27 DECEMBER 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-2013 en tekstbijwerking tot 13-09-2018)
HOOFDSTUK 1. [1 - De dienstnemings-, of nieuwe dienstnemingsakte van de militairen die een loopbaan van beperkte duur vervullen]1
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - DE DIENSTNEMINGSAKTE VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET RESERVEKADER
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - WIJZIGINGSBEPALING
Afdeling 1. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 31 MAART 1971 BETREFFENDE DE SAMENSTELLING EN DE WERKING VAN DE BEVORDERINGSCOMITES
Art. 3-5
Afdeling 2. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 3 APRIL 1973 BETREFFENDE DE ONDERSCHEIDINGSTEKENS WELKE GEDRAGEN WORDEN DOOR DE OFFICIEREN GESPROTEN UIT DE KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL EN DE LEERLINGEN VAN DEZE SCHOOL
Art. 6
Afdeling 3. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 11 AUGUSTUS 1994 BETREFFENDE DE DIENSTNEMINGEN EN WEDERDIENSTNEMINGEN VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER
Art. 7-10
Afdeling 4. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 11 AUGUSTUS 1994 BETREFFENDE DE WERVING EN DE VORMING VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER
Art. 11-12
Afdeling 5. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 13 DECEMBER 1995 BETREFFENDE DE ADVIEZEN OVER DE KANDIDATUUR VOOR DE BEVORDERING VAN DE ONDEROFFICIEREN EN BETREFFENDE DE SAMENSTELLING EN DE WERKING VAN DE BEVORDERINGSCOMITES
Art. 13-14
Afdeling 6. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 14 MAART 2002 BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE HULPOFFICIEREN EN KANDIDAAT-HULPOFFICIEREN
Art. 15-19
Afdeling 7. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 29 JUNI 2010 TOT VASTSTELLING VAN DE DIENSTNEMINGS- EN WEDERDIENSTNEMINGSAKTE VAN DE MILITAIR DIE EEN VRIJWILLIGE MILITAIRE INZET VERVULT
Art. 20
HOOFDSTUK 4. - OPHEFFINGS- EN SLOTBEPALINGEN
Art. 21-22
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
1963111450 1971033102 1973040304 1977092402 1987007031 1994007035 1994007184 1994007214 1994007215 1994007216 1996007305 1998007150 2002007076 2010007204
HOOFDSTUK 1. [1 - De dienstnemings-, of nieuwe dienstnemingsakte van de militairen die een loopbaan van beperkte duur vervullen]1
----------
(1)
Artikel 1.De dienstnemings- of nieuwe dienstnemingsakte van de militairen die een [1 loopbaan van beperkte duur vervullen,]1 wordt opgemaakt volgens het model in bijlage 1 bij dit besluit.
----------
(1)<MB 2018-08-28/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 23-09-2018>
HOOFDSTUK 2. - DE DIENSTNEMINGSAKTE VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET RESERVEKADER
Art.2. De dienstnemingsakte in de hoedanigheid van kandidaat-militair van het reservekader wordt opgemaakt volgens het model in bijlage 2 bij dit besluit.
HOOFDSTUK 3. - WIJZIGINGSBEPALING
Afdeling 1. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 31 MAART 1971 BETREFFENDE DE SAMENSTELLING EN DE WERKING VAN DE BEVORDERINGSCOMITES
Art.3. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 31 maart 1971 betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 8°, vervangen bij het ministerieel besluit van 7 september 2007, worden de woorden "16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever" vervangen door de woorden "28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht";
2° in paragraaf 1, 10°, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, worden de woorden "20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de krijgsmacht" vervangen door de woorden "28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht";
3° paragraaf 2, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 september 2004 en 7 september 2007, wordt opgeheven.
Art.4. in artikel 3, eerste lid, en 4, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden ", de vice-chef defensie" opgeheven.
Art.5. In de artikelen 5, eerste lid, 1°, 6, 1°, 10, § 1, a., 1°, 10bis, eerste lid, a., 1°, 12, eerste lid, a., 1°, 13, § 1, a., 1°, 14, eerste lid, 1°, en 14bis, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de vice-chef defensie" opgeheven.
Afdeling 2. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 3 APRIL 1973 BETREFFENDE DE ONDERSCHEIDINGSTEKENS WELKE GEDRAGEN WORDEN DOOR DE OFFICIEREN GESPROTEN UIT DE KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL EN DE LEERLINGEN VAN DEZE SCHOOL
Art.6. In de artikelen 1, §§ 1 en 2, 2, §§ 1 en 2, en in de bijlage van het ministerieel besluit van 3 april 1973 betreffende de onderscheidingstekens welke gedragen worden door de officieren gesproten uit de koninklijke militaire school en de leerlingen van deze school worden de woorden "koninklijke militaire school" vervangen door de woorden "Koninklijke Militaire School".
Afdeling 3. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 11 AUGUSTUS 1994 BETREFFENDE DE DIENSTNEMINGEN EN WEDERDIENSTNEMINGEN VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER
Art.7. De artikelen 1 en 2 van het ministerieel besluit van 11 augustus 1994 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de kandidaat-militairen van het actief kader worden opgeheven.
Art.8. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het woord "2" vervangen door de woorden "bij dit besluit"
Art.9. De bijlage 1 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.10. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 2, vervangen bij het ministerieel besluit van 10 juli 2000, vervangen door de bijlage 3 gevoegd bij dit besluit.
Afdeling 4. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 11 AUGUSTUS 1994 BETREFFENDE DE WERVING EN DE VORMING VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER
Art.11. Het opschrift van het ministerieel besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, wordt vervangen als volgt :
"Ministerieel besluit betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader".
Art.12. In hetzelfde besluit worden opgeheven :
1° de artikelen 1 en 2;
2° artikel 3, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 oktober 2002;
3° de artikelen 3bis tot 3quinquies, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 7 oktober 2002;
4° artikel 4, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 oktober 2002;
5° artikel 16, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 7 oktober 2002.
Afdeling 5. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 13 DECEMBER 1995 BETREFFENDE DE ADVIEZEN OVER DE KANDIDATUUR VOOR DE BEVORDERING VAN DE ONDEROFFICIEREN EN BETREFFENDE DE SAMENSTELLING EN DE WERKING VAN DE BEVORDERINGSCOMITES
Art.13. In artikel 14 van het ministerieel besluit van 13 december 1995 betreffende de adviezen over de kandidatuur voor de bevordering van de onderofficieren en betreffende de samenstelling en de werking van de bevorderingscomités worden de volgend wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 8°, vervangen bij het ministerieel besluit van 7 september 2007, worden de woorden "16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever" vervangen door de woorden "28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht";
2° in paragraaf 1, 10°, vervangen bij het ministerieel besluit van 23 september 2004, worden de woorden "20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de krijgsmacht" vervangen door de woorden "28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht";
3° paragraaf 2, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 23 september 2004 en 7 september 2007, wordt opgeheven.
Art.14. In artikel 27, vierde lid, en 29, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "3, § 3" vervangen door de woorden "3, § 4".
Afdeling 6. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 14 MAART 2002 BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE HULPOFFICIEREN EN KANDIDAAT-HULPOFFICIEREN
Art.15. Het opschrift van het ministerieel besluit van 14 maart 2002 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren, wordt vervangen als volgt :
"Ministerieel besluit betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten.".
Art.16. De artikelen 1 tot 5 van hetzelfde besluit worden opgeheven. .
Art.17. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 6. De klassering voor het bepalen van de betrekkelijke anciënniteit van de hulpofficieren piloten die op dezelfde datum in de graad van onderluitenant benoemd worden, bedoeld in artikel 8, § 2, van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulp-officieren en kandidaat-hulpofficieren piloten, gebeurt op grond van het globaal resultaat dat bekomen wordt bij de professionele vorming van militair piloot, de algemene en militaire vorming van officier en de evaluatieperiode.
De belangrijkheidcoëfficiënten van de vormingen en de evaluatieperiode bedoeld in het eerste lid zijn :
1° voor de professionele vorming tot militair piloot : 50;
2° voor de algemene en militaire vorming tot officier : 30;
3° voor de evaluatieperiode : 20. ".
Art.18. Artikel 7 van het van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 7. Het selectiecomité voor de overgang van de hulpofficieren piloten tot de categorie van de beroepsofficieren van niveau A of van niveau B, bedoeld in artikel 20 van het voornoemd koninklijk besluit van 2 september 1978, wordt samengesteld uit de volgende leden, of hun plaatsvervanger :
1° een opper- of hoofdofficier belast met het beheer van het varend personeel, aangewezen door de directeur-generaal human resources, als voorzitter;
2° de commandant van de luchtcomponent of een door hem aangeduid hoofdofficier;
3° twee officieren van de luchtcomponent, aangewezen door de commandant van de luchtcomponent.
Bovendien wijst de voorzitter een secretaris aan die niet stemgerechtigd is.
Minstens twee leden van het selectiecomité moeten houder zijn van het hoger brevet van piloot. ".
Art.19. In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen door de bijlage 4 gevoegd bij dit besluit.
Afdeling 7. - WIJZIGING VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 29 JUNI 2010 TOT VASTSTELLING VAN DE DIENSTNEMINGS- EN WEDERDIENSTNEMINGSAKTE VAN DE MILITAIR DIE EEN VRIJWILLIGE MILITAIRE INZET VERVULT
Art.20. In het ministerieel besluit van 29 juni 2010 tot vaststelling van de dienstnemings- en weder-dienstnemingsakte van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult wordt de bijlage vervangen door de bijlage 5 gevoegd bij dit besluit.
HOOFDSTUK 4. - OPHEFFINGS- EN SLOTBEPALINGEN
Art.21. Worden opgeheven :
1° het ministerieel besluit van 14 november 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het aktief kader van de krijgsmacht, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 augustus 1964, 21 september 1966, 26 augustus 1968, 13 november 1969, 15 juni 1970, 18 juni 1973, 13 maart 1974, 27 mei 1975, 22 februari 1977, 24 september 1977, 27 december 1977, 9 oktober 1978, 7 oktober 1980, 30 september 1981, 6 januari 1985, 22 juni 1987, 7 juli 1993, 11 augustus 1994, 8 januari 1998, 16 april 1998, het koninklijk besluit van 9 juni 1999, de ministeriële besluiten van 20 december 1999, 14 maart 2002, 8 april 2003, 20 augustus 2003, het koninklijk besluit van 21 december 2005 en het ministerieel besluit van 8 februari 2009;
2° het ministerieel besluit van 24 september 1977 betreffende het statuut van het militair personeel van het tijdelijk kader van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 9 oktober 1978, 27 april 1981, 23 maart 1984, 6 januari 1985, 9 september 1987 en 7 juli 1989, wordt opgeheven.
3° het ministerieel besluit van 11 januari 1987 betreffende de uitvoering van het ambt en de dienstprestaties van de militairen beneden de rang van officier van de actieve kaders van de land-, lucht-, en van de zeemacht en van de medische dienst, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 29 april 1987, 1 september 1989, 24 december 1990 en het koninklijk besluit van 4 juli 1994;
4° het ministerieel besluit van 8 februari 1994 betreffende de voortge-zette vorming van de lagere officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven, door de beroepsofficieren van de krijgsmacht af te leggen met het oog op de bevordering tot de graad van majoor of tot een gelijkwaardige graad, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 maart 1996, 18 maart 1997, 29 januari 1998 en 7 oktober 2002;
5° het ministerieel besluit van 6 juli 1994 betreffende de overgang van de vrijwilligers en kan-didaat-vrijwilligers van niveau 4 naar niveau 3, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 11 au-gustus 1994;
6° het ministerieel besluit van 11 augustus 1994 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de militairen korte termijn, gewijzigd bij ministerieel besluit van 10 juli 2000;
7° het ministerieel besluit van 20 juli 1998 betreffende de voortgezette vorming van de hoofdofficieren van het actief kader van de Krijgsmacht.
Art.22. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2013.
BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Dienstnemingsakte in de hoedanigheid van kandidaatmilitair BDL - Nieuwe dienstnemingsakte in de hoedanigheid van militair BDL]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-09-2018, p. 70718)
----------
(1)<MB 2018-08-28/03, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 23-09-2018>
Art. N2.[1 Dienstnemingsakte in de hoedanigheid kandidaat-reservemilitair
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-01-2016, p. 1055-1058)]1
----------
(1)<MB 2015-11-30/15, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art. N3. Bijlage 3. - Dienstnemings- wederdienstnemings, of nieuwe dienstnemingsakte in de hoedanigheid kandidaat-beroepsmilitair
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2013, p. 103667-10670)
Art. N4. Bijlage 4. - Dienstnemingsakte in de hoedanigheid kandidaat-hulpofficier - Verlengingsakte van een dienstneming in de hoedanigheid van hulpofficier
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2013, p. 103675-10678)
Art. N5. Bijlage 5. - Dienstnemings- of wederdienstnemingsakte in de hoedanigheid van militair in vrijwillige militaire inzet
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2013, p. 103683-10686)