Details





Titel:

27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit op de openbare uitkoopbiedingen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-05-2007 en tekstbijwerking tot 12-12-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. [1 - Definities en toepassingsgebied.]1
Art. 1, 1/1
HOOFDSTUK II. - Openbaar uitkoopbod.
Afdeling I. - Biedingsvereisten.
Art. 2
Afdeling II. - Kennisgeving van het uitkoopbod en openbaarmaking ervan.
Art. 3-7
Afdeling II/1. [1 - Memorie van antwoord van het bestuursorgaan van de doelvennootschap.]1
Art. 7/1, 7/2
Afdeling III. - Verplichtingen tijdens de biedperiode.
Art. 8-9
Afdeling IV. [1 - Belangen van de effectenhouders.]1
Art. 10-11
Afdeling V. - Prospectus.
Art. 12-14
Afdeling VI.
Art. 15-16
Afdeling VII. - Aanvaardingsperiode van een bod en verstrijken ervan.
Art. 16/1, 17-19
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding; overgangsbepalingen.
Art. 20-21
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016003339  2018014014  2019011967  2022042934 



Artikels:

HOOFDSTUK I. [1 - Definities en toepassingsgebied.]1   ----------   (1)
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1° " de wet " : de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen;
  2° [1 "kredietinstelling" : een kredietinstelling onder het recht van een lidstaat van de EER, in de zin van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen;]1
  3° [1 "beursvennootschap" : een beursvennootschap onder het recht van een lidstaat van de EER, in de zin van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen;]1
  ----------
  (1)<KB 2018-09-23/04, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Art.1/1. [1 Dit besluit is van toepassing op de openbare uitkoopbiedingen op vennootschappen onderworpen aan het regime van artikel 7:82, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, uitgezonderd de openbare uitkoopbiedingen die overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen plaatsvinden onder de vorm van een heropening van een openbaar overnamebod.
   De vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op de multilaterale handelsfaciliteiten Alternext en Vrije Markt, uitgebaat door Euronext Brussels, worden onderworpen aan het regime van artikel 7:82, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2019-04-29/01, art. 9:3, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2019>


HOOFDSTUK II. - Openbaar uitkoopbod.
Afdeling I. - Biedingsvereisten.
Art.2.Een openbaar uitkoopbod voldoet aan de volgende vereisten :
  1° het bod slaat op alle effecten met stemrecht of die toegang geven tot stemrecht, uitgegeven door de doelvennootschap, die nog niet in bezit zijn van de bieder, de personen die met hem in onderling overleg handelen in de zin van [2 artikel 7:82, § 1, vijfde lid, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2 en de doelvennootschap zelf;
  2° de bieder, de personen die met hem in onderling overleg handelen en de doelvennootschap zelf houden 95 % van de effecten met stemrecht van de doelvennootschap [2 ...]2;
  3° de prijs bestaat uit een som geld; de voor de verwezenlijking van het bod noodzakelijke middelen zijn beschikbaar, hetzij op een rekening bij een kredietinstelling, hetzij in de vorm van een onherroepelijk en onvoorwaardelijk krediet dat een kredietinstelling voor de bieder heeft geopend; deze middelen worden geblokkeerd om de betaling te waarborgen van de prijs voor het aankopen van de effecten die in het kader van het bod zijn verworven of worden uitsluitend daartoe aangewend;
  4° [1 het bod, evenals de voorwaarden en de regels ervan, zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit; bovendien zijn zij, inzonderheid wat de prijs betreft, zo geformuleerd dat zij de belangen van de effectenhouders niet miskennen;]1
  5° indien het bod slaat op effecten van verschillende categorieën, mogen de voor elk van die categorieën geboden prijzen geen andere verschillen bevatten dan de verschillen die voortvloeien uit de respectieve kenmerken van elke categorie;
  6° de bieder verbindt er zich toe, wat hem betreft, het bod tot het einde door te zetten;
  7° een kredietinstelling of een beursvennootschap zorgt voor de ontvangst van de acceptaties en de betaling van de prijs.
  ----------
  (1)<KB 2018-09-23/04, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>
  (2)<KB 2019-04-29/01, art. 9:4, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Afdeling II. - Kennisgeving van het uitkoopbod en openbaarmaking ervan.
Art.3.Wanneer een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die, rekening houdend met de effecten met stemrecht in bezit van de personen die met hem in onderling overleg handelen in de zin van [3 artikel 7:82, § 1, vijfde lid, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]3 en de doelvennootschap zelf, 95 % bezit van de effecten met stemrecht [3 van een vennootschap als bedoeld in artikel 1/1]3, alle effecten met stemrecht of die toegang geven tot stemrecht van die vennootschap wenst te verwerven, brengt hij dit vooraf ter kennis van de [1 FSMA]1.
  De kennisgeving bevat gegevens waaruit blijkt dat aan de vereisten van artikel 2 is voldaan. De kennisgeving bevat inzonderheid de prijs en de voornaamste modaliteiten van het bod.
  [2 De kennisgeving gebeurt bij aangetekende brief of wordt, gedurende een werkdag tussen 8 en 18 uur, tegen ontvangstbewijs overhandigd op de zetel van de FSMA.]2
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2018-09-23/04, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>
  (3)<KB 2019-04-29/01, art. 9:5, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Art.4.Bij de in artikel 3 bedoelde kennisgeving wordt een dossier gevoegd dat is opgemaakt overeenkomstig de voorschriften van de [1 FSMA]1 en inzonderheid de volgende stukken bevat :
  1° het ontwerpprospectus, opgesteld overeenkomstig artikel 12;
  2° het verslag van een [2 onafhankelijke expert]2, opgesteld overeenkomstig artikel 6;
  [2 3° een dossier dat de door de bieder gevolgde procedure bij de keuze van de onafhankelijke expert met bewijsstukken staaft, waaruit blijkt dat de bieder ten minste drie kandidaat-onafhankelijke experts heeft gecontacteerd die aan de voorwaarden van artikel 5 voldoen, en dat de redenen vermeldt die ten grondslag liggen aan de keuze van de onafhankelijke expert die werd aangeduid.]2
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2018-09-23/04, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Art.5.§ 1. Kunnen niet optreden als onafhankelijk expert :
  1° de commissaris of de accountant van de bieder, de doelvennootschap en hun verbonden vennootschappen;
  2° de persoon met wie de commissaris of de accountant van de bieder, de doelvennootschap en hun verbonden vennootschappen een band heeft in de zin van [2 artikel 3:62, § 4, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2;
  3° de persoon, die voor een andere opdracht in het kader van de verrichting wordt vergoed door de bieder, de doelvennootschap of de ermee verbonden vennootschappen.
  § 2. Onverminderd de toepassing van § 1, dient de expert die zich in een situatie van afhankelijkheid of belangenconflict bevindt, de opdracht te weigeren, tenzij hij in zijn verslag de betrokken omstandigheden uitvoerig beschrijft en op pertinente wijze aantoont dat zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang komt.
  De hierna volgende omstandigheden worden vermoed om een situatie van afhankelijkheid of belangenconflict te doen ontstaan :
  1° een juridische band of een kapitaalband van de [1 onafhankelijk expert]1 met de bieder of de doelvennootschap, hun verbonden vennootschappen of hun raadgevers;
  2° een geldelijk belang van de [1 onafhankelijk expert]1, ander dan ingevolge de opdracht, bij het welslagen van de verrichting;
  3° de verwezenlijking, in de loop van twee jaar voor de kennisgeving van het bod, van een andere opdracht voor de bieder, de doelvennootschap of hun verbonden vennootschappen;
  4° het bestaan, in hoofde van de [1 onafhankelijk expert]1, van een vordering op of een schuld ten aanzien van de bieder, de doelvennootschap of hun verbonden vennootschappen, voor zover deze van aard is een economische afhankelijkheid te creëren.
  [1 § 3. De vergoeding van de onafhankelijke expert wordt gedragen door de bieder. De wijze van vergoeding van de onafhankelijke expert geeft geen aanleiding tot een belangenconflict in zijn hoofde. De vergoeding van de onafhankelijke expert wordt vastgesteld in functie van de omvang en de complexiteit van zijn opdracht.
   § 4. De onafhankelijke expert toont aan dat hij de vereiste deskundigheid en passende ervaring bezit op het vlak van de waardering van ondernemingen, inzonderheid met betrekking tot ondernemingen die dezelfde omvang hebben en tot dezelfde sector behoren als de doelvennootschap. Zijn structuur en organisatie zijn aangepast aan de omvang van de opdracht die hij voornemens is te vervullen.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-09-23/04, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>
  (2)<KB 2019-04-29/01, art. 9:6, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Art.6.De [1 onafhankelijk expert]1 stelt als professionele en onafhankelijke partij een verslag op.
  Het verslag van de onafhankelijke expert bevat ten minste de volgende gegevens :
  1° de opgave van de identiteit van de doelvennootschap, de structuur en samenstelling van haar aandeelhouderskring, het geheel van ondernemingen waartoe zij behoort, haar werkzaamheden en uitsplitsing hiervan, de recente ontwikkeling en de identiteit van de leiders;
  2° de laatste jaarrekening met bijhorende verslagen of, indien beschikbaar, de laatste geconsolideerde jaarrekening met bijhorende verslagen van de doelvennootschap, alsmede een recentere boekhoudkundige staat indien zich sinds de afsluitingsdatum van deze jaarrekeningen belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan of meer dan 9 maanden zijn verstreken;
  3° een duidelijke opgave van de verschillende effecten waarop het bod slaat;
  4° de omstandig becijferde waardering door de [1 onafhankelijk expert]1 van de effecten waarop het bod slaat volgens methodes die, gelet op de aard en de activiteit van de betrokken vennootschap, relevant zijn en uitgaande van passende feitelijke elementen en hypothesen, evenals de opgave van de toegepaste waarderingsmethodes, de feitelijke elementen en hypothesen die werden weerhouden, de gebruikte bronnen en het bekomen resultaat op grond van de gebruikte waarderingsmethodes;
  [1 4° /1 een verklaring die bevestigt dat de hypotheses en methodes die de onafhankelijk expert in zijn verslag gebruikt, redelijk en pertinent zijn;]1
  5° een analyse van de waarderingswerkzaamheden verricht door de bieder;
  6° [1 een onvoorwaardelijke en zonder voorbehoud geformuleerde verklaring van de onafhankelijke expert, die bevestigt dat de prijs de belangen van de effectenhouders niet miskent;]1
  7° [1 een verklaring van de onafhankelijk expert dat hij ten volle voldoet aan de vereisten van artikel 5, vergezeld van een passende motivering;]1
  8° de vergoeding van de [1 onafhankelijk expert]1, evenals de opgave van de ingezette middelen in personeel en tijd, een beschrijving van de verrichte werkzaamheden en de vermelding van de gecontacteerde personen.
  ----------
  (1)<KB 2018-09-23/04, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Art.7.Wanneer de [1 FSMA]1 een kennisgeving overeenkomstig artikel 3 heeft ontvangen, maakt zij deze kennisgeving uiterlijk de werkdag na ontvangst openbaar. Deze openbaarmaking gebeurt op de door de [1 FSMA]1 bepaalde wijze, op kosten van de bieder.
  In deze openbaarmaking wordt vermeld waar het bij de kennisgeving gevoegde verslag van de onafhankelijke deskundige kosteloos verkrijgbaar wordt gesteld voor het publiek.
  Dezelfde werkdag meldt de [1 FSMA]1 deze openbaarmaking aan :
  1° de betrokken marktonderneming [2 ...]2;
  2° de doelvennootschap;
  3° de bieder.
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2019-04-29/01, art. 9:7, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2019>

Afdeling II/1. [1 - Memorie van antwoord van het bestuursorgaan van de doelvennootschap.]1   ----------   (1)
Art.7/1.[1 Binnen een termijn van vijftien werkdagen na de openbaarmaking van de kennisgeving conform artikel 7, legt het bestuursorgaan van de doelvennootschap een ontwerp van memorie van antwoord ter goedkeuring voor aan de FSMA.
  [2 De FSMA kan evenwel de in artikel 28, § 3, van de wet bedoelde beslissing om de memorie van antwoord goed te keuren of om de goedkeuring van de memorie van antwoord te weigeren niet nemen tenzij zij voorafgaand of tegelijkertijd de in artikel 19, § 3, van de wet bedoelde beslissing neemt om het prospectus goed te keuren of om de goedkeuring van het prospectus te weigeren.]2
   De FSMA kan afwijkingen toestaan van de in het eerste lid bedoelde termijn.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2018-09-23/04, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>
  (2)<KB 2022-12-05/03, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 22-12-2022>

Art.7/2. [1 Het standpunt van de doelvennootschap over het bod, bedoeld in artikel 24, § 1, 3°, van de wet, bevat, met redenen omkleed :
   1° zijn oordeel over het verslag van de onafhankelijke expert;
   2° zijn standpunt over de vraag of de prijs de belangen van de effectenhouders al dan niet miskent.
   Wanneer de leden van het bestuursorgaan geen eensgezinde stelling innemen, vermeldt het standpunt de verschillende stellingnames van de leden, met aanduiding van de leden die als onafhankelijke bestuurders worden beschouwd en van de leden die in feite bepaalde effectenhouders vertegenwoordigen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2018-09-23/04, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>


Afdeling III. - Verplichtingen tijdens de biedperiode.
Art.8. De partijen bij een bod onthouden zich van het (laten) bekendmaken van onjuiste of misleidende verklaringen, mededelingen of stukken die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met het bod.

Art.9.§ 1. Zodra hij de kennisgeving, bedoeld in artikel 3 heeft verricht, verwerven de bieder en de personen die met hem in onderling overleg handelen geen effecten waarop het bod slaat tegen gunstiger voorwaarden dan deze van het bod, tenzij hij die uitbreidt tot alle begunstigden van het bod.
  § 2. [2 ...]2
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2018-09-23/04, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Afdeling IV. [1 - Belangen van de effectenhouders.]1   ----------   (1)
Art.10.De houders van effecten waarop het bod slaat, beschikken over een termijn van vijftien werkdagen na de openbaarmaking van de kennisgeving en van het verslag van de onafhankelijke deskundige, om aan de [1 FSMA]1 hun bezwaren mee te delen bij het bod en, inzonderheid, de waardering van de effecten van de doelvennootschap of de geboden prijs, gelet op de zorg om hun belangen te vrijwaren.
  [2 ...]2
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2018-09-23/04, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Art.11.[1 § 1. Binnen een termijn van vijftien werkdagen na afloop van de in artikel 10 bedoelde termijn van vijftien werkdagen kan de FSMA, naargelang het geval, de volgende maatregelen nemen:
   1° de FSMA mag aan de bieder kennis geven van haar opmerkingen inzake de naleving van de wet of van dit besluit. Haar opmerkingen worden op de meest geschikte wijze meegedeeld aan de bieder, aan de doelvennootschap, alsook aan de effectenhouders die hun grieven binnen de in artikel 10 bepaalde termijn aan de FSMA hebben meegedeeld. De FSMA kan haar opmerkingen openbaar maken op de wijze die zij bepaalt;
   2° indien de bescherming van de rechten van de effectenhouders dit vereist, kan de FSMA, op kosten van de bieder, overgaan tot de aanstelling van een nieuwe onafhankelijke expert in de zin van artikel 5. De FSMA kan haar beslissing openbaar maken op de wijze die zij bepaalt.
   In het in het eerste lid, 2°, bedoelde geval bezorgen de bieder en de doelvennootschap de nieuwe onafhankelijke expert de informatie die hij nodig heeft om zijn opdracht te vervullen.
   § 2. Indien de FSMA opmerkingen heeft geformuleerd met toepassing van paragraaf 1, eerste lid, 1°, beschikt de bieder over een termijn van vijftien werkdagen na de mededeling van die opmerkingen om daarop te reageren en eventueel zijn bod te wijzigen in gunstigere zin voor de effectenhouders.
   Na afloop van die termijn van vijftien werkdagen kan de FSMA, naargelang het geval, de volgende maatregelen nemen:
   1° de maatregelen als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2° ;
   2° de bieder aanmanen om maatregelen te nemen teneinde de belangen van de effectenhouders te vrijwaren.
   § 3. In het in paragraaf 1, eerste lid, 2°, bedoelde geval wordt het verslag van de tweede onafhankelijke expert, dat conform artikel 6 is opgesteld, tegelijkertijd aan de FSMA en de bieder overgelegd binnen een termijn van twintig werkdagen na zijn aanstelling. De FSMA kan afwijkingen toestaan van die termijn.
   De volgende bepalingen zijn van toepassing:
   1° het verslag van de tweede onafhankelijke expert wordt openbaar gemaakt op de bij artikel 7 voorgeschreven wijze;
   2° indien het verslag van de tweede onafhankelijke expert, conform artikel 6, 6°, bevestigt dat de geboden prijs de belangen van de effectenhouders niet miskent, zijn de bepalingen van de artikelen 7/1, 7/2, 10 en van paragraaf 1, eerste lid, 1°, en paragraaf 2, van dit artikel van toepassing, met uitzondering van de in paragraaf 2, tweede lid, 1°, bedoelde mogelijkheid voor de FSMA om tot de aanstelling van een nieuwe onafhankelijke expert over te gaan;
   3° zo niet, kondigt de bieder, uiterlijk tien werkdagen na de overlegging van het verslag door de tweede onafhankelijke expert, aan of hij ervan afziet het bod uit te brengen, dan wel of hij de voorwaarden en nadere regels van het bod wijzigt. Als de bieder zijn keuze niet binnen de vooropgestelde termijn meedeelt, wordt hij geacht ervan af te zien zijn bod uit te brengen.
   Als de bieder ervan afziet het bod uit te brengen, mag hij binnen twee jaar geen nieuwe kennisgeving als bedoeld in artikel 3 aan de FSMA richten.
   Bij wijziging van de voorwaarden en nadere regels van het bod, actualiseert de bieder, binnen een termijn van twintig werkdagen na de overlegging van het verslag door de nieuwe onafhankelijke expert, de in artikel 3 bedoelde kennisgeving en bezorgt hij die geactualiseerde kennisgeving aan de FSMA. De onafhankelijke expert actualiseert zijn verslag en bezorgt het tegelijkertijd aan de FSMA en aan de bieder binnen de door de FSMA bepaalde termijn. De bepalingen van de artikelen 4, 1°, 7/1, 7/2, 10 en van paragraaf 1, eerste lid, 1°, en paragraaf 2, van dit artikel zijn van toepassing, met uitzondering van de in paragraaf 2, tweede lid, 1°, bedoelde mogelijkheid voor de FSMA om tot de aanstelling van een nieuwe onafhankelijke expert over te gaan.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-09-23/04, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Afdeling V. - Prospectus.
Art.12.Zolang geen gevolg werd gegeven aan een aanmaning, zoals bedoeld in [2 artikel 11]2 spreekt de [1 FSMA]1 zich niet uit over de goedkeuring van het prospectus.
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2018-09-23/04, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Art.13. Onverminderd de toepassing van artikel 13, § 1, van de wet, bevat het prospectus ten minste de gegevens opgenomen in het schema, opgenomen als bijlage bij dit besluit.
  Wanneer sommige door het eerste lid voorgeschreven gegevens niet blijken aan te sluiten bij het bedrijf of de rechtsvorm van de bieder of de doelvennootschap, worden gelijkwaardige gegevens verstrekt.

Art.14. De voorwaarden van het bod bepalen dat :
  1° een effectenhouder, die in het kader van het bod heeft aanvaard, zijn aanvaarding steeds kan intrekken tijdens de aanvaardingsperiode;
  2° een verhoging van de biedprijs ook geldt voor effectenhouders die het bod reeds hebben aanvaard.

Afdeling VI.   
Art.15.
  <Opgeheven bij KB 2018-09-23/04, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Art.16.
  <Opgeheven bij KB 2018-09-23/04, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>

Afdeling VII. - Aanvaardingsperiode van een bod en verstrijken ervan.
Art.16/1. [1 De FSMA geeft de bieder toestemming om zijn bod uit te brengen op voorwaarde dat:
   1° het uitvoering werd gegeven aan de krachtens artikel 11 genomen maatregelen;
   2° de onafhankelijke expert tot de conclusie is gekomen dat de geboden prijs de belangen van de effectenhouders niet miskent, en dat zijn verslag aan de vereisten van dit besluit beantwoordt;
   3° de FSMA het prospectus heeft goedgekeurd; en
   4° de FSMA de door het bestuursorgaan van de doelvennootschap opgestelde memorie van antwoord heeft goedgekeurd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2018-09-23/04, art. 28, 004; Inwerkingtreding : 15-10-2018>


Art.17. De aanvaardingsperiode van een bod bedraagt niet minder dan 2 weken en niet meer dan 10 weken.
  De aanvaardingsperiode van het bod start na de goedkeuring van de memorie van antwoord van de doelvennootschap.

Art.18. De bieder publiceert, binnen vijf werkdagen na het verstrijken van de aanvaardingsperiode van het bod, de resultaten ervan en hoeveel effecten hij bezit na het bod.
  De bieder betaalt de prijs binnen de tien werkdagen na de publicatie van de resultaten van het bod.

Art.19.De effecten die bij het verstrijken van het bod niet zijn aangeboden, worden geacht van rechtswege aan de bieder te zijn overgedragen. De noodzakelijke middelen voor de betaling van de aldus overgedragen effecten worden in bewaring gegeven bij de Deposito- en Consignatiekas ten gunste van hun vroegere eigenaars.
  Na afloop van het bod gaat de marktonderneming van een Belgische gereglementeerde markt [1 of de exploitant van een Belgische multilaterale handelsfaciliteit]1 ambtshalve over tot de schrapping van de effecten die waren toegelaten tot de handel op deze markt.
  ----------
  (1)<KB 2016-09-11/07, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2016>

HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding; overgangsbepalingen.
Art.20.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.
  Hoofdstuk II van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, zoals gewijzigd door de wet van 16 juni 1998, de wet van 10 maart 1999, het koninklijk besluit van 13 juli 2001, de wet van 2 augustus 2002 en de wet van 20 juli 2004, evenals het koninklijk besluit van 8 november 1989 op de openbare overnameaanbiedingen en de wijzigingen in de controle op vennootschappen, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 11 juni 1997, 21 april 1999 en 7 juli 1999, blijven niettemin gelden voor de biedingen waarvoor de [1 FSMA]1, overeenkomstig artikel 56 van het hetzelfde koninklijk besluit van 8 november 1989, de kennisgeving heeft openbaar gemaakt vóór de datum bedoeld in het eerste lid.
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>

Art.21. Onze Minister, bevoegd voor Financiën, en Onze Minister, bevoegd voor Justitie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.Onverminderd de verplichting als bedoeld in artikel 13, § 1, van de wet, bevat het prospectus ten minste volgende vermeldingen en gegevens :
  1. Goedkeuring van het prospectus door [1 FSMA]1 en verantwoordelijken voor het prospectus :
  1.1. Vermelding dat het prospectus is goedgekeurd door de [1 FSMA]1, maar dat deze goedkeuring geen beoordeling inhoudt van de opportuniteit en de kwaliteit van het bod, noch van de toestand van de persoon die het bod verwezenlijkt.
  1.2. Naam en functie of, indien het rechtspersonen zijn, naam en statutaire zetel van de personen die verantwoordelijk zijn voor het prospectus; hun verklaring dat, voorzover hen bekend, de gegevens in het prospectus in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het prospectus zou wijzigen.
  2. De bieder :
  2.1. Een omstandige opgave van zijn identiteit of, indien de bieder een vennootschap is, de rechtsvorm, naam, hoofdzetel - en, indien verschillend van de hoofdzetel, de statutaire zetel - van deze vennootschap.
  2.2. Hoeveel effecten van de doelvennootschap hij bezit op de dag dat het prospectus wordt vastgesteld en het aantal effecten van de doelvennootschap dat hij heeft verworven tijdens de twaalf maanden vóór deze datum, alsook de vermelding van de markt waar deze verwervingen zijn geschied of van het feit dat deze verwervingen buiten de markt zijn geschied, de datum van deze verwervingen en de betaalde prijs (prijzen).
  De in voorgaand lid bedoelde gegevens voor de effecten van de doelvennootschap in bezit van en verworven door met de bieder verbonden personen, personen die in onderling overleg met hem optreden, de personen die als tussenpersoon, in de zin van [2 artikel 1:16, § 2, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2, optreden en de doelvennootschap zelf.
  2.3. Indien het bod uitgaat van verschillende bieders of indien de bieder in onderling overleg met andere personen handelt :
  - de identiteit van deze personen alsook, indien het om vennootschappen gaat, de rechtsvorm, de naam, de hoofdzetel - en, indien verschillend van de hoofdzetel, de statutaire zetel - en hun relatie tot de bieder en, indien mogelijk, tot de doelvennootschap;
  - de grootte en de modaliteiten van hun respectief aandeel in het bod.
  2.4 Weergave van [2 artikel 7:82, § 1, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2; vermelding dat het bod is onderworpen aan de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en aan het koninklijk besluit waarbij dit schema als bijlage gaat.
  3. De doelvennootschap :
  3.1. Een omstandige opgave van zijn identiteit.
  3.2.1. De laatste jaarrekening en/of geconsolideerde jaarrekening alsmede een recentere staat indien zich sinds de afsluitingsdatum van deze jaarrekeningen belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan of meer dan negen maanden verstreken zijn.
  Indien de gewone of de geconsolideerde jaarrekening niet strookt met de bepalingen van het Gemeenschapsrecht en geen getrouw beeld geeft van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van de doelvennootschap moeten uitvoeriger en/of aanvullende inlichtingen worden verstrekt.
  3.2.2. Commissarissen of de met de controle van de jaarrekeningen belaste personen.
  Naam en adres van de commissarissen of de met de controle van de jaarrekeningen belaste personen van de doelvennootschap gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie).
  Indien commissarissen of de met de controle van de jaarrekeningen belaste personen tijdens het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak ontslag hebben genomen, dan wel ontslagen of niet opnieuw benoemd zijn, moeten terzake nadere bijzonderheden worden verstrekt indien zulks van betekenis is.
  3.3. Een gedetailleerde staat van het kapitaal en hoe dit is vertegenwoordigd, van de effecten met stemrecht in omloop die het kapitaal niet vertegenwoordigen, van de converteerbare obligaties en warrants in omloop met vermelding van de periode en de conversie- of inschrijvingsvoorwaarden.
  3.4. De evolutie tijdens ten minste de laatste twaalf maanden van de verhandelingsprijzen van de effecten van de doelvennootschap op de gereglementeerde markt of een MTF.
  4. Het bod :
  4.1. Kenmerken van het bod
  4.1.1. Inhoud van het bod
  4.1.2. Effecten of, in voorkomend geval, de categorieën effecten waarop het bod betrekking heeft.
  4.1.3. De geboden vergoeding, in voorkomend geval per categorie van effecten..
  4.1.4. De omstandig becijferde waardering van de effecten waarop het bod slaat volgens methodes die, gelet op de aard en de activiteit van de betrokken vennootschap, relevant zijn en uitgaande van passende feitelijke elementen en hypothesen, evenals de opgave van de toegepaste waarderingsmethodes, de feitelijke elementen en hypothesen die werden weerhouden, de gebruikte bronnen en het bekomen resultaat op grond van de gebruikte waarderingsmethodes.
  4.1.5. Vermelding en verantwoording van de prijs. Als effecten van verschillende categorieën tegen verschillende prijzen zijn verworven, vermelding van deze prijzen en verantwoording van de prijsverschillen.
  4.2. Aanvaarding van het bod; betaling
  4.2.1. Aanvaardingsperiode van het bod.
  4.2.2. Plaatsen waar de acceptaties.
  4.2.3. Vermelding dat bij hoger bod door de bieder dit hoger bod geldt voor alle effectenhouders die het bod hebben aanvaard.
  4.2.4. Data en modaliteiten van betaling.
  4.2.5. Vermelding dat eventuele taksen en kosten ten laste zijn van de bieder.
  4.2.6. Vermelding van de plaats waar en de wijze waarop de prijs van de effecten, die na afsluiting van het bod niet zijn aangeboden, worden geconsigneerd.
  4.3. Opname van het verslag van de expert als bijlage of vermelding van de vindplaats van dit document.
  5. Opname van de memorie van antwoord als bijlage of vermelding van de vindplaats van dit document.
  6. Wanneer het prospectus uit verschillende delen bestaat, vindplaats van de andere delen.
  ----------
  (1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
  (2)<KB 2019-04-29/01, art. 9:8, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2019>