Details





Titel:

18 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de algemene leiding, de werking, het beheer en de vertegenwoordiging van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-10-2008 en tekstbijwerking tot 30-06-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994036083  1999036088  2006035781  2006036688  2007035515 





Artikels:

Artikel 1.[1 In dit besluit wordt verstaan onder Departement Zorg: het Departement Zorg, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg. ]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 58, 008; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.1 (oud artikel 1).Het hoofd van het [1 Departement Zorg]1 is belast met de algemene leiding, de werking, het beheer en de vertegenwoordiging van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 59, 008; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.2.Bij de opdrachten, vermeld in artikel 1, heeft het hoofd van het [2 Departement Zorg]2 delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden, vermeld in [1 het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen]1.
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-06/25, art. 22, 005; Inwerkingtreding : 11-10-2018>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 60, 008; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.3.Naast de delegaties, vermeld in artikel 2, krijgt het hoofd van het [5 Departement Zorg]5de volgende aanvullende en specifieke delegaties voor de opdrachten, vermeld in artikel 1 :
  1° het ondertekenen van de dagelijkse briefwisseling, de nota's, de ambtsberichten en de documenten met betrekking tot het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
  2° het ontvangen van de gewone en de aangetekende zendingen, inclusief de dagvaardingen, betekend aan het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
  3° het eensluidend verklaren van uittreksels en afschriften van documenten;
  4° het nemen van alle noodzakelijke stappen en beslissingen die noodzakelijk zijn bij de afhandeling van de dossiers die ingediend werden om een investeringssubsidie, een gebruikstoelage of een investeringswaarborg te krijgen of te behouden, en bij de afhandeling van de dossiers die betrekking hebben op de verplichtingen van [1 de aanvrager of de financier]1. Daaronder zijn onder meer begrepen : het ontvangen, nazien, doorsturen en de voortgangsbewaking van de dossiers, [3 de aanpassing van het bedrag van de subsidiebelofte aan de bouwindex,]3 het verlenen van de investeringswaarborg, de uitbetaling van de investeringssubsidie en het beslissen over de aanvragen tot toestemming inzake hypothecaire inschrijvingen, hypothecaire uitwinning [2 , hypothecaire mandaten, bestemmingswijziging, vervreemding en bezwaring met zakelijk recht of genotsrecht, het aanmanen van de aanvrager om het gesubsidieerde goed als een goed huisvader te beheren en te onderhouden]2;
  5° [4 ...]4
  6° het aanstellen van externe raadgevers;
  7° het sluiten van alle overeenkomsten die het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden nodig heeft om zijn taak te vervullen, onder meer :
  a) het sluiten van dadingen als de waarde van het geschil, dat het onderwerp van de dading is, niet meer bedraagt dan 65.000 euro;
  b) het sluiten van huurovereenkomsten;
  c) [1 het sluiten van een conventionele hypotheek met een aanvrager in het kader van de investeringswaarborg;]1
  d) het sluiten van een pari-passuregeling met een financier in het kader van de investeringswaarborg;
  8° het nemen van alle beslissingen en het ondertekenen van alle nodige documenten en akten betreffende een wettelijke of een conventionele hypotheek, een hypothecair mandaat of een hypothecaire inschrijving ten bate van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
  9° het opstellen van de jaarlijkse uitvoeringsrekening van de begroting, de balans en de resultatenrekening.
  ----------
  (1)<BVR 2011-11-10/07, art. 70, 002; Inwerkingtreding : 19-12-2011>
  (2)<BVR 2014-02-14/26, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 25-04-2014>
  (3)<BVR 2019-05-17/67, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 19-09-2019>
  (4)<BVR 2022-05-06/08, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 12-08-2022>
  (5)<BVR 2023-05-12/09, art. 61, 008; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.4.Bij het gebruik van de delegaties, vermeld in artikel 2 en 3, gelden de algemene regelingen, voorwaarden en beperkingen, vermeld in [1 het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen]1, met inbegrip van de bepalingen over subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording. In afwijking van de bepalingen over subdelegatie kan het hoofd van het [2 Departement Zorg]2 de subdelegatie, vermeld in [1 het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen]1, verlenen aan personeelsleden van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin die onder zijn hiërarchische gezag staan.
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-06/25, art. 23, 005; Inwerkingtreding : 11-10-2018>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 62, 008; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.5.De beslissingen die in de uitvoeringsbesluiten van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden expliciet worden toevertrouwd aan de bevoegde Vlaamse minister, zijn uitgesloten van de delegatieregeling, vermeld in dit besluit, en worden genomen door de bevoegde Vlaamse minister.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2016-01-15/17, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 20-03-2016>

Art.6.Het hoofd van het [1 Departement Zorg]1 beslist op welke personeelsleden, uitrusting en installaties van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor de uitvoering van zijn taken een beroep doet.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 63, 008; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.7. In artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein, wordt punt 10° opgeheven.

Art.8. In artikel 40, § 2, vijfde lid, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de woorden "de minister" telkens vervangen door de woorden "het Fonds".
  In artikel 19, vijfde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en 30 mei 2008, worden de woorden "de minister" telkens vervangen door de woorden "het Fonds".
  In artikel 24, § 4, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 tot regeling van de investeringswaarborg voor rusthuizen, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 en gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de woorden "de minister" telkens vervangen door de woorden "het Fonds".

Art.9. Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 1994 tot regeling van de werking en het financieel beheer van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 en 31 maart 2006, wordt opgeheven.

Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.