9 JANUARI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, wat betreft de invoering van de beroepsprocedure en de verankering van de toetsingscriteria
Art. 1-10
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011 en 17 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt:
"5° personen met een handicap: personen met een handicap zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004;";
2° punt 20° wordt vervangen door wat volgt:
"20° prioritair te bemiddelen zorgvraag: een zorgvraag die tot de hoogste prioriteitengroep behoort omdat ze na aftoetsing van de criteria, vermeld in artikel 18/1 door de regionale prioriteitencommissie bepaald is als een prioritaire vraag waarvoor prioritair een begeleidings-, behandelings- of opvangaanbod, of assistentie moet worden gezocht;";
3° er worden een punt 24° en een punt 25° toegevoegd, die luiden als volgt:
"24° noodsituatie: een onverwachte, acuut beleefde en objectief vastgestelde situatie waarbij aan de meerderjarige persoon met een handicap onmiddellijk hulp moet worden geboden vanwege het plotse wegvallen van de sociale context waardoor een zeer ernstige bedreiging is ontstaan voor de lichamelijke of geestelijke integriteit van de persoon met een handicap;
25° sociale context: de personen uit de naaste omgeving van de persoon met een handicap die hem niet-professionele zorg en ondersteuning bieden.".
Art.2. In artikel 8/2, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011, worden de woorden "de richtlijnen die vastgesteld zijn door het agentschap na het advies van de permanente cel" vervangen door de zinsnede "de criteria, vermeld in artikel 18/1 van dit besluit".
Art.3. In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011, wordt punt 8° vervangen door wat volgt:
"8° de concretisering van de criteria, vermeld in artikel 18/1 van dit besluit.".
Art.4. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011, 17 februari 2012, 29 juni 2012, 6 september 2013, 21 februari 2014 en 16 mei 2014, worden een artikel 18/1 en 18/2 ingevoegd, die luiden als volgt:
"Art. 18/1. De regionale prioriteitencommissie kan, binnen het quotum dat het agentschap heeft vastgesteld, aan de zorgvraag van een persoon met een handicap, die in de provincie van de regionale prioriteitencommissie gedomicilieerd is, de status van prioritair te bemiddelen zorgvraag toekennen als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
1° het gaat om een actieve zorgvraag waarbij de persoon met een handicap aangeeft dat hij bereid is om in te gaan op een gepast aanbod van een voorziening of het hem toegekende persoonlijke-assistentiebudget te activeren;
2° er is een duidelijke kloof tussen de zorg en ondersteuning die hij nu ontvangt en de zorg en ondersteuning die noodzakelijk is;
3° de huidige situatie wordt op korte termijn onhoudbaar;
4° de draagkracht van zijn sociaal netwerk is overschreden;
5° een intensief bemiddelingstraject kan geen antwoord bieden op de zorgvraag;
6° de geestelijke en lichamelijke integriteit van de persoon met een handicap of van zijn sociale context is in het gedrang of is geschonden;
7° er is geen perspectief op gepaste zorg en ondersteuning.
De regionale prioriteitencommissie voert een intersubjectieve vergelijkende beoordeling uit van de verschillende kandidaten om de zorgvragen vast te stellen die de status prioritair te bemiddelen krijgen.
Het agentschap kan, na advies van de permanente cel, de criteria, vermeld in het eerste lid, verder concretiseren in een protocol prioriteiten bij opname en kan categorieën van personen met een handicap vaststellen die zich kunnen richten tot een regionale prioriteitencommissie buiten de provincie waar zij gedomicilieerd zijn.
Art. 18/2. De regionale prioriteitencommissie kan aan de zorgvraag van een persoon met een handicap die de status prioritair te bemiddelen kreeg de status prioritair te bemiddelen ontnemen als uit een evaluatie blijkt dat de criteria, vermeld in artikel 18/1, eerste lid, niet langer vervuld zijn.".
Art.5. In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "eventueel" wordt opgeheven;
2° de zin "Het protocol definieert het begrip noodsituatie, bepaalt de inzet van het onmiddellijke of in de nabije toekomst beschikbare aanbod en stelt de procedure vast." wordt opgeheven;
3° er worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"Als een meerderjarige persoon met een handicap zich in een noodsituatie bevindt die opgevangen kan worden door opvang, behandeling of begeleiding door een voorziening, kan die persoon een beroep doen op het protocol noodsituatie als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
1° hij is bereid om in te gaan op elk mogelijk aanbod dat de noodsituatie laat ophouden;
2° door het wegvallen van de sociale context zijn de zorgdragers of ondersteuners niet meer in staat om de zorg en ondersteuning voor de persoon met een handicap op te nemen of is het onmogelijk geworden voor de persoon met een handicap om in de huidige woonsituatie te blijven functioneren;
3° de fysieke en/of psychische gezondheid zal bijna onmiddellijk en in verregaande mate geschaad worden als de huidige situatie aanhoudt;
4° er is geen enkele alternatieve oplossing in het sociaal netwerk of de reguliere crisisopvang mogelijk vanwege de aard van de handicap;
5° het gaat om een onvoorzienbare verandering in de sociale situatie.
De persoon die op het protocol noodsituatie een beroep wil doen, richt zich tot een contactpersoon zorgregie die de checklist invult die het agentschap heeft vastgesteld. Het agentschap beslist binnen veertien dagen of de noodsituatie wordt toegekend en brengt de persoon met een handicap van die beslissing op de hoogte.
Het aanbod wordt beperkt tot een termijn van tien aaneengesloten weken.".
Art.6. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011, 17 februari 2012, 29 juni 2012, 6 september 2013, 21 februari 2014 en 16 mei 2014, worden een artikel 20/1, 20/2 en 20/3 ingevoegd, die luiden als volgt:
"Art. 20/1. Een meerderjarige persoon die nog niet door het agentschap erkend werd als persoon met een handicap, maar die zich in een situatie bevindt die voldoet aan de andere criteria, vermeld in artikel 20, tweede lid, kan een beroep doen op het protocol noodsituatie als het agentschap op basis van een duidelijk medisch attest of een attest van een verwijzende instantie, oordeelt dat de persoon in aanmerking komt om erkend te worden als persoon met een handicap.
Art. 20/2. Een meerderjarige persoon met een handicap die tot de hoogste prioriteitengroep behoort, kan een convenant als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap aanvragen als aan de volgende criteria voldaan is:
1° de zorgvraag van de persoon met een handicap is conform artikel 18/1 van dit besluit als prioritair te bemiddelen erkend en het agentschap heeft positief beslist over zijn zorgvraag, als vermeld in artikel 1, punt 10°, a), van dit besluit;
2° de huidige situatie wordt op korte termijn onhoudbaar;
3° de draagkracht van het sociaal netwerk is overschreden;
4° een intensief bemiddelingstraject kan geen antwoord bieden op de zorgvraag;
5° de geestelijke en lichamelijke integriteit van de persoon met een handicap of van zijn sociale context is in het gedrang of is geschonden;
6° er is geen perspectief op gepaste zorg en ondersteuning.
Binnen de grenzen van de middelen die de Vlaamse Regering aan het agentschap heeft toegewezen, kan het agentschap, na advies van de regionale prioriteitencommissie van de provincie waarin de persoon met een handicap gedomicilieerd is, een convenant toekennen als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap.
Art. 20/3. Tegen de weigering om een convenant toe te kennen als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap of tegen de weigering om zijn zorgvraag de status prioritair te bemiddelen toe te kennen, kan een persoon met een handicap, binnen twee maanden na ontvangst van die beslissing, beroep aantekenen bij de heroverwegingscommissie zorgregie.
Het agentschap stelt de heroverwegingscommissie zorgregie samen conform de samenstelling vermeld in artikel 8/1, eerste lid, van dit besluit. De leden van deze commissie zijn lid of lid geweest van een regionale prioriteitencommissie.
De heroverwegingscommissie zorgregie gaat na of de regionale prioriteitencommissie de criteria, vermeld in artikel 18/1, eerste lid, of artikel 20/2, eerste lid, naargelang van het geval, correct heeft beoordeeld. De heroverwegingscommissie zorgregie baseert zich daarvoor alleen op feiten en gegevens die aan de regionale prioriteitencommissie werden voorgelegd en houdt rekening met het beschikbare budget en het vastgestelde quotum voor de regionale prioriteitencommissie die de bestreden beslissing heeft genomen.
De persoon met een handicap toont aan dat zijn zorgvraag niet correct getoetst werd aan de criteria, vermeld in artikel 18/1, eerste lid, of artikel 20/2, eerste lid. De heroverwegingscommissie zorgregie bevestigt de bestreden beslissing van de regionale prioriteitencommissie als ze oordeelt dat de toetsing correct is uitgevoerd. In het andere geval kan de commissie, binnen het quotum dat het agentschap heeft vastgesteld, naargelang van het geval de status prioritair te bemiddelen toekennen aan de zorgvraag of een convenant toekennen.
Het agentschap bepaalt de procedure om beroep aan te tekenen, organiseert het recht van de persoon met een handicap om gehoord te worden en stelt een formulier ter beschikking waarmee de persoon met een handicap aantoont dat zijn zorgvraag niet correct getoetst werd, als vermeld in het vierde lid.
De heroverwegingscommissie zorgregie regelt haar werking en legt de bepalingen inzake de interne organisatie vast in een huishoudelijk reglement. Dat huishoudelijk reglement bevat minstens een bepaling die garandeert dat een lid van de heroverwegingscommissie zorgregie geen kennis kan nemen van een beroep tegen een beslissing van de regionale prioriteitencommissie waarvan hij deel uitmaakt en wordt ter goedkeuring aan het agentschap voorgelegd.".
Art.7. In artikel 47/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011, wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
"1° de bepalingen van dit besluit, de richtlijnen die het agentschap heeft vastgesteld, het protocol toekenning van een urgentiecategorie, vermeld in artikel 14, § 1, het protocol prioriteiten bij opname, vermeld in artikel 18, en het protocol noodsituatie, vermeld in artikel 20, naleven;".
Overgangsbepaling
Art.8. Het agentschap stelt de heroverwegingscommissie zorgregie, vermeld in artikel 20/3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, uiterlijk op 1 september 2015 samen.
Deze heroverwegingscommissie zorgregie legt uiterlijk op 1 januari 2016 haar voorstel tot huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan het agentschap. Het agentschap beslist vóór 1 februari 2016 over de goedkeuring van het huishoudelijk reglement.
Een persoon met een handicap kan tegen beslissingen die regionale prioriteitencommissie heeft genomen na de goedkeuring van het huishoudelijk reglement door het agentschap, beroep aantekenen als vermeld in artikel 20/3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Art. 10. De Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.