30 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit houdende diverse maatregelen betreffende de selectie van het Rijkspersoneel
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut
Art. 6
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt
Art. 7-11
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel
Artikel 1. Artikel 6bis van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 1969, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2008, wordt vervangen als volgt :
" Art. 6bis. De bevoegde minister of de voorzitter van het directiecomité bepaalt welke vacant geworden betrekking wordt toegekend en volgens welke procedure.
In het geval van een betrekking in de klassen A2 tot A5 wordt er beroep gedaan :
- hetzij gelijktijdig op de mobiliteit en op de bevordering naar de hogere klasse;
- hetzij alleen op de bevordering naar de hogere klasse van de rijksambtenaren van de betrokken federale overheidsdienst.
Voor de betrekkingen in de klassen A2 tot A4, wanneer de keuze wordt gemaakt de betrekking gelijktijdig aan de mobiliteit en aan de bevordering naar de hogere klasse, zonder zich te beperken tot de rijksambtenaren van de betrokken federale overheidsdienst, kan de bevoegde minister of de voorzitter van het directiecomité echter ook tegelijkertijd een beroep doen op de aanwerving.
De betrekking kan altijd worden toegekend door overgang naar het hogere niveau, als ze voor een dergelijke toekenning in aanmerking komt.
Voor de klassen A3 en A4 kan er niet enkel een beroep gedaan worden op de aanwerving. Voor de klasse A2, in afwijking van het tweede lid, kan er enkel beroep gedaan worden op de aanwerving.
Wanneer de betrekking wordt toegekend overeenkomstig de regels inzake aanwerving wordt van de kandidaten een nuttige ervaring voor de functie geëist van zes jaar voor de klasse A3 en van negen jaar voor de klasse A4. "
Art.2. Artikel 16bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 juni 1960 en hersteld bij het koninklijk besluit van 22 december 2000, wordt aangevuld met twee leden opgesteld als volgt :
" In afwijking van het derde lid beschikken de kandidaten over minimum zeven kalenderdagen om zich kandidaat te stellen, als de oproep functies beoogt waarvoor een kortere termijn meer potentiële kandidaten kan aantrekken.
De afgevaardigd bestuurder stelt de lijst ervan op en publiceert hem in het Belgisch Staatsblad. "
Art.3. Artikel 20 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 april 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2008, wordt vervangen als volgt :
" Art. 20. § 1. Een vergelijkende selectie is de selectie die, op basis van een functiebeschrijving en het competentieprofiel, georganiseerd wordt op initiatief van de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de federale overheid of op aanvraag van de minister of zijn gemachtigde en leidt tot een rangschikking van de geslaagden.
§ 2. Een vergelijkende selectie kan meerdere opeenvolgende modules van proeven omvatten waarbij de kandidaat enkel tot de volgende module wordt toegelaten op voorwaarde dat hij geslaagd is voor de vorige. In dit geval wordt de rangschikking enkel vastgelegd op basis van de resultaten van de laatste module.
Indien meerdere vergelijkende selecties binnen eenzelfde niveau een module gemeenschappelijk hebben, geeft de afgevaardigd bestuurder de geslaagden een vrijstelling voor deze module wanneer ze deelnemen aan een andere vergelijkende selectie. Deze vrijstelling wordt ook toegekend aan de personen die geslaagd zijn voor de zelfde module in het kader van de selectietest bedoeld in artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten. De afgevaardigd bestuurder bepaalt de geldigheidsduur van de vrijstelling bij de betekening van het resultaat. Deze bedraagt minimaal twee jaar.
Een kandidaat die niet geslaagd is voor een module van een vergelijkende selectie wordt gedurende een periode van zes maanden, te rekenen vanaf de datum van het afleggen van deze proef, uitgesloten van het opnieuw afleggen van dezelfde module.
§ 3. Indien een vergelijkende selectie georganiseerd wordt op initiatief van de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de federale overheid of op aanvraag van de minister of zijn gemachtigde, en de aard van de te begeven functie dit vereist, kan een andere minister of zijn gemachtigde op basis van een functiebeschrijving en een competentieprofiel een bijkomende vergelijkende proef aanvragen die voor deze functie leidt tot een aparte rangschikking van de geslaagden.
De deelname aan de bijkomende vergelijkende proef is niet verplicht.
De afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de federale overheid stelt in samenspraak met de betrokken voorzitter van het directiecomité, rekening houdend met de rangschikking, het maximum aantal deelnemers aan deze proef vast.
De geslaagden voor deze proef, evenals de kandidaten die niet geslaagd zijn, behouden de rangschikking bedoeld in § 1.
Voor de aanwerving is de minister of zijn gemachtigde gebonden door de in het eerste lid bedoelde rangschikking.
§ 4. De vergelijkende selecties worden georganiseerd voor de benoeming in de klassen A1 tot A4 en in de graden van de niveaus B, C en D. " .
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 20ter ingevoegd, luidende :
" Art. 20ter. In afwijking van artikel 20, § 1, leiden de vergelijkende selecties voor functies behorende tot de klassen A3 en A4, alsook die voor functies behorende tot de klasse A2, als die ook of enkel openstaan voor de rijksambtenaren van de klasse A1 die kandidaat zijn voor een bevordering, tot de samenstelling van een groep geslaagden, die onderling niet gerangschikt zijn, bestaande uit de personen die werden beoordeeld als zijnde degenen die het best aan de functiebeschrijving en het competentieprofiel beantwoorden.
Hetzelfde geldt voor de bevorderingen in de klasse A5.
De betrokken voorzitter van het directiecomité bepaalt het maximum aantal geslaagden op basis van het aantal vacante betrekkingen per functie. Dat maximum aantal moet hoger zijn dan het aantal vacante betrekkingen en mag in geen geval minder zijn dan zes.
De oproep tot kandidaten vermeldt het aantal toe te kennen betrekkingen en het maximum aantal geslaagden.
In afwijking van artikel 20, § 2, kent de afgevaardigd bestuurder van SELOR de kandidaten voor de bevordering of voor een federale mobiliteit een vrijstelling toe voor een of meerdere modules, behalve voor de laatste module.
SELOR bezorgt de resultaten van de vergelijkende selectie aan de voorzitter van het directiecomité. "
Art.5. Artikel 74 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt hersteld als volgt :
" Art. 74. § 1. In afwijking van artikel 72 en van de artikelen 26bis, 27bis, 32 en 34, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel worden de rijksambtenaren die kandidaat zijn voor een bevordering naar de hogere klasse door SELOR gerangschikt als geslaagden en niet-geslaagden, in het kader van de procedure van de vergelijkende selectie bedoeld in artikel 20ter.
De rijksambtenaren die kandidaat zijn voor een bevordering moeten echter niet aan de diplomavoorwaarde voldoen.
§ 2. De voorzitter van het directiecomité legt de door SELOR bezorgde lijst van geslaagden voor aan het directiecomité, alsook de gemotiveerde adviezen van SELOR over elke geslaagde.
Het directiecomité rangschikt de geslaagden volgens hun aanspraken en verdiensten, in verhouding tot de vereisten van de uit te oefenen functie.
Het directiecomité kan de geslaagden horen.
Het directiecomité kan ook beslissen om geen enkel bevorderingsvoorstel te doen.
§ 3. Dit artikel is niet van toepassing als de betrekking alleen toegekend wordt door bevordering naar de hogere klasse van de rijksambtenaren van de betrokken federale overheidsdienst. "
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut
Art.6. Artikel 6bis van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2008 wordt vervangen als volgt :
" Art. 6bis. Artikel 6bis moet als volgt worden gelezen :
" Art. 6bis. De benoemende overheid bepaalt welke vacant geworden betrekking wordt toegekend en volgens welke procedure.
In het geval van een betrekking in de klassen A2 tot A5 wordt beroep gedaan :
- hetzij gelijktijdig op de mobiliteit en op de bevordering naar de hogere klasse;
- hetzij alleen op de bevordering naar de hogere klasse van de ambtenaren van de betrokken instelling.
Voor de betrekkingen in de klassen A2 tot A4, wanneer de keuze wordt gemaakt de betrekking gelijktijdig aan de mobiliteit en aan de bevordering naar de hogere klasse, zonder zich te beperken tot de ambtenaren van de betrokken instelling, kan de benoemende overheid echter ook tegelijkertijd een beroep doen op de aanwerving.
De betrekking kan echter altijd worden toegekend door overgang naar het hogere niveau, als ze voor een dergelijke toekenning in aanmerking komt.
Voor de klassen A3 en A4 kan er niet enkel een beroep gedaan worden op de aanwerving. Voor de klasse A2, kan er, in afwijking van het tweede lid, enkel beroep gedaan worden op de aanwerving.
Wanneer de betrekking wordt toegekend overeenkomstig de regels inzake aanwerving wordt van de kandidaten een nuttige ervaring voor de functie geëist van zes jaar voor de klasse A3 en van negen jaar voor de klasse A4. "
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt
Art.7. In artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° 1° wordt aangevuld als volgt : " Er kan een nuttige ervaring geëist worden, gebonden aan de functiebeschrijving en aan het competentieprofiel. "
2° het lid wordt aangevuld als volgt :
" 3° ofwel in antwoord op een oproep tot kandidaten in het kader van een vergelijkende selectie die voor iedereen openstaat. In dit geval, geeft de afgevaardigd bestuurder van SELOR vrijstelling van één of meerdere modules. "
Art.8. Artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" SELOR slaat de gegevens van de aanvragen die op basis van artikel 5, eerste lid, 2°, zijn ingediend in een databank op. "
Art.9. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" Voor de kandidaturen die op basis van artikel 5, eerste lid, 3°, zijn ingediend, krijgen de geslaagden een plaats, volgens hun rangschikking, in de volledige lijst van geslaagden van de vergelijkende selectie. "
Art.10. Dit besluit treedt in werking tien dagen na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad met uitzondering van de bepalingen betreffende de vrijstellingen welke uitwerking hebben met ingang van 1 maart 2012.
Art. 11. De Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken en de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.