4 JUNI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persooonsgebonden aangelegenheden
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art. 5-6
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art. 7-9
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 tot regeling van de investeringswaarborg voor woonzorgcentra, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art. 10-11
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap
Art. 12
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 13-14
1999036085 1999036088 2006036646 2006036688 2007035515 2009203684
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg
Artikel 1. In artikel 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 juni 2000 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
"1° voor de woonzorgcentra : 65 m2 per woongelegenheid als alle kamers van het woonzorgcentrum waarin de ouderen individueel verblijven, met inbegrip van hun sanitaire cellen, een oppervlakte hebben van 25 m2 of groter. Als dat niet het geval is, wordt de maximale subsidiabele oppervlakte van 65 m2 per woongelegenheid voor die woongelegenheden die kleiner zijn dan 25 m2, met het verschil in kameroppervlakte verminderd. Voor de woongelegenheden die wel beschikken over een oppervlakte van 25 m2 of groter is dan de maximale subsidiabele oppervlakte 65 m2 per woongelegenheid. De oppervlakte van de kamers, met inbegrip van hun sanitaire cellen, wordt gemeten tussen de assen van de drie binnenmuren en de buitenzijde van de buitenmuur;";
2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt :
"5° voor de centra voor kortverblijf : 65 m2 per woongelegenheid als alle kamers van het centrum voor kortverblijf waarin de ouderen individueel verblijven, met inbegrip van hun sanitaire cellen, een oppervlakte hebben van 25 m2 of groter. Als dat niet het geval is, wordt de maximale subsidiabele oppervlakte van 65 m2 per woongelegenheid voor die woongelegenheden die kleiner zijn dan 25 m2, met het verschil in kameroppervlakte verminderd. Voor de woongelegenheden die wel beschikken over een oppervlakte van 25 m2 of groter is dan de maximale subsidiabele oppervlakte 65 m2 per woongelegenheid. De oppervlakte van de kamers, met inbegrip van hun sanitaire cellen, wordt gemeten tussen de assen van de drie binnenmuren en de buitenzijde van de buitenmuur.".
Art.2. In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt het getal "3,627" vervangen door het getal "3 627".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persooonsgebonden aangelegenheden
Art.3. Aan artikel 1, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de woorden ", of de Europese Investeringsbank" toegevoegd.
Art.4. In artikel 27 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 2 en 3 worden vervangen door wat volgt :
" § 2. Voor hij de opdrachten toewijst, kan de initiatiefnemer het dossier over de gunningsprocedure voor advies aan het Fonds voorleggen, met een aangetekende brief of tegen afgifte met ontvangstbewijs. De initiatiefnemer dient daarvoor de volgende stukken in bij het Fonds :
1° het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen;
2° een afschrift van alle biedingen;
3° het gunningsverslag;
4° de door de initiatiefnemer gemotiveerde keuze van de aannemer of leverancier;
5° het lastenboek.
Als het advies gevraagd wordt, onderzoeken een of meer ambtenaren die ter beschikking staan van het Fonds of de gunningsprocedure in overeenstemming is met de principes van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. Het Fonds beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum waarop het alle stukken, vermeld in het eerste lid, heeft ontvangen van de initiatiefnemer, om hem zijn advies te sturen.
Als volgens het advies van het Fonds de gevolgde procedure niet in overeenstemming is met de principes van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, moet de initiatiefnemer de gunningsprocedure in overeenstemming brengen met de principes van die wetgeving, en legt de initiatiefnemer het dossier opnieuw voor aan het Fonds. Als de gevolgde procedure dan nog niet in overeenstemming is met de principes, vervalt de subsidiebelofte van rechtswege als het om een totaalproject of om de eerste projectfase gaat, of vervalt het recht op subsidies voor de projectfase in kwestie als het om de tweede of een volgende projectfase gaat. Het Fonds brengt de initiatiefnemer daarvan op de hoogte met een aangetekende brief.
§ 3. Als de initiatiefnemer het advies van het Fonds over de gunningsprocedure niet inwint, brengt de initiatiefnemer, voor het bevel van aanvang van de werken of voor de bestelling van de leveringen, het Fonds op de hoogte van het gunningsverslag. De initiatiefnemer vermeldt daarbij het toewijzingsbedrag van de werken of leveringen.
Als de gevolgde procedure niet in overeenstemming is met de principes van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, vervalt de subsidiebelofte van rechtswege als het om een totaalproject of om de eerste projectfase gaat, of vervalt het recht op subsidies voor de projectfase in kwestie als het om de tweede of een volgende projectfase gaat. Het Fonds brengt de initiatiefnemer daarvan op de hoogte met een aangetekende brief binnen een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de informatie van de initiatiefnemer, vermeld in het eerste lid.";
2° paragraaf 4 wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art.5. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in punt 15° worden de woorden "het voormelde besluit van 6 juli 1994" vervangen door de woorden "het voormelde besluit van 19 juni 2009";
2° aan punt 18° worden de woorden ", of de Europese Investeringsbank" toegevoegd.
Art.6. Aan artikel 4, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 en 24 juli 2009, worden de volgende zinnen toegevoegd :
"In geval van prioritaire investeringen bedraagt de maximale subsidiabele kostprijs van het project tienmaal het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot aanvang van de werken of van het plaatsen van de bestelling, naargelang van de aard van de investering, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen. Onder prioritaire investering wordt verstaan : een investering in de sector van de verzorgingsinstellingen die is goedgekeurd op de desbetreffende Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van een bepaald jaar volgens het protocolakkoord Bouwkalender."
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art.7. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, 19 juni 2009 en 24 juli 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in punt 16° worden de woorden "het voormelde besluit van 6 juli 1994" vervangen door de woorden "het voormelde besluit van 19 juni 2009";
2° punt 17° tot en met 23° worden vervangen door wat volgt :
"17° internaat voor minderjarigen : een voorziening als vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;
18° een semi-internaat : een voorziening als vermeld in artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;
19° een tehuis voor kort verblijf : een voorziening als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;
20° een tehuis voor werkenden : een voorziening als vermeld in artikel 1, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;
21° een tehuis voor niet-werkenden : een voorziening als vermeld in artikel 1, 9°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;
22° een dagcentrum : een voorziening als vermeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;
23° een observatiecentrum : een voorziening als vermeld in artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;";
3° aan punt 26° worden de woorden ", of de Europese Investeringsbank" toegevoegd.
Art.8. In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
"Na de ontvangst van het principieel akkoord of in voorkomend geval van het akkoord van de minister met de wijziging van het principieel akkoord, en ten vroegste in het jaar dat volgt op het jaar waarin de initiatiefnemer het bevel heeft gegeven tot de aanvang van de werken of waarin hij de bestelling geplaatst heeft, kan de initiatiefnemer een eerste aanvraag doen aan het Fonds tot verstrekking van een gebruikstoelage. De aanvragen kunnen jaarlijks ingediend worden bij het Fonds met een aangetekende brief.";
Art.9. In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de woorden "een internaat, een semi-internaat, een gezinsvervangend tehuis of tehuis voor werkenden, een bezigheidstehuis of tehuis voor niet-werkenden," vervangen door de woorden "een internaat voor minderjarigen, een semi-internaat, een tehuis voor werkenden, een tehuis voor niet-werkenden,".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 tot regeling van de investeringswaarborg voor woonzorgcentra, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
Art.10. Aan artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 tot regeling van de investeringswaarborg voor woonzorgcentra, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden worden de woorden ", of de Europese Investeringsbank" toegevoegd.
Art.11. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt :
"De cijfers in euro, vermeld in het vierde lid, zijn de bedragen van 1 januari 2006 zonder btw en zonder algemene kosten. Ze worden jaarlijks aangepast aan de bouwindex van januari. De basisindex is die van 1 januari 2006. De cijfers worden aangepast op basis van de actualisatieformule 0,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20. Daarin geldt : s = het officiële loon in de bouwnijverheid voor de categorie 2A, van kracht op 1 januari van het jaar in kwestie; S = 26,384; i = de index van de bouwmaterialen, van kracht op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar in kwestie; I = 5251. ";
2° tussen het vijfde lid en het zesde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Het maximumbedrag aan kapitaalgedeelte dat in aanmerking komt voor de dekking van 90 % door de investeringswaarborg, vermeld in het vierde lid en aangepast overeenkomstig het vijfde lid, wordt verhoogd met een bedrag voor de btw, berekend tegen het geldende tarief op het aangepaste basisbedrag, met een bedrag voor de algemene onkosten, berekend tegen 10 % op het aangepaste basisbedrag en met een bedrag voor de btw, berekend tegen het geldende tarief op de algemene onkosten.".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap
Art.12. In artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "vermeld in artikelen 12, 13, 17, 18, 19 en 20" vervangen door de woorden "vermeld in artikel 12, 13, 14, 17, 18, 19 en 20";
2° in het tweede lid, punt 4°, wordt het getal "3,627" vervangen door het getal "3 627".
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.13. Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 3 oktober 2008.
Artikel 5, 1°, artikel 7, 1° en 2°, artikel 9 en artikel 12 hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2009.
Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN