8 JULI 2011. - Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2011(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-07-2011 en tekstbijwerking tot 29-05-2019)
HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Onderwijs
Afdeling 1. - Basisonderwijs
Art. 2-4
Afdeling 2. - Secundair onderwijs
Art. 5-7
Afdeling 3. - Stelsel van leren en werken
Art. 8-11
Afdeling 4. - Kwaliteit van onderwijs
Art. 12
Afdeling 5. - Begeleiders autismespectrumstoornissen
Art. 13
HOOFDSTUK 3. - Vlaams Stedenfonds
Art. 14
HOOFDSTUK 4. - Besparing index werking beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Art. 15
HOOFDSTUK 5. - Gezondheidszorg
Art. 16
HOOFDSTUK 6. - Knelpuntdossiers VAPH en FJW
Art. 17
HOOFDSTUK 7. - Fonds CCP-ECP
Art. 18
HOOFDSTUK 8. - Fonds voor Landinrichting en Natuurlijke rijkdommen
Art. 19-20
HOOFDSTUK 9. - Fonds voor de behandeling van de erkenningsaanvragen en de uitoefening van het toezicht op de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu
Art. 21
HOOFDSTUK 10. - Overdracht gronden NV Aquafin
Art. 22
HOOFDSTUK 11. - Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur
Art. 23
HOOFDSTUK 12. - Brabo II
Art. 24
HOOFDSTUK 13. - Waarborg NV Vlaamse Havens
Art. 25
HOOFDSTUK 14. - Administratieve sancties opgelegd door het Vlaams Energieagentschap
Art. 26
HOOFDSTUK 15. - Slotbepalingen
Art. 27
1990030576 1995035716 1997035456 1998035917 2003035124 2008036032 2008036457 2008203342 2009035499 2009035580 2009035790 2009202316 2010036008 2011A35474
HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Onderwijs
Afdeling 1. - Basisonderwijs
Art.2. Aan artikel 85 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 6. Indien het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar waarin de werkingsmiddelen voor het betrokken schooljaar zijn opgenomen aanleiding geeft tot meer middelen voor de schoolbesturen van het gesubsidieerd gewoon basisonderwijs of de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs, dan worden deze bijkomende middelen uitbetaald binnen de twee maanden na de bekrachtiging door de Vlaamse Regering van betrokken decreet. "
Art.3. Aan artikel 86 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 6. Indien het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar waarin de werkingsmiddelen voor het betrokken schooljaar zijn opgenomen aanleiding geeft tot meer middelen voor de schoolbesturen van het gesubsidieerd buitengewoon basisonderwijs of de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs, dan worden deze bijkomende middelen uitbetaald binnen de twee maanden na de bekrachtiging door de Vlaamse Regering van betrokken decreet. "
Art.4. In artikel 112bis van hetzelfde decreet worden de woorden "en het schooljaar 2010-2011" vervangen door de woorden ", 2010-2011 en 2011-2012".
Afdeling 2. - Secundair onderwijs
Art.5. Aan artikel 249 van de Codex Secundair Onderwijs wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 6. Indien het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar waarin de werkingsmiddelen voor het betrokken schooljaar zijn opgenomen aanleiding geeft tot meer middelen voor de schoolbesturen van het gesubsidieerd gewoon secundair onderwijs of de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs, dan worden deze bijkomende middelen uitbetaald binnen de twee maanden na de bekrachtiging door de Vlaamse Regering van betrokken decreet. "
Art.6. Aan artikel 329 van dezelfde codex wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 6. Indien het decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar waarin de werkingsmiddelen voor het betrokken schooljaar zijn opgenomen aanleiding geeft tot meer middelen voor de schoolbesturen van het gesubsidieerd buitengewoon secundair onderwijs of de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs, dan worden deze bijkomende middelen uitbetaald binnen de twee maanden na de bekrachtiging door de Vlaamse Regering van betrokken decreet. "
Art.7. In artikel 290 van dezelfde codex worden telkens de woorden "en 2010-2011" vervangen door de woorden ", 2010-2011 en 2011-2012".
Afdeling 3. - Stelsel van leren en werken
Art.8. In artikel 89 van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de getallen "3,80" en "2,85" respectievelijk vervangen door de getallen "3,66" en "2,69";
2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art.9. Artikel 95 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 95. § 1. Onverminderd het in paragraaf 2 gestelde, wordt het maximum aantal subsidieerbare en gegarandeerde deelnemersuren per schooljaar voor de organisatie van persoonlijke ontwikkelingstrajecten, voor de respectieve centra voor deeltijdse vorming en gespreid over de werkingsgebieden van de regionale overlegplatformen als vermeld in artikel 103, als volgt bepaald :
1° werkingsgebied regionaal overlegplatform Antwerpen :
a) Arktos : 56.843,50;
b) Lejo : 37.878,00;
2° werkingsgebied regionaal overlegplatform Brugge :
Groep Intro : 13.593,60;
3° werkingsgebied regionaal overlegplatform Brussel :
a) Foyer : 42.744,10;
b) Groep Intro : 8.310,10;
4° werkingsgebied regionaal overlegplatform Gent :
a) De Werf : 27.448,10;
b) Groep Intro : 24.152,60;
c) Lejo : 23.614,60;
5° werkingsgebied regionaal overlegplatform Halle-Vilvoorde :
Groep Intro : 6.869,10;
6° werkingsgebied regionaal overlegplatform Kempen :
Arktos : 32.176,40;
7° werkingsgebied regionaal overlegplatform Leuven :
Arktos : 30.858,50;
8° werkingsgebied regionaal overlegplatform Limburg :
a) Arktos : 35.687,40;
b) Groep Intro : 22.157,80;
9° werkingsgebied regionaal overlegplatform Mechelen :
Arktos : 22.631,90;
10° werkingsgebied regionaal overlegplatform Meetjesland :
Groep Intro : 7.664,50;
11° werkingsgebied regionaal overlegplatform Midden-West-Vlaanderen :
Groep Intro : 6.941,40;
12° werkingsgebied regionaal overlegplatform Oostende :
Groep Intro : 14.871,60;
13° werkingsgebied regionaal overlegplatform Waas & Dender :
Groep Intro : 26.247,30;
14° werkingsgebied regionaal overlegplatform Westhoek :
Groep Intro : 10.629,10;
15° werkingsgebied regionaal overlegplatform Zuid-Oost-Vlaanderen :
a) De Werf : 10.749,15
b) Groep Intro : 19.619,55;
16° werkingsgebied regionaal overlegplatform Zuid-West-Vlaanderen :
a) Aura : 56.262,10;
b) Groep Intro : 5.376,00.
§ 2. Indien tijdens een bepaald schooljaar het door een centrum voor deeltijdse vorming georganiseerd aantal deelnemersuren minder dan 85 % bedraagt van het maximum aantal subsidieerbare deelnemersuren, dan kan vanaf het daaropvolgend schooljaar het maximum aantal gesubsidieerde deelnemersuren voor dat centrum verminderd worden tot maximum 85 % van het aantal gegarandeerde deelnemersuren. Het op die wijze vrijgekomen aantal uren kan door de Vlaamse Regering geheel of gedeeltelijk worden aangewend om nieuwe behoeften te dekken bij bestaande of nieuwe centra voor deeltijdse vorming.
§ 3. De uitbetaling van de subsidies voor een bepaald schooljaar gebeurt door middel van een eerste schijf in het begin van de maand februari van het schooljaar in kwestie en een tweede schijf in de loop van de maand oktober daaropvolgend.
§ 4. De berekening van de subsidies per centrum voor deeltijdse vorming is als volgt :
1° de eerste schijf bedraagt 75 % van het maximum aantal subsidieerbare deelnemersuren, vermenigvuldigd met het door de Vlaamse Regering vastgelegde bedrag per deelnemersuur;
2° de tweede schijf wordt berekend door het aantal georganiseerde deelnemersuren te vermenigvuldigen met het door de Vlaamse Regering vastgelegde bedrag per deelnemersuur en dit resultaat te verminderen met het bedrag van de eerste schijf. Indien dit saldo negatief is, wordt tot terugvordering ervan overgegaan.
§ 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder georganiseerd aantal deelnemersuren verstaan : het, voor alle jongeren van een centrum voor deeltijdse vorming samen, totaal aantal uren dat een jongere opgenomen is in een persoonlijk ontwikkelingstraject, te rekenen vanaf de datum van het gemotiveerd verslag van het centrum voor leerlingenbegeleiding als vermeld in artikel 62, tot en met de laatste lesdag waarin het persoonlijk ontwikkelingstraject wordt gevolgd. "
Art.10. In hetzelfde decreet wordt een artikel 95bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 95bis. Voor het schooljaar 2010-2011 wordt het subsidiebedrag van een centrum voor deeltijdse vorming opgetrokken tot het subsidiebedrag voor het schooljaar 2009-2010 in het geval dat de berekening, met toepassing van de voor het schooljaar 2010-2011 vigerende bepalingen, tot een lager resultaat leidt. "
Art.11. In artikel 106 van hetzelfde decreet worden in punt 5° de woorden "persoonlijke ontwikkelingstrajecten," opgeheven.
Afdeling 4. - Kwaliteit van onderwijs
Art.12. In artikel 28 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1/1 wordt vervangen door wat volgt :
" § 1/1. Voor 2009, 2010 en 2011 wordt het krediet, vermeld in paragraaf 1, respectievelijk vastgelegd op 748.000 euro, 692.000 euro en 467.000 euro. Vanaf het begrotingsjaar 2012 bedraagt het krediet 622.000 euro (exclusief indexering). ";
2° in paragraaf 2 wordt de zin "Het krediet dat vastgelegd werd voor 2011, vermeld in § 1/1, volgt vanaf 2012 de evolutie van de gezondheidsindex. " vervangen door de zin "Het krediet dat vastgelegd wordt vanaf 2012, vermeld in paragraaf 1/1, volgt vanaf 2012 de evolutie van de gezondheidsindex. ".
Afdeling 5. - Begeleiders autismespectrumstoornissen
Art.13. In artikel XI.8 van het decreet van 4 juli 2008 betreffende het onderwijs XVIII, gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, worden de woorden "en 2010-2011" vervangen door de woorden ", 2010-2011 en 2011-2012".
HOOFDSTUK 3. - Vlaams Stedenfonds
Art.14. Artikel 7 van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds, vervangen bij het decreet van 23 december 2010, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 7. Van het vastleggingskrediet, verminderd met de voorafname voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), wordt jaarlijks een bedrag van 630.000 euro vooraf genomen voor vorming, sensibilisering en communicatie. Die voorafname wordt ingeschreven op twee aparte basisallocaties in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap (libellé Communicatie, Sensibilisering en Vorming Stedenbeleid; en libellé ondersteuning van initiatieven in het kader van het Stedenbeleid). "
HOOFDSTUK 4. - Besparing index werking beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Art.15. Artikel 78 van het decreet van 23 december 2010 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011 wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 78. § 1. Voor alle subsidieregelingen binnen de begroting van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt voor alle subsidie-elementen die niet loon zijn en waarvan de evolutie gekoppeld is aan de schommelingen van het prijsindexcijfer dat berekend en toegepast wordt overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, of de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigings-grenzen waarmee rekening dient gehouden te worden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, de sprong in augustus 2010 niet verrekend.
§ 2. Voor de subsidie-elementen, andere dan loonkosten, die op een andere wijze aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, wordt geen indexaanpassing toegekend in 2011.
§ 3. Bovenstaande twee paragrafen zijn niet van toepassing op :
- het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
- de vergoeding betaald aan pleeggezinnen volgens artikel 39 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidie normen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand en op het zakgeld uitbetaald aan minderjarigen volgens artikel 40 van hetzelfde besluit;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 houdende de wijze van vereffening van een vrij besteedbaar bedrag en de toekenning ervan aan de minderjarigen aan wie residentiële jeugdhulpverlening geboden wordt, ter uitvoering van een beschikking van de jeugdrechtbank of van een advies van het bureau voor bijzondere jeugdbijstand, in voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
- artikel 2 en 2bis van het ministerieel besluit van 10 september 2008 betreffende de vergoeding voor aangesloten onthaalouders en diensten voor onthaalouders;
- artikel 49sexies van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, ingevoegd bij het besluit van 17 december 2010;
- het zakgeld dat wordt toegekend voor minderjarigen in diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg. "
HOOFDSTUK 5. - Gezondheidszorg
Art.16. In artikel 2 van het decreet van 7 juli 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998, vervangen bij het decreet van 19 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt tussen de woorden "Brussel-Hoofdstad," en de woorden ", wordt opgericht" de zinsnede "en voor de uitvoering van Europese overeenkomsten" ingevoegd;
2° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt :
" § 2/1. Het Fonds wordt gespijsd met middelen die in uitvoering van Europese overeenkomsten worden betaald. ";
3° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt :
" § 3/1. Ten laste van dit Fonds worden alle soorten uitgaven van de administratie Zorg en Gezondheid aangerekend, zowel voor personeel, als voor werking of uitrusting voor zover deze uitgaven verband houden met de uitvoering van Europese overeenkomsten. "
HOOFDSTUK 6. - Knelpuntdossiers VAPH en FJW
Art.17. In artikel 37 van het decreet van 19 december 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting van 2009, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2009, wordt de zin "Het experiment heeft een maximum looptijd van drie jaar. " vervangen door de zin "Het experiment heeft een maximale looptijd van vijf jaar. ".
HOOFDSTUK 7. - Fonds CCP-ECP
Art.18.[1 Bij het [3 Departement Cultuur, Jeugd en Media]3 wordt een fonds, het `Fonds CED-ECP' genoemd, opgericht, in de zin van [4 artikel 15, § 2, van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019]4.
De middelen van het fonds kunnen uitsluitend aangewend worden voor de kosten die ontstaan in het kader van de werking van de Creative Europe Desk (CED) en het Burgerschapscontactpunt (ECP).
Aan het fonds worden toegewezen de subsidies die in het kader van subsidie-overeenkomsten met de Europese Commissie worden ontvangen ter ondersteuning van de Creative Europe Desk en het Burgerschapscontactpunt (co-financiering) [2 en de middelen die het Vlaams Audiovisueel Fonds ter beschikking stelt van de Creative Europe Desk]2.]1
----------
(1)<DVR 2014-12-19/18, art. 94, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<DVR 2015-12-18/23, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(3)<DVR 2019-03-29/41, art. 53, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
(4)<DVR 2019-03-29/45, art. 147, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK 8. - Fonds voor Landinrichting en Natuurlijke rijkdommen
Art.19. In artikel 23, § 1, van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991, laatst vervangen bij het decreet van 7 juli 1998, wordt aan het tweede lid een punt f) toegevoegd, dat luidt als volgt :
" f) de ontvangsten voortvloeiend uit de toepassing van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond. "
Art.20. In artikel 23, § 1, van hetzelfde decreet, wordt het laatste lid vervangen door wat volgt :
" De Vlaamse Regering beschikt over de kredieten van het Fonds voor Landinrichting en Natuurlijke rijkdommen voor al wat kan dienen in het raam van het beleid inzake de verwezenlijking van de eindafwerking van ontginningsgebieden overeenkomstig het Oppervlaktedelfstoffendecreet, de verplichtingen van het Vlaamse Gewest in uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, ruilverkaveling van landeigendommen en landinrichting, met uitzondering evenwel van de loon- en werkingskosten van de diensten van de Vlaamse Gemeenschap. De effectieve ontvangsten uit gestelde zekerheden kunnen enkel aangewend worden voor uitgaven waarvoor de financiële zekerheden gesteld werden. "
HOOFDSTUK 9. - Fonds voor de behandeling van de erkenningsaanvragen en de uitoefening van het toezicht op de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu
Art.21. § 1. Er wordt een "Fonds voor de behandeling van de erkenningsaanvragen en de uitoefening van het toezicht op de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu" opgericht, hierna genoemd "het Fonds". Het Fonds is een begrotingsfonds in de zin van artikel 45 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.
§ 2. Het Fonds wordt gespijsd met de retributies voor de behandeling van de aanvraag tot erkenning en de uitoefening van het toezicht op de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu die worden geheven in uitvoering van artikel 22novies van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning.
§ 3. De inkomsten van het Fonds kunnen aangewend worden voor alle werkingsuitgaven, voor zover deze uitgaven verband houden met de behandeling van de aanvragen tot erkenning en de uitoefening van het toezicht op de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu.
HOOFDSTUK 10. - Overdracht gronden NV Aquafin
Art.22.
<Opgeheven bij DVR 2018-11-30/14, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 11. - Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur
Art.23. In artikel 10.2.4, § 6, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ingevoegd bij decreet van 9 juli 2010, worden de woorden "de gronden en de bijhorende bouwwerken van rioolwaterzuiveringsinstallaties" vervangen door de woorden "de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur en/of de bijhorende gronden".
HOOFDSTUK 12. - Brabo II
Art.24. In artikel 3, 1°, van het decreet van 24 april 2009 houdende een herfinancieringsgarantie en een doorbetalingsverbintenis met betrekking tot beschikbaarheidsvergoedingen en bepaalde beëindigingsvergoedingen, in het kader van bepaalde Vlaamse pps-projecten van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "drie jaar".
HOOFDSTUK 13. - Waarborg NV Vlaamse Havens
Art.25. In het decreet van 8 mei 2009 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap NV Vlaamse Havens en houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, artikel 8 vervangen door wat volgt :
" Art. 8. De Vlaamse Regering kan bij afzonderlijk besluit aan bepaalde leningen aangegaan door, obligaties uitgegeven door of schulden van de NV Vlaamse Havens en haar dochterondernemingen een gewestwaarborg toekennen. In afwijking van artikel 8 van het decreet van 7 mei 2004 houdende bepalingen inzake kas-, schuld-, en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest wordt de Vlaamse Regering gemachtigd om onder meer de verbrekingskosten op te nemen in deze waarborg. "
HOOFDSTUK 14. - Administratieve sancties opgelegd door het Vlaams Energieagentschap
Art.26. In artikel 13.4.10 van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2 wordt het bedrag "1.000 euro" vervangen door het bedrag "500 euro";
2° in paragraaf 3 wordt het bedrag "1.000 euro" vervangen door het bedrag "500 euro".
HOOFDSTUK 15. - Slotbepalingen
Art. 27. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011, met uitzondering van :
- artikelen 4, 7, 8, 9, 11 en 13, die in werking treden op 1 september 2011;
- artikel 10, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2010;
- artikel 15, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2010;
- artikelen 16 tot en met 23, die in werking treden op de tiende dag na de bekendmakingervan in het Belgisch Staatsblad ;
- artikel 24 heeft uitwerking met ingang van 14 juni 2009.