisseling met de minister worden de dossierstromen gerespecteerd die afgesproken werden met het kabinet en binnen het beleidsdomein.
  § 3. Onverminderd het bepaalde in § 1 en § 2, wordt van volgende categorieën van informatie-uitwisseling, een kopie bezorgd aan de administrateur-generaal:
  1° informatie-uitwisseling van beleidsmatige aard, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
  2° andere informatie-uitwisseling die het niveau van individuele dossiers overstijgt, tenzij deze een louter informatief karakter heeft;
  3° antwoorden op vragen om uitleg, interpellaties en schriftelijke vragen van Vlaamse volksvertegenwoordigers en de controle-instanties van het agentschap.
  § 4. De administrateur-generaal kan, bij eenvoudige beslissing, instructies uitvaardigen die ertoe strekken:
  1° categorieën van informatie-uitwisseling aan zijn voorafgaand visum te onderwerpen;
  2° informatie-uitwisseling over bepaalde individuele dossiers aan zijn voorafgaand visum te onderwerpen;
  3° de bedoelde categorieën van informatie-uitwisseling nader te omschrijven.

Art.14. § 1. Alle personeelsleden zijn gemachtigd om de gewone en aangetekende zendingen, bestemd voor het agentschap, in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen aan de Vlaamse Gemeenschap.
  § 2. Het afdelingshoofd Ondersteunende Diensten is gemachtigd om de dagvaardingen aan de Vlaamse Gemeenschap, bestemd voor het agentschap, in ontvangst te nemen.

Art.15. De afdelingshoofden en personeelsleden van het agentschap zijn gemachtigd om uittreksels en afschriften die betrekking hebben op hun afdeling eensluidend te verklaren en af te leveren.

Art.16. De afdelingshoofden van het agentschap stemmen alle communicatie naar pers en belanghebbenden voorafgaand af met de perswoordvoerder en de administrateur-generaal.

Art.17. Het afdelingshoofd Ondersteunende Diensten treedt op als communicatieverantwoordelijke en perswoordvoerder van het agentschap.

HOOFDSTUK V. - KLOKKENLUIDERSREGELING
Art.18. Het afdelingshoofd Ondersteunde Diensten wordt aangeduid als intern meldingskanaal.

HOOFDSTUK VI. - ONDERWIJSBEVOEGDHEDEN
Art.19. § 1. Het afdelingshoofd Hoger en Volwassenenonderwijs is gemachtigd om elke beslissing te nemen met betrekking tot:
  1° de goedkeuring van het maatwerk door een Centrum voor Basiseducatie;
  2° de vaststelling en toekenning van de VTE en puntenenveloppe voor de centra voor basiseducatie;
  3° de vaststelling en de toekenning van de leraarsuren en puntenenveloppe voor de centra voor volwassenenonderwijs;
  4° de aanwijzing van het centrum voor volwassenenonderwijs dat examencommissies mag organiseren;
  5° de behandeling van de bezwaarschriften individuele concordantie in het secundair volwassenenonderwijs;
  6° de aanwijzing van de secretaris van de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen.
  § 2. Het afdelingshoofd Hoger en Volwassenenonderwijs is gemachtigd om ten aanzien van het personeel van het hoger en volwassenenonderwijs elke beslissing te nemen met betrekking tot:
  1° de bekrachtiging van de leden van het college van beroep inzake tucht;
  2° de vrijstellingen van de voorwaarden inzake nationaliteit en het bezit van burgerlijke en politieke rechten om als tijdelijk personeelslid te kunnen worden aangesteld of gesubsidieerd;
  3° de toekenning van de vrijstelling van nationaliteit en burgerlijke en politieke rechten voor het personeel van de centra voor basiseducatie;
  4° de taalafwijking voor het personeel van de centra voor basiseducatie;
  5° de tijdelijke afwijking op de vereiste taalbekwaamheid van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs;
  6° de erkenning van de nuttige ervaring voor de bepaling van het bekwaamheidsbewijs en van de geldelijke anciënniteit;
  7° de beroepsprocedure tegen de aanwerving van een personeelslid dat slechts houder is van een bekwaamheidsbewijs dat ingedeeld is als een "ander bekwaamheidsbewijs";
  8° het beroep tegen de toewijzing van een betrekking in een centrum voor volwassenenonderwijs aan een personeelslid met verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties of terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden dat opnieuw in actieve dienst treedt of tegen de toewijzing van een betrekking in een centrum voor volwassenenonderwijs aan een personeelslid dat als gepensioneerde in het onderwijs in dienst treedt;
  9° het beroep tegen een aanstelling in bijbetrekking;
  10° de bepaling van de vorm voor de mededeling van iedere toelating tot de proeftijd of vaste benoeming;
  11° de afwijkingen in geval van laattijdige aanvragen van terbeschikkingstelling en de beëindiging van reaffectatie en wedertewerkstelling;
  12° de beslissing om de vergoeding wegens begrafeniskosten niet uit te keren of ze aan één of meer gerechtigden uit te keren wegens het gedrag van de gerechtigde ten opzichte van de overledene.

Art.20. Het afdelingshoofd Toelagen en Erkenningen is gemachtigd om, binnen de taken die hem werden toegewezen, een beslissing te nemen met betrekking tot:
  1° de gelijkwaardigheden zoals bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en de procedure tot de erkenning van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs van 14 juni 2013;
  2° de gelijkwaardigheden zoals bedoeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en procedure tot de erkenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen uitgereikt in het hoger onderwijs 14 juni 2013;
  3° de gelijkwaardigheden zoals bedoeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de voorwaarden en procedure tot de erkenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen met Vlaamse studiebewijzen uitgereikt in het basisonderwijs en secundair onderwijs, en sommige Vlaamse studiebewijzen uitgereikt in het volwassenenonderwijs van 14 juni 2013.

Art.21. Het afdelingshoofd Examencommissie is gemachtigd om een beslissing te nemen met betrekking tot:
  1° de samenstelling van en de leiding over de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het secundair onderwijs, zoals bedoeld in artikel 256/1 van de Codex Secundair Onderwijs;
  2° de uitreiking van getuigschriften en diploma's, zoals bedoeld in artikel 256/2 van de Codex Secundair Onderwijs;
  3° de structuuronderdelen waarover examens kunnen worden afgelegd, zoals bedoeld in artikel 256/3 van de Codex Secundair Onderwijs;
  4° de praktische uitvoeringsbepalingen met betrekking tot een inschrijving bij de Examencommissie, zoals bedoeld in artikel 256/4 van de Codex Secundair Onderwijs;
  5° de volgorde waarin vakken van een examenprogramma of onderdelen van eenzelfde vak van een examenprogramma moeten worden afgelegd, zoals bedoeld in artikel 256/4 van de Codex Secundair Onderwijs;
  6° de samenstelling van een vrijstellingscommissie, zoals bedoeld in artikel 256/5 van de Codex Secundair Onderwijs;
  7° de vorm van de examens, de norm om als geslaagd te worden beschouwd en de beroepsmogelijkheden tegen een beslissing van de Examencommissie, zoals bedoeld in artikel 256/6 van de Codex Secundair Onderwijs;
  8° het voorleggen aan de minister van de ontwerpen van ministeriële besluiten over de data en de locaties van de toelatingsexamens arts, tandarts en dierenarts, zoals bedoeld in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel II.187 § 6, vervangen bij het decreet van 8 december 2017 en gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2019 en 5 april 2019, en artikel II.187/1 § 7, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2022;
  9° het voorleggen aan de minister - voor agendering op de Vlaamse Regering - van de ontwerpen van besluiten van de Vlaamse Regering over de jaarlijkse startquota arts, tandarts en dierenarts zoals bedoeld in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel II.187, vervangen bij het decreet van 8 december 2017 en gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2019 en 5 april 2019, en artikel II.187/1, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2022;
  10° de aanstelling van een secretaris voor de toelatingsexamens, zoals bedoeld in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel II.187, vervangen bij het decreet van 8 december 2017 en gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2019 en 5 april 2019, en artikel II.187/1, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 2022.

Art.22. Het afdelingshoofd Kwalificaties en Curriculum is gemachtigd om elke beslissing te nemen bij het voorbereiden van:
  1° onderwijsdoelen;
  2° beroeps- en onderwijskwalificaties;
  3° opleidingen;
  4° EVC-standaarden en EVC-instrumenten.

HOOFDSTUK VII. - DELEGATIE BIJ AFWEZIGHEID
Art.23. De bij dit besluit verleende delegaties worden tevens verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van administrateur-generaal belast is of de administrateur-generaal vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn naam, functie en handtekening, de formule "voor de administrateur-generaal, afwezig".

HOOFDSTUK VIII. - GEBRUIK VAN DELEGATIES EN VERANTWOORDING
Art.24. De afdelingshoofden kunnen de aan hen verleende delegaties verder delegeren naar de personeelsleden van hun afdeling, na voorafgaand visum van de administrateur-generaal.

Art.25. § 1. De afdelingshoofden en de personeelsleden aan wie beslissingsbevoegdheden werden gedelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
  § 2. De administrateur-generaal kan het gebruik van de verleende delegaties nader regelen door een eenvoudige beslissing die wordt verspreid in de vorm van een dienstorder of nota.

Art.26. De afdelingshoofden organiseren het systeem van interne controle/organisatiebeheersing op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.

Art.27. § 1. De afdelingshoofden zijn ten aanzien van de administrateur-generaal verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Deze verantwoordelijkheid betreft eveneens de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid werd gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.
  § 2. De administrateur-generaal kan op ieder ogenblik aan de afdelingshoofden verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  § 3. De administrateur-generaal heeft het recht om, door een eenvoudige beslissing, de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen.

HOOFDSTUK IX. - OPHEFFINGSBEPALING
Art.28. Het besluit van de administrateur-generaal van 1 december 2019 houdende delegatie van sommige bevoegdheden aan ambtenaren van het agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen wordt opgeheven.

HOOFDSTUK X. - INWERKINGTREDING
Art.29. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2023.


BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 06-06-2023, p. 52347)