Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen en van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991012632  1991013073  1999012413 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 augustus 2012, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  " § 3. In afwijking van § 2 wordt voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in een voltijds arbeidsregime en die hun arbeidsprestaties verminderen met de helft, een derde of een vierde, de leeftijd op 50 jaar gebracht, voor de werknemers die op het ogenblik van de begindatum van de vermindering van de arbeidsprestaties cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden:
  - een zwaar beroep hebben uitgeoefend gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de daaraan voorafgaande 15 jaar;
  - een zwaar beroep waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat hebben uitgeoefend. Deze beroepen zijn de volgende:
  a) de verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de ziekenhuizen;
  b) de verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de rusthuizen en in de rust- en verzorgingstehuizen;
  c) de beroepen die voorkomen op een lijst van knelpuntberoepen, vertrekkende van de knelpuntberoepenlijsten van de Gewesten, jaarlijks vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd besluit, na onderhandeling binnen het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten, na unaniem advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en van het Comité Overheidsbedrijven.

Art.2. Artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 september 2012, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Het eerste en tweede lid zijn eveneens van toepassing op periodes van vermindering van prestaties bedoeld in artikel 3, §§ 3 en 4."

Art.3. In artikel 8bis, § 1, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 augustus 2012, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  "Art. 8bis. § 1. In afwijking van artikel 8, § 1 wordt voor ambtenaren die tewerkgesteld zijn in een voltijdse arbeidsregeling en die hun arbeidsprestaties verminderen met de helft, een derde of een vierde, de leeftijd op 50 jaar gebracht, voor de ambtenaren die op het ogenblik van de begindatum van de vermindering van de arbeidsprestaties cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden :
  - een zwaar beroep hebben uitgeoefend gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de daaraan voorafgaande 15 jaar;
  - een zwaar beroep waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat hebben uitgeoefend. Deze beroepen zijn de volgende :
  a) de verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de ziekenhuizen;
  b) de verpleegkundigen en verzorgend personeel in de rusthuizen en in de rust- en verzorgingstehuizen;
  c) de beroepen die voorkomen op een lijst van knelpuntberoepen, vertrekkende van de knelpuntberoepenlijsten van de Gewesten, jaarlijks vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd besluit, na onderhandeling binnen het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten, na unaniem advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en van het Comité Overheidsbedrijven.

Art.4. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2012.

Art. 5. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.