Details





Titel:

27 DECEMBER 2006. - Programmawet (II). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-12-2006 en tekstbijwerking tot 19-04-2019)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Algemene bepaling.
Art. 1
TITEL II. - Justitie.
HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake gerechtskosten.
Art. 2-7
HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten.
Art. 8
HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen.
Art. 9
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties.
Art. 10
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Art. 11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1849060150  1919061650  1930040950  1964070106  1985021108  2003003343  2003009298 





Artikels:

TITEL I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

TITEL II. - Justitie.
HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake gerechtskosten.
Art.2.
  <Opgeheven bij W 2019-03-23/18, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.3.
  <Opgeheven bij W 2019-03-23/18, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.4.
  <Opgeheven bij W 2019-03-23/18, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.5.
  <Opgeheven bij W 2019-03-23/18, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.6.
  <Opgeheven bij W 2019-03-23/18, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.7. Opgeheven worden :
  1° de wet van 1 juni 1849 op de herziening van de tarieven in strafzaken, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 1912 en 16 juni 1919, bij de koninklijke besluiten van 8 maart 1936 en 30 november 1939, bij het besluit van de Regent van 26 juni 1947 en bij de wetten van 25 oktober 1950, 5 juli 1963 en 28 juli 1992;
  2° de wet van 16 juni 1919 waarbij aan de regering machtiging wordt verleend om aan de bepalingen, betreffende de gerechtskosten in strafzaken, in burgerlijke zaken en in handelszaken, wijzigingen toe te brengen.

HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten.
Art.8. Artikel 14, tweede lid, van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, wordt aangevuld als volgt :
  " De geschikte instellingen die geïnterneerden opnemen, kunnen daarvoor een subsidie ten laste van het budget van de Staat krijgen. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de categorieën van geïnterneerden voor wie de instellingen recht op die subsidie hebben, evenals de regels voor de toekenning van die subsidie. ".

HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen.
Art.9. In artikel 31, 5°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "hun rechthebbenden, zoals opgesomd in artikel 42, § 5" vervangen door de woorden " hun verwanten tot de tweede graad of personen die in duurzaam gezinsverband met hen samenleefden ".

HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties.
Art.10. In de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties, wordt een artikel 17bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " Art. 17bis. § 1. Aan het Centraal Orgaan worden twee leden van het openbaar ministerie toegevoegd, aan wie de titel van verbindingsmagistraat wordt verleend. De verbindingsmagistraten behoren elk tot een verschillende taalrol. Ze verlenen bijstand aan de directeur en de adjunct-directeur bij de uitoefening van hun opdrachten en staan in voor de contacten tussen het Centraal Orgaan enerzijds, en de parketten en onderzoeksrechters anderzijds. Ze zijn meer bepaald belast met de in artikel 15 bedoelde onderzoeken naar de gegoedheid van veroordeelde.
  § 2. De artikelen 17, § 4, eerste, derde en vierde lid, en § 5, 20, tweede lid, 21 en 22 zijn van toepassing op de verbindingsmagistraten. ".

HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Art. 11. In artikel 17 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, worden de woorden " 1 januari 2007 " vervangen door de woorden " 1 januari 2010 ".