19 JULI 2013. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen inzake bewijskracht (NOTA : Bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij KB2013-04-10/23, art. 60)
Art. 1-10
1964070807 1967111040 1967111041 1967111042 1999022439 1999022462
Artikel 1. In de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 maart 2013, wordt een artikel 12/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 12/1. De documenten bedoeld in deze wet of in de uitvoeringsbesluiten ervan mogen, zodra beschikbaar, in elektronische versie worden ingediend voor zover deze bewijskracht bezit overeenkomstig artikel 36/1, § 1, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen. "
Art.2. In het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 maart 2013, wordt een artikel 45/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 45/1. Onverminderd het artikel 21, tweede lid, van dit koninklijk besluit, mogen de documenten bedoeld in dit besluit of in de uitvoeringsbesluiten ervan, zodra beschikbaar, in elektronische versie worden ingediend voor zover deze bewijskracht bezit overeenkomstig artikel 36/1, § 1, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen. "
Art.3. In het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der geneesheren, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 30/1. De documenten bedoeld in dit besluit of in de uitvoeringsbesluiten ervan mogen, zodra beschikbaar, in elektronische versie worden ingediend voor zover deze bewijskracht bezit overeenkomstig artikel 36/1, § 1, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen. "
Art.4. In het koninklijk besluit nr. 80 van 10 november 1967 betreffende de Orde der apothekers, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 30/1. De documenten bedoeld in dit besluit of in de uitvoeringsbesluiten ervan mogen, zodra beschikbaar, in elektronische versie worden ingediend voor zover deze bewijskracht bezit overeenkomstig artikel 36/1, § 1, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen. "
Art.5. Artikel 9bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998 en gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004, 27 december 2004, 1 maart 2007 en 19 mei 2010 wordt vervangen als volgt :
" De documenten met betrekking tot de verzekering voor geneeskundige verzorging bedoeld in deze wet of in de uitvoeringsbesluiten ervan mogen, zodra beschikbaar, in elektronische versie worden ingediend voor zover deze bewijskracht bezit overeenkomstig artikel 36/1, § 1, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen.
Het Verzekeringscomité legt per verordening bedoeld in artikel 22, 11°, in voorkomend geval, na advies van de bevoegde overeenkomsten- of akkoordencommissie, de technische toepassingsregels van het vorige lid vast. "
Art.6. In de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 8/1. De documenten bedoeld in deze wet of in de uitvoeringsbesluiten ervan mogen, zodra beschikbaar, in elektronische versie worden ingediend voor zover deze bewijskracht bezit overeenkomstig artikel 36/1, § 1, van de wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform en diverse bepalingen. "
Art.7. Het koninklijk besluit van 27 april 1999 betreffende de bewijskracht van de door de zorgverleners, de verzekeringsinstellingen, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en andere natuurlijke of rechtspersonen met toepassing van gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en haar uitvoeringsbesluiten opgeslagen, verwerkte, weergegeven of meegedeelde gegevens, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 april 2007, wordt opgeheven.
Art.8. De protocollen inzake de bewijskracht opgemaakt met toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 april 1999 betreffende de bewijskracht van de door de zorgverleners, de verzekeringsinstellingen, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en andere natuurlijke of rechtspersonen met toepassing van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en haar uitvoeringsbesluiten opgeslagen, verwerkte, weergegeven of meegedeelde gegevens behouden hun volle uitwerking tot op de datum waarop de toepassingsregels, bedoeld in artikel 9bis, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals vervangen bij artikel 5 van dit besluit, in werking treden.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
Art. 10. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.