17 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap (NOTA : art. 9 opgeheven op 1/1/2018, wordt gewijzigd door BVR2019-01-25/40, art. 30, 013; Inwerkingtreding : 25-05-2018)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-06-2006 en tekstbijwerking tot 18-03-2019)
TITEL I.
Art. 1
TITEL II.
HOOFDSTUK I.
Art. 2
HOOFDSTUK II.
Art. 3-8
HOOFDSTUK II/1.
Art. 8/1, 8/2, 8/3
HOOFDSTUK III.
Art. 9-10
HOOFDSTUK IV.
Art. 11-12
HOOFDSTUK V.
Art. 13-17
HOOFDSTUK VI.
Afdeling I.
Art. 18, 18/1, 18/2, 19-20, 20/1, 20/2, 20/3, 21-22, 22/1, 23
Afdeling II.
Art. 24, 24/1, 25-27
HOOFDSTUK VII.
Art. 28-30
HOOFDSTUK VIII.
Art. 31-33
HOOFDSTUK IX.
Art. 34-35
TITEL III. - Het Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 36
HOOFDSTUK II. - Taken van het Platform.
Art. 37
HOOFDSTUK III. - Erkenning en werking.
Art. 38-41
HOOFDSTUK IV. - Subsidiëring.
Art. 42-43
HOOFDSTUK V. - Toezicht.
Art. 44-45
TITEL IV. - De vereniging van verwijzende instanties.
Art. 46-47
TITEL IV/1.
Art. 47/1, 47/2, 47/3, 47/4, 47/5, 47/6
TITEL V.
Art. 48-61
2011035300 2011201375 2012035394 2012035529 2012203963 2013035807 2014035219 2014035740 2014203614 2015035093 2016036024 2016036128 2017030347 2018031920 2019040621
TITEL I.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° [1 agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;]1
2° [1 [5 ...]5;]1
3° [1 verwijzende instanties : de instanties, vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, die door het agentschap zijn erkend om een multidisciplinair verslag op te maken;]1
4° [5 ...]5;
5° [3 personen met een handicap: personen met een handicap zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004;]3
6° Vlaams Platform : het Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, vermeld in titel III;
7° verenigingen van personen met een handicap : de verenigingen van personen met een handicap, die deel uitmaken van het Vlaams Platform;
8° [5 ...]5;
9° [5 ...]5;
10° [5 ...]5 :
a) [5 ...]5;
b) [5 ...]5]1;
11° [5 ...]5;
12° [4 ...]4;
13° [4 ...]4;
14° [5 ...]5;
15° [4 ...]4;
16° [5 ...]5;
17° [4 ...]4;
18° [4 ...]4;
19° [4 ...]4;
20° [4 ...]4;
21° [5 ...]5;
22° [5 ...]5;
23° [5 ...]5;
24° [4 ...]4;
25° [4 ...]4.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
(2)<BVR 2012-02-17/16, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
(3)<BVR 2015-01-09/04, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(4)<BVR 2016-03-04/17, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
(5)<BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
TITEL II.
HOOFDSTUK I.
Art.2.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK II.
Art.3.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.4.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.5.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.6.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.8.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK II/1.
Art. 8/1.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 8/2.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 8/3.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK III.
Art.9.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.10.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK IV.
Art.11.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 34, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
Art.12.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 34, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
HOOFDSTUK V.
Art.13.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 35, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
Art.14.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 35, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
Art.15.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 35, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
Art.16.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 35, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
Art.17.
<Opgeheven bij BVR 2016-03-04/17, art. 35, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
HOOFDSTUK VI.
Afdeling I.
Art.18.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 18/1.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 18/2.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.19.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.20.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 20/1.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 20/2.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 20/3.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.21.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.22.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 22/1.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.23.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Afdeling II.
Art.24.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 24/1.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.25.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.26.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.27.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK VII.
Art.28.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.29.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.30.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK VIII.
Art.31.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.32.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.33.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK IX.
Art.34.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.35.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
TITEL III. - Het Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art.36.Binnen de perken van de hiervoor op zijn begroting ingeschreven kredieten kan het [1 agentschap]1, overeenkomstig de bepalingen van deze titel, een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap erkennen en subsidiëren.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
HOOFDSTUK II. - Taken van het Platform.
Art.37.Het Platform heeft de volgende taken :
1° [4 ...]4;
[2 1° /1 het versterken van de positie van personen met een handicap door vertegenwoordigers van de verenigingen van personen met een handicap aan te wijzen als lid van de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie, vermeld in artikel 26, § 1, eerste lid, 5°, en derde lid, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, en hen voor dat lidmaatschap te ondersteunen;]2
2° het informeren van de personen met een handicap over [3 de bemiddeling in het kader van persoonsvolgende financiering]3;
3° het begeleiden van personen met een handicap bij :
a) [3 ...]3;
b) het inleiden van klachten over de [3 bemiddeling in het kader van persoonsvolgende financiering]3.
----------
(1)<BVR 2013-09-06/02, art. 38, 005; Inwerkingtreding : 16-09-2013>
(2)<BVR 2014-02-21/05, art. 126, 006; Inwerkingtreding : 28-02-2014>
(3)<BVR 2016-03-04/17, art. 46, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
(4)<BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK III. - Erkenning en werking.
Art.38.Om erkend te worden als Platform moet een organisatie aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° ze is opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de raad van bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verenigingen van personen met een handicap, die beantwoorden aan de volgende criteria :
a) de kerndoelstellingen en kerntaken van de verenigingen zijn gericht op hun leden, namelijk personen met een handicap en hun wettelijke vertegenwoordigers;
b) de verenigingen vertegenwoordigen een voldoende representatieve doelgroep ten aanzien van de doelpopulatie van het [1 agentschap]1 of overkoepelen een aantal kleinere verenigingen of regionaal georiënteerde organisaties die zich richten tot de doelpopulatie van het [1 agentschap]1;
c) de verenigingen hebben regionale werkingen in minstens drie provincies van het Vlaamse Gewest;
2° haar raad van bestuur stelt een huishoudelijk reglement op;
3° ze gaat de verbintenis aan om de taken, vermeld in artikel 37, uit te voeren.
Het [1 agentschap]1 kan de criteria, vermeld in het eerste lid, 1°, aanvullen.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.39. § 1. Het Platform stelt jaarlijks een activiteitenverslag op, met inbegrip van een financieel verslag.
Het Fonds bepaalt de inhoud en de vorm van dat verslag.
§ 2. Het Platform bezorgt het activiteitenverslag aan het Fonds voor 31 maart van
het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarop het betrekking heeft.
Art.40.Het Platform vermeldt het [1 agentschap]1 bij alle mededelingen en publicaties over zijn activiteiten en resultaten.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.41.[1 De erkenning als Platform wordt verleend voor een periode van minimaal één jaar en maximaal vijf jaar.]1
De algemene erkenningsvoorwaarden, vastgesteld ter uitvoering van artikel 47 van het decreet van 27 juni 1990, zijn niet van toepassing.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
HOOFDSTUK IV. - Subsidiëring.
Art.42.§ 1. Het [1 agentschap]1 verleent het Platform jaarlijks subsidies. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 600.000 euro per jaar.
§ 2. Maximaal 25 % van het subsidiebedrag, vermeld in § 1, kan aangewend worden voor werkingskosten, uitrustingskosten en centrale beheerskosten in verband met de coördinatie van de werking van het Platform en de logistieke ondersteuning. Minstens 75 % wordt aangewend voor personeelskosten.
De loonschalen alsmede de verplaatsings- en onkostenvergoedingen voor ambtenaren, die van toepassing zijn bij de Vlaamse Gemeenschap, gelden als maximum voor de uitgaven inzake personeelskosten van het Platform.
§ 3. Het maximumsubsidiebedrag, vermeld in § 1, is gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De basisindex is de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2005. De subsidiebedragen worden telkens op 1 januari van het jaar aangepast volgens de formule :
subsidiebedrag x index 1 januari kalenderjaar/ basisindex 1 januari 2006
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.43.§ 1. Het jaarlijkse subsidiebedrag, vermeld in artikel 42, § 1, wordt uitbetaald in drie schijven :
1° een eerste schijf van 45 % wordt uitbetaald in het eerste kwartaal van het kalenderjaar, waarop het subsidiebedrag betrekking heeft;
2° een tweede schijf van 40 % wordt uitbetaald voor 30 september van het kalenderjaar waarop het subsidiebedrag betrekking heeft, na goedkeuring van het activiteitenverslag, vermeld in artikel 39, over het voorgaande kalenderjaar;
3° het saldo van de subsidie wordt betaald na indiening van het activiteitenverslag, vermeld in artikel 39 over het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.
§ 2. Het Platform bouwt met het niet-uitgegeven deel van de verleende subsidies reserves op.
De opgebouwde reserves worden besteed aan de realisatie van de doelstellingen waarvoor de subsidies werden verleend.
Het [1 agentschap]1 kan het bedrag van de toegestane reserves beperken.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
HOOFDSTUK V. - Toezicht.
Art.44.[1 De personeelsleden van het agentschap dat tot taak heeft toezicht te houden op de toepassing van de regelgeving die geldt voor de voorzieningen met betrekking tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, controleren of de erkenningsvoorwaarden, vermeld in titel III, hoofdstuk III, en de subsidiëringsvoorwaarden, vermeld in titel III, hoofdstuk IV, worden nageleefd.]1
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.45.Als het Platform één of meer van de in titel III, hoofdstuk III, vermelde erkenningsvoorwaarden niet naleeft, manifest in gebreke blijft bij de realisatie van zijn taken of in geval van fraude kan het [1 agentschap]1 beslissen tot de intrekking van de erkenning, de gehele of gedeeltelijke opschorting van de uitbetaling van de subsidies of tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de reeds verleende subsidies, na het Platform te hebben gehoord.
Als het Platform de in titel III, hoofdstuk IV, vermelde subsidievoorwaarden niet naleeft of in geval van afwending van de verleende subsidies kan het [1 agentschap]1 beslissen tot gehele of gedeeltelijke opschorting van de uitbetaling van de subsidies of tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de reeds verleende subsidies.
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
TITEL IV. - De vereniging van verwijzende instanties.
Art.46.§ 1. Binnen de perken van de hiervoor op zijn begroting ingeschreven kredieten kan het [1 agentschap]1, overeenkomstig de bepalingen van deze titel, een vereniging van verwijzende instanties erkennen en subsidiëren.
De opdracht van de vereniging bestaat erin de vertegenwoordiging van de verwijzende instanties [3 ...]3 [2 in alle overlegorganen van het agentschap, en in het bijzonder in de overlegorganen die de materies behandelen betreffende de afhandeling van een vraag naar niet rechtstreeks toegankelijke hulp en ondersteuning en de terbeschikkingstelling van dat budget,]2 te organiseren.
§ 2. Het [1 agentschap]1 bepaalt de voorwaarden waaraan de vereniging van verwijzende instanties moet voldoen met het oog op erkenning en subsidiëring. Het Fonds bepaalt tevens de voorwaarden van uitbetaling van de subsidies.
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2011-02-18/07, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
(2)<BVR 2016-03-04/17, art. 47, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
(3)<BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.47.Het [1 agentschap]1 verleent de vereniging van verwijzende instanties jaarlijks subsidies. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 300.000 euro per jaar.
[1 Het maximumsubsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, is gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De basisindex is de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2011. Het subsidiebedrag wordt telkens op 1 januari van het kalenderjaar aangepast volgens de formule :
subsidiebedrag x index 1 januari kalenderjaar
--------------------------------------------------------------
basisindex 1 januari 2011]1
----------
(1)<BVR 2011-02-18/07, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
TITEL IV/1.
Art. 47/1.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 47/2.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 47/3.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 47/4.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 47/5.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. 47/6.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
TITEL V.
Art.48.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.49.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.50.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.51.
<Opgeheven bij BVR 2018-07-20/24, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.52.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.53.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.54.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.55.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.56.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.57.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.58.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.59.
<Opgeheven bij BVR 2011-02-18/07, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2010>
Art.60. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2006, met uitzondering van artikel 48 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2005.
Art. 61. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.