15 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995, 15 februari 1996, 7 november 1996, waarbij ambtenaren aangesteld werden voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden inzake fiscaliteit
Art. 1-6
Artikel 1. § 1. In artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, worden de woorden " de ontvanger van de Agglomeratie Brussel " vervangen door de woorden " de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken ".
§ 2. In artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, wordt een tweede paragraaf ingevoerd, luidend als volgt :
" § 2. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken. "
Art.2. Artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 4. § 1. De ambtenaar bevoegd voor de inning van de belasting, met het oog op de uitvoering van artikel 40 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de gewestelijke fiscaliteit juncto het artikel 19, § 1, van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, is de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
§ 2. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken. ".
Art.3. § 1. In punt 4° van de eerste paragraaf van het artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 15 februari 1996 tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de vestiging en de invordering van sommige belastingen voorzien in de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, zoals gewijzigd bij besluiten van 11 september 1997, 31 augustus 2000, 30 juni 2005, 14 februari 2008 en 28 april 2011, worden de woorden " de Ontvanger van de Agglomeratie Brussel " vervangen door de woorden " de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken ".
§ 2. Aan artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 februari 1996 tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de vestiging en de invordering van sommige belastingen voorzien in de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, zoals gewijzigd bij de besluiten van 11 september 1997, 31 augustus 2000, 30 juni 2005, 14 februari 2008 en 28 april 2011 wordt een vierde paragraaf toegevoegd, luidend als volgt :
" § 4. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken. ".
Art.4. § 1. In artikel 55 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 november 1996 tot bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater worden de woorden " de Ontvanger van de Agglomeratie Brussel " vervangen door de woorden " de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken ".
§ 2. Aan artikel 55 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 november 1996 tot bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater wordt een tweede paragraaf toegevoegd, luidend als volgt :
" § 2. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken. "
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.
Art. 6. De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 december 2011.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-President,
Ch. PICQUE
De Minister van Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen,
G. VANHENGEL