23 JANUARI 2012. - Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-02-2012 en tekstbijwerking tot 18-12-2023)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Afdeling 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
Afdeling 2. - Definities en toepassing belasting over de toegevoegde waarde
Art. 2-3
Afdeling 3. - Toepassingsgebied
Art. 4
Afdeling 4. - Marktverkenning
Art. 5
Afdeling 5. - Communicatiemiddelen
Art. 6
Afdeling 6. - Technische specificaties en normen
Art. 7-8
Afdeling 7. - Gegevensbeveiliging en bevoorradingszekerheid
Art. 9-10
Afdeling 8. - Varianten, opties en percelen
Art. 11-13
Afdeling 9. - Prijsvaststelling, prijsbestanddelen en prijsherziening
Art. 14-21
Afdeling 10. - Prijsonderzoek
Art. 22
Afdeling 11. - Belangenvermenging en afspraken
Art. 23-24
HOOFDSTUK 2. - Raming opdrachtbedrag
Art. 25-29
HOOFDSTUK 3. - Bekendmaking
Afdeling 1. - Algemene bekendmakingsregels
Art. 30-32
Afdeling 2. - Europese drempels
Art. 33-34
Afdeling 3. - Europese bekendmaking
Art. 35-39
Afdeling 4. - Belgische bekendmaking
Art. 40-42
HOOFDSTUK 4. - Indiening aanvragen tot deelneming en offertes
Afdeling 1. - Termijnen. - Algemene bepalingen
Art. 43-46
Afdeling 2. - Termijnen bij Europese bekendmaking
Art. 47-48
Afdeling 3. - Termijnen bij Belgische bekendmaking
Art. 49-51
Afdeling 4. - Uitnodiging geselecteerden tot indiening offerte
Art. 52
Afdeling 5. - Indieningsrecht en -wijze aanvragen tot deelneming en offertes
Art. 53-58
Afdeling 6. - Verbintenistermijn
Art. 59
HOOFDSTUK 5. - Selectie kandidaten en inschrijvers Toegangsrecht en kwalitatieve selectie
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 60-62
Afdeling 2. - Toegangsrecht
Art. 63-68
Afdeling 3. - Kwalitatieve selectie
Art. 69-84
HOOFDSTUK 6. - Gunning bij aanbesteding en offerteaanvraag
Afdeling 1. - Vorm, inhoud en ondertekening offerte
Art. 85-87
Afdeling 2. - Samenvattende opmeting en inventaris
Art. 88-89
Afdeling 3. - Interpretatie, fouten en leemten
Art. 90-92
Afdeling 4. - Prijsopgave en percelen
Art. 93-94
Afdeling 5. - Indiening offertes
Art. 95-96
Afdeling 6. - Opening offertes
Art. 97-99
Afdeling 7. - Onderzoek en regelmatigheid offertes
Art. 100-104
Afdeling 8. - Gunning opdracht
Art. 105-106
Afdeling 9. - Sluiting opdracht
Art. 107-109
HOOFDSTUK 7. - Gunning bij onderhandelingsprocedure
Afdeling 1. - Specifieke drempels
Art. 110
Afdeling 2. - Verloop en sluiting
Art. 111-114, 114/1, 115
HOOFDSTUK 8. - Gunning bij concurrentiedialoog
Art. 116-119
HOOFDSTUK 9. - Specifieke en aanvullende opdrachten en procedures
Afdeling 1. - Promotieopdracht van werken
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 120-122
Onderafdeling 2. - Opdrachtdocumenten
Art. 123-129
Afdeling 2. - Elektronische veiling
Art. 130-135
Afdeling 3. - Raamovereenkomst
Art. 136-138
Afdeling 4. - Werkenwedstrijd
Art. 139
HOOFDSTUK 10. - Regels toepasselijk op de opdrachten in onderaanneming
Afdeling 1. - Opdrachten in onderaanneming gegund door inschrijvers en opdrachtnemers die geen aanbestedende overheden zijn
Art. 140-147
Afdeling 2. - Opdrachten in onderaanneming die worden gegund door inschrijvers en opdrachtnemers die aanbestedende overheden zijn
Art. 148
Afdeling 3. - Aansprakelijkheid van de inschrijver en van de opdrachtnemer
Art. 149
HOOFDSTUK 11. - Algemene uitvoeringsregels
Art. 150
HOOFDSTUK 12. - Opdrachten geplaatst door aanbestedende entiteiten
Art. 151-152
HOOFDSTUK 13. - Slotbepalingen
Art. 153-156
BIJLAGEN.
Art. N1-N6
2013007173 2013021134 2014021018 2015021093 2017012261 2017031850 2018014389 2018040067 2019042849 2023041874 2023048331
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Afdeling 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van sommige bepalingen van Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG.
Afdeling 2. - Definities en toepassing belasting over de toegevoegde waarde
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;
2° aanbestedende overheid : de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf als bedoeld in artikel 2, 1° en 2°, van de wet;
3° opdracht : de overheidsopdracht en elke overeenkomst en raamovereenkomst omschreven in de artikelen 3 en 4 van de wet;
4° vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking : de onderhandelingsprocedure met bekendmaking waarvoor elke belangstellende aannemer, leverancier of dienstverlener een offerte mag indienen. Deze vorm van onderhandelingsprocedure mag uitsluitend worden aangewend voor de opdrachten die de drempels vermeld in artikel 33 niet bereiken;
5° opdracht tegen globale prijs : de opdracht waarbij een forfaitaire prijs het geheel van de prestaties van de opdracht of van elke post dekt;
6° opdracht tegen prijslijst : de opdracht waarbij de eenheidsprijzen voor de verschillende posten forfaitair zijn en de hoeveelheden, voor zover er hoeveelheden voor de posten worden bepaald, vermoedelijk zijn of worden uitgedrukt binnen een vork. De posten worden verrekend op basis van de werkelijk bestelde en gepresteerde hoeveelheden;
7° opdracht tegen terugbetaling : de opdracht waarbij de prijs van de uitgevoerde prestaties wordt vastgesteld na onderzoek van de gevorderde prijzen op basis van wat de opdrachtdocumenten bepalen over de kostenbestanddelen die mogen worden aangerekend, de berekeningswijze van de kosten en de omvang van de daarop toe te passen verhogingen;
8° gemengde opdracht : de opdracht waarbij de prijsvaststelling gebeurt volgens meerdere soorten bedoeld in de punten 5° tot 7° ;
9° samenvattende opmeting : het opdrachtdocument waarin de prestaties van een opdracht voor werken over verschillende posten worden gefractioneerd en waarbij voor iedere post de hoeveelheid of de prijsvaststelling wordt vermeld;
10° inventaris : het opdrachtdocument waarin de prestaties van een opdracht voor leveringen of diensten over verschillende posten worden gefractioneerd en waarbij voor iedere post de hoeveelheid of de prijsvaststelling wordt vermeld;
11° variante : een alternatieve conceptie- of uitvoeringswijze die hetzij op vraag van de aanbestedende overheid, hetzij op initiatief van de inschrijver wordt ingediend;
12° optie : een bijkomend element dat niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht, dat hetzij op vraag van de aanbestedende overheid, hetzij op initiatief van de inschrijver wordt ingediend;
13° technische specificaties :
a) in geval van een opdracht voor werken : alle technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in de opdrachtdocumenten, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan op objectieve wijze een materiaal, een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit beantwoordt aan het gebruik waarvoor het door de aanbestedende overheid is bestemd. Tot deze kenmerken behoren ook het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat voldoet voor alle gebruik met inbegrip van de toegankelijkheid voor personen met een handicap, en de conformiteitsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, veiligheid of afmetingen, met inbegrip van kwaliteitswaarborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering en productieprocessen en -methoden. Zij omvatten eveneens de voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, de voorwaarden voor proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de aanbestedende overheid bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld;
b) in geval van een opdracht voor leveringen of diensten : een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of dienst, zoals het niveau van kwaliteit, het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat voldoet voor alle gebruik met inbegrip van de toegankelijkheid voor personen met een handicap, en de conformiteitsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, gebruik, veiligheid of afmetingen van het product, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocessen en -methoden, en de procedures voor de conformiteitsbeoordeling;
14° norm : een technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling voor herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming niet verplicht is en die tot een van de volgende categorieën behoort :
a) internationale norm : een norm die door een internationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
b) Europese norm : een norm die door een Europese normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
c) nationale norm : een norm die door een nationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
15° defensienorm : een technische specificatie waarvan de inachtneming niet verplicht is en die is goedgekeurd door een normalisatie-instelling die gespecialiseerd is in de opstelling van technische specificaties voor herhaalde of voortdurende toepassing op defensiegebied;
16° Europese technische goedkeuring : een gunstige technische beoordeling gesteund op de bevinding dat aan de essentiële eisen wordt voldaan waarbij een product, gezien zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik ervan vastgestelde voorwaarden, geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden. De Europese technische goedkeuring wordt verleend door een daartoe door de lidstaat erkende instelling;
17° gemeenschappelijke technische specificaties : technische specificaties die zijn opgesteld volgens een door de lidstaten erkende procedure die in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt;
18° technisch referentiekader : ieder ander product dan de officiële normen, dat door de Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de ontwikkeling van de marktbehoeften zijn aangepast;
19° uitvoeringverordening (EU) nr 842/2011 : de Uitvoeringsverordening (EU) nr 842/2011 van de Commissie van 19 augustus 2011 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1564/2005.
Art.3. Elk bedrag vermeld in dit besluit is een bedrag zonder belasting over de toegevoegde waarde.
Afdeling 3. - Toepassingsgebied
Art.4. Dit besluit is toepasselijk op de overheidsopdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 2 van de wet vallen en volgens de bepalingen van artikel 151 van dit besluit, op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 3 van dezelfde wet vallen.
Afdeling 4. - Marktverkenning
Art.5. De aanbestedende overheid mag vóór het aanvatten van een gunningsprocedure de markt verkennen met het oog op het opstellen van de opdrachtdocumenten en -specificaties, op voorwaarde dat die marktverkenning niet tot een verhindering of een vertekening van de mededinging leidt.
Afdeling 5. - Communicatiemiddelen
Art.6. § 1. Ongeacht of elektronische middelen worden gebruikt of niet, vindt de mededeling, uitwisseling en opslag van informatie op zodanige wijze plaats dat :
1° de integriteit van de gegevens wordt gewaarborgd;
2° de vertrouwelijkheid van de aanvragen tot deelneming en van de offertes wordt gewaarborgd, en dat de aanbestedende overheid pas bij het verstrijken van de uiterste termijn kennisneemt van de inhoud ervan.
§ 2. Elk schriftelijk stuk dat met elektronische middelen werd opgesteld en dat in de ontvangen versie een macro, computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, kan in een veiligheidsarchief worden opgenomen en, voor zover dit technische noodzakelijk is, als niet ontvangen worden beschouwd. Indien het stuk geen aanvraag tot deelneming of offerte betreft en onverminderd artikel 54, § 1, 2°, wordt de afzender daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht.
§ 3. De aanbestedende overheid kan het gebruik van elektronische middelen toestaan voor het uitwisselen, in de loop van de procedure, van schriftelijke stukken, andere dan aanvragen tot deelneming en offertes. De kandidaat of de inschrijver kunnen dit gebruik eveneens toestaan.
In geval van toepassing van het eerste lid en wanneer een bepaling van dit besluit voorschrijft dat een verzending plaatsvindt of wordt bevestigd per aangetekende brief, gebeurt dit met ontvangstmelding.
Afdeling 6. - Technische specificaties en normen
Art.7.§ 1. Overeenkomstig artikel 40, eerste lid, van de wet, neemt de aanbestedende overheid de technische specificaties op in de opdrachtdocumenten.
Onverminderd de verplichte nationale technische voorschriften, inclusief degene die betrekking hebben op productveiligheid, en de technische eisen waaraan België uit hoofde van internationale normalisatieovereenkomsten moet voldoen om de krachtens deze overeenkomsten vereiste interoperabiliteit te garanderen, en op voorwaarde dat zij verenigbaar zijn met het recht van de Europese Unie, worden de technische specificaties aangegeven :
a) hetzij door verwijzing naar de technische specificaties als bedoeld in artikel 2, 13°, en in volgorde van voorkeur naar :
- civiele nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet,
- Europese technische goedkeuringen,
- gemeenschappelijke civiele technische specificaties,
- civiele nationale normen waarin internationale normen zijn omgezet,
- andere internationale civiele normen,
- andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen, of, bij ontstentenis daarvan, andere nationale civiele normen, nationale technische goedkeuringen dan wel nationale technische specificaties inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van werken en het gebruik van producten,
- civiele technische specificaties die afkomstig zijn van de sector en in de sector algemeen worden erkend, of
- nationale "defensienormen" als omschreven in artikel 2, 15°, en soortgelijke specificaties voor militair materiaal.
Iedere verwijzing gaat vergezeld van de woorden "of gelijkwaardig";
b) hetzij in termen van prestatie-eisen of functionele eisen. Deze kunnen milieukenmerken omvatten. Zij moeten echter zo nauwkeurig zijn dat de inschrijvers in staat zijn het voorwerp van de opdracht te bepalen en de aanbestedende overheid in staat is de opdracht te gunnen;
c) hetzij in de onder b) bedoelde termen van prestatie-eisen of functionele eisen, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze prestatie-eisen of functionele eisen wordt verwezen naar de onder a) bedoelde specificaties;
d) hetzij door verwijzing naar de onder a) bedoelde specificaties voor bepaalde kenmerken, en naar de onder b) bedoelde prestatie-eisen of functionele eisen voor andere kenmerken.
§ 2. Wanneer de aanbestedende overheid gebruik maakt van de mogelijkheid te verwijzen naar de in § 1, a), bedoelde specificaties, kan ze echter geen offerte weren met als reden dat de aangeboden producten en diensten niet beantwoorden aan de specificaties waarnaar zij heeft verwezen, indien de inschrijver, tot voldoening van de aanbestedende overheid, in zijn offerte met elk passend middel aantoont dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de eisen van de technische specificaties.
Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie.
§ 3. Wanneer de aanbestedende overheid gebruik maakt van de in § 1, b), geboden mogelijkheid prestatie-eisen of functionele eisen te stellen, mag ze geen aanbod van werken, producten of diensten afwijzen die beantwoorden aan een nationale norm waarin een Europese norm is omgezet, aan een Europese technische goedkeuring, aan een gemeenschappelijke technische specificatie, aan een internationale norm, of aan een door een Europese normalisatie-instelling opgesteld technisch referentiesysteem, wanneer deze specificaties betrekking hebben op de prestaties of functionele eisen die ze heeft voorgeschreven.
De inschrijver toont, tot voldoening van de aanbestedende overheid, in zijn offerte met elk passend middel aan dat de aan de norm beantwoordende werken, producten of diensten aan de prestatie-eisen of functionele eisen van de aanbestedende overheid voldoen.
Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie.
§ 4. Een aanbestedende overheid die milieukenmerken voorschrijft door verwijzing naar prestatie-eisen of functionele eisen, zoals bepaald in § 1, b), kan gebruik maken van de gedetailleerde specificaties of, zo nodig, van gedeelten daarvan, zoals vastgesteld in Europese, (pluri)nationale milieukeuren of in een andere milieukeur, voor zover :
a) deze geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van de leveringen of diensten waarop de opdracht betrekking heeft;
b) de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens;
c) de milieukeuren aangenomen zijn via een proces waaraan alle betrokkenen, zoals regeringsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties hebben kunnen deelnemen;
d) de milieukeuren toegankelijk zijn voor alle betrokken partijen.
De aanbestedende overheid kan aangeven dat de van een milieukeur voorziene producten of diensten worden geacht te voldoen aan de technische specificaties van het bestek; ze dient elk ander passend bewijsmiddel te aanvaarden, zoals een technisch dossier van de fabrikant of een testverslag van een erkende organisatie.
§ 5. "Erkende organisaties" in de zin van dit artikel zijn testlaboratoria, ijklaboratoria en inspectie- en certificatieorganisaties die voldoen aan de toepasselijke Europese normen.
De aanbestedende overheid aanvaardt certificaten van in de andere lidstaten erkende organisaties.
[1 § 6. De technische specificaties die op de opdracht van toepassing zijn, kunnen worden aangevuld met mallen, stalen, modellen, types en dergelijke meer, die door de aanbestedende overheid worden gemerkt.
Indien de werken, leveringen of diensten tegelijkertijd omschreven worden door plannen, modellen en stalen, en behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, bepalen de plannen de vorm, de afmetingen en de aard van het materiaal waaruit het product is vervaardigd. De modellen dienen slechts voor het onderzoek van de afwerking en de stalen om de kwaliteit na te gaan.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 28, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.8. § 1. De technische specificaties bieden de inschrijvers gelijke toegang en mogen niet tot gevolg hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de mededinging worden gecreëerd.
§ 2. In de technische specificaties mag geen melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een bijzondere werkwijze, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of geëlimineerd.
Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering alleen toegestaan :
1° wanneer het niet mogelijk is door middel van voldoende nauwkeurige en voor alle betrokkenen volstrekt begrijpelijke specificaties een beschrijving van het voorwerp van de opdracht te geven door toepassing van artikel 7. Deze vermelding of verwijzing moet vergezeld gaan van de woorden "of gelijkwaardig", of
2° indien dit door het voorwerp van de opdracht is gerechtvaardigd.
Afdeling 7. - Gegevensbeveiliging en bevoorradingszekerheid
Art.9. Wanneer een opdracht geclassificeerde informatie vereist of bevat, vermeldt de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten, overeenkomstig artikel 38, eerste lid, van de wet, de maatregelen en eisen die noodzakelijk zijn om het vereiste beveiligingsniveau van deze informatie te waarborgen.
Te dien einde kan de aanbestedende overheid eisen dat de offerte onder meer de volgende elementen bevat :
1° de verbintenis van de inschrijver en de reeds geïdentificeerde onderaannemers dat zij naar behoren de vertrouwelijkheid zullen beschermen van alle geclassificeerde informatie die in hun bezit is of die hun ter kennis komt tijdens de hele looptijd van de opdracht en na het verbreken of het vervallen van de opdracht, overeenkomstig de desbetreffende wettelijke, reglementaire en bestuursrechtelijke bepalingen;
2° de verbintenis van de inschrijver dat hij de onder punt 1° vermelde verbintenis zal verkrijgen van andere onderaannemers die hij tijdens de uitvoering van de opdracht middels opdrachten in onderaanneming zal gunnen;
3° toereikende gegevens over de reeds geïdentificeerde onderaannemers, waaruit de aanbestedende overheid kan opmaken dat elk van hen over de vereiste bekwaamheden beschikt om naar behoren de vertrouwelijkheid te beschermen van de geclassificeerde informatie waartoe zij toegang hebben of die zij in het kader van hun onderaannemingsactiviteiten dienen te verstrekken;
4° de verbintenis van de inschrijver om de onder punt 3° vereiste informatie te verstrekken voor nieuwe onderaannemers alvorens deze een opdracht in onderaanneming te gunnen.
Bij gebrek aan harmonisatie op het niveau van de Europese Unie van de nationale systemen voor veiligheidsmachtigingen, moeten de in het tweede lid vermelde maatregelen en vereisten stroken met de bepalingen die in België van toepassing zijn inzake veiligheidsmachtigingen. De veiligheidsmachtiging die de bevoegde nationale veiligheidsoverheid als gelijkwaardig beschouwt met degene die zijn toegekend overeenkomstig de nationale wetgeving worden erkend, onverminderd de mogelijkheid voor deze overheid om zelf onderzoek te verrichten en hier rekening mee te houden, als dit nodig geacht wordt.
Art.10. De aanbestedende overheid specificeert in de opdrachtdocumenten haar eisen op het gebied van bevoorradingszekerheid.
Te dien einde kan de aanbestedende overheid eisen dat de offerte onder andere de volgende elementen bevat :
1° de certificering of documenten die tot tevredenheid van de aanbestedende overheid aantonen dat de inschrijver in staat zal zijn de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen inzake de uitvoer, overbrenging en doorvoer van goederen na te komen, onder meer aanvullende documenten ontvangen van de betrokken lidstaat of lidstaten;
2° de opgave van elke beperking voor de aanbestedende overheid inzake openbaarmaking, overdracht of gebruik van de producten en diensten of van elk resultaat van deze producten en diensten, als gevolg van uitvoercontrole of veiligheidsbepalingen;
3° de certificering of documenten die aantonen dat de organisatie en locatie van de bevoorradingsketen van de inschrijver hem in staat zullen stellen te voldoen aan de eisen van de aanbestedende overheid op het gebied van de bevoorradingszekerheid die in de opdrachtdocumenten zijn opgenomen, en een verbintenis ervoor te zorgen dat mogelijke veranderingen in zijn bevoorradingsketen tijdens de uitvoering van de opdracht geen negatieve gevolgen voor de naleving van deze vereisten zullen hebben;
4° de verbintenis van de inschrijver om de capaciteit te creëren en/of te handhaven die vereist is om eventuele aanvullende behoeften van de aanbestedende overheid als gevolg van een crisis op te vangen, onder overeen te komen voorwaarden;
5° elk aanvullend document dat de inschrijver heeft ontvangen van zijn nationale instanties over het vervullen van bijkomende behoeften van de aanbestedende overheid als gevolg van een crisis;
6° de verbintenis van de inschrijver om het onderhoud, de modernisering of de aanpassingen van de leveringen die het voorwerp van de opdracht uitmaken, uit te voeren;
7° de verbintenis van de inschrijver om de aanbestedende overheid tijdig kennis te geven van iedere verandering in zijn organisatie, bevoorradingsketen of bedrijfsstrategie die van invloed kan zijn op zijn verplichtingen jegens de aanbestedende overheid;
8° de verbintenis van de inschrijver om de aanbestedende overheid onder overeen te komen voorwaarden alle specifieke middelen te verstrekken die nodig zijn voor de vervaardiging van reserveonderdelen, componenten, assemblagedelen en speciale testapparatuur, inclusief technische tekeningen, licenties of machtigingen en gebruiksaanwijzingen, voor het geval dat hij deze benodigdheden niet langer kan leveren.
Een inschrijver kan niet worden verplicht om van een lidstaat een verbintenis te verkrijgen die de vrijheid van die lidstaat zou inperken om in overeenstemming met het desbetreffende internationaal recht of het recht van de Europese Unie zijn nationale licentiecriteria voor uitvoer, overbrenging of doorvoer toe te passen in de omstandigheden die op het moment van het licentiebesluit gelden.
Afdeling 8. - Varianten, opties en percelen
Art.11. § 1. Er bestaan drie soorten varianten :
1° verplichte variante : in dit geval omschrijft de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten het voorwerp, de aard en de draagwijdte van een basisontwerp en één of meer varianten en zijn de inschrijvers verplicht om zowel voor het basisontwerp als voor elke variante een offerte in te dienen;
2° facultatieve variante : in dit geval omschrijft de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten het voorwerp, de aard en de draagwijdte van meerdere varianten, waarvan ze er één als basisoplossing kan aanduiden. De inschrijvers kunnen voor één of meerdere varianten een offerte indienen. De aanbestedende overheid kan in de opdrachtdocumenten verplichten om voor de basisoplossing een offerte in te dienen;
3° vrije variante : deze kan vrijelijk door de inschrijvers worden ingediend. Voor de opdrachten waarvoor een voorafgaande Europese bekendmaking verplicht is, vermeldt de aanbestedende overheid in de aankondiging van opdracht of ze de indiening ervan toestaat en, zo ja, in de opdrachtdocumenten de minimale vereisten waaraan ze moet beantwoorden.
§ 2. Verplichte of facultatieve varianten kunnen bij alle gunningsprocedures worden aangewend. Vrije varianten zijn niet toegestaan bij aanbesteding.
De opdrachtdocumenten preciseren of de varianten worden ingediend met een afzonderlijke offerte of in een afzonderlijke gedeelte van de offerte.
§ 3. De aanbestedende overheid mag een vrije variante niet weren om de enkele reden dat een opdracht voor diensten daardoor een opdracht voor leveringen zou worden of omgekeerd.
Art.12. § 1. Er bestaan twee soorten opties :
1° verplichte optie : in dit geval omschrijft de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten het voorwerp, de aard en de draagwijdte van de optie en zijn de inschrijvers verplicht om voor deze optie een bod te doen;
2° vrije optie : deze kan vrijelijk door de inschrijvers worden ingediend.
§ 2. Het bod voor de opties wordt in een afzonderlijk gedeelte van de offerte vermeld in de offerte.
Bij aanbesteding mogen de inschrijvers aan de vrije opties geen meerprijs of een andere tegenprestatie verbinden.
§ 3. De aanbestedende overheid is nooit verplicht om een optie te bestellen, noch bij de sluiting, noch tijdens de uitvoering van de opdracht.
Art.13. Wanneer in percelen wordt voorzien, bepalen de opdrachtdocumenten de aard en het voorwerp, de verdeling en de kenmerken ervan.
De gunningswijze kan verschillen per perceel.
Afdeling 9. - Prijsvaststelling, prijsbestanddelen en prijsherziening
Art.14. § 1. Behoudens bijzondere bepaling in dit besluit kiest de aanbestedende overheid inzake de prijs van de opdracht voor één van de prijsvaststellingen vermeld in artikel 2, 5° tot 8°.
In de gevallen waarin artikel 7, § 2, van de wet de plaatsing van de opdracht zonder forfaitaire prijsvaststelling toestaat, wordt de opdracht gegund :
1° hetzij tegen terugbetaling;
2° hetzij eerst tegen voorlopige prijzen en vervolgens tegen forfaitaire prijzen, zodra de voorwaarden van de opdracht goed gekend zijn;
3° hetzij deels tegen terugbetaling, deels tegen forfaitaire prijzen.
§ 2 - Bij een opdracht tegen globale prijs, wordt de inschrijver geacht zijn offertebedrag te hebben vastgesteld volgens zijn eigen bewerkingen, berekeningen en ramingen, rekening houdend met de inhoud en de omvang van de opdracht. Hetzelfde geldt voor de forfaitaire posten van de gemengde opdracht.
Art.15. De aanbestedende overheid kan in de opdrachtdocumenten vermelden bij welke instanties de inschrijvers de ter zake dienende informatie kunnen verkrijgen over de verplichtingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd en die tijdens de uitvoering van de opdracht op die prestaties van toepassing zijn.
Wanneer de aanbestedende overheid de in het eerste lid bedoelde vermelding opneemt, dienen de inschrijvers in hun offerte te verklaren dat zij bij het opstellen ervan rekening hebben gehouden met de verplichtingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd.
Het tweede lid geldt onverminderd de toepassing van artikel 22, § 3.
Art.16. De eenheidsprijzen en de globale prijzen voor iedere post van de samenvattende opmeting of van de inventaris worden opgegeven met inachtneming van de betrekkelijke waarde van die posten ten opzichte van het totale offertebedrag. Al de algemene en financiële kosten alsmede de winst worden over de onderscheiden posten, in verhouding tot hun belangrijkheid, verdeeld.
Art.17. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en de globale prijzen van de opdracht alle heffingen welke de opdracht belasten, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde.
Wat de belasting over de toegevoegde waarde betreft, schrijft de aanbestedende overheid voor :
a) hetzij dat zij in een afzonderlijke post van de samenvattende opmeting of van de inventaris wordt vermeld om bij de prijs van de offerte te worden gevoegd. Indien de inschrijver verzuimt deze post in te vullen, wordt de geboden prijs door de aanbestedende overheid met deze belasting verhoogd;
b) hetzij dat de inschrijver in de offerte de aanslagvoet van de belasting over de toegevoegde waarde vermeldt. Indien verschillende aanslagvoeten toepasselijk zijn, dient de inschrijver voor elke aanslagvoet de desbetreffende posten van de samenvattende opmeting of van de inventaris op te geven.
Art.18. § 1. Indien de aanbestedende overheid zelf een volledige beschrijving van het geheel of een deel van de opdracht geeft, zijn de aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van de bestaande intellectuele eigendomsrechten die nodig zijn voor de uitvoering van de opdracht en door de aanbestedende overheid kenbaar worden gemaakt, inbegrepen in de eenheidsprijzen of de globale prijzen van de opdracht.
Indien de aanbestedende overheid geen melding maakt van het bestaan van een intellectueel eigendomsrecht of van een gebruikslicentie, vallen de aankoopprijs en de vergoedingen te haren laste. In dat geval is ze ook aansprakelijk voor eventuele schadevergoedingen gevorderd door de titularis van het intellectuele eigendomsrecht of de licentiehouder.
§ 2. Wanneer de opdrachtdocumenten de inschrijvers verplichten om zelf de beschrijving van het geheel of een deel van de opdrachtprestaties te geven, zijn de vergoedingen verschuldigd aan de inschrijvers voor het gebruik, in dit kader, van een intellectueel eigendomsrecht waarvan ze titularis zijn of waarvoor ze van een derde een gebruikslicentie moeten verkrijgen voor het geheel of een deel van die prestaties, inbegrepen in de eenheidsprijzen en de globale prijzen van de opdracht. In voorkomend geval vermelden zij in hun offerte het nummer en de datum van de registratie van de eventuele gebruikslicentie. In geen geval zijn zij gerechtigd om van de aanbestedende overheid schadevergoeding te eisen op grond van de schending van de intellectuele eigendomsrechten in kwestie.
Art.19. De keurings- en opleveringskosten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht op voorwaarde dat de opdrachtdocumenten de wijze bepalen waarop deze kosten zullen worden berekend.
De keurings- en opleveringskosten omvatten onder meer de reis- en verblijfskosten en de vergoeding van het met de keuring of oplevering belaste personeel.
Art.20. § 1. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht voor werken, alle kosten, maatregelen en lasten die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name :
1° in voorkomend geval, de maatregelen opgelegd door de regelgeving inzake veiligheid en gezondheid van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
2° alle werken en leveringen die nodig zijn om de grondafkalvingen en andere beschadigingen te voorkomen en eventueel te verhelpen zoals stempelingen, beschoeiingen en bemalingen;
3° het ongeschonden bewaren en het eventueel verplaatsen en terugplaatsen van kabels en leidingen waarop bij grond-, graaf- of baggerwerken kan worden gestuit, voor zover de wettelijke last hiervoor niet op de eigenaars van die kabels en leidingen rust;
4° het verwijderen binnen de grenzen van de grond-, graaf- of baggerwerken die eventueel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het werk :
a) van grond, slijk en kiezel, stenen, breukstenen, allerlei gesteente, overblijfselen van metselwerk, zoden, beplantingen, struiken, stronken, wortels, kreupelhout, puin en afval;
b) van ieder rotsblok, ongeacht zijn volume, wanneer de opdrachtdocumenten vermelden dat de grond-, graaf-, of baggerwerken worden uitgevoerd in rotsachtig terrein en, bij gebrek aan deze vermelding, van ieder uit één stuk bestaand rotsblok, metselwerk of betonblok waarvan het volume een halve kubieke meter niet overschrijdt;
5° het vervoeren en wegbrengen van graafspecie hetzij buiten het domein van de aanbestedende overheid, hetzij naar de plaatsen voor hergebruik binnen de grenzen van de bouwplaatsen, hetzij naar de stortplaatsen waarin de opdrachtdocumenten voorzien;
6° alle algemene, bijkomende en onderhoudskosten gedurende de uitvoerings- en waarborgtermijn.
Zijn eveneens inbegrepen in de opdracht, alle werkzaamheden die uit hun aard afhangen van of samenhangen met deze die in de opdrachtdocumenten zijn beschreven.
§ 2. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht voor leveringen, alle kosten, metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name :
1° de verpakkingen, behalve wanneer ze eigendom blijven van de inschrijver en het laden, de overslag, het overladen, het vervoer, de verzekering en het inklaren;
2° het lossen, uitpakken en stapelen op de plaats van levering, op voorwaarde dat de opdrachtdocumenten de juiste plaats van levering en de toegangsmogelijkheden vermelden;
3° de documentatie die met de levering verband houdt;
4° het monteren en het bedrijfsklaar maken;
5° de voor het gebruik noodzakelijke vorming.
§ 3. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht voor diensten, alle kosten, metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name :
1° de administratie en het secretariaat;
2° de verplaatsing, het vervoer en de verzekering;
3° de documentatie die met de diensten verband houdt;
4° de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering;
5° de verpakkingen;
6° de voor het gebruik noodzakelijke vorming;
7° in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk.
Art.21.
<Opgeheven bij KB 2017-06-22/01, art. 47, 006; Inwerkingtreding : 30-06-2017>
Afdeling 10. - Prijsonderzoek
Art.22.§ 1. De aanbestedende overheid onderwerpt de ingediende offertes aan een prijsonderzoek. Op haar verzoek verstrekken de inschrijvers tijdens de procedure alle nodige inlichtingen om dit onderzoek mogelijk te maken.
§ 2. Wanneer de opdrachtdocumenten dat bepalen, kan de aanbestedende overheid personen aanwijzen voor het uitvoeren van alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te gaan van de gegevens die in het raam van het prijsonderzoek zijn verstrekt.
De aanbestedende overheid mag de bij toepassing van dit artikel ingewonnen inlichtingen niet voor andere doeleinden gebruiken dan voor het prijsonderzoek.
§ 3. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten is deze paragraaf niet toepasselijk op de onderhandelingsprocedure.
Als de aanbestedende overheid bij het prijsonderzoek vaststelt dat in een offerte een prijs wordt geboden die abnormaal laag of abnormaal hoog lijkt in verhouding tot de [1 ...]1 uit te voeren prestaties en alvorens die offerte om die reden te weren, verzoekt ze de inschrijver in kwestie per aangetekende brief om de nodige schriftelijke verantwoording over de samenstelling van de prijs in kwestie te verstrekken binnen een termijn van twaalf kalenderdagen, tenzij de uitnodiging een langere termijn bepaalt.
De inschrijver draagt de bewijslast van de verzending van de verantwoording.
De verantwoording houdt met name verband met :
1° de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de producten of van de dienstverlening;
2° de gekozen technische oplossingen of de uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver kan profiteren bij de uitvoering van de werken, de levering van de producten of het verlenen van de diensten;
3° de originaliteit van de door de inschrijver aangeboden werken, producten of diensten;
4° de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de prestaties worden uitgevoerd;
5° de eventuele ontvangst van rechtmatig toegekende overheidssteun door de inschrijver.
De aanbestedende overheid onderzoekt de ontvangen verantwoording en herbevraagt indien nodig de inschrijver.
Wanneer de opdracht voor werken, leveringen of diensten van de bijlage 1 van de wet de drempel vermeld in artikel 33 bereikt en de aanbestedende overheid vaststelt dat een offerte abnormaal laag is doordat de inschrijver overheidssteun heeft ontvangen, kan de offerte alleen op uitsluitend die grond worden geweerd indien de inschrijver desgevraagd niet binnen een door de aanbestedende overheid bepaalde voldoende lange termijn kan aantonen dat de betrokken steun rechtmatig is toegekend. Wanneer de aanbestedende overheid in een dergelijke situatie een offerte weert, stelt zij de Europese Commissie daarvan in kennis.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 29, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Afdeling 11. - Belangenvermenging en afspraken
Art.23. De ambtenaar, openbare gezagsdrager of natuurlijke persoon die volgens artikel 9, § 2, tweede lid, van de wet verplicht is zichzelf te wraken, meldt dit schriftelijk en onverwijld aan het bevoegde orgaan van de aanbestedende overheid.
Art.24. Door deel te nemen aan een gunningsprocedure verklaart de kandidaat of inschrijver niet te hebben gehandeld in strijd met artikel 10 van de wet.
HOOFDSTUK 2. - Raming opdrachtbedrag
Art.25. De raming van het opdrachtbedrag moet steunen op de totale duur en waarde van de opdracht zoals berekend door de aanbestedende overheid, met inbegrip van :
1° alle verplichte opties;
2° alle percelen;
3° alle herhalingen in de zin van artikel 25, 4°, b), van de wet;
4° alle gedeelten in de zin van artikel 33, § 1, van de wet;
5° alle verlengingen in de zin van artikel 33, § 2, van de wet;
6° alle voor de duur van een raamovereenkomst overwogen opdrachten;
7° al het prijzengeld en de vergoedingen aan de deelnemers.
De berekening wordt gemaakt op het tijdstip van de verzending van de aankondiging of, wanneer geen aankondiging verplicht is, op het tijdstip waarop de procedure wordt aangevat.
Geen enkel project mag worden gesplitst in wezenlijke indentieke afzonderlijke deelopdrachten met de bedoeling ze aan de bekendmakingsregels te onttrekken.
Art.26. De raming van een opdracht voor werken omvat niet alleen de waarde van alle voorziene werken, maar ook de waarde van de leveringen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken en die door de aanbestedende overheid ter beschikking zijn gesteld van de aannemer.
Art.27.[1 Bij opdrachten voor leveringen die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt de raming bepaald op grond van de totale waarde van de opeenvolgende soortgelijke opdrachten die zullen worden geplaatst over twaalf maanden volgend op de eerste levering of, indien deze meer bedraagt dan twaalf maanden, over de volledige looptijd van de opdracht.]1
De raming van de opdrachten voor leveringen die geplaatst worden in de vorm van huur, huurkoop of leasing wordt als volgt bepaald :
1° bij een opdracht met een bepaalde duur, op grond van de geraamde totale waarde van de opdracht voor de gehele looptijd, wanneer deze twaalf maanden of minder bedraagt, of op grond van het totaalbedrag met inbegrip van de geraamde restwaarde wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt;
2° bij een opdracht van onbepaalde duur of waarvan de looptijd niet kan worden bepaald, op grond van de geraamde maandelijkse waarde vermenigvuldigd met achtenveertig.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 30, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.28.§ 1. De raming van opdrachten voor diensten omvat de totale vergoeding van de dienstverlener.
Voor de berekening van deze waarde worden in aanmerking genomen :
1° voor de verzekeringsdiensten, de te betalen premie en alle andere vormen van vergoeding;
2° voor de diensten die betrekking hebben op ontwerpen, het te betalen honorarium, de commissielonen en alle andere vormen van vergoeding.
§ 2. De raming van de opdrachten voor diensten die geen totale prijs vermelden, wordt als volgt bepaald :
1° bij een opdracht met een bepaalde duur die gelijk is aan of korter is dan achtenveertig maanden, op grond van de totale geraamde waarde van de opdracht voor de gehele looptijd;
2° bij een opdracht van onbepaalde duur of waarvan de duur langer is dan achtenveertig maanden, op grond van de geraamde maandelijkse waarde vermenigvuldigd met achtenveertig.
§ 3. [1 Bij opdrachten voor diensten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt de raming bepaald op grond van de geraamde totale waarde van de opeenvolgende opdrachten van dezelfde categorie die zullen worden geplaatst over twaalf maanden volgend op de eerste prestatie of, indien deze meer bedraagt dan twaalf maanden, over de volledige looptijd van de opdracht.]1
§ 4. Een opdracht die tegelijk betrekking heeft op diensten bedoeld in bijlage 1 en in bijlage 2 van de wet, wordt geplaatst overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het gedeelte van de opdracht met de grootste geraamde waarde.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 31, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.29. De raming van de opdracht bij het opstarten van de procedure bepaalt de regels die gedurende het hele verloop ervan toepasselijk zijn, voor zover de toepassing van deze regels afhankelijk is van het geraamde opdrachtbedrag of van de verplichte voorafgaande Europese bekendmaking.
HOOFDSTUK 3. - Bekendmaking
Afdeling 1. - Algemene bekendmakingsregels
Art.30. § 1. Een opdracht onderworpen aan de Europese bekendmaking wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Bulletin der Aanbestedingen.
De aankondiging in het Bulletin der Aanbestedingen mag geen andere inhoud hebben dan die bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Ze mag niet worden bekendgemaakt vóór de datum van verzending van de aankondiging naar het Bureau voor Publicaties van de Europese Unie. De Europese bekendmaking vermeldt deze datum.
Een opdracht die enkel onderworpen is aan de Belgische bekendmaking wordt bekendgemaakt in het Bulletin der Aanbestedingen.
§ 2. Voor de opdrachten die overeenkomstig dit besluit aan de bekendmaking onderworpen zijn, geldt enkel de aankondiging bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Bulletin der Aanbestedingen als officiële bekendmaking.
De inlichtingen vermeld op het internetadres waarvan sprake in artikel 41, § 2, laatste lid, gelden eveneens als een officiële bekendmaking in de zin van het vorige lid.
Geen andere bekendmaking of verspreiding mag plaatsvinden vóór de datum van verzending van de aankondiging voor bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Bulletin der Aanbestedingen. De bekendmaking of verspreiding mag geen andere inhoud hebben dan deze van de officiële bekendmaking.
§ 3. Zolang de bekendmaking van de in afdeling 3 bedoelde aankondigingen van opdracht niet tegelijk kosteloos kan gebeuren in het Publicatieblad van de Europese Unie en het Bulletin der Aanbestedingen door een online invoering door elektronische gegevensopvang of door gegevensoverdracht tussen systemen die een automatische en gestructureerde bekendmaking mogelijk maken conform de modellen opgenomen in de uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011, kan de bekendmaking van de bedoelde aankondigingen geldig als volgt gebeuren :
1° in het Publicatieblad van de Europese Unie : door gebruik te maken van de modellen die op de webapplicatie eNotices van de Europese Unie beschikbaar zijn voor een online bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie;
2° in het Bulletin der Aanbestedingen : door gebruik te maken van de passende modellen die op de webapplicatie e-Notification van de federale overheid of een andere, door het Bulletin der Aanbestedingen erkende webapplicatie beschikbaar zijn voor een online bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen van de aankondigingen voor de opdrachten die worden geplaatst krachtens de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten of de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, al naargelang.
§ 4. Zolang de bekendmaking van de in afdeling 4 bedoelde aankondigingen van opdracht niet kosteloos kan gebeuren door een online invoering door elektronische gegevensopvang of door gegevensoverdracht tussen systemen die een automatische en gestructureerde bekendmaking mogelijk maken in het Bulletin der Aanbestedingen conform de in bijlagen 4 tot 6 van dit besluit opgenomen bekendmakingsmodellen, kan de bekendmaking van de bedoelde aankondigingen geldig gebeuren door gebruik te maken van de passende modellen die op de webapplicatie e-Notification van de federale overheid of een andere, door het Bulletin der Aanbestedingen erkende webapplicatie beschikbaar zijn voor een online bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen van de aankondigingen voor de opdrachten die worden geplaatst krachtens de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten of de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, al naargelang.
Art.31. Wanneer de aanbestedende overheid een officiële bekendmaking wenst te verbeteren of aan te vullen, gaat zij, conform deze afdeling, over tot de bekendmaking van hetzij een volledig nieuwe aankondiging, hetzij een rechtzettingsbericht volgens het model van aankondiging opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011.
Art.32. De aanbestedende overheid wordt geacht het bewijs van de verzending van de aankondiging te kunnen leveren.
De door het Bureau voor Publicaties van de Europese Unie en de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie verstrekte bevestiging van de bekendmaking van de verzonden informatie, met vermelding van de datum van de bekendmaking, geldt als bewijs van de bekendmaking van de aankondiging.
Afdeling 2. - Europese drempels
Art.33.De Europese drempelbedragen zijn :
1° [4[5 5.538.000 euro]5]4 voor de opdrachten voor werken;
2° [4 [5 443.000 euro.]5]4 voor de opdrachten voor leveringen en voor diensten.
Deze drempels worden door de Eerste Minister aangepast op basis van de herzieningen bepaald in artikel 68 van de Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG.
NOTA: Voor een opdracht of een concessie waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, moet rekening worden gehouden, wat de datum van bekendmaking betreft, met de datum van bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen.
----------
(1)<MB 2015-12-22/08, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016. Zie ook art. 5>
(2)<MB 2017-12-21/02, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
(3)<MB 2019-12-20/03, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(4)<MB 2021-12-08/04, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(5)<MB 2023-12-13/02, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.34. Wanneer werken, homogene leveringen of diensten in percelen worden verdeeld, mag de aanbestedende overheid van de toepassing van afdeling 3 van dit hoofdstuk afwijken voor percelen waarvan het individuele geraamde bedrag kleiner is dan 1.000.000 euro voor werken, respectievelijk 80.000 euro voor leveringen en diensten, maar voor zover hun samengevoegde geraamde waarde twintig percent van de geraamde waarde van het geheel van de percelen niet overschrijdt.
In geval van toepassing van het eerste lid zijn de bepalingen van afdeling 4 van dit hoofdstuk van toepassing op de percelen in kwestie.
Afdeling 3. - Europese bekendmaking
Art.35. Deze afdeling is van toepassing op de opdrachten waarvan de geraamde waarde de drempels vermeld in artikel 33 bereikt en die onderworpen zijn aan de Europese bekendmaking.
Art.36. De Europese bekendmaking bestaat uit een vooraankondiging, een aankondiging van opdracht en een aankondiging van gegunde opdracht.
Art.37. § 1. De bekendmaking van een vooraankondiging is slechts verplicht wanneer de aanbestedende overheid gebruik wil maken van de mogelijkheid om de termijn voor de ontvangst van offertes overeenkomstig artikel 48, § 2, in te korten.
De vooraankondiging bepaalt :
a) voor opdrachten voor werken, de hoofdkenmerken van de opdrachten voor werken die de aanbestedende overheid voornemens is te plaatsen en waarvan de geraamde waarde de drempel bepaald in artikel 33, eerste lid, 1°, bereikt;
b) voor opdrachten voor leveringen, de geraamde totale waarde van de opdrachten per productgroep die de aanbestedende overheid voornemens is in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen.
De aanbestedende overheid stelt de productgroepen vast volgens de posten van de CPV-nomenclatuur;
c) voor opdrachten voor diensten, de totale geraamde waarde van de opdrachten voor diensten voor elk van de in bijlage 1 van de wet vermelde dienstencategorieën die de aanbestedende overheid voornemens is in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen.
De vooraankondiging wordt opgesteld overeenkomstig het model van aankondiging opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011.
§ 2. De vooraankondiging wordt zo spoedig mogelijk bekendgemaakt nadat de beslissing is genomen tot goedkeuring van het project voor de opdrachten voor werken, leveringen of diensten die de aanbestedende overheid voornemens is te plaatsen.
§ 3. De verplichting om een vooraankondiging bekend te maken is niet van toepassing op de opdrachten te plaatsen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, noch op de opdrachten voor diensten bedoeld in bijlage 2 van de wet.
Art.38.Iedere opdracht die zal worden geplaatst bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag, onderhandelingsprocedure met bekendmaking of concurrentiedialoog maakt het voorwerp uit van een aankondiging van opdracht bekendgemaakt overeenkomstig het model opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011.
Dit artikel is niet van toepassing op de opdrachten voor diensten bedoeld in bijlage 2 van de wet [1 , noch op de opdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst]1 .
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.39. § 1. Iedere opdracht die is gesloten, ook na een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, maakt het voorwerp uit van een aankondiging van gegunde opdracht.
Deze aankondiging wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 en wordt verstuurd binnen achtenveertig dagen na de sluiting van de opdracht.
Deze regel is niet van toepassing op de opdrachten die worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking wanneer artikel 25, 1°, b, van de wet wordt ingeroepen, noch op de opdrachten die zijn gebaseerd op een raamovereenkomst.
§ 2. Bepaalde gegevens betreffende de opdracht mogen niet worden bekendgemaakt indien de openbaarmaking ervan de toepassing van een wet zou belemmeren, in strijd zou zijn met het algemeen belang, met name defensie- en veiligheidsbelangen zou schaden, nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van de overheidsbedrijven of particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging tussen ondernemingen zou kunnen schaden.
Afdeling 4. - Belgische bekendmaking
Art.40. Deze afdeling is van toepassing op de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager ligt dan de Europese drempels vermeld in artikel 33 en die onderworpen zijn aan de Belgische bekendmaking.
Onverminderd de toepassing van artikel 39 van dit besluit, is deze afdeling eveneens van toepassing voor diensten die vallen onder bijlage 2 van de wet, indien hun geraamde waarde de drempel vermeld in artikel 33, eerste lid, 2°, bereikt.
Art.41. § 1. Iedere opdracht die zal worden geplaatst bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag, onderhandelingsprocedure met bekendmaking, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking of concurrentiedialoog maakt het voorwerp uit van een aankondiging van opdracht bekendgemaakt overeenkomstig het model opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 of, voor de open aanbesteding en open offerteaanvraag, het model opgenomen in bijlage 4 van dit besluit.
§ 2. In de aankondiging van opdracht worden ten minste de volgende inlichtingen verstrekt :
1° de naam, het adres en het type van de aanbestedende overheid;
2° het soort opdracht, het voorwerp en de beschrijving ervan; de NUTS-code en de hoofdcategorieën van de hoofdopdracht volgens de CPV-code;
3° de op grond van de artikelen 63 tot 68 vereiste inlichtingen en documenten betreffende het toegangsrecht tot de opdracht; de op grond van de artikelen 69 tot 84 vastgestelde kwalitatieve selectiecriteria en de daarvoor vereiste inlichtingen en documenten; desgevallend de inlichtingen en documenten die de aanbestedende overheid via elektronische middelen kan raadplegen volgens artikel 62, § 1;
4° desgevallend, de kostprijs van de opdrachtdocumenten en de betalingswijze daarvan;
5° de gunningswijze;
6° de uiterste datum en desgevallend het uiterste uur voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming of de offertes.
Wanneer via het in de aankondiging aangeduid internetadres een vrije, rechtstreekse, onmiddellijke en volledige toegang bestaat tot de inlichtingen van de punten 3° tot 5°, worden enkel de inlichtingen van de punten 1°, 2° en 6° in de aankondiging verstrekt.
Art.42. § 1. Bij beperkte procedure of onderhandelingsprocedure met bekendmaking kan de aankondiging eveneens betrekking hebben op hetzij de opstelling van een lijst van geselecteerden volgens § 2, hetzij de instelling van een kwalificatiesysteem volgens § 3.
Beide systemen zijn uitsluitend bestemd voor de plaatsing van gelijkaardige opdrachten. Evenwel staan ze het plaatsen van een afzonderlijke opdracht via de bekendmaking van een aankondiging van opdracht niet in de weg.
In beide gevallen wordt de gunningswijze uiterlijk gekozen bij de uitnodiging van de geselecteerden tot het indienen van een offerte.
§ 2. Voor de opstelling van een lijst van geselecteerden maakt de aanbestedende overheid de aankondiging bekend volgens het model opgenomen in bijlage 5 van dit besluit, dat ten minste de in artikel 41, § 2, 1° tot 3° en 6° vermelde inlichtingen bevat.
De lijst van geselecteerden is maximaal drie jaar geldig vanaf de datum van de selectiebeslissing.
Tijdens haar geldigheidsduur blijft de lijst gesloten voor nieuwe kandidaten en nodigt de aanbestedende overheid, voor elke te plaatsen opdracht, alle kandidaten op de lijst uit tot het indienen van een offerte.
§ 3. Voor de instelling van een kwalificatiesysteem maakt de aanbestedende overheid een aankondiging bekend volgens het model opgenomen in bijlage 6 van dit besluit, dat ten minste de in artikel 41, § 2, 1° en 2°, vermelde inlichtingen bevat.
De aankondiging wordt jaarlijks bekendgemaakt, alsook na iedere actualisering bedoeld in het volgende lid.
De belangstellende aannemers, leveranciers of dienstverleners kunnen op ieder ogenblik vragen om te worden opgenomen in elk door een aanbestedende overheid ingesteld kwalificatiesysteem. De aanbestedende overheid beheert ieder kwalificatiesysteem op basis van regels en criteria, die ze vastlegt overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 5 en meedeelt aan de aannemers, leveranciers of dienstverleners die erom verzoeken. Zo nodig zorgt ze regelmatig voor een actualisering van deze regels en criteria.
Het beheer van het kwalificatiesysteem voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° de aanbestedende overheid kan aan bepaalde aanvragers geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die ze niet aan anderen zou opleggen, noch een beproeving of verantwoording eisen indien daarvoor al objectieve bewijzen voorhanden zijn;
2° de regels en criteria betreffende het toegangsrecht bedoeld in de artikelen 63 tot 68 en de kwalitatieve selectiecriteria op grond van de artikelen 69 tot 84 en de daartoe gevraagde inlichtingen en documenten worden aan de belangstellende aannemers, leveranciers of dienstverleners meegedeeld, ook na een eventuele actualisering van deze gegevens;
3° de aanbestedende overheid neemt haar beslissing over de kwalificatie binnen een termijn van vier maanden vanaf de indiening van de aanvraag.
Vóór het uitnodigen tot het indienen van een offerte en rekening houdend met het voorwerp en de specifieke kenmerken van een bepaalde opdracht en met het aantal gekwalificeerde kandidaten, kan de aanbestedende overheid overgaan tot een selectie onder de gekwalificeerde kandidaten op grond van de artikelen 63 tot 84.
HOOFDSTUK 4. - Indiening aanvragen tot deelneming en offertes
Afdeling 1. - Termijnen. - Algemene bepalingen
Art.43. De termijnen bepaald in de artikelen 48 tot 51 zijn minimumtermijnen.
Bij de vaststelling van deze termijnen houdt de aanbestedende overheid inzonderheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de nodige voorbereidingstijd van de offertes.
De termijnen voor de ontvangst van de offertes worden zodanig verlengd dat alle betrokken deelnemers van alle nodige informatie voor de opstelling van de offertes kennis kunnen nemen :
1° wanneer de offertes slechts kunnen worden opgesteld na raadpleging van een omvangrijke documentatie, plaatsbezoek of inzage ter plaatse van bepaalde opdrachtdocumenten;
2° wanneer de opdrachtdocumenten, het beschrijvend document of de aanvullende inlichtingen tijdig zijn aangevraagd, maar om enigerlei redenen niet binnen de termijnen bepaald in de artikelen 44 en 45 zijn verstrekt.
Indien de artikelen 48 tot 51 geen termijnen vaststellen, bepaalt de aanbestedende overheid een passende termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of de offertes.
Art.44. Wanneer de aanbestedende overheid bij open procedure en vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking niet via een aangeduid internetadres vrije, rechtstreekse, onmiddellijke en volledige toegang biedt tot de opdrachtdocumenten, worden deze verstrekt binnen zes dagen na ontvangst van het verzoek, mits dit verzoek tijdig is gebeurd.
Art.45. De aanvullende inlichtingen over de opdrachtdocumenten of het beschrijvend document worden, voor zover daarom tijdig is verzocht, door de aanbestedende overheid meegedeeld uiterlijk zes dagen vóór de uiterste datum vastgelegd voor de ontvangst van de offertes. De termijn is vier dagen indien de aanbestedende overheid om een versnelde bekendmaking overeenkomstig de artikelen 48, § 1, derde lid en § 2, vierde lid, 50, derde lid, en 51, § 2 heeft verzocht.
Art.46. Wanneer de gunningsprocedure verplicht een openingszitting omvat of wanneer de opdrachtdocumenten in een dergelijke zitting voorzien voor de opening van de aanvragen tot deelneming of de offertes, wordt het uiterste ogenblik voor hun ontvangst bepaald door de datum en het uur van deze zitting.
Afdeling 2. - Termijnen bij Europese bekendmaking
Art.47. Deze afdeling is van toepassing op de opdrachten waarvan de geraamde waarde de drempels vermeld in artikel 33 bereikt en die onderworpen zijn aan de Europese bekendmaking. Deze opdrachten kunnen worden geplaatst bij beperkte procedure, onderhandelingsprocedure met bekendmaking of concurrentiedialoog.
Art.48. § 1. Bij beperkte procedure, onderhandelingsprocedure met bekendmaking en concurrentiedialoog is de minimumtermijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming zevenendertig dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de aankondiging van opdracht naar het Bureau voor Publicaties van de Europese Unie.
Deze termijn mag met zeven dagen worden ingekort wanneer de aankondiging van opdracht via elektronische middelen in het formaat en op de wijze bepaald door het Bureau voor publicaties van de Europese Unie en de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie online wordt opgesteld en verzonden.
Wanneer het bij beperkte procedure en onderhandelingsprocedure met bekendmaking om dringende redenen onmogelijk is de minimumtermijn in acht te nemen en de aanbestedende overheid tot een versnelde procedure overgaat, mag deze termijn worden ingekort tot minimum vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de aankondiging van opdracht of tot tien dagen wanneer de aankondiging overeenkomstig het tweede lid wordt verzonden via elektronische middelen.
§ 2. Bij beperkte procedure is de minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes veertig dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de uitnodiging om een offerte in te dienen.
Deze termijn mag evenwel worden ingekort tot een termijn die lang genoeg is om de indiening van valabele offertes toe te laten en die in principe niet korter zal zijn dan zesendertig dagen maar die in geen geval korter zal zijn dan tweeëntwintig dagen, mits cumulatief is voldaan aan de volgende voorwaarden :
1° de opdracht gaf aanleiding, tot de verzending van een vooraankondiging niet minder dan tweeënvijftig dagen en niet meer dan twaalf maanden vóór de verzendingsdatum van de aankondiging van opdracht bepaald in artikel 38;
2° deze vooraankondiging bevatte ten minste de in het model van aankondiging van opdracht bedoelde gegevens, voor zover deze op het ogenblik van de publicatie van deze vooraankondiging beschikbaar waren.
Een bijkomende inkorting met vijf dagen is mogelijk indien de aanbestedende overheid via elektronische middelen als bedoeld in § 1, tweede lid, en vanaf de bekendmaking van de aankondiging vrije, rechtstreekse, onmiddelijke en volledige toegang biedt tot alle opdrachtdocumenten en in de aankondiging het internetadres vermeldt dat toegang biedt tot deze documenten.
Wanneer het om dringende redenen onmogelijk is de minimumtermijn in acht te nemen en de aanbestedende overheid tot een versnelde procedure overgaat, mag de termijn worden ingekort tot tien dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de uitnodiging om een offerte in te dienen, op voorwaarde dat deze uitnodiging wordt verzonden per telefax of via elektronische middelen. De mogelijke inkorting van het vorige lid is in dat geval niet van toepassing.
Afdeling 3. - Termijnen bij Belgische bekendmaking
Art.49. Deze afdeling is van toepassing op de opdrachten die onderworpen zijn aan de Belgische bekendmaking overeenkomstig artikel 40.
Art.50. Bij open procedure is de minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes zesendertig dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de aankondiging van opdracht.
De minimumtermijn is tweeëntwintig dagen voor de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
De aanbestedende overheid kan enkel een beroep doen op de versnelde procedure met inkorting van de bovenvermelde termijnen tot minimum tien dagen, wanneer cumulatief is voldaan aan de volgende voorwaarden :
1° het spoedeisend karakter maakt de bedoelde termijnen niet haalbaar;
2° de aankondiging van opdracht wordt via elektronische middelen in het formaat en op de wijze bepaald door de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie online opgesteld en verzonden.
Art.51.§ 1 - Bij beperkte procedure en onderhandelingsprocedure met bekendmaking is de minimumtermijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de aankondiging.
De aanbestedende overheid kan enkel een beroep doen op de versnelde procedure met inkorting van deze termijn tot minimum tien dagen, wanneer cumulatief is voldaan aan de volgende voorwaarden :
1° het spoedeisend karakter maakt de bedoelde termijn niet haalbaar;
2° de aankondiging van opdracht wordt via elektronische middelen in het formaat en op de wijze bepaald door de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie online opgesteld en verzonden.
§ 2 - [1 Bij beperkte procedure is de minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de uitnodiging om een offerte in te dienen.
Deze termijn kan tot tien dagen worden ingekort wanneer cumulatief is voldaan aan de volgende voorwaarden :
1° het spoedeisend karakter maakt de termijn bedoeld in het vorige lid niet haalbaar;
2° de uitnodiging om een offerte in te dienen wordt per telefax of via elektronische middelen verzonden.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 33, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Afdeling 4. - Uitnodiging geselecteerden tot indiening offerte
Art.52. Bij beperkte procedure en onderhandelingsprocedure met bekendmaking worden de geselecteerden gelijktijdig en schriftelijk uitgenodigd om een offerte in te dienen.
Deze uitnodiging bevat minstens :
1° a) hetzij de opdrachtdocumenten hetzij het adres van de dienst waar die documenten kunnen worden opgevraagd en de uiterste datum voor deze aanvraag.
Deze verplichting is niet van toepassing indien de aanbestedende overheid met elektronische middelen vrije, rechtstreekse, onmiddellijke en volledige toegang biedt tot die documenten. Zij vermeldt in dat geval het internetadres dat toegang biedt tot deze documenten;
b) wanneer de afgifte van bepaalde opdrachtdocumenten betalend is, de kostprijs en de betalingswijze ervan;
2° een verwijzing naar de bekendgemaakte aankondiging;
3° a) de uiterste datum en uur voor ontvangst van de offertes en de plaats van opening van de offertes, indien de gunningsprocedure of de opdrachtdocumenten in een openingszitting voorzien;
b) het adres waarnaar ze moeten worden verstuurd;
c) de taal of talen waarin ze mogen worden opgesteld;
4° de aanduiding van de eventueel toe te voegen documenten;
5° het gunningscriterium of de gunningscriteria voor zover ze niet zijn opgenomen in de opdrachtdocumenten en, al naargelang, een aanduiding van de weging van de criteria, van hun dalende volgorde van belangrijkheid of van hun gelijke waarde.
Het bewijs van de datum van verzending van de uitnodiging tot het indienen van een offerte wordt door de aanbestedende overheid geleverd.
Afdeling 5. - Indieningsrecht en -wijze aanvragen tot deelneming en offertes
Art.53. § 1. Elke aanvraag tot deelneming wordt individueel en schriftelijk of telefonisch ingediend.
Wanneer de aanvraag wordt ingediend per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 54, § 1, kan de aanbestedende overheid met het oog op een juridisch bewijs verzoeken dat deze aanvraag per brief of via elektronische middelen die in overeenstemming zijn met artikel 54, § 1, wordt bevestigd. In dat geval worden dit verzoek, alsook de termijn binnen dewelke de bevestiging moet gebeuren, vermeld in de aankondiging van opdracht.
Wanneer de aanvraag per telefoon wordt ingediend, wordt deze per brief of via elektronisch middel dat in overeenstemming is met artikel 54, § 1, bevestigd vóór het verstrijken van de termijn bepaald voor haar ontvangst.
§ 2. Elke offerte wordt schriftelijk ingediend.
De offerte wordt ondertekend door de persoon of personen die bevoegd of gemachtigd zijn om de inschrijver te verbinden. Dit voorschrift geldt voor alle deelnemers als de offerte wordt ingediend door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid. De deelnemers zijn dan hoofdelijk verbonden en zijn verplicht de deelnemer aan te duiden die de combinatie zal vertegenwoordigen tegenover de aanbestedende overheid.
Art.54.§ 1. Wanneer elektronische middelen worden gebruikt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, bieden ze ten minste de waarborg :
1° [1 [2 dat de elektronische handtekening een gekwalificeerde elektronische handtekening is in de zin van artikel 3.12. van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG]2. Voor de aanvragen tot deelneming geldt deze eis enkel voor zover de aanbestedende overheid de ondertekening ervan oplegt;]1
2° dat elke aanvraag tot deelneming of offerte die met elektronische middelen werd opgesteld en die in de ontvangen versie een macro, een computervirus of andere schadelijke instructie vertoont, in een veiligheidsarchief kan worden opgenomen. Voor zover dit technisch noodzakelijk is kan dit document als niet ontvangen worden beschouwd. De aanvraag tot deelneming of de offerte wordt in dat geval geweerd, maar de kandidaat of inschrijver mag hiervan slechts op de hoogte worden gebracht volgens de bepalingen die van toepassing zijn op de informatie aan de kandidaten en inschrijvers;
3° dat het precieze tijdstip van ontvangst door de bestemmeling automatisch vastgesteld wordt door een ontvangstbewijs dat via elektronische middelen wordt verzonden;
4° dat redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de vastgelegde uiterste datum en uur toegang kan hebben tot de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes;
5° dat in geval van een inbreuk op dat toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk duidelijk opspoorbaar is;
6° dat enkel de daartoe aangestelde personen het precieze tijdstip van opening van de overgelegde gegevens mogen vastleggen of wijzigen;
7° dat tijdens de procedure, op de vastgelegde uiterste datum en uur, de toegang tot de overgelegde gegevens slechts mogelijk is wanneer de daartoe aangestelde personen gelijktijdig optreden;
8° dat de gegevens betreffende de overgelegde aanvragen tot deelneming of offertes, die geopend worden overeenkomstig de vereisten van dit artikel, alleen maar toegankelijk mogen zijn voor de daartoe aangestelde personen;
9° dat de te gebruiken hulpmiddelen en de technische eigenschappen ervan, met inbegrip van de eventuele versleuteling, niet discriminerend en algemeen voor het publiek beschikbaar zijn en verenigbaar met algemeen gebruikte informatie- en communicatiemiddelen. Ze worden beschreven in de opdrachtdocumenten.
De voorwaarden vermeld in 1° tot 3° zijn van toepassing op de kandidaten, de inschrijvers en de aanbestedende overheid en die vermeld in 4° tot 9° zijn van toepassing op de aanbestedende overheid.
De voorwaarden vermeld in 3° tot 8° zijn niet toepasselijk op de met elektronische middelen opgestelde offertes die niet via deze middelen worden overgelegd.
§ 2. Onverminderd de bepalingen inzake de elektronische veiling beslist de aanbestedende overheid voor elke opdracht afzonderlijk of ze het gebruik van elektronische middelen oplegt, toestaat of verbiedt voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes. Ze vermeldt deze beslissing in de opdrachtdocumenten, desgevallend samen met de door de kandidaten of inschrijvers te gebruiken elektronische hulpmiddelen en het elektronisch adres. Bij gebrek aan deze vermeldingen is het gebruik van elektronische middelen verboden.
Indien het gebruik van elektronische middelen wordt opgelegd voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, kunnen bepaalde bij te voegen documenten, die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden aangemaakt, op papier worden bezorgd vóór de uiterste ontvangstdatum, op voorwaarde dat de aanbestedende overheid hiermee vooraf akkoord gaat.
Indien het gebruik van elektronische middelen wordt toegestaan voor het indienen van aanvragen tot deelneming of offertes, kunnen bepaalde bij te voegen documenten op papier worden bezorgd vóór de uiterste ontvangstdatum.
Door zijn aanvraag tot deelneming of offerte geheel of gedeeltelijk via elektronische middelen over te leggen, aanvaardt de kandidaat of inschrijver dat bepaalde gegevens van zijn aanvraag tot deelneming of offerte worden geregistreerd door het ontvangstsysteem.
§ 3. Om te verhelpen aan sommige problemen die zich kunnen voordoen bij de overlegging, de ontvangst of de opening van met elektronische middelen ingediende aanvragen tot deelneming of offertes, kan de aanbestedende overheid aan de kandidaten of inschrijvers de toestemming geven om :
1° ingeval een aanvraag tot deelneming of offerte de overlegging kan meebrengen van omvangrijke documenten en teneinde elke mogelijke vertraging door de elektronische overlegging ervan te vermijden, hun aanvraag tot deelneming of offerte over te leggen via een dubbele elektronische zending.
Een eerste stap bestaat uit de overlegging van een vereenvoudigde zending die hun identiteit, de elektronische handtekening van hun volledige aanvraag tot deelneming of offerte en, in voorkomend geval, het bedrag van hun offerte omvat. Deze vereenvoudigde zending wordt elektronisch ondertekend. Haar ontvangst geldt als ontvangsttijdstip van de aanvraag tot deelneming of offerte.
Een tweede stap omvat de overlegging van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte, die elektronisch ondertekend is om de integriteit van de gegevens van de aanvraag tot deelneming of offerte te certificeren.
De ontvangst van de eigenlijke aanvraag tot deelneming of offerte gebeurt binnen een termijn die geen vierentwintig uur mag overschrijden na het uiterste ontvangsttijdstip van de aanvragen tot deelneming of de offertes, op straf van wering van de aanvraag tot deelneming of offerte;
2° zowel een aanvraag tot deelneming of een offerte, overgelegd met elektronische middelen, in te dienen, als een veiligheidskopie, opgesteld met elektronische middelen of op papier. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop duidelijk "veiligheidskopie" wordt vermeld en wordt binnen de opgelegde ontvangsttermijn ingediend. Deze kopie mag enkel worden geopend ingeval van een tekortkoming bij de overlegging, de ontvangst of de opening van de met elektronische middelen overgelegde aanvraag tot deelneming of offerte. Ze vervangt in dat geval definitief het met elektronische middelen overgelegd stuk. De veiligheidkopie van een offerte is voor het overige onderworpen aan de op offertes toepasselijke regels van dit besluit.
De aanbestedende overheid geeft in voorkomend geval in de aankondiging van opdracht of in de andere opdrachtdocumenten aan of ze de werkwijze sub 1°, de werkwijze sub 2° of beide toestaat.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 34, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
(2)<KB 2018-09-25/05, art. 13, 009; Inwerkingtreding : 20-10-2018>
Art.55. § 1. Onverminderd de toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken geeft de aanbestedende overheid in de aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, in de andere opdrachtdocumenten aan in welke taal of talen de kandidaten of inschrijvers hun aanvraag tot deelneming of hun offerte mogen indienen.
De aanbestedende overheid kan een vertaling vragen van de bijlagen die in een andere taal gesteld zijn dan die van de aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, van de andere opdrachtdocumenten.
§ 2. Zo de opdrachtdocumenten in meer dan één taal zijn gesteld, gebeurt de interpretatie van de stukken in de taal van de aanvraag tot deelneming of de offerte, voor zover de opdrachtdocumenten in die taal zijn gesteld.
Art.56.§ 1. Een kandidaat mag slechts één aanvraag tot deelneming per opdracht of per lijst van geselecteerden indienen.
§ 2. [1 Een inschrijver mag slechts één offerte per opdracht indienen behalve in geval van eventuele varianten en bij concurrentiedialoog. Voor de toepassing van deze bepaling wordt elke deelnemer aan een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid beschouwd als een inschrijver.]1
In geval van percelen kan de inschrijver een offerte indienen voor één, voor meerdere of voor alle percelen. Indien de aard van een welbepaalde opdracht het noodzakelijk maakt, en in de voorwaarden bepaald door de Koning, kunnen de opdrachtdocumenten het aantal percelen beperken waarvoor de inschrijver een offerte mag indienen. Voor elk gekozen perceel dient hij een afzonderlijke offerte in, tenzij de opdrachtdocumenten toestaan dat meerdere offertes in één document worden opgenomen.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 35, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.57. Bij beperkte procedure, onderhandelingsprocedure met bekendmaking en concurrentiedialoog, mogen enkel de geselecteerden een offerte indienen.
Nochtans kunnen de opdrachtdocumenten toestaan dat de offerte wordt ingediend door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid bestaande uit een geselecteerde en één of meer niet-geselecteerde personen.
Anderzijds kunnen de opdrachtdocumenten het gezamenlijk indienen van één enkele offerte door meerdere geselecteerden beperken of verbieden, teneinde een voldoende mededinging te waarborgen.
Art.58. Een inschrijver natuurlijk persoon die in de loop van de gunningsprocedure zijn beroepsactiviteit onderbrengt in een rechtspersoon, blijft, samen met die rechtspersoon, hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen die hij in zijn offerte heeft aangegaan.
Afdeling 6. - Verbintenistermijn
Art.59. De inschrijvers blijven verbonden door hun offerte, zoals eventueel verbeterd door de aanbestedende overheid, gedurende negentig dagen te rekenen vanaf de uiterste datum voor ontvangst. De opdrachtdocumenten kunnen een afwijkende termijn voorschrijven.
Vóór het verstrijken van de verbintenistermijn kan de aanbestedende overheid aan de inschrijvers een vrijwillige verlenging van deze termijn vragen, onverminderd de toepassing van de artikelen 108 of 109 in geval ze niet op dat verzoek ingaan bij aanbesteding of offerteaanvraag.
HOOFDSTUK 5. - Selectie kandidaten en inschrijvers Toegangsrecht en kwalitatieve selectie
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.60.§ 1. De aanbestedende overheid gaat over tot de selectie van de kandidaten of inschrijvers in de mate dat de noodzakelijke inlichtingen en documenten aantonen dat ze cumulatief voldoen aan :
1° de bepalingen betreffende het toegangsrecht tot de opdracht zoals omschreven in de artikelen 63 tot 68;
2° de kwalitatieve selectiecriteria van financiële, economische of technische aard of inzake beroepsbekwaamheid die de aanbestedende overheid heeft vastgesteld op grond van de artikelen 69 tot 84. Zij preciseert deze criteria en het vereiste niveau ervan op zodanige wijze dat ze verband houden met en in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. Bij open procedure en vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking is het opleggen van een minimaal niveau verplicht.
De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van opdracht of [1 , bij gebrek aan een dergelijke aankondiging,]1 in de uitnodiging tot het indienen van een offerte aan welke de vastgestelde kwalitatieve selectiecriteria zijn en welke de te verstrekken noodzakelijke inlichtingen en documenten zijn.
§ 2. Het minimum aantal geselecteerden mag niet kleiner zijn dan vijf bij beperkte procedure en niet kleiner dan drie bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking of concurrentiedialoog. Het aantal geslecteerden moet in elk geval voldoende zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen, voor zover er voldoende geschikte kandidaten zijn.
Indien het een opdracht betreft waarvoor een voorafgaande Europese bekendmaking verplicht is, geeft de aanbestedende overheid in de aankondiging van opdracht het minimum en eventueel het maximum aantal geselecteerden aan dat hij vooropstelt.
Als de aanbestedende overheid van mening is dat het aantal geselecteerden te laag is om een echte mededinging te garanderen, mag zij de procedure opschorten en de oorspronkelijke aankondiging van de opdracht opnieuw publiceren, met vaststelling van een nieuwe termijn voor de indiening van aanvragen tot deelneming. In dat geval worden de geselecteerden na de twee bekendmakingen uitgenodigd om een offerte in te dienen of om deel te nemen aan de dialoog overeenkomstig artikel 52.
§ 3. Bij opdrachten verdeeld in percelen kan de aanbestedende overheid het minimale niveau bedoeld in § 1, 2°, bepalen, dat vereist is :
1° voor elk perceel afzonderlijk;
2° in geval van gunning van meerdere percelen aan dezelfde inschrijver.
Wanneer de aanbestedende overheid toepassing maakt van het eerste lid, 2°, onderzoekt ze bij de gunning van de percelen in kwestie, of er is voldaan aan het vereiste minimale niveau.
§ 4. Bij de gunningsbeslissing kan de aanbestedende overheid de selectie van een reeds geselecteerde herzien, indien zijn persoonlijke situatie of bekwaamheid alsdan niet meer beantwoorden aan de op grond van § 1 bepaalde selectievoorwaarden.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 36, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.61.De aanbestedende overheid kan :
1° verlangen dat de kandidaten of inschrijvers [1 de in de artikelen 63 tot 84 bedoelde inlichtingen en documenten]1 en documenten aanvullen of nader toelichten. Zij kan ook, indien zij dit nodig acht, een vertaling van de documenten aan hen vragen, behalve indien het gaat om een document uitgaande van een overheidsinstantie dat in een van de officiële Belgische talen is opgesteld;
2° in eender welk stadium van de gunningsprocedure en met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen inwinnen over de in artikel 60, § 1, bedoelde situatie van om het even welke kandidaat of inschrijver;
3° in eender welk stadium van de gunningsprocedure van elke rechtspersoon de voorlegging eisen van zijn statuten of vennootschapsakten, eventueel vergezeld van een vertaling ervan indien die documenten niet opgesteld zijn in de taal of talen van de aanbestedende overheid, evenals van elke wijziging van de inlichtingen betreffende zijn bestuurders of zaakvoerders.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 37, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.62. § 1. De aanbestedende overheid die via elektronische middelen kosteloos toegang heeft tot de inlichtingen of documenten uitgaande van overheidsinstanties die haar in staat stellen de in artikel 60, § 1, bedoelde situatie van de betrokken kandidaten of inschrijvers na te gaan, stelt laatstgenoemden ervan vrij de in die artikelen bedoelde inlichtingen mee te delen of documenten voor te leggen.
De aanbestedende overheid vermeldt in de opdrachtdocumenten de inlichtingen of documenten welke ze via elektronische weg zal opvragen. Zij vraagt zelf deze inlichtingen of documenten op en bewaart de resultaten ervan in het administratief dossier.
§ 2. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, dient de kandidaat of de inschrijver de gevraagde inlichtingen en documenten niet voor te leggen indien hij dit reeds gedaan heeft voor een andere procedure, uitgeschreven door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde dat hij die procedure precies vermeldt in zijn aanvraag tot deelneming of offerte en mits de bedoelde inlichtingen en documenten aan de gestelde vereisten beantwoorden.
Afdeling 2. - Toegangsrecht
Art.63.[1 § 1. Overeenkomstig artikel 20 van de wet wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die bij rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft, veroordeeld is voor :
1° deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;
2° omkoping als bedoeld in artikelen 246 en 250 van het Strafwetboek;
3° fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
4° terroristisch misdrijf of strafbaar feit in verband met terroristische activiteiten, uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit, als bedoeld in de artikelen 137 en volgende van het Strafwetboek;
5° witwassen van geld als bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
Onder voorbehoud van de toepassing van 62, § 1, vraagt de aanbestedende overheid, met het oog op de toepassing van deze paragraaf, aan de kandidaten of inschrijvers, om de noodzakelijke inlichtingen of documenten over te leggen. Indien zij twijfels heeft over de persoonlijke situatie van die kandidaten of inschrijvers, kan zij de bevoegde binnenlandse of buitenlandse autoriteiten verzoeken om de inlichtingen die ze ter zake nodig acht.
De aanbestedende overheid kan om dwingende redenen van algemeen belang afwijken van de in deze paragraaf bedoelde verplichting tot uitsluiting van de toegang tot de gunningsprocedure.
§ 2. Overeenkomstig artikel 20 van de wet kan in elk stadium van de gunningsprocedure worden uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die :
1° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
2° aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen;
3° jegens wie een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde is gedaan, waarbij een delict is vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels, zoals bijvoorbeeld de schending van de bestaande wetgeving inzake de uitvoer van defensie- en/of veiligheidsmateriaal;
4° bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende overheden aannemelijk kunnen maken, zoals een niet-nakoming van zijn verplichtingen inzake gegevensbeveiliging of bevoorradingszekerheid bij een vorige opdracht;
5° waarvan is vastgesteld, op basis van welk bewijsmiddel ook, inclusief beschermde gegevensbronnen, dat hij niet de betrouwbaarheid vertoont die nodig is om risico's voor de veiligheid van de staat uit te sluiten;
6° niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn socialezekerheidsbijdragen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 64;
7° niet in orde is met de betaling van zijn belastingen volgens de Belgische wetgeving of die van het land waar hij gevestigd is, overeenkomstig de bepalingen van artikel 65;
8° zich in ernstige mate heeft schuldig gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar bij toepassing van dit hoofdstuk, of die deze inlichtingen niet heeft verstrekt.
§ 3. Het bewijs dat de kandidaat of inschrijver zich niet in één van de gevallen vermeld in de §§ 1 en 2 bevindt, kan geleverd worden door :
1° voor § 1 en § 2, 1°, 2° of 3° : een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan;
2° voor § 2, 6° en 7° : een attest uitgereikt door de bevoegde overheid van het betrokken land;
3° voor § 2, 4°, 5° en 8° : elk middel dat de aanbestedende overheid aannemelijk kan maken.
Wanneer een document of attest als bedoeld in 1° en 2° van het eerste lid, is vereist, niet wordt uitgereikt in het betrokken land of daarin niet alle in § 1 en in § 2, 1°, 2° of 3°, bedoelde gevallen worden vermeld, kan het worden vervangen door een verklaring onder eed of, in landen waar niet in een eed is voorzien, door een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst.
§ 4. Bij open procedure, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking en onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, wanneer die laatste procedure in één fase verloopt, vormt het loutere feit van de indiening van de offerte vanwege de inschrijver zijn impliciete verklaring op erewoord dat hij zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevindt als bedoeld in de eerste en de tweede paragraaf.
De verplichte toepassing van de impliciete verklaring op erewoord geldt enkel in zoverre de inlichtingen of documenten betreffende de uitsluitingsgevallen waarop de verklaring slaat, voor de aanbestedende overheid kosteloos toegankelijk zijn via elektronische middelen als bedoeld in artikel 62, § 1.
Bij de procedures vermeld in het eerste lid, wanneer de voorwaarde van het tweede lid niet is vervuld, alsook bij beperkte procedure, concurrentiedialoog, onderhandelingsprocedure met bekendmaking en onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, wanneer die laatste procedure in meerdere fases verloopt, kan de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten bepalen dat het loutere feit van de indiening van de aanvraag tot deelneming of van de offerte, de impliciete verklaring op erewoord van de kandidaat respectievelijk de inschrijver vormt dat hij zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bedoeld in §§ 1 en 2 bevindt.
Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 65, § 2, laatste lid, wat betreft de verificatie van de naleving van de fiscale verplichtingen als bedoeld in § 2, 7°, gaat de aanbestedende overheid bij toepassing van de in de vorige leden bedoelde verklaring de toestand na van, al naargelang :
1° de voor selectie in aanmerking komende kandidaten, alvorens de selectiebeslissing te nemen;
2° de als opdrachtnemer in aanmerking komende inschrijver, alvorens de gunningsbeslissing te nemen.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 38, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.64.§ 1. [1 Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 62, § 1, voegt de kandidaat of de inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders, bij zijn aanvraag tot deelneming of zijn offerte, al naargelang, een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de vereisten inzake de betaling van zijn bijdragen voor de sociale zekerheid.]1
Het attest heeft betrekking op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of offertes, al naargelang.
De kandidaat of inschrijver heeft aan bovenvermelde vereisten voldaan, indien hij :
1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het kalenderkwartaal bedoeld in het vorige lid, en
2° op deze aangiften geen bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro of voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 euro, zal de kandidaat of inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens de beslissing over de selectie van de kandidaten of tot de gunning van de opdracht wordt genomen, al naargelang, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.
§ 2. De kandidaat of inschrijver die personeel uit een andere lidstaat van de Europese Unie tewerkstelt en dat niet beoogd is door § 1, voegt bij zijn aanvraag tot deelneming of zijn offerte, al naargelang, een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste de uiterste dag bepaald voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of offertes, al naargelang, is opgemaakt, op die datum voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
§ 3. Indien de kandidaat of inschrijver personeel tewerkstelt dat zowel door paragraaf 1 als paragraaf 2 wordt beoogd, zijn de bepalingen van beide paragrafen toepasselijk.
§ 4. De in paragrafen 1 en 2 bedoelde attesten moeten niet worden voorgelegd wanneer het geraamde opdrachtbedrag niet hoger is dan 30.000 euro. In dat geval wint de aanbestedende overheid zelf inlichtingen in over de toestand van de kandidaat of inschrijver om na te gaan of hij aan de vereisten van dit artikel heeft voldaan.
§ 5. De aanbestedende overheid kan inlichtingen inwinnen over de situatie van de kandidaat of de inschrijver die onderworpen is aan de sociale zekerheid van de zelfstandigen ten einde na te gaan of hij in orde is met de betaling van zijn bijdragen inzake sociale zekerheid.
§ 6. Het voorleggen bij de offerte van de attesten bepaald in de vorige paragrafen is niet vereist indien ze reeds bij de aanvraag tot deelneming waren gevoegd, mits ze op dezelfde periode slaan.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 39, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.65.[1 § 1. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 62, § 1, voegt de kandidaat of de inschrijver bij zijn aanvraag tot deelneming of zijn offerte, al naargelang, een attest waaruit blijkt dat hij heeft voldaan aan zijn fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
§ 2. Voor een Belgische kandidaat of inschrijver verifieert de aanbestedende overheid de naleving van de fiscale verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën, op basis van het attest dat door die laatste wordt afgeleverd.
De kandidaat of inschrijver heeft aan de in deze paragraaf bedoelde verplichtingen voldaan, indien hij voor die verplichtingen geen schuld heeft van meer dan 3.000 euro, of voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Evenwel, zelfs wanneer de in deze paragraaf bedoelde schuld groter is dan 3.000 euro, zal de kandidaat of inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens de beslissing over de selectie van de kandidaten of de gunning van de opdracht wordt genomen, al naargelang, aantoont dat hij op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige afbetaling van zijn fiscale schulden.
Voor de in deze paragraaf bedoelde fiscale verplichtingen verifieert de aanbestedende overheid die via de in artikel 62, § 1, bedoelde elektronische middelen kosteloos toegang heeft tot het attest van de FOD Financiën, voor alle kandidaten of inschrijvers, al naargelang, de toestand binnen achtenveertig uur na de openingszitting, zo die plaatsvindt, dan wel binnen achtenveertig uur na het uiterste tijdstip voor het indienen van de aanvraag tot deelneming of de offerte, al naargelang.
§ 3. De aanbestedende overheid kan overgaan tot de verificatie van de naleving van de betaling van andere dan de in paragraaf 2 bedoelde fiscale schulden. In dat geval duidt zij in de opdrachtdocumenten precies aan welke andere fiscale schulden zij wenst te onderzoeken alsook aan de hand van welke documenten.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 40, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.66. § 1. De kandidaat of inschrijver wordt uitgesloten van de toegang tot de gunningsprocedure van een opdracht, indien hij belast werd met het onderzoek, de beproeving, de studie of de ontwikkeling van die opdracht indien hij door die prestaties een voordeel geniet dat de normale mededingingsvoorwaarden verhindert of vervalst.
Niettemin vraagt de aanbestedende overheid, alvorens zijn aanvraag tot deelneming of offerte om die reden uit te sluiten, aan de kandidaat of inschrijver per aangetekende brief om schriftelijk de afdoende verantwoording te bezorgen waarmee hij kan aantonen geen voordeel als bedoeld in het vorige lid te genieten. Dit voorschrift geldt niet wanneer die verantwoording bij de aanvraag tot deelneming of de offerte werd gevoegd.
De verantwoording is enkel ontvankelijk indien ze aan de aanbestedende overheid wordt overgelegd binnen twaalf kalenderdagen te rekenen vanaf de dag die volgt op de verzending van de aangetekende brief of binnen de daarin eventueel bepaalde langere termijn.
De kandidaat of inschrijver in kwestie levert het bewijs van de verzending van de verantwoording.
§ 2. Wordt eveneens uitgesloten, de aanvraag tot deelneming of de offerte ingediend door een onderneming die verbonden is met een persoon die voordien werd belast met het onderzoek, de beproeving, de studie of de ontwikkeling van de opdracht, indien die onderneming, wegens die binding, door die prestaties een voordeel geniet dat de normale mededingingsvoorwaarden verhindert of vervalst.
In de zin van deze paragraaf verstaat men onder "verbonden onderneming", elke onderneming waarop een persoon bedoeld in het eerste lid rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kan uitoefenen, of elke onderneming die een overheersende invloed kan uitoefenen op die persoon of die, zoals hij, onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming omwille van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften.
De overheersende invloed wordt vermoed wanneer een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van een andere onderneming :
1° de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezit, of
2° beschikt over de meerderheid van de stemmen die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of
3° meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan aanwijzen.
Niettemin vraagt de aanbestedende overheid, alvorens de aanvraag tot deelneming of de offerte van die verbonden onderneming uit te sluiten, aan deze laatste per aangetekende brief om schriftelijk de afdoende verantwoording te bezorgen waarmee ze kan aantonen geen dergelijk voordeel te genieten.
De verantwoording steunt op de bindingen van de onderneming, haar graad van onafhankelijkheid en elke andere afdoende reden. Ze toont aan, hetzij dat er geen overheersende invloed is, hetzij, indien die er wel is, dat die geen enkele impact heeft op de opdracht in kwestie.
De verantwoording is enkel ontvankelijk indien ze aan de aanbestedende overheid wordt overgelegd binnen twaalf kalenderdagen te rekenen vanaf de dag die volgt op de verzending van de aangetekende brief of binnen de daarin eventueel bepaalde langere termijn.
De kandidaat of inschrijver in kwestie levert het bewijs van de verzending van de verantwoording.
Art.67. Kandidaten of inschrijvers die krachtens de wetgeving van de lidstaat van de Europese Unie waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de opdracht in kwestie uit te voeren, mogen niet worden uitgesloten van de toegang tot de gunningsprocedure louter op grond van het feit dat zij krachtens de Belgische wet, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon zouden moeten zijn.
Art.68. De bepalingen van deze afdeling zijn individueel toepasselijk op alle deelnemers die :
1° zich samen kandidaat stellen en de intentie hebben om, ingeval van selectie, samen een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid op te richten;
2° of samen een offerte indienen als combinatie zonder rechtspersoonlijkheid.
Afdeling 3. - Kwalitatieve selectie
Art.69. § 1. De financiële en economische draagkracht van de kandidaat of de inschrijver kan over het algemeen worden aangetoond door één of meer van de volgende referenties :
1° door een bankverklaring opgesteld overeenkomstig het model vervat in bijlage 2 of, in voorkomend geval, door het bewijs van een verzekering tegen beroepsrisico's;
2° door de jaarrekeningen of de neergelegde jaarrekeningen, indien de wetgeving van het land van de kandidaat of inschrijver deze neerlegging voorschrijft;
3° door een verklaring betreffende de totale omzet en, in voorkomend geval, de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de opdracht is, over ten hoogste de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de oprichtingsdatum of van de datum waarop de kandidaat of de inschrijver met zijn activiteit is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers beschikbaar zijn.
§ 2. De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van opdracht of in de uitnodiging tot het indienen van een offerte aan welke referentie(s) in § 1, 1°, 2° en 3° ze verlangt, evenals de andere relevante referenties die moeten worden overgelegd.
Indien de kandidaat of inschrijver om redenen die hij moet verantwoorden, niet in staat is de gevraagde referenties over te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die de aanbestedende overheid geschikt acht.
Art.70. In geval van een opdracht voor werken, een opdracht voor leveringen waarvoor plaatsings- of installatiewerkzaamheden nodig zijn of een opdracht voor diensten, kan de aanbestedende overheid :
1° de technische of beroepsbekwaamheid van de kandidaten of inschrijvers om de werken of de installatie uit te voeren of de diensten te verstrekken beoordelen aan de hand van met name hun knowhow, efficiëntie, ervaring en betrouwbaarheid;
2° de rechtspersonen verplichten om in hun aanvraag tot deelneming of in hun offerte de namen en de beroepskwalificaties te vermelden van de personen die belast zijn met de uitvoering van de opdracht.
Art.71. In geval van een opdracht voor werken kan de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid van de kandidaat of de inschrijver op één of meer van de volgende manieren worden bewezen, afhankelijk van de aard, de hoeveelheid of belangrijkheid en het doel van de werken :
1° door het bewijs dat de kandidaat of de inschrijver voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen overeenkomstig artikel 82;
2° aan de hand van een opgave van de al dan niet tot de onderneming behorende technici of technische organen, in het bijzonder van die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole, die de aannemer ter beschikking zullen staan om de werken uit te voeren;
3° aan de hand van de studie- of beroepskwalificaties van de aannemer of het kaderpersoneel van de onderneming en in het bijzonder van degenen die met de leiding van de werken worden belast;
4° enkel in passende gevallen, door de vermelding van de maatregelen inzake milieubeheer die de aannemer kan toepassen in het kader van de uitvoering van de opdracht overeenkomstig artikel 83;
5° aan de hand van een verklaring betreffende de gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting van de aannemer en de omvang van het kaderpersoneel gedurende de laatste drie jaar;
6° aan de hand van een beschrijving van de technische uitrusting en de maatregelen die de aannemer gebruikt om de kwaliteit te waarborgen en van de mogelijkheden van de onderneming ten aanzien van ontwerpen en onderzoek, alsmede de interne regels inzake intellectuele eigendom;
7° aan de hand van een lijst van de werken die de afgelopen vijf jaar werden verricht, welke lijst vergezeld gaat van attesten die bewijzen dat de belangrijkste werken naar behoren zijn uitgevoerd. Deze attesten vermelden het bedrag van de werken, de plaats en het tijdstip waarop ze werden uitgevoerd. Voorts wordt aangegeven of de werken volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd en regelmatig tot een goed einde zijn gebracht. In voorkomend geval worden de attesten door de bevoegde instantie rechtstreeks aan de aanbestedende overheid toegezonden;
8° aan de hand van een controle door de aanbestedende overheid of, in diens naam, door een bevoegd officieel orgaan van het land waar de aannemer gevestigd is, onder voorbehoud van instemming door dit orgaan; deze controle heeft betrekking op de technische capaciteit van de aannemer en, zo nodig, op diens mogelijkheden inzake studie en onderzoek en de maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen.
Art.72. In geval van een opdracht voor werken, wanneer de opdracht, overeenkomstig artikel 3, § 1, van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, enkel mag worden gegund aan personen die hetzij hiervoor erkend zijn, hetzij het bewijs hebben geleverd dat zij voldoen aan de bij of krachtens deze wet bepaalde voorwaarden om te worden erkend, vermeldt de aankondiging van opdracht de vereiste erkenning overeenkomstig genoemde wet en haar uitvoeringsbesluiten.
De aanvraag tot deelneming of de offerte vermeldt :
1° ofwel dat de kandidaat of inschrijver over de vereiste erkenning beschikt;
2° ofwel dat de kandidaat of inschrijver in het bezit is van een certificaat of ingeschreven is op een officiële lijst van erkende aannemers in een andere lidstaat van de Europese Unie. In dat geval voegt de kandidaat of inschrijver bij zijn aanvraag tot deelneming of offerte het door de bevoegde certificeringsinstelling afgeleverde certificaat of het door de bevoegde instantie van de lidstaat bevestigde bewijs van inschrijving en elk document dat de gelijkwaardigheid tussen deze certificering of inschrijving en de vereiste erkenning als bedoeld in het eerste lid kan aantonen. Op dit certificaat of deze inschrijving worden de referenties vermeld op grond waarvan de certificering respectievelijk de inschrijving op de lijst mogelijk was;
3° ofwel dat de kandidaat of inschrijver de toepassing inroept van artikel 3, § 1, 2°, van de voormelde wet van 20 maart 1991. In dat geval voegt de kandidaat of inschrijver de nodige bewijsstukken bij zijn aanvraag tot deelneming of bij zijn offerte.
In geval van een open procedure of een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking kan de aanbestedende overheid, indien zij de voorwaarden vastgesteld door of krachtens de wet van 20 maart 1991 voldoende acht om de selectie van de inschrijvers uit te voeren, zich beperken tot de vermelding bedoeld in het eerste lid, zonder van de inschrijvers andere inlichtingen of documenten betreffende hun economischen en financiële draagkracht, alsook hun technische of beroepsbekwaamheid te eisen.
Art.73. In geval van een opdracht voor leveringen kan de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid van de kandidaat of de inschrijver op één of meer van de volgende manieren worden bewezen, afhankelijk van de aard, de hoeveelheid of belangrijkheid en het doel van de leveringen :
1° door het bewijs dat de kandidaat of de inschrijver voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen overeenkomstig artikel 82;
2° aan de hand van een opgave van de al dan niet tot de onderneming behorende technici of technische organen, in het bijzonder van die welke verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitscontrole;
3° aan de hand van een lijst van de voornaamste leveringen die gedurende de afgelopen vijf jaar werden verricht, met vermelding van het bedrag en de datum en van de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren. De leveringen worden aangetoond door attesten die de bevoegde autoriteit heeft afgegeven of medeondertekend of in geval van leveringen voor een particuliere afnemer door attesten van de afnemer of bij ontstentenis eenvoudigweg door een verklaring van de leverancier;
4° aan de hand van een beschrijving van de technische uitrusting, van de door de leverancier getroffen maatregelen om de kwaliteit te waarborgen en van de door zijn onderneming geboden mogelijkheden op het vlak van studie en onderzoek alsook de interne regels inzake intellectuele eigendom;
5° aan de hand van certificaten die door als bevoegd erkende officiële instituten of diensten voor kwaliteitscontrole zijn opgesteld en waarin wordt verklaard dat duidelijk door referenties geïdentificeerde producten aan bepaalde specificaties of normen beantwoorden;
6° aan de hand van monsters, beschrijvingen of foto's, waarvan de echtheid wordt aangetoond op verzoek van de aanbestedende overheid;
7° aan de hand van een controle door de aanbestedende overheid of, in diens naam, door een bevoegd officieel orgaan van het land waar de leverancier gevestigd is, onder voorbehoud van instemming door dit orgaan; deze controle heeft betrekking op de productiecapaciteit of op de technische bekwaamheid van de leverancier en, zo nodig, op diens mogelijkheden inzake studie en onderzoek en de maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen;
8° in geval van leveringen die bijkomend plaatsings- en installatiewerkzaamheden of diensten omvatten, aan de hand van de studie- en beroepskwalificaties van de leverancier of van het kaderpersoneel van de onderneming en in het bijzonder van degenen die met de dienstverlening of de leiding van de werken kunnen worden belast.
Art.74. In geval van een opdracht voor diensten kan de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid van de kandidaat of de inschrijver op één of meer van de volgende manieren worden bewezen, afhankelijk van de aard, de hoeveelheid of belangrijkheid en het doel van de diensten :
1° door het bewijs dat de kandidaat of de inschrijver voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen overeenkomstig artikel 82;
2° aan de hand van een opgave van de al dan niet tot de onderneming behorende technici of technische organen, in het bijzonder van die welke verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitscontrole;
3° aan de hand van de studie- of beroepskwalificaties van de dienstverlener of het kaderpersoneel van de onderneming en in het bijzonder van degenen die met de dienstverlening kunnen worden belast;
4° enkel in passende gevallen, door de vermelding van de maatregelen inzake milieubeheer die de dienstverlener kan toepassen in het kader van de uitvoering van de opdracht overeenkomstig artikel 83;
5° aan de hand van een verklaring betreffende de gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting van de dienstverlener en de omvang van het kaderpersoneel gedurende de laatste drie jaar;
6° aan de hand van een lijst van de voornaamste diensten die gedurende de afgelopen drie jaar werden verricht, met vermelding van het bedrag en de datum en van de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren. De diensten worden aangetoond door attesten die de bevoegde autoriteit afgeeft of medeondertekent of in het geval van diensten voor een particuliere afnemer, door attesten van de afnemer of, bij ontstentenis, eenvoudigweg door een verklaring van de dienstverlener;
7° aan de hand van een beschrijving van de technische uitrusting van de dienstverlener, van de maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen en de mogelijkheden die zijn onderneming biedt op het vlak van studie en onderzoek, alsook de interne regels inzake intellectuele eigendom;
8° aan de hand van een controle door de aanbestedende overheid of, in diens naam, door een bevoegd officieel orgaan van het land waar de dienstverlener gevestigd is, onder voorbehoud van instemming door dit orgaan; deze controle heeft betrekking op de technische capaciteit van de dienstverlener en, zo nodig, op diens mogelijkheden inzake studie en onderzoek en de maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen.
Art.75. In geval van een opdracht voor werken, leveringen of diensten kan de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid van de kandidaat of inschrijver ook worden bewezen aan de hand van een beschrijving van het gereedschap, het materieel, de technische uitrusting, het personeelsbestand en de kennis en/of de bevoorradingsbronnen - inclusief een beschrijving van de geografische ligging ervan wanneer die buiten de Europese Unie is - waarover hij beschikt
1° om de opdracht uit te voeren;
2° om eventuele toenames van de behoeften van de aanbestedende overheid als gevolg van een crisissituatie op te vangen, of;
3° om het onderhoud, de modernisering of de aanpassingen van de leveringen die het voorwerp van de opdracht uitmaken, te verzekeren.
Art.76. Wanneer het een opdracht betreft die betrekking heeft op geclassificeerde informatie of die dergelijke gegevens noodzakelijk maakt of bevat, kan de aanbestedende overheid bewijzen vragen die aantonen dat deze gegevens met inachtneming van het door de aanbestedende overheid voorgeschreven beveiligingsniveau kunnen worden verwerkt, opgeslagen en verzonden.
Bij gebrek aan harmonisatie van de nationale systemen voor veiligheidsonderzoeken voldoen deze bewijzen aan de desbetreffende bepalingen van de wetten inzake veiligheidsonderzoeken die in België van toepassing zijn. De veiligheidsmachtigingen van de andere Staten die als gelijkwaardig door de nationale Belgische veiligheidsoverheid worden beschouwd met degene die zijn afgegeven overeenkomstig de nationale wetgeving, worden eveneens erkend, onverminderd de mogelijkheid voor de bevoegde nationale overheid om zelf onderzoek te verrichten en hier rekening mee te houden, als dit nodig wordt geacht.
De aanbestedende overheid kan, in voorkomend geval, kandidaten en inschrijvers die nog geen veiligheidsmachtiging hebben, extra tijd toekennen om deze verklaring te verkrijgen. In dit geval geeft ze het bestaan van deze mogelijkheid en de termijn aan in de aankondiging van opdracht.
De aanbestedende overheid kan de nationale veiligheidsoverheid van de Staat van de kandidaat of inschrijver of de door die Staat aangewezen veiligheidsoverheid vragen te verifiëren of de ruimten en installaties die mogelijk zullen worden gebruikt, de industriële processen en de administratieve procedures die zullen worden toegepast, de regels voor het beheer van de gegevens en/of de situatie van het personeel waarvan vermoedelijk gebruik zal worden gemaakt voor de uitvoering van de opdracht, conform de veiligheidseisen zijn. Deze aanvraag gebeurt via de nationale Belgische veiligheidsoverheid.
Art.77. Voor de opdrachten waarvoor een voorafgaande Europese bekendmaking niet verplicht is, mag de aanbestedende overheid passende referenties vermelden zonder te zijn gebonden door de beperkingen van de artikelen 70, 71 en 73 tot 75.
Art.78. Wanneer de kandidaat of inschrijver om gegronde redenen niet in staat is de door de aanbestedende overheid gevraagde referenties inzake de technische bekwaamheid of de beroepsbekwaamheid over te leggen, kan hij zijn bekwaamheid aantonen met andere bescheiden die de aanbestedende overheid geschikt acht.
Art.79. Een kandidaat of een inschrijver kan zich voor welbepaalde opdrachten beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de kandidaat of inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te stellen. Op deze entiteiten is artikel 63 toepasselijk.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van kandidaten of van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
De aanbestedende overheid kan in de opdrachtdocumenten voor een kandidaat of een inschrijver de mogelijkheid beperken om zich te beroepen op de draagkracht van andere entiteiten wanneer aan deze laatste het toegangsrecht is ontzegd op grond van artikel 20 van de wet.
Art.80. De aanbestedende overheid kan van de kandidaten of inschrijvers de overlegging eisen van het bewijs van hun inschrijving in het beroeps- of handelsregister overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar ze gevestigd zijn. Het bewijs wordt geleverd door een attest, of, bij ontstentenis, door een verklaring onder eed.
De bedoelde registers, attesten en verklaringen voor elke Lidstaat zijn vermeld in bijlage 3.
Art.81. Wanneer de dienstverleners in hun land van herkomst een dienst slechts kunnen verrichten als ze over een bijzondere vergunning beschikken of lid zijn van een bepaalde organisatie, kan de aanbestedende overheid vragen dat zij aantonen over deze vergunning te beschikken of lid te zijn van de bedoelde organisatie.
Art.82. Ingeval de aanbestedende overheid de overlegging verlangt van door onafhankelijke instanties opgestelde verklaringen dat de kandidaat of inschrijver aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoet, dient ze te verwijzen naar kwaliteitsbewakingsregelingen die op de Europese normenreeksen op dit terrein zijn gebaseerd en die zijn gecertificeerd door instanties die voldoen aan de Europese normenreeks voor certificering. Ze erkent gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde instanties. Ze aanvaardt eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het vlak van kwaliteitsbewaking.
Art.83. Wanneer de aanbestedende overheid in de in artikel 71, 4°, en 74, 4°, bedoelde passende gevallen de overlegging verlangt van een door onafhankelijke instanties opgestelde verklaring dat de kandidaat of inschrijver aan bepaalde normen inzake milieubeheer voldoet, verwijst ze naar het communautaire milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) of naar normen inzake milieubeheer die gebaseerd zijn op de desbetreffende Europese of internationale normen die gecertificeerd zijn door instanties die beantwoorden aan het recht van de Europese Unie of aan de toepasselijke Europese of internationale normen voor certificering. Ze erkent gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde instanties. Ze aanvaardt tevens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het vlak van milieubeheer.
Art.84. De door de bevoegde instantie bevestigde inschrijving van een erkende aannemer, leverancier of dienstverlener op een officiële lijst in een andere lidstaat van de Europese Unie of het door de bevoegde certificeringsinstelling afgeleverde certificaat vormt enkel een vermoeden van geschiktheid wat betreft de bepalingen van de artikelen 63, §§ 1 en 2, 1° tot 4° en 8°, 69, § 1, 2° en 3°, 71, 2° tot 8°, 73, 2° tot 8°, 74, 2°, 3° en 5° tot 8°, 80 en, in voorkomend geval, 82. Het voordeel van de bepalingen van dit artikel komt enkel de aannemers, leveranciers en de dienstverleners ten goede die gevestigd zijn in het land waar de officiële lijst is opgesteld.
De gegevens die uit de inschrijving op een officiële lijst kunnen worden afgeleid, kunnen niet zonder verantwoording ter discussie worden gesteld.
HOOFDSTUK 6. - Gunning bij aanbesteding en offerteaanvraag
Afdeling 1. - Vorm, inhoud en ondertekening offerte
Art.85. Als bij de opdrachtdocumenten een formulier is gevoegd voor het opmaken van de offerte en het invullen van de samenvattende opmeting of de inventaris, maakt de inschrijver daarvan gebruik. Doet hij dit niet, dan draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier.
Art.86. De offerte vermeldt :
1° de naam, voornamen, hoedanigheid of beroep, nationaliteit en woonplaats van de inschrijver of voor een rechtspersoon, de handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, maatschappelijke zetel en, desgevallend, het ondernemingsnummer;
2° a) het totale offertebedrag, belasting over de toegevoegde waarde desgevallend inbegrepen, zoals in voorkomend geval gedetailleerd in de samenvattende opmeting of de inventaris;
b) de prijstoeslag;
c) in voorkomend geval, de prijskorting of verbetering voor het geheel of een deel van de offerte;
d) de prijskorting of verbetering in geval van toepassing van artikel 94, eerste lid;
e) elk ander prijsgegeven zoals voorgeschreven door de opdrachtdocumenten;
3° het nummer en de benaming van de rekening bij een financiële instelling waarop de betaling van de opdracht moet gebeuren;
4° voor zover de opdrachtdocumenten het opleggen, de identiteit van de eventuele onderaannemers.
In geval van een beperkte procedure geldt de voormelde verplichting tot het vermelden van de identiteit van de onderaannemers als regelmatigheidsvereiste voor de offerte wanneer de draagkracht van de onderaannemers en de andere entiteiten als bedoeld in artikel 79 bepalend is geweest voor de selectie van de betrokken inschrijver;
5° voor zover de opdrachtdocumenten zulks opleggen, de oorsprong van de te leveren producten en de te verwerken materialen die afkomstig zijn van buiten de Europese Unie, met vermelding per land van oorsprong van de waarde exclusief douanerechten die zij in de offerte vertegenwoordigen. Als de producten of materialen op het grondgebied van de Europese Unie worden afgewerkt of verwerkt, wordt enkel de waarde van deze grondstoffen vermeld;
6° in geval van offertes voor meerdere percelen, overeenkomstig artikel 94, tweede lid, de voorkeurvolgorde van de percelen.
Als de offerte wordt ingediend door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid, zijn de bepalingen van het eerste lid, 1°, van toepassing op elke deelnemer aan de combinatie.
De opdrachtdocumenten bepalen desgevallend de wijze van terbeschikkingstelling van de documenten, modellen, monsters en andere inlichtingen.
Art.87.§ 1. De inschrijver ondertekent de offerte en de eventuele samenvattende opmeting of inventaris en de andere bijlagen bij de offerte.
Ook de eventueel geboden prijstoeslagen, prijskortingen of verbeteringen bedoeld in artikel 86, eerste lid, 2°, en de doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen in de offerte en haar bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht betreffende met name prijzen, termijnen en technische specificaties kunnen beïnvloeden, worden door de inschrijver ondertekend. De bepalingen van dit lid zijn niet van toepassing als de offerte en haar bijlagen elektronisch ondertekend zijn.
§ 2. Als de offerte wordt ingediend door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid, wordt paragraaf 1 nageleefd door elke deelnemer aan de combinatie.
§ 3. Als de ondertekening gebeurt door een gemachtigde, vermeldt hij duidelijk zijn volmachtgever of volmachtgevers. De gemachtigde voegt bij de offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit zijn bevoegdheid blijkt of een afschrift van zijn volmacht. Eventueel verwijst hij naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin de akte bij uittreksel is bekendgemaakt.
Een volmachtgever kan met het oog op latere opdrachten de volmacht deponeren die hij aan een of meer gemachtigden heeft gegeven. Deze volmacht geldt alleen voor de opdrachten van de aanbestedende overheid waarbij zij is gedeponeerd. De gemachtigde verwijst in iedere offerte naar die deponering.
§ 4. [1 De offerte die namens een rechtspersoon elektronisch wordt verzegeld door een gekwalificeerd elektronisch zegel in de zin van artikel 3.27. van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG vereist geen bijkomende volmacht.]1
----------
(1)<KB 2018-09-25/05, art. 14, 009; Inwerkingtreding : 20-10-2018>
Afdeling 2. - Samenvattende opmeting en inventaris
Art.88. § 1. Indien bij de opdrachtdocumenten van een opdracht voor werken een samenvattende opmeting is gevoegd, vult de inschrijver haar in en maakt hij de nodige berekeningen.
§ 2. De inschrijver voert, rekening houdende met de opdrachtdocumenten, zijn beroepskennis of persoonlijke vaststellingen, verbeteringen door voor :
1° de fouten die hij ontdekt in de forfaitaire hoeveelheden;
2° de fouten die hij ontdekt in de vermoedelijke hoeveelheden, op voorwaarde dat de voorgestelde verbetering minstens vijfentwintig percent in meer of in min van de hoeveelheid van de post in kwestie bedraagt;
3° de leemten in de samenvattende opmeting.
Hij voegt bij zijn offerte een nota ter verantwoording van deze verbeteringen.
Art.89. § 1. Indien bij de opdrachtdocumenten van een opdracht voor leveringen of diensten een inventaris is gevoegd, vult de inschrijver hem in en maakt hij de nodige berekeningen.
§ 2. De inschrijver voert, rekening houdende met de opdrachtdocumenten, zijn beroepskennis of persoonlijke vaststellingen, verbeteringen door voor :
1° de fouten die hij ontdekt in de forfaitaire en vermoedelijke hoeveelheden, voor zover de opdrachtdocumenten hiertoe uitdrukkelijk de toestemming geven;
2° de leemten in de inventaris.
Hij voegt bij zijn offerte een nota ter verantwoording van deze verbeteringen.
Afdeling 3. - Interpretatie, fouten en leemten
Art.90. § 1. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten is de volgende voorrangsorde bepalend voor de interpretatie in geval van tegenspraak tussen de opdrachtdocumenten :
1° de plannen;
2° het bestek;
3° de samenvattende opmeting of de inventaris.
Als de plannen tegenspraak vertonen, kan de inschrijver zich op de voor hem meest gunstige hypothese steunen, tenzij de andere opdrachtdocumenten daarover uitsluitsel geven.
§ 2. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten gelden de gegevens van de samenvattende opmeting zoals verstrekt door de aanbestedende overheid, enkel als eenvoudige inlichting en kunnen ze slechts worden aangewend als aanvulling, in voorkomend geval, van onvolkomenheden van de andere opdrachtdocumenten.
De opdrachtdocumenten kunnen deze paragraaf toepasselijk maken op de opdrachten voor leveringen en diensten.
Art.91. Als een aannemer, leverancier of dienstverlener in de opdrachtdocumenten fouten of leemten ontdekt die van dien aard zijn dat ze de prijsberekening of de vergelijking van de offertes onmogelijk maken, meldt hij dit onmiddellijk en schriftelijk aan de aanbestedende overheid. Alleszins verwittigt hij haar ten laatste tien dagen vóór de datum van de openingszitting, tenzij zulks onmogelijk is door de inkorting van de termijn voor ontvangst van de offertes.
De aanbestedende overheid oordeelt of de fouten of leemten voldoende belangrijk zijn om de openingszitting te verdagen en, indien nodig, tot een aangepaste bekendmaking over te gaan.
Art.92. Na de opening van de zitting heeft de inschrijver niet meer het recht om zich te beroepen op fouten of leemten die voorkomen in de samenvattende opmeting of de inventaris, zoals verstrekt door de aanbestedende overheid.
Bovendien kan hij zich vanaf dat ogenblik niet meer beroepen op vormgebreken, fouten of leemten in zijn offerte.
Afdeling 4. - Prijsopgave en percelen
Art.93. De prijzen worden in de offerte in euro uitgedrukt.
Het totale offertebedrag wordt voluit geschreven. Hetzelfde geldt voor de eenheidsprijzen, wanneer de opdrachtdocumenten dit opleggen.
Art.94. De inschrijver mag in zijn offertes voor meerdere percelen, hetzij prijskortingen aanbieden bij aanbesteding, hetzij verbeteringsvoorstellen bij offerteaanvraag, indien die bepaalde percelen hem zouden worden gegund, op voorwaarde dat de opdrachtdocumenten het niet verbieden.
Voor zover de opdrachtdocumenten het opleggen en de aanbestedende overheid toepassing maakt van artikel 60, § 3, eerste lid, 2°, vermeldt de inschrijver die offertes voor meerdere percelen indient, zijn voorkeurvolgorde voor de gunning van deze percelen.
Afdeling 5. - Indiening offertes
Art.95.§ 1. De offerte op papier wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop het volgende wordt vermeld : de datum van de openingszitting, het besteknummer of het opdrachtvoorwerp en eventueel de perceelnummers. Ze wordt via een postdienst verzonden of door een drager afgegeven.
Bij verzending via een postdienst wordt die definitief gesloten envelop in een tweede gesloten envelop gestoken waarop duidelijk "offerte" wordt vermeld. Dit geheel wordt geadresseerd aan het adres vermeld in de opdrachtdocumenten.
De drager overhandigt de offerte aan de persoon die daartoe aangewezen is door de aanbestedende overheid of deponeert ze in de daartoe bestemde offertebus.
Deze paragraaf is toepasselijk op de met elektronische middelen opgestelde offerte die niet via deze middelen wordt overgelegd.
§ 2. Elke offerte moet bij de voorzitter van de zitting toekomen alvorens hij de zitting opent.
Offertes die laattijdig bij de voorzitter toekomen, welke er ook de oorzaak van is, worden geweigerd of ongeopend behouden.
Nochtans wordt een laattijdige offerte aanvaard voor zover de aanbestedende overheid de opdracht nog niet heeft gesloten en de offerte ten laatste vier kalenderdagen vóór de datum van de openingszitting als aangetekende brief is verzonden.
[1 § 3. Wanneer de aanbestedende overheid het gebruik van elektronische middelen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 54, § 1, heeft toegestaan of opgelegd voor de indiening van de aanvragen tot deelneming of de offertes, kan zij beslissen de opening ervan te verdagen wanneer zij vóór de opening :
1° kennis heeft gekregen van een opgetreden onbeschikbaarheid van de e-procurementtoepassing en;
2° door tenminste één kandidaat of inschrijver ervan op de hoogte is gebracht dat hij door die onbeschikbaarheid, zijn aanvraag tot deelneming of offerte, al naargelang, niet tijdig dreigt te kunnen indienen.
In geval van een verdaging van de opening overeenkomstig het eerste lid gaat de aanbestedende overheid over tot een aangepaste bekendmaking tot mededeling van de nieuwe datum voor de indiening van de aanvragen tot deelneming of de offertes, al naargelang.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 41, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.96. § 1. Om een reeds opgestuurde of ingediende offerte te wijzigen of in te trekken, is een schriftelijke ondertekende verklaring vanwege de inschrijver vereist.
Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten nauwkeurig worden vermeld.
De intrekking moet onvoorwaardelijk zijn.
De bepalingen van de artikelen 85 en 95 zijn toepasselijk op de wijzigingen en de intrekkingen.
§ 2. De intrekking kan ook per telefax of via een elektronisch middel dat niet in overeenstemming is met artikel 54, § 1, worden meegedeeld voor zover :
1° zij bij de voorzitter van de openingszitting toekomt alvorens hij de zitting opent,
2° en zij wordt bevestigd per aangetekende brief verzonden ten laatste de dag vóór de openingszitting.
Een inschrijver kan in een nieuwe regelmatig ingediende offerte aanduiden welke niet elektronisch ingediende bijlagen van de ingetrokken offerte hij wenst te behouden.
Afdeling 6. - Opening offertes
Art.97.De zitting voor de opening van de offertes vindt plaats in het lokaal en op de datum en het uur bepaald in de opdrachtdocumenten.
Ze wordt geleid door de voorzitter, bijgestaan door een of meerdere bijzitters.
De verrichtingen verlopen in volgende orde :
1° alvorens de belanghebbenden tot het aangeduide lokaal toe te laten, plaatst de voorzitter van de zitting er de reeds ontvangen niet elektronisch overgelegde offertes;
2° zodra het lokaal voor het publiek toegankelijk is, worden de meegebrachte offertes aan de voorzitter overhandigd. Bij beperkte procedure worden alleen de inschrijvers of hun vertegenwoordigers tot het lokaal toegelaten;
3° de voorzitter opent de zitting. Vanaf dat ogenblik is artikel 95, § 2, toepasselijk;
4° daarna wordt inzage genomen van alle ontvangen offertes;
5° de voorzitter leest de naam of de handelsnaam van de inschrijvers, hun woonplaats of maatschappelijke zetel en de intrekkingen voor.
Bij aanbesteding doet de voorzitter hetzelfde voor de totale offertebedragen, belasting over de toegevoegde waarde inbegrepen, en voor de varianten, verplichte opties, kortingen en toeslagen. Indien de aanbesteding evenwel op een groot aantal percelen betrekking heeft, kan de voorlezing van de prijzen vervangen worden door een andere presentatiewijze ter zitting;
6° de voorzitter of een bijzitter parafeert blad per blad de offertes, met inbegrip van de door hem belangrijkst geachte bijlagen, alsook de documenten tot wijziging en tot intrekking van de offerte. De paraaf kan worden vervangen door een ander authentificatiemiddel, zoals een stempel of een naamstempel.
Wanneer de offertes via elektronische middelen die voldoen aan artikel 54, § 1, zijn opgesteld, zet de voorzitter of een bijzitter zijn [1 elektronische handtekening in de zin van artikel 3.10. van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG of een gekwalificeerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.12. van dezelfde verordening]1 op de verschillende hierboven vermelde documenten, behalve indien de door de aanbestedende overheid aangewende elektronische middelen de integriteit van de documenten kunnen garanderen na de opening ervan.
----------
(1)<KB 2018-09-25/05, art. 15, 009; Inwerkingtreding : 20-10-2018>
Art.98. De voorzitter stelt een proces-verbaal op van de gegevens die hij heeft voorgelezen volgens artikel 97, derde lid, 5°, van de incidenten die zich tijdens de zitting hebben voorgedaan en van de opmerkingen die elke aanwezige persoon wenst opgenomen te zien.
Het wordt onmiddellijk ondertekend door de voorzitter.
De inschrijvers die er schriftelijk om verzoeken, ontvangen zo spoedig mogelijk een afschrift van het proces-verbaal.
Art.99. Een extra openingszitting, waartoe alle op de oorspronkelijke zitting aanwezige of gekende inschrijvers gelijktijdig en schriftelijk worden uitgenodigd, vindt plaats in volgende gevallen :
1° wanneer offertes, wijzigingen of intrekkingen te laat zijn binnengekomen, maar toch in aanmerking kunnen worden genomen overeenkomstig de artikelen 95, § 2, derde lid en 96, § 1, vierde lid;
2° wanneer tijdens de oorspronkelijke openingszitting technische moeilijkheden zijn gerezen voor de opening en de inzage van met elektronische middelen opgestelde offertes, tenzij er een veiligheidskopie volgens de voorwaarden van artikel 54, § 3, 2°, is geopend tijdens de openingszitting en deze kopie niet de voormelde moeilijkheden oplevert.
De artikelen 97, derde lid, 4° tot 6°, en 98 zijn toepasselijk op deze zitting.
Afdeling 7. - Onderzoek en regelmatigheid offertes
Art.100.[1 § 1. De aanbestedende overheid gaat de regelmatigheid na van de offertes van de inschrijvers die aan de voorwaarden van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectiecriteria voldoen. Ze onderzoekt de regelmatigheid, zowel op formeel als op materieel vlak.
§ 2. Op formeel vlak is een offerte substantieel onregelmatig als ze afwijkt van de vormvoorschriften van de artikelen 6, § 1, 53, § 2, 54, 56, § 2, 57, 85, 86, 87, 95 en 96 en van de opdrachtdocumenten, in de mate dat de vormvoorschriften van die artikelen of die documenten essentieel zijn.
Als een offerte daarentegen afwijkt van de overige vormvoorschriften van de in het eerste lid vermelde artikelen of van de opdrachtdocumenten, is ze aangetast door een niet-substantiële onregelmatigheid.
§ 3. Op materieel vlak is een offerte substantieel onregelmatig als ze afwijkt van de bepalingen van dit besluit of van de opdrachtdocumenten betreffende met name de prijzen, termijnen en technische specificaties, in de mate dat die bepalingen essentieel zijn, of in geval van een abnormale prijs als bedoeld in de artikelen 22 en 104.
Als een offerte daarentegen niet in overeenstemming is met de andere bepalingen van dit besluit, meer bepaald met hoofdstuk 1, afdelingen 7 en 8 tot 11, hoofdstuk 6, afdelingen 2 tot 4, en hoofdstuk 10, of van de opdrachtdocumenten, of nog enig voorbehoud inhoudt of elementen bevat die niet met de werkelijkheid overeenstemmen, is ze aangetast door een niet-substantiële onregelmatigheid.
§ 4. Een substantieel onregelmatige offerte is nietig.
In geval van een niet-substantiële onregelmatigheid kan de aanbestedende overheid de offerte nietig verklaren. Als de aanbestedende overheid een offerte niet nietig verklaart, dan wordt deze offerte geacht regelmatig te zijn.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 42, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.101. § 1. De aanbestedende overheid verbetert de rekenfouten en de zuiver materiële fouten in de offertes, zonder dat zij voor niet ontdekte fouten aansprakelijk is.
Om deze fouten te verbeteren gaat de aanbestedende overheid de werkelijke bedoeling na van de inschrijver, door de offerte te onderzoeken en te vergelijken met de andere offertes en met de marktprijzen en door desnoods paragraaf 4 toe te passen.
Als er in dit laatste geval geen toelichting gegeven is of de toelichting niet aanvaardbaar is voor de aanbestedende overheid, verbetert ze de fouten naar eigen bevindingen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan de aanbestedende overheid hetzij beslissen dat de opgegeven eenheidsprijzen van toepassing zijn, hetzij de offerte als onregelmatig weren.
§ 2. De aanbestedende overheid verbetert de offertes in functie van de door haar of een inschrijver vastgestelde rekenfouten en zuiver materiële fouten in de opdrachtdocumenten.
§ 3. Indien de aanbestedende overheid rechtstreeks fouten verbetert in via elektronische middelen opgestelde offertes, bewaart zij de oorspronkelijke versie van die offertes en ziet zij erop toe dat haar rechtzettingen duidelijk identificeerbaar zijn, terwijl ook de oorspronkelijke gegevens zichtbaar blijven. De aanbestedende overheid ondertekent haar verbeteringen of de aangepaste versie via elektronische middelen die voldoen aan artikel 54, § 1, eerste lid, 1°.
§ 4. De aanbestedende overheid kan aan de inschrijver vragen om binnen de door haar bepaalde termijn de draagwijdte van zijn offerte te verduidelijken of aan te vullen, zonder deze te wijzigen.
Art.102.§ 1. Dit artikel is toepasselijk bij aanbesteding
§ 2. Wanneer een inschrijver, met toepassing van artikel 88, § 2, of 89, § 2, de hoeveelheid van één of meer posten van de samenvattende opmeting of inventaris heeft verbeterd, ziet de aanbestedende overheid die wijzigingen na, verbetert ze zo nodig volgens eigen berekeningen en wijzigt desgevallend de opmetingen of inventarissen gevoegd bij de offertes.
Voor de inschrijver die een vermindering heeft voorgesteld met toepassing van artikel 88, § 2, 2°, wordt de totale prijs die overeenstemt met de aldus verminderde hoeveelheid een forfaitaire prijs, op voorwaarde en in de mate dat de aanbestedende overheid deze verbetering aanvaardt.
Wanneer de aanbestedende overheid de wijzigingen van een post met vermoedelijke hoeveelheden niet door eigen berekeningen kan nazien, brengt zij de voorgestelde verhoging of verlaging van de hoeveelheid terug tot de oorspronkelijke hoeveelheid van de opmeting of inventaris.
§ 3. Wanneer een inschrijver voor een willekeurige post van de samenvattende opmeting of de inventaris geen prijs heeft vermeld, kan de aanbestedende overheid hetzij de offerte als onregelmatig weren, hetzij ze behouden door de leemte aan te vullen met behulp van de volgende formule :
P = (L x Y) / X
waarbij dient te worden begrepen onder :
- P : de prijs van de post waarvoor de inschrijver geen prijs heeft vermeld;
- L : de verkregen waarde op basis van het rekenkundig gemiddelde van de prijs, eventueel verbeterd door de aanbestedende overheid volgens artikel 101 en paragraaf 2 van dit artikel, die voor die post werd aangegeven door de inschrijvers die de prijs in hun samenvattende opmeting of inventaris hebben vermeld;
- X : de verkregen waarde op basis van het rekenkundig gemiddelde van het totale bedrag van de opmeting of inventaris van alle inschrijvers die de prijs voor de betrokken post hebben vermeld, eventueel verbeterd op grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de opmeting of de inventaris en overeenkomstig artikel 101, zonder rekening te houden met de prijs die voor die post werd aangegeven;
- Y : het totale bedrag van de opmeting of de inventaris van de inschrijver die voor de betrokken post geen prijs heeft vermeld, eventueel verbeterd op grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de opmeting of de inventaris en overeenkomstig artikel 101.
Indien de inschrijver voor verschillende posten geen prijs heeft vermeld, wordt voor de berekening van de waarde van X geen rekening gehouden met de prijs die de andere inschrijvers voor die posten hebben vermeld.
Voor de berekening van de waarden van L en X, kan de aanbestedende overheid beslissen geen rekening te houden met de offertes die voor de betrokken post een abnormale prijs vermelden.
§ 4. Telkens er met toepassing van artikel 88, § 2, of artikel 89, § 2, een leemte in de samenvattende opmeting of in de inventaris is aangevuld, gaat de aanbestedende overheid als volgt te werk :
1° ze onderzoekt de gegrondheid van die aanvulling en verbetert ze zo nodig volgens haar eigen bevindingen.
Indien de andere inschrijvers geen prijzen voor de leemten hebben voorgesteld, worden deze prijzen, voor elke post, met het oog op de rangschikking van de offertes, volgens de onderstaande formule berekend en blijven ze behouden bij de definitieve verbetering van de offertes :
S = (L x Y) / X
waarbij dient te worden begrepen onder :
- S : de prijs van de leemte;
- L : het eventueel door de aanbestedende overheid verbeterde bedrag voor de leemte in de samenvattende opmeting of de inventaris van de inschrijver die op de leemte heeft gewezen;
- X : het totale offertebedrag van dezelfde inschrijver, eventueel verbeterd op grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de samenvattende opmeting of inventaris en overeenkomstig artikel 101, zonder met de leemte rekening te houden;
- Y : het totale offertebedrag van de betrokken inschrijver die de leemte niet heeft vermeld, eventueel verbeterd op grond van de juist bevonden hoeveelheden voor elke post van de samenvattende opmeting of de inventaris en overeenkomstig artikel 101, zonder met de leemte rekening te houden;
2° wanneer verscheidene inschrijvers dezelfde leemte hebben vermeld, worden L en X verkregen door het rekenkundig gemiddelde te nemen van de waarden L en X in de samenvattende opmeting of inventaris van die inschrijvers;
3° in beide gevallen wordt de eenheidsprijs van de leemte verkregen door het bedrag S te delen door de overeenstemmende hoeveelheid, zoals die eventueel door de aanbestedende overheid is verbeterd;
4° voor de berekening van de prijzen van een leemte overeenkomstig 1° en 2° kan de aanbestedende overheid geen rekening houden met de offerte waarin voor die leemtepost een abnormale prijs is geboden.
Als geen enkele inschrijver een normale prijs heeft geboden voor die leemte, kan de aanbestedende overheid de opdracht gunnen zonder die post.
§ 5. Enkel voor de rangschikking van de offertes worden de hoeveelheden aanvaard door de aanbestedende overheid die groter zijn dan of gelijk zijn aan de hoeveelheden van de oorspronkelijke opmeting of inventaris, zonder onderscheid naar alle opmetingen of inventarissen gebracht.
Daartegenover spelen de wijzigingen die door de aanbestedende overheid aanvaard worden en die een vermindering van de hoeveelheden tot gevolg hebben, enkel in het voordeel van de inschrijvers die ze gemeld hebben en enkel in de mate dat hun verantwoording is aanvaard. Aldus :
1° wordt, indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver kleiner is dan de hoeveelheid aanvaard door de aanbestedende overheid, deze laatste hoeveelheid in de opmeting of inventaris gebracht;
2° wordt, indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver ligt tussen de hoeveelheid aanvaard door de aanbestedende overheid en de hoeveelheid van de oorspronkelijke opmeting of inventaris, de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver in de opmeting of inventaris gebracht;
3° wordt, indien de hoeveelheid voorgesteld door de inschrijver, groter is dan de hoeveelheid van de oorspronkelijke opmeting of inventaris, de door de inschrijver voorgestelde hoeveelheid teruggebracht tot de hoeveelheid van de oorspronkelijke opmeting of inventaris.
§ 6. Voor de toepassing van dit artikel houdt de aanbestedende overheid rekening met de verbeteringen die zijn voorgesteld in al dan niet regelmatige offertes die door geselecteerde inschrijvers zijn ingediend.
Art.103. § 1. Dit artikel is toepasselijk bij offerteaanvraag.
§ 2. Wanneer een inschrijver bij toepassing van artikel 88, § 2, of 89, § 2, de hoeveelheid van één of meer posten van de samenvattende opmeting of inventaris heeft verbeterd, ziet de aanbestedende overheid die wijzigingen na, verbetert ze zo nodig volgens haar eigen berekeningen en wijzigt desgevallend de bij de offertes gevoegde opmetingen of inventarissen overeenkomstig artikel 102, §§ 2 en 6, met inbegrip van het prijsgevolg bedoeld in artikel 102, § 2, tweede lid.
§ 3. Wanneer een inschrijver voor een willekeurige post van de samenvattende opmeting of inventaris geen prijs heeft vermeld, kan de aanbestedende overheid hetzij de offerte als onregelmatig weren, hetzij ze behouden door er artikel 102, §§ 3 en 6 op toe te passen.
§ 4. Telkens er in de samenvattende opmeting of inventaris een leemte is aangevuld overeenkomstig artikel 88, § 2, of 89, § 2, past de aanbestedende overheid artikel 102, §§ 4 en 6, toe.
Art.104. § 1. Na voorafgaand artikel 102 te hebben toegepast, gaat de aanbestedende overheid bij het prijsonderzoek over tot de controle op abnormaal lage of hoge prijzen overeenkomstig artikel 22, § 3.
§ 2. Als er bij een opdracht voor werken gegund bij aanbesteding minstens vier offertes door geselecteerde inschrijvers werden ingediend, wordt elke offerte waarvan het totale offertebedrag minstens vijftien percent ligt onder het gemiddelde bedrag van de door deze inschrijvers ingediende offertes, regelmatig of niet, beschouwd als een offerte waarvan het vermoedelijk abnormale totale offertebedrag noopt tot een onderzoek door de aanbestedende overheid.
Het gemiddelde bedrag wordt als volgt berekend :
1° indien het aantal offertes gelijk is aan of groter is dan zeven, door zowel de laagste offerte uit te sluiten als de hoogste offertes die samen een vierde van het aantal ingediende offertes vormen. Indien dit aantal niet deelbaar is door vier, wordt het vierde naar de hogere eenheid afgerond;
2° indien het aantal offertes lager ligt dan zeven, door de laagste en de hoogste offerte uit te sluiten.
In geval van een offerte waarvan het totale offertebedrag noopt tot een onderzoek, zal de aanbestedende overheid :
1° ofwel in de gunningsbeslissing motiveren dat het totale offertebedrag geen abnormaal karakter vertoont;
2° ofwel de inschrijver verzoeken de nodige verantwoording, zoals bepaald in artikel 22, § 3, te bezorgen. Indien na onderzoek van deze verantwoording blijkt dat het totale offertebedrag effectief abnormaal is of bij gebrek aan verantwoording binnen de opgelegde termijn, is de offerte onregelmatig.
De opdrachtdocumenten kunnen deze paragraaf toepasselijk maken bij offerteaanvraag en bij opdrachten voor leveringen of diensten.
§ 3. Indien de offerte voor een opdracht voor werken wordt geweerd krachtens paragraaf 1 of 2, deelt de aanbestedende overheid dat binnen vijftien dagen na de sluiting van de opdracht mee aan de Commissie voor de erkenning van aannemers. Zij deelt haar bovendien de namen mee van de inschrijvers die de nodige verantwoording niet binnen de gestelde termijn hebben bezorgd.
Afdeling 8. - Gunning opdracht
Art.105. § 1. Dit artikel is toepasselijk bij aanbesteding.
§ 2. In geval van verplichte of facultatieve varianten wordt de inschrijver met de laagste regelmatige offerte bepaald op grond van één enkele rangschikking van de basisoffertes en de variantenoffertes.
In geval van verplichte opties wordt de inschrijver met de laagste regelmatige offerte bepaald op grond van de rangschikking van de offertes verhoogd met de erin geboden prijs voor het geheel van die opties.
Indien een inschrijver in strijd met artikel 12, § 2, tweede lid, aan een vrije optie een meerprijs of een andere tegenprestatie heeft verbonden, wordt die vrije optie buiten beschouwing gelaten voor zover zulks mogelijk is. Zo niet is zijn offerte onregelmatig.
Wanneer inschrijvers conform artikel 94, eerste lid, prijskortingen hebben aangeboden, wordt, voor om het even welk perceel, de inschrijver met de laagste regelmatige offerte bepaald rekening houdende met de kortingen die geboden zijn voor zekere gegroepeerde percelen en met de laagste prijs voor het geheel van alle percelen.
Wanneer de aanbestedende overheid toepassing maakt van artikel 60, § 3, eerste lid, 2°, en de inschrijver met de laagste regelmatige offerte niet voldoet aan het vereiste minimale niveau voor meerdere percelen, wordt hem enkel dat aantal percelen gegund waarvoor hij wel voldoet aan dat vereiste minimale niveau, met inachtneming van de voorkeurvolgorde als bedoeld in artikel 94, tweede lid. Bij gebrek aan deze laatste houdt de aanbestedende overheid een loting tussen de percelen in kwestie.
§ 3. Wanneer verscheidene inschrijvers dezelfde laagste prijs hebben geboden, vraagt de aanbestedende overheid hen een schriftelijke prijskorting in te dienen. In dit geval zijn de artikelen 52, tweede lid, 3°, 53, § 2, 59 en 95 tot 99 toepasselijk.
Zijn er daarna nog gelijke prijzen, dan houdt de aanbestedende overheid een loting waartoe de betrokkenen worden uitgenodigd. Van deze loting wordt een proces-verbaal opgesteld overeenkomstig artikel 98.
Art.106. § 1. Dit artikel is toepasselijk bij offerteaanvraag.
§ 2. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten wordt in geval van verplichte of facultatieve varianten de economisch voordeligste offerte bepaald op grond van één enkele rangschikking van de basisoffertes en de variantenoffertes volgens hun economische voordeligheid vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid.
Indien vrije varianten mogen worden voorgesteld, beslist de aanbestedende overheid welke vrije varianten ze niet in aanmerking neemt. Op de andere is het vorige lid toepasselijk.
De aanbestedende overheid neemt de verplichte opties in aanmerking en beslist welke vrije opties ze in aanmerking neemt voor de bepaling van de inschrijver met de economisch voordeligste offerte.
Wanneer inschrijvers conform artikel 94, eerste lid, verbeteringsvoorstellen hebben gedaan, wordt, voor om het even welk perceel, de inschrijver met de economisch voordeligste regelmatige offerte bepaald, rekening houdende met de verbeteringsvoorstellen voor zekere gegroepeerde percelen en met het economisch voordeligste geheel van alle percelen.
Wanneer de aanbestedende overheid toepassing maakt van artikel 60, § 3, eerste lid, 2°, en de inschrijver met de economisch voordeligste regelmatige offerte niet voldoet aan het vereiste minimale niveau voor meerdere percelen, wordt hem enkel dat aantal percelen gegund waarvoor hij wel voldoet aan dat vereiste minimale niveau, met inachtneming van de voorkeurvolgorde als bedoeld in artikel 94, tweede lid. Bij gebrek aan deze laatste houdt de aanbestedende overheid een loting tussen de percelen in kwestie.
§ 3. Wanneer verscheidene offertes in gelijke mate als economisch voordeligste worden beschouwd, vraagt de aanbestedende overheid de inschrijvers in kwestie een schriftelijk verbeteringsvoorstel voor hun offerte in te dienen. In dit geval zijn de artikelen 52, tweede lid, 3°, 53, § 2, 59 en 95 tot 99 toepasselijk.
Zijn de offertes daarna nog gelijkwaardig, dan houdt de aanbestedende overheid een loting waartoe de betrokkenen worden uitgenodigd. Van deze loting wordt een proces-verbaal opgesteld overeenkomstig artikel 98.
Afdeling 9. - Sluiting opdracht
Art.107. De sluiting van de opdracht gebeurt door de betekening van de goedkeuring van zijn offerte aan de opdrachtnemer en mag niet onderhevig zijn aan enig voorbehoud.
De betekening gebeurt per aangetekende brief, per telefax of via andere elektronische middelen op voorwaarde dat in de twee laatste gevallen, de inhoud binnen vijf dagen per aangetekende brief wordt bevestigd.
De betekening is geldig en tijdig gedaan door de verzending van de aangetekende brief of de verzending per telefax of via andere elektronische middelen binnen de eventueel verlengde verbintenistermijn bedoeld in artikel 59.
Art.108. Als bij aanbesteding de eventueel verlengde verbintenistermijn verstrijkt zonder dat de opdracht is gesloten en de aanbestedende overheid in dit stadium geen toepassing maakt van artikel 31 van de wet, gaat ze als volgt te werk.
Vooraleer de opdracht te gunnen, vraagt de aanbestedende overheid schriftelijk aan de inschrijver in kwestie of hij instemt met het behoud van zijn offerte. Als die inschrijver daarmee schriftelijk en zonder voorbehoud instemt, gaat de aanbestedende overheid over tot de gunning en de sluiting van de opdracht.
Als de inschrijver in kwestie slechts instemt met het behoud van zijn offerte mits het krijgen van een prijstoeslag, gebeurt de gunning en de sluiting van de opdracht met inbegrip van de gevraagde prijstoeslag indien de inschrijver de prijstoeslag verantwoordt op grond van omstandigheden die zich na de opening van de offertes hebben voorgedaan en de aldus verhoogde offerteprijs lager blijft dan die van de andere regelmatige offertes.
Als de inschrijver in kwestie niet instemt met het behoud van zijn offerte of de gevraagde prijstoeslag niet gerechtvaardigd blijkt of de verhoogde offerteprijs niet de laagste blijft, richt de aanbestedende overheid zich :
1° hetzij achtereenvolgens, volgens de rangschikking, tot de andere regelmatige inschrijvers. In dit geval zijn eveneens het tweede en derde lid toepasselijk;
2° hetzij tot al de andere regelmatige inschrijvers met de vraag hun offerteprijs te herzien, op grond van de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht, om de opdracht vervolgens te gunnen en te sluiten in functie van de uitkomst van deze vraag. De aanbestedende overheid houdt mede rekening met de bij toepassing van het derde lid door de inschrijver in kwestie gevraagde, al dan niet verantwoorde, prijstoeslag. In dit geval zijn de artikelen 52, tweede lid, 3°, 53, § 2, 59 en hoofdstuk 6 toepasselijk.
Art.109. Als bij offerteaanvraag de eventueel verlengde verbintenistermijn verstrijkt zonder dat de opdracht is gesloten en de aanbestedende overheid in dit stadium geen toepassing maakt van artikel 31 van de wet, gaat ze als volgt te werk.
Vooraleer de opdracht te gunnen, vraagt de aanbestedende overheid schriftelijk aan de inschrijver in kwestie of hij instemt met het behoud van zijn offerte. Als die inschrijver daarmee schriftelijk en zonder voorbehoud instemt, gaat de aanbestedende overheid over tot de gunning en de sluiting van de opdracht.
Indien de inschrijver in kwestie slechts instemt met het behoud van zijn offerte mits hij een wijziging van zijn offerte krijgt, gebeurt de gunning en de sluiting van de opdracht met inbegrip van de gevraagde wijziging indien de inschrijver de wijziging verantwoordt op grond van omstandigheden die zich na de opening van de offertes hebben voorgedaan en de aldus gewijzigde offerte de economisch voordeligste blijft.
Als de inschrijver in kwestie niet instemt met het behoud van zijn offerte of de gevraagde wijziging niet gerechtvaardigd blijkt of de gewijzigde offerte niet de economisch voordeligste blijft, richt de aanbestedende overheid zich :
1° hetzij achtereenvolgens, volgens de rangschikking, tot de andere regelmatige inschrijvers. In dit geval zijn eveneens het tweede en derde lid toepasselijk;
2° hetzij tot al de andere regelmatige inschrijvers met de vraag hun offerte te herzien, op grond van de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht, om de opdracht vervolgens te gunnen en te sluiten op basis van de offerte die de economisch voordeligste is geworden. De aanbestedende overheid houdt mede rekening met de bij toepassing van het derde lid door de inschrijver in kwestie gevraagde al dan niet verantwoorde wijziging. In dit geval zijn de artikelen 52, tweede lid, 3°, 53, § 2, 59 en hoofdstuk 6 toepasselijk.
HOOFDSTUK 7. - Gunning bij onderhandelingsprocedure
Afdeling 1. - Specifieke drempels
Art.110.§ 1. De goed te keuren uitgave bedoeld in artikel 25, 1°, a, van de wet mag volgende bedragen [1 niet overschrijden]1 :
1° de drempel vermeld in artikel 33, eerste lid, 2°, voor de opdrachten voor diensten van de categorieën 12 en 14 van bijlage 1 van de wet en voor deze opgenomen in bijlage 2 van de wet;
2° [2 het bedrag bedoeld in artikel 11, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, voor alle andere opdrachten;]2
3° [2 100.000 euro]2 voor elk perceel van een opdracht waarvan het geraamde opdrachtbedrag de drempel van artikel 33 niet bereikt, op voorwaarde dat het samengevoegde bedrag van deze percelen niet meer dan twintig percent van het geraamde opdrachtbedrag bedraagt;
4° [3 ...]3
§ 2. De ramingsregels bepaald in de artikelen 25 tot 28 zijn van toepassing op de gevallen van paragraaf 1. In de gevallen van paragraaf 1 gebeurt de berekening op het tijdstip van de goedkeuring van de uitgave.
Met het oog op de toepassing van dit artikel mag een opdracht niet worden gesplitst.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
(2)<KB 2018-04-15/11, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 28-04-2018>
(3)<KB 2023-04-07/40, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
Afdeling 2. - Verloop en sluiting
Art.111.§ 1. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, zijn niet toepasselijk op de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking :
1° de artikelen 6, 53, 56 en 59;
2° hoofdstuk 5.
[2 Artikel 63, §§ 1, 2, 6° en 7°, 3 en 4, alsook de artikelen 64 en 65 zijn evenwel steeds toepasselijk op de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, behalve voor overheidsopdrachten van beperkte waarde bedoeld in artikel 114/1.]2
§ 2. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten is artikel 59 niet toepasselijk op de onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 45, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
(2)<KB 2023-04-07/40, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
Art.112.Bij een onderhandelingsprocedure wordt de opdracht gegund, hetzij aan de inschrijver die de laagste offerte heeft ingediend, hetzij aan de inschrijver die de offerte heeft ingediend die de economisch voordeligste is vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid [1 , rekening houdend met de gunningscriteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht en een objectieve vergelijking van de offertes mogelijk maken op basis van een waardeoordeel]1 . In dit laatste geval, wanneer het gaat om een opdracht die de drempel vermeld in artikel 33 bereikt, specificeert de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten de weging van elk gunningscriterium. Deze weging kan eventueel worden uitgedrukt binnen een vork met een passend verschil tussen minimum en maximum. Indien een dergelijke weging om aantoonbare redenen niet mogelijk is, worden de criteria vermeld in dalende volgorde van belangrijkheid.
Het vorige lid is niet toepasselijk op :
1° de opdrachten voor diensten bedoeld in bijlage 2 van de wet;
2° de diverse gevallen van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarvoor slechts één aannemer, leverancier of dienstverlener kan worden geraadpleegd;
[1 3° de opdrachten geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking met toepassing van artikel 25, 1°, a), van de wet;
4° voor zover ze de toepasselijke drempel van artikel 33 niet bereiken, de opdrachten geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking met toepassing van artikel 25, 1°, e) en f), 3°, b) en c), en 5°, van de wet.]1
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 46, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.113. § 1. Indien er bij een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor een opdracht die de drempel vermeld in artikel 33 bereikt, meerdere aannemers, leveranciers of dienstverleners worden geraadpleegd, worden ze gelijktijdig en schriftelijk uitgenodigd om een offerte in te dienen. Deze uitnodiging bevat minstens :
1° a) hetzij de opdrachtdocumenten, hetzij het adres van de dienst waar die documenten kunnen worden opgevraagd en de uiterste datum voor deze aanvraag.
Deze verplichting is niet van toepassing indien de aanbestedende overheid met elektronische middelen vrije, rechtstreekse, onmiddellijke en volledige toegang biedt tot de opdrachtdocumenten. Zij vermeldt in dat geval het internetadres dat toegang biedt tot deze documenten;
b) wanneer de afgifte van bepaalde opdrachtdocumenten betalend is, de kostprijs en de betalingswijze ervan;
2° de uiterste datum en eventueel het tijdstip voor ontvangst van de offertes, het adres waarnaar ze moeten worden verstuurd en de taal of talen waarin ze mogen worden opgesteld;
3° de aanduiding van de eventueel toe te voegen documenten;
4° het gunningscriterium of de gunningscriteria voor zover ze niet zijn opgenomen in de andere opdrachtdocumenten en, al naargelang, een aanduiding van de weging van de criteria of, indien een dergelijke weging om aantoonbare redenen niet mogelijk is, van hun dalende volgorde van belangrijkheid.
§ 2. De vorige paragraaf is niet toepasselijk op de opdrachten voor diensten bedoeld in bijlage 2 van de wet.
Art.114. § 1. Dit artikel is van toepassing in geval van onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor een opdracht voor werken, leveringen of diensten van bijlage 2 van de wet die de drempel vermeld in artikel 33 bereikt.
§ 2. De aanbestedende overheid onderhandelt met de inschrijvers over de door hen ingediende offertes, om die aan te passen aan de eisen die zij in de opdrachtdocumenten heeft vermeld en om de beste offerte te kiezen.
Tijdens de onderhandelingen waarborgt de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Met name geeft zij geen discriminerende informatie die sommige inschrijvers kan bevoordelen tegenover andere.
§ 3. De aanbestedende overheid kan bepalen dat de onderhandelingsprocedure in opeenvolgende fases verloopt, teneinde het aantal offertes waarover onderhandeld moet worden, te verminderen door toepassing van de gunningscriteria die in de opdrachtdocumenten zijn vermeld. Het gebruik van deze mogelijkheid wordt vermeld in de opdrachtdocumenten. In de slotfase moet het verminderde aantal zodanig zijn dat een daadwerkelijke mededinging kan worden gewaarborgd, voor zover er een voldoende aantal geschikte offertes is.
Art.114/1. [1 De artikelen 112 tot 114 zijn niet toepasselijk op overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan het in artikel 92, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten bedoelde bedrag.
De aanbestedende overheid plaatst zulke overheidsopdrachten van beperkte waarde na raadpleging, indien mogelijk, van de voorwaarden van meerdere ondernemers maar zonder dat om de indiening van offertes moet worden verzocht.
Het bewijs van die raadpleging moet door de aanbestedende overheid geleverd kunnen worden.
Deze opdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur. In dat laatste geval kunnen aan de opdrachtnemer voorschotten worden toegestaan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-07/40, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
Art.115. Een opdracht geplaatst via onderhandelingsprocedure wordt gesloten :
1° ofwel op grond van briefwisseling volgens handelsgebruiken, in geval van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking;
2° ofwel door de betekening aan de opdrachtnemer van de goedkeuring van zijn offerte zoals eventueel gewijzigd na onderhandelingen;
3° ofwel door de ondertekening van een overeenkomst door de partijen.
Voor de opdrachten die worden gesloten met een aanvaarde factuur, geldt deze factuur als bewijs van de sluiting.
HOOFDSTUK 8. - Gunning bij concurrentiedialoog
Art.116.§ 1. Bij concurrentiedialoog maakt de aanbestedende overheid een aankondiging van opdracht bekend overeenkomstig het model opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 en stelt ze een beschrijvend document op. Ze vermeldt in de aankondiging van opdracht de eisen inzake selectie overeenkomstig artikel 60, § 1. Daarnaast bepaalt ze in de aankondiging van opdracht of in het beschrijvend document haar behoeften en eisen, alsook de gunningscriteria. [1 Deze gunningscriteria moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht en een objectieve vergelijking van de offertes mogelijk maken op basis van een waardeoordeel.]1
§ 2. Voor de opdrachten die de drempel vermeld in artikel 33 bereiken, specificeert de aanbestedende overheid de weging van elk gunningscriterium, die eventueel kan worden uitgedrukt binnen een vork met een passend verschil tussen minimum en maximum. Indien een dergelijke weging om aantoonbare redenen niet mogelijk is, worden de criteria vermeld in dalende volgorde van belangrijkheid.
Voor de opdrachten die de vermelde drempel niet bereiken, evenals voor de opdrachten voor diensten van bijlage 2 van de wet, specificeert de aanbestedende overheid ofwel de weging van de gunningscriteria als bedoeld in het vorige lid, ofwel de dalende volgorde van belangrijkheid ervan. Zo niet hebben de gunningscriteria dezelfde waarde.
§ 3. De aanbestedende overheid kan bepalen dat de dialoog in opeenvolgende fases verloopt, teneinde het aantal te bespreken oplossingen te verminderen op basis van de gunningscriteria die in de aankondiging van opdracht of in het beschrijvend document zijn vermeld. Het gebruik van deze mogelijkheid wordt vermeld in de opdrachtdocumenten. In de slotfase moet het verminderde aantal zodanig zijn dat een daadwerkelijke mededinging kan worden gewaarborgd, voor zover er een voldoende aantal geschikte oplossingen is.
§ 4. De essentiële elementen van de aankondiging en het beschrijvend document kunnen in de loop van de gunningsprocedure niet worden gewijzigd, wanneer dit de mededinging kan verstoren of een discriminerend effect kan hebben.
----------
(1)<KB 2014-02-07/10, art. 47, 004; Inwerkingtreding : 03-03-2014>
Art.117. Na ontvangst van de aanvragen tot deelneming gaat de aanbestedende overheid over tot de selectie van de kandidaten die tot de dialoog worden toegelaten.
De geselecteerden worden gelijktijdig en schriftelijk uitgenodigd om deel te nemen aan de dialoog.
De uitnodiging tot deelname aan de dialoog bevat minstens :
1° a) hetzij het beschrijvend document, hetzij het adres van de dienst waar dat document kan worden opgevraagd en de uiterste datum voor deze aanvraag.
Deze verplichting is niet van toepassing indien de aanbestedende overheid met elektronische middelen vrije, rechtstreekse, onmiddellijke en volledige toegang biedt tot dat document. Zij vermeldt in dat geval het internetadres dat toegang biedt tot dat document;
b) wanneer de afgifte van dat document betalend is, de kostprijs en de betalingswijze ervan;
2° een verwijzing naar de bekendgemaakte aankondiging;
3° de aanvangsdatum en het adres van de raadpleging, alsook de daarbij gebruikte taal of talen.
Art.118. § 1. De aanbestedende overheid start een dialoog op met de geselecteerden, met het doel na te gaan en te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan haar behoeften te voldoen. Ze verschaft de deelnemers een voldoende termijn om de dialoog voor te bereiden.
De dialoog gebeurt met elke deelnemer afzonderlijk.
Tijdens de dialoog kan de aanbestedende overheid met de deelnemers alle aspecten van de opdracht bespreken. Ze waarborgt daarbij de gelijke behandeling van alle deelnemers. In het bijzonder mag ze geen discriminerende informatie verstrekken die bepaalde deelnemers kan bevoordelen. Ze mag evenmin de voorgestelde oplossingen of andere door een deelnemer verstrekte vertrouwelijke inlichtingen aan de andere deelnemers bekendmaken zonder de instemming van eerstgenoemde, zowel tijdens als na afloop van de procedure.
§ 2. De aanbestedende overheid zet de dialoog voort totdat zij, na vergelijking en op grond van de gunningscriteria, kan bepalen welke oplossing of oplossingen aan haar behoeften en eisen kan of kunnen voldoen. Ze sluit de dialoog.
Art.119. § 1. De aanbestedende overheid nodigt gelijktijdig en schriftelijk iedere deelnemer waarvan één of meer oplossingen zijn gekozen, om voor één of meer van zijn gekozen oplossingen een eindofferte in te dienen.
Indien de deelnemers in kwestie ermee instemmen, als bedoeld in artikel 118, § 1, derde lid, laatste zin, kunnen de deelnemers van wie oplossingen zijn gekozen, verzocht worden één of meer eindoffertes in te dienen op basis van één of meer gemeenschappelijke oplossingen.
Artikel 52, tweede en derde lid, is toepasselijk op de uitnodiging bedoeld in het eerste lid.
De aanbestedende overheid vermeldt in haar uitnodiging de voorwaarden die van toepassing zijn tijdens de uitvoering van de opdracht. De offertes bevatten alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van de opdracht.
§ 2. De aanbestedende overheid beoordeelt de ontvangen eindoffertes op basis van de gunningscriteria en kiest de offerte die vanuit haar oogpunt de economisch voordeligste is.
De aanbestedende overheid kan de deelnemers verzoeken de eindoffertes toe te lichten of te verduidelijken. Deze toelichtende of verduidelijkende gegevens mogen de inhoud van de offerte en het beschrijvend document niet wijzigen, wanneer dit de mededinging kan verstoren of een discriminerend effect kan hebben.
§ 3. De opdracht wordt gesloten door de ondertekening van een overeenkomst tussen de partijen.
§ 4. De aanbestedende overheid kan voorzien in vergoedingen voor de deelnemers aan de dialoog volgens de voorschriften vermeld in het beschrijvend document.
HOOFDSTUK 9. - Specifieke en aanvullende opdrachten en procedures
Afdeling 1. - Promotieopdracht van werken
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.120. De promotieopdracht van werken voorziet :
1° ofwel in het huren van het bouwwerk;
2° ofwel in het huren van het bouwwerk met aankoopoptie op termijn;
3° ofwel in het huren van het bouwwerk gevolgd door een eigendomsoverdracht op termijn;
4° ofwel in de verwerving van het bouwwerk vanaf zijn terbeschikkingstelling;
5° ofwel in het toekennen of in het nemen van een erfpachtrecht of een recht van opstal met het oog op de bouw of de inrichting van het bouwwerk.
Art.121. Bij het huren van een bestaand bouwwerk, worden de volgende werken noch als een promotieopdracht van werken, noch als een andere opdracht voor werken beschouwd, indien de verhuurder ze uitvoert :
1° de inrichtingswerken waarmee doorgaans de verhuurder is belast;
2° de grote herstellingen die niet voldoen aan de vastgestelde behoeften van de aanbestedende overheid;
3° de specifieke herinrichting die voldoet aan de vastgestelde behoeften van de aanbestedende overheid wanneer hun waarde gerekend over de hele huurperiode minder bedraagt dan 5 % van de totale huurwaarde zonder indexering.
Dit artikel is niet van toepassing wanneer de verhuurder zelf een aanbestedende overheid is.
Art.122. De promotor voldoet aan de door de aanbestedende overheid bepaalde eisen inzake selectie, overeenkomstig artikel 60, § 1.
Onderafdeling 2. - Opdrachtdocumenten
Art.123. De opdrachtdocumenten vermelden ondermeer :
1° de termijn of termijnen vastgesteld voor de gehele of gedeeltelijke terbeschikkingstelling van het bouwwerk door de promotor;
2° de betalingsregels en de formule voor de herziening van de annuïteiten of de huurprijs;
3° de formule voor het vaststellen van de te betalen prijs in geval van lichting van de aankoopoptie; bij ontstentenis van een dergelijke formule in de opdrachtdocumenten, is de volgende formule van toepassing :
1 x 0,80 RH x (1-0,025 n) x 1,03
i
waarin :
i = de wettelijke rentevoet;
RH = de huurprijs, in voorkomend geval de volgens de opdrachtdocumenten herziene huurprijs, die verschuldigd is gedurende het jaar dat aan de lichting van de optie voorafgaat;
n = het aantal volle jaren verlopen tussen de datum van de beschikbaarstelling van het bouwwerk en de lichting van de aankoopoptie.
Art.124. De opdrachtdocumenten vermelden de rechten die iedere partij heeft op de gronden die dienen als zate voor het bouwwerk en in voorkomend geval het recht van opstal of het recht van erfpacht dat de aanbestedende overheid aan de promotor toekent, alsmede de voorwaarden waaraan die toekenning is onderworpen en de termijn waarbinnen de authentieke akte van toekenning zal worden verleden.
Wanneer de aanbestedende overheid een recht van opstal toekent, geniet de promotor evenwel niet de rechten welke vermeld zijn in de artikelen 5 en 6 van de wet van 10 januari 1824 op het recht van opstal.
Art.125. Indien het bouwwerk opgericht wordt ter voldoening van de behoeften van de aanbestedende overheid op gronden waarvan zij eigenaar of erfpachter is, bepalen de opdrachtdocumenten de voorwaarden waaronder de eventuele eigendomsoverdracht van dit bouwwerk aan de promotor geschiedt.
De zakelijke rechten die de aanbestedende overheid desgevallend aan de promotor zal toekennen, worden nader omschreven in een document dat bij de opdrachtdocumenten is gevoegd.
Deze toekenning wordt vastgesteld in een authentieke akte die binnen de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijn en uiterlijk binnen vier maanden na de sluiting van de opdracht wordt verleden.
Art.126. Indien het bouwwerk opgericht wordt ter voldoening van de behoeften van derden doch op gronden waarvan de aanbestedende overheid eigenaar of erfpachter is, bepalen de opdrachtdocumenten de voorwaarden van verkoop of van verhuring, alsmede de voorwaarden waaraan de derden moeten voldoen. Indien de aanbestedende overheid zich het recht toeëigent zelf de derden aan te wijzen, bepalen de opdrachtdocumenten de termijn waarbinnen die aanwijzing zal geschieden.
Art.127. Indien de promotor eigenaar of erfpachter is van de bouwgrond, bepalen de opdrachtdocumenten de voorwaarden waaronder de aanbestedende overheid kan beschikken over de bouwgrond en het bouwwerk :
1° hetzij het huren;
2° hetzij het huren voor een periode bepaald in de opdrachtdocumenten met aankoopoptie op termijn;
3° hetzij het huren, gevolgd door een eigendomsoverdracht op termijn, zoals bepaald in de opdrachtdocumenten. In dit geval wordt de spreiding van de betalingen vermeld;
4° hetzij de eigendomsverwerving vanaf de terbeschikkingstelling van het werk; vanaf dat ogenblik worden ofwel de betalingen gespreid over een periode die bepaald is in de opdrachtdocumenten, ofwel de betaling in één maal gestort;
5° hetzij het in erfpacht nemen; in dat geval worden de betalingsregels in de opdrachtdocumenten vermeld.
Art.128. Als er een eigendomsoverdracht of een aankoopoptie ten gunste van de aanbestedende overheid is bepaald en onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende de voorrechten en de wettelijke hypotheken, voorzien de opdrachtdocumenten erin dat het bouwwerk en in voorkomend geval de bouwgrond, noch met een conventionele hypotheek, noch met een conventionele erfdienstbaarheid mogen worden bezwaard zonder het schriftelijke en voorafgaande akkoord van de aanbestedende overheid.
De opdrachtdocumenten bepalen eveneens dat de eigendomsoverdracht van het bouwwerk en in voorkomend geval van de bouwgrond, vrij van alle zakelijke en persoonlijke rechten geschiedt en zonder dat de aanbestedende overheid tot een andere betaling verplicht is dan er in de opdrachtdocumenten bedongen is.
Art.129. Voor zover de eigendomsoverdracht aan de aanbestedende overheid niet heeft plaatsgehad, kunnen de opdrachtdocumenten voorzien in het recht voor de aanbestedende overheid om de opdracht van rechtswege te verbreken wanneer het bouwwerk tijdens de duur van de opdracht geheel of gedeeltelijk wordt vernield buiten iedere verantwoordelijkheid van de aanbestedende overheid en indien de promotor weigert het op eigen kosten te herstellen.
Afdeling 2. - Elektronische veiling
Art.130. De elektronische veiling kan worden aangewend in de gevallen bedoeld in artikel 29 van de wet, op voorwaarde dat de prijs het enige gunningscriterium is.
Art.131. Om gebruik te kunnen maken van een elektronische veiling, vermeldt de aanbestedende overheid deze mogelijkheid in de initiële aankondiging van opdracht.
De opdrachtdocumenten bevatten onder andere de volgende informatie :
1° de informatie die tijdens de elektronische veiling ter beschikking van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop;
2° relevante informatie betreffende het verloop van de elektronische veiling;
3° de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod kunnen doen en met name de vereiste minimumverschillen die in voorkomend geval voor de biedingen vereist zijn;
4° relevante informatie betreffende het gebruikte elektronisch systeem en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding.
Art.132. Alvorens over te gaan tot de elektronische veiling doet de aanbestedende overheid een eerste volledige beoordeling van de ingediende offertes.
Alle inschrijvers die voldoen aan de door de aanbestedende overheid bepaalde eisen inzake selectie overeenkomstig artikel 60, § 1, en die een regelmatige offerte hebben ingediend, worden tegelijkertijd via elektronische middelen uitgenodigd om nieuwe prijzen in te dienen.
De uitnodiging bevat eventueel aangepaste informatie voor de individuele verbinding met het gebruikte elektronisch systeem. Ze preciseert de datum en het aanvangsuur van de elektronische veiling evenals, in voorkomend geval, de opeenvolgende fases en hun tijdschema en afsluitingswijze.
De elektronische veiling kan pas beginnen na het verstrijken van een termijn van minstens vijf dagen vanaf de datum van verzending van de uitnodiging.
Art.133. § 1. In afwijking van artikel 54, § 1, worden de biedingen niet elektronisch ondertekend, maar is de inschrijver erdoor gebonden indien ze worden ingediend op de wijze bepaald in de opdrachtdocumenten en eventueel de uitnodiging.
§ 2. Tijdens de duur van de veiling en elke fase ervan deelt de aanbestedende overheid ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die hen de mogelijkheid biedt op elk moment hun rangschikking te kennen. De aanbestedende overheid kan ook informatie betreffende de prijzen van de andere inschrijvers meedelen indien dat in de opdrachtdocumenten is vermeld. Ze kan tevens op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan de fase van de veiling deelnemen, maar in geen geval hun identiteit bekendmaken.
Noch gedurende de veiling, noch na afloop ervan, kan de inschrijver zijn laatste bod intrekken.
Art.134. De aanbestedende overheid kiest één of meer van de onderstaande wijzen om de elektronische veiling af te sluiten :
1° op de datum en het uur vermeld in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling;
2° wanneer er geen nieuwe prijzen meer worden ontvangen die beantwoorden aan de vereiste minimumverschillen. In dit geval preciseert de aanbestedende overheid in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling de termijn die ze na ontvangst van de laatste bieding in acht zal nemen alvorens de veiling af te sluiten;
3° wanneer alle fases van de veiling die in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling zijn vermeld, afgehandeld zijn.
Art.135. Na de sluiting van de elektronische veiling gunt de aanbestedende overheid de opdracht op basis van het resultaat van de veiling.
Wanneer meerdere inschrijvers dezelfde laagste prijs hebben geboden, gaat de aanbestedende overheid bij aanbesteding over tot een elektronische loting. Bij onderhandelingsprocedure kiest zij in dat geval tussen een elektronische loting of een laatste onderhandeling over de prijs.
Wanneer meerdere inschrijvers offertes hebben ingediend die als gelijkwaardig worden beschouwd, houdt de aanbestedende overheid bij offerteaanvraag ofwel een elektronische loting, ofwel vraagt zij de betrokken inschrijvers een verbeteringsvoorstel voor hun offerte in te dienen. Bij onderhandelingsprocedure kiest de aanbestedende overheid tussen een elektronische loting of een laatste onderhandeling over de offertes.
Afdeling 3. - Raamovereenkomst
Art.136. § 1. De aanbestedende overheid kan een raamovereenkomst plaatsen via aanbesteding, offerteaanvraag of onderhandelingsprocedure met bekendmaking of, indien geoorloofd, via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Ze vermeldt in de aankondiging van opdracht of ze de raamovereenkomst beoogt te sluiten met één of meerdere deelnemers.
§ 2. Wanneer de aanbestedende overheid, overeenkomstig artikel 30, vierde lid, van de wet, voor de raamovereenkomst voorziet in een looptijd van meer dan zeven jaar, geeft ze hiervoor een afdoende en uitdrukkelijke motivering in de aankondiging van gegunde opdracht als bedoeld in artikel 39.
Art.137. Als er een raamovereenkomst is gesloten met één enkele deelnemer, worden de erop gebaseerde opdrachten aan hem gegund volgens de erin gestelde voorwaarden.
De aanbestedende overheid kan de deelnemer aan de raamovereenkomst indien nodig schriftelijk raadplegen om hem te verzoeken zijn offerte aan te vullen.
Art.138. Als er een raamovereenkomst wordt gesloten met meerdere deelnemers, dienen er minimaal drie te zijn, voor zover er zoveel deelnemers zijn die aan de selectiecriteria voldoen of die een geschikte offerte hebben ingediend.
De op deze raamovereenkomst gebaseerde opdrachten worden gegund :
1° hetzij, wanneer alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald, door toepassing van deze voorwaarden, zonder de deelnemers opnieuw in mededinging te stellen;
2° hetzij, wanneer niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald, door de deelnemers opnieuw in mededinging te stellen onder dezelfde voorwaarden als die van de raamovereenkomst, die indien nodig worden gepreciseerd en, in voorkomend geval, onder andere voorwaarden die in de opdrachtdocumenten van de raamovereenkomst worden bepaald, volgens de onderstaande procedure :
a) voor elke opdracht raadpleegt de aanbestedende overheid schriftelijk de deelnemers die in staat zijn de opdracht uit te voeren;
b) de aanbestedende overheid stelt een voldoende lange termijn vast voor de ontvangst van de offertes voor elke specifieke opdracht, rekening houdend met elementen zoals de complexiteit van het voorwerp van de opdracht en de benodigde tijd voor de toezending van de offertes;
c) de offertes worden schriftelijk ingediend en mogen met het oog op de vertrouwelijkheid slechts worden geopend bij het verstrijken van de vastgestelde ontvangsttermijn;
d) de aanbestedende overheid gunt elke opdracht aan de inschrijver die de, al naargelang, laagste of economisch voordeligste offerte heeft ingediend.
Afdeling 4. - Werkenwedstrijd
Art.139. § 1. Wanneer de opdracht voor werken zowel slaat op het opmaken van een ontwerp als op de uitvoering ervan, kan worden overgegaan tot een werkenwedstrijd waarbij een jury de offertes beoordeelt. De opdracht wordt door de aanbestedende overheid gegund op advies van de jury.
§ 2. De opdrachtdocumenten bepalen :
1° de samenstelling en de wijze van optreden van de jury. De jury bestaat uit minimum vijf leden van wie ten minste één niet behoort tot de aanbestedende overheid. De leden van de jury zijn onafhankelijk van de deelnemers aan de wedstrijd. Het louter deel uitmaken van de jury houdt een verklaring in deze zin in;
2° de gunningscriteria die de jury als basis zal nemen voor de beoordeling van de offertes;
3° het eventueel toekennen van prijzengeld voor de best gerangschikte offertes of van vergoedingen voor de deelnemers. Het prijzengeld wordt door de aanbestedende overheid toegekend met verplicht behoud van de door de jury opgestelde rangschikking. De aanbestedende overheid kan het prijzengeld of de vergoedingen ook geheel of gedeeltelijk niet toekennen indien ze oordeelt dat de offertes niet voldoen;
4° nauwkeurig de respectieve rechten van de aanbestedende overheid en de inschrijvers inzake de eigendom en het gebruik van de ontwerpen.
§ 3. De aanvraag tot deelneming of de offerte maakt duidelijk melding van de natuurlijke of rechtspersonen die als ontwerpers instaan voor de opmaak van het ontwerp en de opvolging van de uitvoering ervan.
HOOFDSTUK 10. - Regels toepasselijk op de opdrachten in onderaanneming
Afdeling 1. - Opdrachten in onderaanneming gegund door inschrijvers en opdrachtnemers die geen aanbestedende overheden zijn
Art.140. Overeenkomstig artikel 37, § 2, eerste lid, 2°, van de wet kan de aanbestedende overheid de opdrachtnemer in de aankondiging van opdracht verplichten de bepalingen van dit artikel alsook die van de artikelen 142 tot 146 toe te passen op alle of bepaalde opdrachten in onderaanneming die hij van plan is aan derde partijen te gunnen.
In dat geval maakt de opdrachtnemer aan de hand van een aankondiging van opdracht in onderaanneming zijn voornemen kenbaar om een opdracht in onderaanneming te gunnen die de in artikel 33 bepaalde Europese drempel bereikt.
Deze aankondiging wordt opgesteld overeenkomstig het model in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 en wordt bekendgemaakt volgens de modaliteiten van de artikelen 30, § 1, eerste en tweede lid, § 2, eerste en tweede lid, en § 3, en artikel 32.
Naast de in het model van aankondiging vermelde informatie omvat de bekendmaking alle nuttig geachte inlichtingen, waarbij desgevallend de voorafgaande goedkeuring van de aanbestedende overheid vereist is.
Zolang de bekendmaking van de in deze afdeling bedoelde aankondiging niet tegelijk kosteloos kan gebeuren in het Publicatieblad van de Europese Unie en het Bulletin der Aanbestedingen door een online invoering door elektronische gegevensopvang of door gegevensoverdracht tussen systemen die een automatische en gestructureerde bekendmaking mogelijk maken conform het daartoe bestemde model van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011, kan worden volstaan met de bekendmaking van de bedoelde aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie door gebruik te maken van het toepasselijke model dat op de webapplicatie eNotices van de Europese Unie beschikbaar is voor een online bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Indien de opdracht in onderaanneming aan de voorwaarden van artikel 25 van de wet voldoet wat de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking betreft, is een aankondiging van een opdracht in onderaanneming niet vereist.
Art.141. Overeenkomstig artikel 37, § 2, eerste lid, 1°, a), van de wet kan de aanbestedende overheid in de aankondiging van opdracht bepalen dat delen van de opdracht aan derden moeten worden uitbesteed. Daartoe vermeldt ze in de vorm van een vork het minimum- en maximumpercentage van de uit te besteden delen. Het maximumpercentage mag niet hoger liggen dan 30 % van de waarde van de opdracht. Deze vork staat in verhouding tot het voorwerp en de waarde van de opdracht, alsook tot de aard van de industriële sector in kwestie, met name het mededingingspeil op de betrokken markt en de desbetreffende technische capaciteiten van de industriële basis.
Elk percentage onderaanneming, binnen de aangegeven vork, wordt geacht te voldoen aan de onderaannemingsvereiste in dit artikel. De inschrijvers mogen voorstellen om een deel van de totale waarde uit te besteden dat boven de door de opdrachtdocumenten aangegeven vork ligt.
De aanbestedende overheid kan de inschrijvers in de aankondiging van opdracht tevens verzoeken te specificeren welk deel of delen van hun offerte ze van plan zijn uit te besteden bovenop het vereiste percentage, alsmede welke onderaannemers ze al hebben gekozen.
Art.142. De geselecteerde inschrijver gunt opdrachten in onderaanneming ter waarde van het percentage dat de aanbestedende overheid hem verplicht uit te besteden overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk. De aankondiging van opdracht bevat daartoe een vermelding.
Art.143. Elke weigering door de aanbestedende overheid van onderaannemers geselecteerd door de inschrijvers in de gunningsfase van de opdracht, of door de opdrachtnemer, mag alleen gebaseerd zijn op de criteria die worden toegepast voor de selectie van de kandidaten of inschrijvers voor de hoofdopdracht. De aankondiging van opdracht bevat daartoe een vermelding.
Art.144. De opdrachtnemer kan ook voldoen aan de vereiste inzake onderaanneming met toepassing van artikel 140, eerste lid, door opdrachten in onderaanneming te gunnen op basis van een raamovereenkomst die wordt gesloten overeenkomstig de regels in de artikelen 140, 145 en 146.
Opdrachten in onderaanneming die op een dergelijke raamovereenkomst zijn gebaseerd, worden gegund binnen de perken van de voorwaarden waarin de raamovereenkomst voorziet. Zij kunnen alleen worden gegund aan aannemers, leveranciers of dienstverleners die oorspronkelijk partij bij de raamovereenkomst waren. Bij de gunning van opdrachten stellen de partijen in elk geval voorwaarden voor die stroken met die van de raamovereenkomst.
De looptijd van een raamovereenkomst mag niet langer zijn dan zeven jaar, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, voor de vaststelling waarbij rekening wordt gehouden met de verwachte levensduur van alle geleverde objecten, installaties en systemen, en met de technische moeilijkheden die een verandering van aannemer, leverancier of dienstverlener kan veroorzaken.
Er mag geen misbruik worden gemaakt van raamovereenkomsten noch mag er gebruik worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen.
Art.145. In de aankondiging van de opdracht in onderaanneming geeft de opdrachtnemer de kwalitatieve selectiecriteria aan die door de aanbestedende overheid zijn opgelegd, alsmede de andere criteria die hij voor de kwalitatieve selectie van onderaannemers zal toepassen. Al deze criteria zijn objectief en niet-discriminerend en stroken met de criteria die de aanbestedende overheid hanteert voor de selectie van de inschrijvers voor de opdracht. De bekwaamheden die worden vereist, moeten rechtstreeks verband houden met het voorwerp van de opdracht in onderaanneming en de minimale eisen inzake financiële draagkracht en technische bekwaamheid moeten in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht.
De opdrachtnemer is niet verplicht opdrachten in onderaanneming te gunnen, als hij tot voldoening van de aanbestedende overheid bewijst dat geen van de onderaannemers die aan de procedure deelnemen of de offertes die zij indienen, voldoen aan de criteria in de aankondiging van de opdracht in onderaanneming en zo zouden verhinderen dat hij aan de eisen in de opdracht voldoet.
Art.146. De inschrijvers en de opdrachtnemer handelen op transparante wijze en behandelen potentiële onderaannemers op gelijke en niet-discriminerende wijze.
De principes van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inzake transparantie en mededinging zijn van toepassing voor de gunning van de opdrachten in onderaanneming die de in artikel 33 vermelde Europese drempel niet bereiken.
Art.147. Wanneer de inschrijver zich beroept op artikel 37, § 2, tweede lid, van de wet, voegt hij bij zijn offerte een volledige lijst van de ondernemingen waarmee hij een combinatie vormt of waarmee hij verbonden is. Deze lijst wordt bijgewerkt naargelang van wijzigingen in de bindingen tussen de ondernemingen.
Afdeling 2. - Opdrachten in onderaanneming die worden gegund door inschrijvers en opdrachtnemers die aanbestedende overheden zijn
Art.148. Als de inschrijvers of de opdrachtnemer een aanbestedende overheid zijn, leven ze bij de plaatsing van opdrachten in onderaanneming de bepalingen betreffende hoofdopdrachten in de hoofdstukken 1 tot 9 na.
Afdeling 3. - Aansprakelijkheid van de inschrijver en van de opdrachtnemer
Art.149. De artikelen 140 tot 146 laten de vraag naar de aansprakelijkheid van de inschrijver en van de opdrachtnemer onverlet.
HOOFDSTUK 11. - Algemene uitvoeringsregels
Art.150.In uitvoering van artikel 35 van de wet is het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken toepasselijk op de overheidsopdrachten onderworpen aan dit besluit, met uitzondering van :
1° wat betreft het koninklijk besluit : de artikelen 11, 12, eerste en derde lid, 13, §§ 1 en 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16 en 17, eerste lid;
2° wat betreft de Algemene aannemingsvoorwaarden, zijnde de bijlage van het koninklijk besluit : de artikelen 12, § 4, 13, §§ 1 en 2, 14, § 1, 19, § 1, laatste lid, 24, §§ 1 en 3, 25, § 1, tweede lid, 49 en 67.
[1 In de mate dat de bijzondere eisen van een welbepaalde opdracht geplaatst in het kader van de concurrentiedialoog dit noodzakelijk zouden maken, kan mits gemotiveerde beslissing evenwel worden afgeweken van de bepalingen van het voormelde besluit van 26 september 1996, voor zover die afwijking niet in strijd is met de dwingende regels die voortvloeien uit het Europees recht.]1
----------
(1)<KB 2012-01-24/01, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 06-02-2012>
HOOFDSTUK 12. - Opdrachten geplaatst door aanbestedende entiteiten
Art.151. Wanneer ze opdrachten op defensie- en veiligheidsgebied plaatsen die onder het toepassingsgebied van titel 3 van de wet vallen, waarborgen de aanbestedende entiteiten alsook de aanbestedende overheden en de overheidsbedrijven bedoeld respectievelijk in artikel 2, 1° tot 3°, van de wet, juncto artikel 72 van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten de gelijke behandeling van alle kandidaten en inschrijvers.
De bedoelde opdrachten van die aanbestedende entiteiten, aanbestedende overheden en overheidsbedrijven zijn onderworpen aan de toepassing van de artikelen 2, 1°, 3° en 13° tot 19°, 3 tot 10, 11, § 3, 13, 15, 22, § 3, tweede tot zesde lid, 25 tot 29, 30, § 1, eerste en tweede lid, § 2, eerste en derde lid, en § 3, 31 tot 33, 34, eerste lid, 35 tot 39, 43, 45, 47, 48, 52, 53, 54, §§ 1 en 2, 60, met uitzondering van § 1, eerste lid, 2°, derde zin, 61, 63, 67 tot 71, 73 tot 76, 78 tot 84, 112, 116 tot 119, 130 tot 138, 140 tot 147, 149, 152 tot 154 van dit besluit.
Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn de artikelen 5, 53 en 54 niet toepasselijk op de opdrachten geplaatst via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Art.152. In geval van toepassing van artikel 25, 1°, d, van de wet mogen enkel de inschrijvers worden geraadpleegd die een offerte hebben ingediend die aan de daarin vermelde eisen en voorwaarden voldoen.
HOOFDSTUK 13. - Slotbepalingen
Art.153. Indien de Eerste Minister of de Minister bevoegd voor Economie daarom verzoekt, worden alle nodige statistische en andere gegevens met betrekking tot gegunde opdrachten, die onder de toepassing van de wet en dit besluit vallen, aan hen meegedeeld volgens de nadere regels die zij in overleg met de gewestelijke overheden bepalen.
Art.154. De aanbestedende overheid bewaart alle documenten betreffende de gunning van de opdracht ten minste gedurende tien jaar vanaf de gunningsdatum of, eventueel, vanaf de datum waarop werd afgezien van het gunnen van de opdracht.
De volgende informatie mag op een elektronische drager worden bewaard :
1° een schriftelijk stuk dat is opgesteld met elektronische middelen conform artikel 54, § 1;
2° een schriftelijk stuk dat niet is opgesteld met elektronische middelen conform artikel 54, § 1, en geen verplichte handtekening noch paraaf bevat;
3° de gegevens betreffende het verloop van de elektronische veiling of een andere elektronisch gevoerde gunningsprocedure.
De toepassing van dit artikel doet geen afbreuk aan de naleving van een langere bewaartermijn opgelegd ingevolge regels die verband houden met bepaalde soorten opdrachten of door andere bijzondere bepalingen.
Art.155. Dit besluit treedt in werking op de datum van de inwerkingtreding van de wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied van 13 augustus 2011.
Art.156. De Eerste Minister, de Minister bevoegd voor Economie, de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de Minister bevoegd voor Landsverdediging en de Minister bevoegd voor Administratieve Vereenvoudiging zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Nuts code
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-02-2012, p. 7736-7737)
Art. N2. Bijlage 2. - Model bankverklaring
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-02-2012, p. 7738)
Art. N3.Bijlage 3. - Beroeps- of handelsegisters
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-02-2012, p. 7739-7744)
GEWIJZIGD BIJ :
<KB 2014-02-07/10, art. 48, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
Art. N4. Bijlage 4. - Aankondiging van opdracht voor de open procedure
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-02-2012, p. 7745-7750)
Art. N5. Bijlage 5. - Aankondiging betreffende opstellen van een lijst van geselecteerden
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-02-2012, p. 7751-7756)
Art. N6. Bijlage 6. - Aankondiging betreffende het instellen van een kwalificatiesysteem
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 01-02-2012, p. 7757-7761)