16 JUNI 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 51 betreffende de afbouwmaatregelen COVID-19 inzake werkgelegenheid en socioprofessionele inschakeling, sociale economie inbegrepen (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2020-12-03/07, art. 13)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-06-2020 en tekstbijwerking tot 10-12-2020)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Maatregelen betreffende werkgelegenheid
Afdeling 1. - Steunregeling ter bevordering van de werkgelegenheid
Art. 2-4
Afdeling 2. - SESAM-regeling
Art. 5-7
Afdeling 3. - Steunregeling ten behoeve van de doelgroepen
Art. 8-9
HOOFDSTUK III. - Maatregelen betreffende de buurtdiensten
Afdeling 1. - Regeling van de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen
Art. 10-11
Afdeling 2. - Regeling betreffende de dienstencheques
Art. 12-15
HOOFDSTUK IV. - Maatregelen betreffende de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling
Art. 16-18
HOOFDSTUK V. - Maatregelen betreffende sociale economie
Afdeling 1. - Inschalingsbedrijf
Art. 19-20
Afdeling 2. - Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel
Art. 21-22
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 23-24
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en voor elke van de bepalingen die met betrekking tot de subsidiëring zijn vastgesteld, mag het bedrag van de subsidie niet hoger zijn dan de kosten die daadwerkelijk door de begunstigde worden gedragen, voor wat gesubsidieerd wordt.
HOOFDSTUK II. - Maatregelen betreffende werkgelegenheid
Afdeling 1. - Steunregeling ter bevordering van de werkgelegenheid
Art.2. De verplichtingen bedoeld in de artikelen 2, § 3, eerste lid, en 3, § 3, eerste lid, 3°, van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs worden tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020 opgeschort.
In afwijking van artikel 16, vierde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs, en andere wettelijke bepalingen, wordt de berekening van de netto-toename van het totale werkgelegenheidsvolume die de administratie elk jaar op de verjaardag van de kennisgeving van de beslissing uitvoert, beperkt tot perioden die niet tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020 vallen.
In afwijking van artikel 21, zevende lid, van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs, en andere wettelijke bepalingen, beperkt de berekening van de handhaving van het totale werkgelegenheidsvolume, die elk jaar op de verjaardag van de kennisgeving van het besluit door de administratie wordt uitgevoerd, zich tot de vergelijking van de referentiebezetting met het gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, die gedurende de vier kwartalen voorafgaand aan de verjaardag van de beslissing in dienst zijn genomen, met uitzondering van de periode tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020.
Als de werkgever daar een gemotiveerde aanvraag toe indient, kan de Minister van Tewerkstelling afwijken van de voorwaarde bedoeld in artikel 2, § 3, van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs, wanneer de berekening van het totale werkgelegenheidsvolume de periode tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020 geheel of gedeeltelijk omvat, op voorwaarde dat de daling van het totale werkgelegenheidsvolume het gevolg is van de economische gevolgen van de epidemie van COVID-19.
Art.3. De termijnen van zes maanden bedoeld in de artikelen 24 en 31 van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs, worden opgeschort tussen 1 mei 2020 en 30 september 2020.
Art.4. In afwijking van artikel 12 van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs, en andere wettelijke bepalingen en onverminderd de toepasselijke regels van het arbeidsrecht wordt de verplichting om de aan de werkgever toegekende functies na te leven, zoals bepaald in de beslissing tot toekenning van de A.P.E.-steun, opgeschort tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020.
Afdeling 2. - SESAM-regeling
Art.5. In afwijking van artikel 8, derde lid, van het decreet van 14 februari 2019 betreffende de subsidies ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden bij sommige ondernemingen wordt de toekenningsbeslissing waarvoor de onderneming niet binnen de gestelde termijn een werkzoekende in dienst heeft genomen, waarbij de subsidie kan worden vereffend, niet in aanmerking genomen voor de toepassing van artikel 8, lid 2, van het decreet van 14 februari 2019 betreffende de subsidies ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden bij sommige ondernemingen wanneer de gestelde termijnen tussen 1 oktober 2020 en 31 december 2020 zijn verstreken.
Art.6. De verplichtingen bedoeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, 3° en 4° van het decreet van 14 februari 2019 betreffende de subsidies ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden bij sommige ondernemingen worden tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020 opgeschort.
Art.7. De termijnen van zes maanden bedoeld in artikel 13, §§ 1 en 2, van het decreet van 14 februari 2019 betreffende de subsidies ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden bij sommige ondernemingen worden tussen 1 mei 2020 en 30 september 2020 opgeschort.
Afdeling 3. - Steunregeling ten behoeve van de doelgroepen
Art.8. Voor de toepassing van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewerkstelling ten behoeve van de doelgroepen wordt, tussen 1 juni 2020 en 30 juni 2021 met een langdurige werkzoekende in de zin van artikel 4 van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewerkstelling ten behoeve van de doelgroepen gelijkgesteld, de werkzoekende die in de vier kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van zijn indienstneming als kunstenaar heeft gewerkt.
Onder werkzoekende die arbeidsprestaties heeft verricht als kunstenaar, wordt verstaan elke persoon die vóór zijn indienstneming is ingeschreven als niet-werkende werkzoekende bij de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), hierna "FOREM" genoemd, en die arbeidsprestaties heeft verricht die zijn aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid onder de code "046".
Art.9. Naast de in artikel 10 van hetzelfde decreet vermelde opschortingsclausules wordt de toekenning van de in de artikelen 3 en 4 van hetzelfde decreet vermelde werkuitkering opgeschort wanneer de betrokken werknemer tijdelijk werkloos is in de periode tussen 1 juni 2020 en 31 december 2020.
De opschorting wordt automatisch opgeheven zodra de periode van tijdelijke werkloosheid afloopt en uiterlijk op 31 december 2020.
HOOFDSTUK III. - Maatregelen betreffende de buurtdiensten
Afdeling 1. - Regeling van de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen
Art.10. In afwijking van artikel 79, § 9, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, mag maximaal vijftig procent van het bedrag dat bestemd is voor de financiering van de vormingen van de werklozen die zijn ingeschreven bij het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap, hierna PWA genoemd, worden gebruikt voor de aankoop van paramedische, medische en gezondheidsuitrusting en producten voor de bescherming van het PWA-personeel, met inbegrip van de gedetacheerde personeelsleden van FOREM en de werknemers die werken in het kader van een PWA-arbeidsovereenkomst.
Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op inkomsten waarvoor het PWA uiterlijk op 31 december 2020 aan de verplichting van artikel 79, § 9, lid 1, 2°, moet hebben voldaan en op voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde aankopen worden gedaan in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.
Art.11.
<Opgeheven bij BWG 58 2020-12-01/04, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 20-12-2020>
Afdeling 2. - Regeling betreffende de dienstencheques
Art.12. Het Waalse Gewest kent voor de maanden maart, april en mei 2020 een toelage toe aan de erkende onderneming bedoeld in artikel 2, § 1, 6°, van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, teneinde de bezoldiging, met inbegrip van de desbetreffende bijdragen, van de dienstencheque-werknemers van de door het Waalse Gewest erkende onderneming, die in de betrokken maanden daadwerkelijk door het Waalse Gewest is gedragen, alsmede de overige uitgaven die voortvloeien uit de dienstencheque-activiteit, geheel of gedeeltelijk te dekken.
Art.13. Het maandelijkse bedrag van de in artikel 12 bedoelde toelage is gelijk aan (a - b) X c waar:
1° "a" is gelijk aan het aantal uren dat de erkende onderneming gedurende de betrokken maand voor al haar dienstencheque-werknemers heeft betaald;
2° "b" is gelijk aan het aantal dienstencheques dat overeenkomt met de prestaties die de werknemers van de erkende onderneming gedurende de betrokken maand hebben verleend;
3° "c" is gelijk aan 16,86 euro voor de maand juni, 15,86 voor de maand juli en 14,86 voor de maand augustus.
Het aantal uren waarvoor de erkende onderneming gedurende de betrokken maand, voor elke dienstencheque-werknemer, een toelage zal ontvangen, mag niet groter zijn dan het aantal daadwerkelijk betaalde uren of het voordeligste aantal tussen:
1° het aantal uren vastgelegd in de arbeidsovereenkomst van de dienstencheque-werknemer, met inbegrip van de aanhangsels, van toepassing tijdens de week van 9 maart 2020, gedeeld door zeven en vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de maand waarvoor de onderneming haar subsidieaanvraag indient;
2° het aantal betaalde uren van de dienstencheque-werknemer tijdens de voor hem gunstigste maand in 2019.
Art.14. Om in aanmerking te komen voor de in artikel 12 bedoelde toelage deelt de erkende onderneming aan de onderneming die dienstencheques voor het Waalse Gewest uitgeeft, uiterlijk binnen dertig dagen na het einde van de betrokken maand, het aantal betaalde uren voor elke dienstencheque-werknemer.
De overeenkomstig artikel 13 berekende toelage wordt door de onderneming die dienstencheques voor het Waalse Gewest uitgeeft binnen tien werkdagen na de in het eerste bedoelde kennisgeving uitbetaald.
Indien het aantal betaalde uren dat door de erkende onderneming overeenkomstig het eerste lid is meegedeeld, hoger is dan de in artikel 13, tweede lid, vastgestelde maxima, wordt het daaruit voortvloeiende verschil in de berekening van de toelage door FOREM met alle wettelijke middelen teruggevorderd.
Art.15. In de zin van de artikelen 12, 13 en 14 wordt onder de dienstencheque-werknemer verstaan, de werknemer met een arbeidsovereenkomst dienstencheques in de zin van artikel 7bis van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen en voor de prestaties die hij in het Waalse Gewest verricht.
HOOFDSTUK IV. - Maatregelen betreffende de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling
Art.16. De gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling erkend krachtens het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling ontvangen:
1° een subsidie gelijk aan het aantal voltijdse equivalenten die de gewestelijke zending voor arbeidsbemiddeling in dienst neemt, vermenigvuldigd met 350, bestemd voor de aankoop van paramedische, medische en sanitaire uitrustingen en producten, alsook de kosten voor het sanitair onderhoud van de lokalen betaald door de gewestelijke zending voor arbeidsbemiddeling tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020;
2° een eenmalige uitzonderlijke subsidie van 5.000 euro voor de aankoop van computerapparatuur en -hardware om de activiteiten op afstand van de gewestelijke zending voor arbeidsbemiddeling te kunnen uitvoeren.
Art.17. De in artikel 16 bedoelde toelagen worden door de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" uitbetaald op basis van een door de gewestelijke zending voor arbeidsbemiddeling toegezonden aangifte.
De gewestelijke zending voor arbeidsbemiddeling verstrekt, bij de toezending van het activiteitenverslag bedoeld in artikel 14 van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling, de bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven bedoeld in artikel 16.
De in artikel 16, 2°, bedoelde uitgaven worden geacht over het jaar 2020 te zijn afgeschreven.
De ten onrechte uitgekeerde steun wordt door de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" op enigerlei wijze teruggevorderd, met inbegrip van compensaties bij elk rechtsmiddel teruggevorderd, compensatie inbegrepen.
Art.18. Voor de toepassing van artikel 16, zesde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de gewestelijke zendingen voor arbeidsbemiddeling, en in afwijking van artikel 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, voor de subsidie met betrekking tot het jaar 2020, wordt geacht in de betrekking geïntegreed te zijn, de begunstigde die een beroepsactiviteit heeft uitgeoefend in het kader van één of meer arbeidscontracten met een totale duur van minstens zes maanden in de loop van de twaalf maanden na de ondertekening van het eerste arbeidscontract, met uitsluiting van de startbaan- en instapbetrekkingen.
HOOFDSTUK V. - Maatregelen betreffende sociale economie
Afdeling 1. - Inschalingsbedrijf
Art.19. In afwijking van artikel 20 van het decreet van 20 oktober 2016 betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven en van artikel 18, § 1 van het besluit van de Waalse Regering van 24 mei 2017 tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2016 betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven bedraagt de intensiteit van de steun niet meer dan 50 % van de loonkosten over een periode van maximaal 18 maanden vanaf de indienstneming van een kwetsbare werknemer, of over een periode van maximaal 30 maanden vanaf de indienstneming van een uiterst kwetsbare werknemer, wanneer de maanden juni 2020 tot en met september 2020 geheel of gedeeltelijk in die maximumperioden zijn opgenomen.
De maanden juni 2020 tot en met september 2020 worden niet in aanmerking genomen bij de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde loonkosten.
Art.20. In afwijking van artikel 18, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 24 mei 2017 tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2016 betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven, komen de bewijzen van de toekenning van honderd procent van de subsidie bedoeld in artikel 19 van het decreet van 20 oktober 2016 betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven, overeen met de betaling van de loonkosten over een periode van achttien maanden vanaf de datum van aanwerving van een kwetsbare werknemer en over een periode van dertig maanden voor een uiterst kwetsbare werknemer, wanneer de maanden maart tot en met augustus 2020 geheel of gedeeltelijk in deze perioden zijn opgenomen.
Afdeling 2. - Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel
Art.21. Voor de toepassing van artikel 2 van het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" (Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S. ", omvat het sociaal vervoer, tussen 1 juni 2020 en 31 december 2020, het vervoer van goederen ten behoeve van de begunstigden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 4°, van het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" (Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S. ".
Het in het eerste lid bedoelde vervoer van goederen omvat het vervoer, ten behoeve van de begunstigden, van levensmiddelen en basisbenodigdheden, alsmede het vervoer van wasgoed.
Art.22. In afwijking van artikel 11, § 1, lid 1, 3 en 4 van het besluit van de Waalse Regering van 21 juni 2007 tot uitvoering van het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" (Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S.", wordt het bedrag van de toelage met betrekking tot het jaar 2020, bedoeld in artikel 11, § 1, lid 1, 3 en 4, van hetzelfde besluit berekend op basis van het jaar 2020, exclusief de maanden juni tot en met augustus 2020, gedeeld door twee en vermenigvuldigd met vier indien het aldus verkregen bedrag groter is dan het bedrag dat op basis van alle maanden van het jaar 2020 wordt verkregen.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art.23. Dit besluit heeft uitwerking op 1 juni 2020 met uitzondering:
1° van de artikelen 3 en 7 die uitwerking hebben op 1 mei 2020;
2° van de artikelen 10, 16, 18 en 22 die uitwerking hebben op 1 januari 2020.
Art. 24. De Minister van Tewerkstelling, Vorming, belast met de Sociale Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.