Details





Titel:

14 DECEMBER 2006. - Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" (Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S. " (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-01-2007 en tekstbijwerking tot 23-10-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving en doel.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Erkenning.
Afdeling I. - Draagwijdte en duur van de erkenning.
Art. 3
Afdeling II. - Erkenningsvoorwaarden.
Art. 4
Afdeling III. - Toekenning, hernieuwing, opschorting en intrekking van de erkenning.
Art. 5-6
Afdeling IV. - Beroepen tegen de beslissingen tot weigering van toekenning, weigering van hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning.
Art. 7-8
Afdeling V. - Commissie. [1 Opschrift opgeheven]1
Art. 9-11
HOOFDSTUK III. - Subsidies.
Art. 12, 12bis, 13-16
HOOFDSTUK IV. - Opvolging, controle, toezicht, evaluatie en sancties.
Art. 17-20
HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art. 21-22, 22bis, 23



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002027463 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving en doel.
Artikel 1.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder :
  1° "Initiative de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale (I.D.E.S.S.)" : één van de volgende instellingen :
  a. een vereniging zonder winstoogmerk;
  b. [3 een coöperatieve vennootschap die is erkend als sociale onderneming overeenkomstig artikel 8:5, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;]3;
  c. een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
  d. een vereniging bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelen;
  2° "buurtdiensten met een maatschappelijk doel" : de diensten die op het grondgebied van het Waalse Gewest door een "I.D.E.S.S." worden ontwikkeld om in te spelen op erkende of opkomende behoeften van particulieren of collectiviteiten, waaraan niet wordt tegemoetgekomen via de markt, de overheid of de gesubsidieerde instellingen en met de bedoeling werkgelegenheid te creëren en de sociale cohesie te versterken;
  [2 2°bis. De subsidie: de compensatie met het oog op de uitoefening van de dienst van algemeen economisch belang;]2
  [2 2°ter. de DAEB: de dienst van algemeen economisch belang bedoeld in de artikelen 14 en 106, § 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, afgekort "V.W.E.U." alsook in Protocol nr. 26 gebonden aan het V.W.E.U.;]2
  [2 2°quater. het Besluit: het Besluit 2012/21/EU betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, publicatieblad van 11.1.2012, L.7/3;]2
  3° "werknemer" : persoon die :
  a. de dag vóór zijn indienstneming bij "I.D.E.S.S." voldoet aan de voorwaarden die vastliggen in de regelgeving betreffende de herinschakeling in de sociale inschakelingseconomie (SINA) van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, genomen krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m., van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  b. of in dienst genomen is krachtens artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  c. of in dienst genomen is krachtens artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  4° "begunstigde" : natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in artikel 17, § 2, van de wet van 27 juni 1921 op de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen die een beroep doet op een "I.D.E.S.S." om in aanmerking te komen voor één of meer buurtdiensten met een maatschappelijk doel, rekening houdend met de omvang van zijn inkomsten;
  5° "hoofdzetel van de activiteiten" : plaats waar voortdurend menselijke hulpkrachten aangesteld zijn en waar buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkeld worden;
  6° "FOREm" : Dienst ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);
  7° [1 "Commissie" : de advies- en erkenningscommissie van de sociale economiebedrijven bedoeld in artikel 6 van het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie;]1
  De Regering kan de definities uit het eerste lid, 2° tot 4°, enkel aanpassen op grond van eventuele wijzigingen aangebracht in :
  1° de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;
  2° de regelgeving betreffende de herinschakeling in de sociale inschakelingseconomie (SINA) van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, genomen krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  3° de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
  4° de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  5° de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en, voor het Waalse Gewest, het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;
  6° het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB. 92);
  7° de bepalingen van de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging wat betreft de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming;
  8° de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  9° de wetgeving en de regelgeving aangenomen op initiatief van de leden van de Regering voor wat betreft :
  a. de ondergeschikte besturen zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, hierna "de wet" genoemd;
  b. de sociale economie of het werkgelegenheidsbeleid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de wet;
  c. de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, van decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
  de begunstigden bedoeld in het eerste lid, 4°, worden nader bepaald door de Regering, rekening houdend met de bepalingen opgenomen in het tweede lid, 3° tot 9°.
  ----------
  (1)<DWG 2008-11-20/38, art. 23, 003; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-20/38, art. 28>
  (2)<DWG 2018-07-17/04, art. 27, 012; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
  (3)<DWG 2023-04-06/06, art. 123, 015; Inwerkingtreding : 02-11-2023>

Art.2.De Regering kan, onder de voorwaarden van dit decreet, [1 teneinde te kunnen genieten van de in hoofdstuk III beoogde subsidies]1 een "I.D.E.S.S." erkennen dat één of meer buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelt in de volgende activiteitsdomeinen :
  1° kleine onderhoudswerken, herstellingen en wooninrichting;
  2° de aanleg en het onderhoud van groene ruimtes;
  3° het sociaal vervoer;
  4° het sociaal waslokaal;
  5° de sociale winkels;
  6° de schoonmaak van lokalen van de rechtspersonen bedoeld in artikel 17, § 2, van bovengenoemde wet van 27 juni 1921.
  De Regering bepaalt welke diensten erkend kunnen worden [2 teneinde te kunnen genieten van de in hoofdstuk III beoogde subsidies]2 met inachtneming van de bepalingen opgenomen in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°.
  [4 [5 Voor de organisatie van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel bedoeld in het eerste lid, verleent de Regering een mandaat in het kader van een dienst van algemeen economisch belang, zoals bedoeld in de artikelen 14 en 106, § 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in het desbetreffende Protocol nr. 26.]5]4
  [3 Om te voldoen aan de erkenningsvoorwaarden beoogd in de eerste alinea, moet het I.D.E.S.S. dat niet over een [6 ...]6 zetel beschikt in het Waalse Gewest volgens de door de Regering vastgestelde procedure wanneer het zijn sociale zetel of inschrijvingsnummer heeft bij de Kruispuntbank van Ondernemingen als fysieke persoon of als rechtspersoon, hetzij in de Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, hetzij in het Vlaamse Gewest, hetzij in de Duitse Gemeenschap, aantonen dat het in zijn Gewest of Gemeenschap beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden die overeenkomen met deze bepaald in dit decreet.
   Om te voldoen aan de voorwaarden beoogd in de eerste alinea, moet het I.D.E.S.S. dat zijn [6 ...]6 zetel in het buitenland, maar binnen de Europese Economische Ruimte heeft, volgens de door de Regering vastgestelde procedure aantonen dat het in zijn land beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden die overeenkomen met deze bepaald in dit decreet en dit zonder directe of indirecte discriminatie op basis van de staat waaruit het I.D.E.S.S. dat de erkenning aanvraagt afkomstig is.
   Om te voldoen aan de voorwaarden beoogd in de eerste alinea, moet het I.D.E.S.S. dat zijn [6 ...]6 zetel in het buitenland en buiten de Europese Economische Ruimte heeft, volgens de door de Regering vastgestelde procedure voldoen aan de erkenningsvoorwaarden bepaald in dit decreet en bewijs leveren dat het hetzelfde type diensten presteert in zijn land van herkomst en dit zonder directe of indirecte discriminatie op basis van de staat waaruit het I.D.E.S.S. dat de erkenning aanvraagt afkomstig is.]3
  ----------
  (1)<DWG 2009-12-10/29, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 28-12-2009>
  (2)<DWG 2009-12-10/29, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 28-12-2009>
  (3)<DWG 2009-12-10/29, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 28-12-2009>
  (4)<DWG 2015-12-17/55, art. 109, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (5)<DWG 2016-12-21/02, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (6)<DWG 2023-04-06/06, art. 124, 015; Inwerkingtreding : 02-11-2023>

HOOFDSTUK II. - Erkenning.
Afdeling I. - Draagwijdte en duur van de erkenning.
Art.3.De erkenning wordt toegekend aan het "I.D.E.S.S." voor één of meer activiteitsdomeinen zoals bedoeld in artikel 2.
  De erkenning wordt voor maximum twee jaar toegekend. Na afloop van die periode kan de erkenning verleend worden voor hernieuwbare periodes van vier jaar.
  [1 De erkenning staat gelijk met een mandaat om een DAEB te beheren en dient uitsluitend om de toekenning van de in de artikelen 12 tot 13 bedoelde subsidie mogelijk te maken en zodoende het erkende en vergunde "I.D.E.S.S." in staat te stellen om het verlies aan productiviteit i.v.m. de openbare dienstverplichtingen te compenseren.]1
  [1 Het mandaat wordt toevertrouwd overeenkomstig het Besluit.
   De DAEB houdt de volgende openbare dienstverplichtingen in:
   1° het uitwerken en tenuitvoerleggen van een project dat moet inspelen op sociale en maatschappelijke behoeften waaraan onvoldoende voldaan wordt, waarbij buurtdiensten worden aangeboden met inachtneming van de in dit decreet bedoelde voorwaarden;
   2° zorgen voor de dienstverlening van het "I.D.E.S.S." door een beroep te doen op weinig gekwalificeerde werknemers en door het personeel inspraak te geven in het beheer van het I.D.E.S.S.]1
  ----------
  (1)<DWG 2018-07-17/04, art. 28, 012; Inwerkingtreding : 18-10-2018>

Afdeling II. - Erkenningsvoorwaarden.
Art.4.Om erkend te worden moet het "I.D.E.S.S." aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° de ontwikkeling van één of meer buurtdiensten met een maatschappelijke finaliteit als doel hebben;
  2° de [1 zetel]1 en de hoofdzetel van de activiteiten zijn gevestigd op het grondgebied van het Waalse Gewest;
  3° buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelen;
  4° de meerwaarde van het project aantonen ten opzichte van de diensten die door de markt, de overheid en de gesubsidieerde instellingen worden voorgesteld;
  5° een partnerschap sluiten met, o.a. andere operatoren die één of verschillende soorten buurtdiensten ontwikkelen;
  6° de boekhouding of de boekhoudkundige functie is specifiek voor de ontwikkeling van buurtdiensten met een maatschappelijk doel, los van elke andere activiteit die het "I.D.E.S.S." ontwikkelt;
  7° een project inzake sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces voorleggen aan de werknemers;
  8° de werknemers en de begunstigden bij het beheer van het project betrekken;
  9° een overeenkomst met de "FOREm" sluiten waarbij in voorkomend geval gezorgd zal worden voor de opvolging van de opleidingen georganiseerd voor de werknemers door de dienstverlenende structuur of waarbij de overgang naar de betrokken sectoren van de arbeidsmarkt bevorderd zal worden;
  10° één of meer partnerschappen sluiten met de actoren bedoeld in artikel 2, § 2, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling "Dispositif intégré d'insertion socioprofessionnelle" (D.I.I.S.P.) met het oog op :
  a. een vlotte opbouw van het geïndividualiseerde actieprogramma bedoeld in artikel 2, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 22 december 2005 tot uitvoering van het bovengenoemde decreet van 1 april 2004;
  b. een grotere doelmatigheid van de opleidings- en inschakelingsacties die de begunstigden dichter bij de arbeidsmarkt moeten brengen;
  c. de organisatie van overstapmogelijkheden "opleiding/tewerkstelling";
  11° de economische leefbaarheid en de relevantie van het project aantonen;
  12° zich ertoe verbinden aan te tonen dat de ontwikkelde buurtdiensten met een maatschappelijk doel bestemd zijn voor een voldoend aantal begunstigden teneinde het tewerkstellingsvolume aanzienlijk te verhogen;
  13° wat betreft het "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, b, niet in staat van concordaat, faillissement of insolventie verkeren en wat betreft het "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, a., niet in staat van vereffening verkeren;
  14° onder de bestuurders, beheerders, mandatarissen of andere personen die bevoegd zijn om het "I.D.E.S.S." te verbinden geen personen tellen die :
  14° a. gedurende de periode van vijf jaar die voorafgaat aan het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning verantwoordelijk zijn gehouden voor de verbintenissen of de schulden van een faillietverklaarde vennootschap, overeenkomstig de artikelen [1 overeenkomstig de artikelen 5:16, 5:140 en 7:18 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1;
  14° b. gedurende de periode van vijf jaar die voorafgaat aan het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning veroordeeld werden voor elke overtreding begaan op fiscaal of sociaal vlak of op het gebied van de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van het maatschappelijk doel van het "I.D.E.S.S.";
  15° niet in strijd zijn met de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van zijn activiteit inzake ontwikkeling van buurtdiensten met een maatschappelijk doel;
  16° geen achterstallige belastingen verschuldigd zijn, noch achterstallige bijdragen te innen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, al naar gelang het geval, of door een fonds voor bestaanszekerheid of voor rekening van dat fonds, waarbij de sommen waarvoor een behoorlijk in acht genomen aanzuiveringsplan bestaat niet als achterstallen worden beschouwd;
  17° de verbintenis aangaan om, wat betreft de werknemers, het begrip van passende dienstbetrekking in acht te nemen in de zin van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering op het handvest van de sociaal verzekerde en van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering op het handvest van de sociaal verzekerde.
  [1 18° voor de "I.D.E.S.S." die zijn opgericht in de vorm van een coöperatie die is erkend als sociale onderneming, voorzien de statuten in de modaliteiten :
   - waardoor elke werknemer met volledige burgerlijke handelingsbevoegdheid vanaf zes maanden na zijn indiensttreding de hoedanigheid van coöperant kan verwerven;
   - voor het verlies van deze hoedanigheid uiterlijk één jaar na het einde van de relatie tussen de werknemer en het "I.D.E.S.S.]1
  De voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt niet gesteld voor de dienstverlenende structuren bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, c. en d.
  De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 5°, 8°, 9° en 10°, kunnen nader bepaald worden door de Regering.
  ----------
  (1)<DWG 2023-04-06/06, art. 4, 015; Inwerkingtreding : 02-11-2023>

Afdeling III. - Toekenning, hernieuwing, opschorting en intrekking van de erkenning.
Art.5. [1 De erkenning van de "I.D.E.S.S." wordt toegekend en verlengd door de Regering na advies van de Commissie en volgens de modaliteiten die ze bepaalt met inachtneming van de beginselen van de administratieve vereenvoudiging.]1
  ----------
  (1)<DWG 2008-11-20/38, art. 24, 003; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-20/38, art. 28>

Art.6. Als een "I.D.E.S.S." niet meer voldoet aan één van de bij of krachtens dit decreet gestelde voorwaarden, kan de erkenning voor een bepaalde periode opgeschort worden opdat de "I.D.E.S.S." orde op zaken zou kunnen stellen, of ingetrokken worden door de Regering op voorstel van de diensten die zij aanwijst en na gemotiveerd advies van de Commissie.

Afdeling IV. - Beroepen tegen de beslissingen tot weigering van toekenning, weigering van hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning.
Art.7. Bij weigering, opschorting of intrekking van de erkenning kan het "I.D.E.S.S." volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten een schorsend beroep instellen bij de diensten die zij aanwijst. De Commissie wordt verzocht om een gemotiveerd advies en kan de "I.D.E.S.S." horen.

Art.8. De Regering doet volgens de door haar bepaalde modaliteiten uitspraak over de schorsende beroepen bedoeld in artikel 7 binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum waarop de beroepen zijn ingesteld.
  Bij gebrek aan uitspraak binnen vier maanden [1 wordt de beslissing geacht gunstig te zijn]1.
  ----------
  (1)<DWG 2008-11-20/38, art. 25, 003; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-20/38, art. 28>

Afdeling V. - Commissie. [1 Opschrift opgeheven]1   ----------   (1)
Art.9. <Opgeheven bij DWG 2008-11-20/38, art. 26, 003; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-20/38, art. 28>

Art.10. <Opgeheven bij DWG 2008-11-20/38, art. 26, 003; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-20/38, art. 28>

Art.11. <Opgeheven bij DWG 2008-11-20/38, art. 26, 003; Inwerkingtreding : zie DWG 2008-11-20/38, art. 28>

HOOFDSTUK III. - Subsidies.
Art.12.De Regering kan [4 overeenkomstig het Besluit]4 volgens de door haar bepaalde modaliteiten onder de [1 hiervoor toegekende]1 voorwaarden van dit decreet en binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen de volgende subsidies aan de "I.D.E.S.S." verlenen :
  1° een subsidie ter gedeeltelijke dekking van haar werkingskosten;
  2° een subsidie ter gedeeltelijke dekking van de bezoldiging van de in artikel 1, eerste lid, 3°, a. en c., bedoelde werknemers, in dienst genomen middels een arbeidscontract en berekend in voltijds equivalent.
  [2 [3 ...]3]2
  ----------
  (1)<DWG 2009-12-10/29, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 28-12-2009>
  (2)<DWG 2015-12-17/55, art. 109, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DWG 2016-12-21/02, art. 14, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (4)<DWG 2018-07-17/04, art. 28bis, 012; Inwerkingtreding : 18-10-2018>

Art. 12bis. [1 De in artikel 1, eerste lid, 1°, b), van het decreet bedoelde buurtdiensten met een maatschappelijk doel (IDESS) kunnen een bijkomende toelage krijgen die gelijk is aan de verminderingen van patronale sociale zekerheidsbijdragen waarop ze geen recht hebben in het kader van de wet van 30 december 1988 (vermindering van de bijdragen " ACS ").
   Het bedrag van die toelage wordt bepaald door de Regering.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2011-10-27/04, art. 31, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.13.De Regering kan de "I.D.E.S.S." ook een [2 hiervoor toegekende]2 tegemoetkoming verlenen die berekend wordt op grond van het aantal werknemers [1 aangeworven door de " IDESS " of ter beschikking ervan worden gesteld krachtens artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn]1 om de bezoldiging van het begeleidingspersoneel gedeeltelijk te dekken, zoals [3 bedoeld, voor de I.D.E.S.S." dat op 31 september 2021 over een beslissing tot toekenning van steun ter bevordering van de tewerkstelling beschikt die van kracht is op grond van hoofdstuk 2 van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector, bij het decreet van 10 juni 2021 betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling (Franse afkorting "APE") gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften]3 en andere wetsbepalingen.
  [3 ...]3
  ----------
  (1)<DWG 2011-10-27/04, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
  (2)<DWG 2009-12-10/29, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 28-12-2009>
  (3)<DWG 2021-06-10/15, art. 62, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.14. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitbetaling van de subsidies bedoeld in artikel 12.

Art.15. De subsidies bedoeld in artikel 12 kunnen slechts toegekend worden aan werknemers in dienst genomen door de "I.D.E.S.S." die, volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten, bijkomende werknemers zijn t.o.v. het referentiebestand.
  Onder referentiebestand wordt verstaan het in voltijds equivalent uitgedrukte aantal werknemers die ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, hierna "RSZ" genoemd.

Art.16. Het geheel van de tegemoetkomingen en subsidies verleend aan de "I.D.E.S.S." in het kader van dit decreet, gecumuleerd met alle andere geldende vormen van steun of verminderingen van de bijdragen van de sociale zekerheid, mogen niet hoger zijn dan het totaalbedrag van de kosten i.v.m. de verlening van buurtdiensten door de "I.D.E.S.S."
  De Regering bepaalt de berekeningsmodaliteiten aan de hand waarvan het totaalbedrag van de tegemoetkomingen vergeleken kan worden met de kosten i.v.m. het verstrekken van buurtdiensten met een maatschappelijk doel.

HOOFDSTUK IV. - Opvolging, controle, toezicht, evaluatie en sancties.
Art.17. Na afloop van elk boekjaar van de lopende erkenning bezorgt de "I.D.E.S.S." de regeringsdiensten die de Regering aanwijst en de Commissie een verslag waarin op zijn minst de volgende gegevens voorkomen :
  1° de activiteitenbalans;
  2° de modaliteiten inzake deelname van de werknemers en begunstigden in het beheer van het project bedoeld in artikel 4, eerste lid, 8°;
  3° de specifieke rekeningen of boekhoudkundige functies i.v.m. het verstrekken van buurtdiensten, waarbij melding wordt gemaakt van het gebruik van de ontvangen subsidies en tegemoetkoming.
  De "I.D.E.S.S." wordt door de regeringsdiensten die de Regering aanwijst en door de Commissie geëvalueerd o.a. op grond van de volgende gegevens :
  1° het aantal gecreëerde banen en de kwaliteit ervan;
  2° het aantal werknemers die de "I.D.E.S.S." verlaten hebben voor een duurzame en kwaliteitsvolle betrekking in de zin van artikel 2, § 1, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling;
  3° de omvang en de kwaliteit van de verstrekte buurtdiensten met een maatschappelijk doel;
  4° de positionering van de activiteiten ontwikkeld door de "I.D.E.S.S." in vergelijking met die geboden door de privésector;
  5° de efficiëntie van de ontwikkelde diensten inzake kosten-baten analyse.
  De Regering bepaalt de modaliteiten van de evaluatie op grond van deze gegevens.

Art.18.[1 De controle op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen]1.
  ----------
  (1)<DWG 2019-02-28/25, art. 137, 013; Inwerkingtreding : 01-07-2019>

Art.19. De Regering maakt volgens de modaliteiten die zij bepaalt een verslag over aan het Waalse Parlement i.v.m. de uitvoering van dit decreet.

Art.20. Overeenkomstig de artikelen 13 en volgende van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof kan de Regering de terugbetaling opeisen van de ten onrechte betaalde subsidies bedoeld in artikel 12.
  De Regering kan evenwel op behoorlijk gemotiveerd verzoek van de "I.D.E.S.S." de som van de terug te betalen bedragen aanpassen naar gelang van de ernst van het niet nakomen van de bij of krachtens dit decreet gestelde voorwaarden.
  De Regering wijst de diensten aan die de ten onrechte gestorte subsidies met alle rechtsmiddelen moeten invorderen.

HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art.21. Artikel 3, § 1, eerste lid, van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector en andere wettelijke bepalingen wordt aangevuld als volgt :
  " 5° de dienstverlenende structuren bedoeld bij het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale", afgekort : "I.D.E.S.S." "

Art.22. De buurtdiensten die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet subsidies genieten in het kader van het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie en waarmee ingestemd werd bij decreet van 16 maart 2006 blijven in aanmerking komen voor deze subsidies volgens de modaliteiten bepaald door de Regering tot ze in voorkomend geval erkend worden krachtens dit decreet en op voorwaarde dat zij hun aanvraag tot erkenning als "I.D.E.S.S." indienen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit decreet.

Art.22bis. [1 De "I.D.E.S.S." die heden voor een onbepaalde duur worden erkend, beschikken over een duur van maximum 4 jaar te rekenen van de toekenning van hun mandaat "S.I.E.G." om een nieuwe aanvraag voor een erkenning en een mandaat "S.I.E.G." in te dienen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2018-07-17/04, art. 30, 012; Inwerkingtreding : 18-10-2018>


Art. 23. De datum waarop dit decreet in werking treedt wordt door de Regering vastgelegd op uiterlijk op 30 juni 2007.