23 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van verscheidene bepalingen betreffende periodieke informatieverstrekking en revisoraal toezicht
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 20 december 1995 betreffende de buitenlandse beleggingsondernemingen
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen
Art. 6-8
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 9
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging
Artikel 1. In artikel 1, 9°, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, vervangen bij koninklijk besluit van 29 oktober 2007, worden de woorden ", vennootschap voor vermogensbeheer of vennootschap voor plaatsing van orders in financiële instrumenten" vervangen door de woorden "of van vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies".
Art.2. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 november 2005 en 29 oktober 2007, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
" § 3. De effectieve leiding van de financiële holding, in voorkomend geval het directiecomité, verklaart aan de Commissie dat voornoemde staten die zij voor haar geconsolideerde positie aan het einde van het eerste halfjaar en aan het einde van het boekjaar overmaakt in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen. Daartoe is vereist dat deze staten volledig zijn d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld, en juist zijn, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld. Zij bevestigt het nodige gedaan te hebben opdat de voornoemde staten volgens de geldende richtlijnen van de Commissie opgemaakt zijn, en opgesteld zijn met toepassing van de boekings- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, of, voor de rapporteringsstaten die geen betrekking hebben op het einde van het boekjaar, met toepassing van de boekings- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot het laatste boekjaar. "
Art.3. In artikel 7, § 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 29 oktober 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de Franse tekst van de bepaling onder 1° worden de woorden "adoptées conformément" vervangen door de woorden "telles que visées";
b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
" 2° brengen zij verslag uit bij de Commissie over :
a) de resultaten van het beperkt nazicht van de staten die de financiële holding voor haar geconsolideerde positie aan het einde van het eerste halfjaar aan de Commissie bezorgt waarin bevestigd wordt dat zij geen kennis hebben van feiten waaruit zou blijken dat deze staten per einde halfjaar niet in alle materieel belangrijke opzichten volgens de geldende richtlijnen van de Commissie werden opgesteld. Bovendien bevestigen zij dat deze staten per einde halfjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld; en bevestigen zij geen kennis te hebben van feiten waaruit zou blijken dat deze staten per einde halfjaar niet zijn opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot het laatste boekjaar; de Commissie kan de hier bedoelde staten nader bepalen;
b) de resultaten van de controle van de staten die de financiële holding voor haar geconsolideerde positie aan het einde van het boekjaar aan de Commissie bezorgt waarin bevestigd wordt dat deze staten in alle materieel belangrijke opzichten werden opgesteld volgens de geldende richtlijnen van de Commissie. Bovendien bevestigen zij dat deze staten per einde van het boekjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld; en bevestigen zij dat deze staten per einde van het boekjaar werden opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening; de Commissie kan de hier bedoelde staten nader bepalen; ".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 20 december 1995 betreffende de buitenlandse beleggingsondernemingen
Art.4. In artikel 11, § 1, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 20 december 1995 betreffende de buitenlandse beleggingsondernemingen, zoals vervangen bij koninklijk besluit van 3 juni 2007, worden de woorden "2° bevestigen zij aan de Commissie" tot "periodieke staten nader bepalen." vervangen door de woorden :
" 2° brengen zij verslag uit bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen over :
a) de resultaten van het beperkt nazicht van de in artikel 6, eerste lid, vermelde periodieke staten die de bijkantoren aan het einde van het eerste halfjaar aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bezorgen waarin bevestigd wordt dat zij geen kennis hebben van feiten waaruit zou blijken dat de periodieke staten per einde halfjaar niet in alle materieel belangrijke opzichten volgens de geldende richtlijnen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen werden opgesteld. Bovendien bevestigen zij dat de periodieke staten per einde halfjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld; en bevestigen zij geen kennis te hebben van feiten waaruit zou blijken dat de periodieke staten per einde halfjaar niet zijn opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de jaarrekening met betrekking tot het laatste boekjaar; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de hier bedoelde periodieke staten nader bepalen;
b) de resultaten van de controle van de in artikel 6, eerste lid vermelde periodieke staten die de bijkantoren aan het einde van het boekjaar aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bezorgen waarin bevestigd wordt dat de periodieke staten in alle materieel belangrijke opzichten werden opgesteld volgens de geldende richtlijnen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen. Bovendien bevestigen zij dat de periodieke staten per einde van het boekjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld; en bevestigen zij dat de periodieke staten per einde van het boekjaar werden opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de jaarrekening; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de hier bedoelde periodieke staten nader bepalen. "
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen
Art.5. In artikel 31, eerste lid van het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 oktober 2007, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
" 2° brengen zij verslag uit bij de CBFA over :
a) de resultaten van het beperkt nazicht van de periodieke staten die de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen aan het einde van het eerste halfjaar aan de CBFA bezorgen waarin bevestigd wordt dat zij geen kennis hebben van feiten waaruit zou blijken dat de periodieke staten per einde halfjaar niet in alle materieel belangrijke opzichten volgens de geldende richtlijnen van de CBFA werden opgesteld. Bovendien bevestigen zij dat de periodieke staten per einde halfjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld; en bevestigen zij geen kennis te hebben van feiten waaruit zou blijken dat de periodieke staten per einde halfjaar niet zijn opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de jaarrekening met betrekking tot het laatste boekjaar; de CBFA kan de hier bedoelde periodieke staten nader bepalen;
b) de resultaten van de controle van de periodieke staten die de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen aan het einde van het boekjaar aan de CBFA bezorgen waarin bevestigd wordt dat de periodieke staten in alle materieel belangrijke opzichten werden opgesteld volgens de geldende richtlijnen van de CBFA. Bovendien bevestigen zij dat de periodieke staten per einde van het boekjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan de periodieke staten worden opgesteld; en bevestigen zij dat de periodieke staten per einde van het boekjaar werden opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de jaarrekening; de CBFA kan de hier bedoelde periodieke staten nader bepalen; ".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen
Art.6. In artikel 1, 3° van het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, worden de woorden "inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs" vervangen door de woorden "inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen".
Art.7. Artikel 12 van het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
" § 3. De effectieve leiding van de onderneming die overeenkomstig § 2 instaat voor de rapportering van de in § 1 vermelde staten, in voorkomend geval het directiecomité, verklaart aan de Commissie dat de staten die zij aan het einde van het eerste halfjaar en aan het einde van het boekjaar overmaakt in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen. Daartoe is vereist dat deze staten volledig zijn d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld, en juist zijn, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld. Zij bevestigt het nodige gedaan te hebben opdat de voornoemde staten volgens de geldende richtlijnen van de Commissie opgemaakt zijn, en opgesteld zijn met toepassing van de boekings- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, of, voor de periodieke rapporteringsstaten die geen betrekking hebben op het einde van het boekjaar, met toepassing van de boekings- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot het laatste boekjaar. "
Art.8. In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. De commissarissen aangesteld bij de in § 1 bedoelde gemengde financiële holdings verlenen hun medewerking aan het toezicht van de Commissie, op hun eigen en uitsluitende verantwoordelijkheid en overeenkomstig deze paragraaf, volgens de regels van het vak en de richtlijnen van de Commissie. Daartoe :
1° beoordelen zij het passend karakter van de risicobeheerprocedures, de interne controleprocedures en de administratieve en boekhoudkundige organisatie, als bedoeld in artikel 13. Zij delen hun bevindingen ter zake mee aan de Commissie;
2° brengen zij verslag uit bij de Commissie over :
a) de resultaten van het beperkt nazicht van de in artikel 12 bedoelde staten die de gemengde financiële holdings aan het einde van het eerste halfjaar aan de Commissie bezorgen waarin bevestigd wordt dat zij geen kennis hebben van feiten waaruit zou blijken dat deze staten per einde halfjaar niet in alle materieel belangrijke opzichten volgens de geldende richtlijnen van de Commissie werden opgesteld. Bovendien bevestigen zij dat deze staten per einde halfjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld; en bevestigen zij geen kennis te hebben van feiten waaruit zou blijken dat deze staten per einde halfjaar niet zijn opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot het laatste boekjaar; de Commissie kan de hier bedoelde staten nader bepalen;
b) de resultaten van de controle van de in artikel 12 bedoelde staten die de gemengde financiële holdings aan het einde van het boekjaar aan de Commissie bezorgen waarin bevestigd wordt dat deze staten in alle materieel belangrijke opzichten werden opgesteld volgens de geldende richtlijnen van de Commissie. Bovendien bevestigen zij dat deze staten per einde van het boekjaar, voor wat de boekhoudkundige gegevens betreft in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de boekhouding en de inventarissen, inzake volledigheid, d.i. alle gegevens bevatten uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld, en juistheid, d.i. de gegevens correct weergeven uit de boekhouding en de inventarissen op basis waarvan deze staten worden opgesteld; en bevestigen zij dat deze staten per einde van het boekjaar werden opgesteld met toepassing van de boeking- en waarderingsregels voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening; de Commissie kan de hier bedoelde staten nader bepalen;
3° brengen zij, op eigen initiatief, verslag uit bij de Commissie zodra zij kennis krijgen van beslissingen, feiten of ontwikkelingen die de in 1° en 2° en de in de artikelen 9 tot 11 bedoelde aspecten op betekenisvolle wijze beïnvloeden of kunnen beïnvloeden, of kunnen wijzen op een overtreding van dit besluit.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, 3°, kan de Commissie de commissarissen vragen haar periodiek of op haar verzoek over voormelde aspecten verslag uit te brengen. "
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 9. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 maart 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS