Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 MAART 2005. - [Koninklijk besluit van 3 maart 2005 van 3 maart 2005 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën]. <Opschrift vervangen door KB2014-01-20/14, art. 100, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2006> <Opschrift gewijzigd door KB2014-05-12/03, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-03-2005 en tekstbijwerking tot 19-09-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. [1 - Sommige oude specifieke weddeschalen die van toepassing zijn in de Federale Overheidsdienst Financiën.]1
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - (Sommige weddeschalen en hun toekenningsvoorwaarden) <KB 2007-04-27/54, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
Art. 5
HOOFDSTUK III. [1 - Afwijkingen op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.]1
Afdeling I.
Art. 6-9, 9bis, 10-11
Afdeling II.
Art. 12-13
Afdeling III.
Art. 14-15
Afdeling IV.
Art. 16-17
Afdeling V.
Art. 18-19
Afdeling VI.
Art. 20-21, 21bis
Afdeling VII.
Art. 22
Afdeling VIIbis.
Art. 22bis, 22ter
Afdeling VIII.
Art. 23
HOOFDSTUK IV. - Vaststelling van sommige diensten.
Art. 24-25
HOOFDSTUK V. - Weddencomplementen en toelage.
Afdeling I. - Weddencomplementen.
Art. 26
Afdeling II. - Weddencomplement toegekend aan sommige titularissen van het brevet van expert bij een fiscaal bestuur.
Art. 27
Afdeling III. - Toelage.
Art. 28
Hoofdstuk Vbis. [1 - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de directiepremie]1
Art. 28bis
HOOFDSTUK VI. - Geldelijke assimilatie.
Art. 29-30, 30bis, 30ter, 31-33
HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen.
Art. 34-35, 35bis, 35ter, 35quater, 35quinquies, 35sexies, 36-38, 38bis, 38ter, 38quater
HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepalingen.
Art. 39-41, 41bis, 42-45, 45bis, 45ter, 45quater, 45quinquies
HOOFDSTUK IX. - Gemeenschappelijke bepaling.
Art. 46
HOOFDSTUK X. - Opheffingsbepalingen.
Art. 47-49



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993003187  1997003366 





Artikels:

HOOFDSTUK I. [1 - Sommige oude specifieke weddeschalen die van toepassing zijn in de Federale Overheidsdienst Financiën.]1   ----------   (1)
Artikel 1.[1 § 1. Onverminderd de bijlagen III en IV van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, zijn de volgende oude specifieke weddeschalen van toepassing :
   1° weddeschaal 28L
   22.393,07 - 32.067,71
   3/1 x 252,18
   2/2 x 390,04
   2/2 x 672,31
   10/2 x 679,34
   (Kl. 23j. - N.B. - G.A.)
   2° weddeschaal 26G
   16.456,84 - 24.859,06
   3/1 x 252,18
   1/2 x 292,59
   1/2 x 390,04
   2/2 x 672,31
   9/2 x 624,27
   (Kl. 23j. - N.B. - G.A.)
   3° weddeschaal 30H
   14.363,34 - 19.576,98
   3/1 x 218,66
   4/2 x 266,79
   10/2 x 349,05
   (Kl. 18j. - N.D. - G.A.)
   4° weddeschaal 30C
   12.901,13 - 16.887,63
   3/1 x 140,09
   5/2 x 194,67
   8/2 x 324,11
   (Kl. 18j. - N.D. - G.A.).
   § 2. Voor de toepassing van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt dient onder oude specifieke weddeschalen te worden verstaan :
   -de weddeschalen vermeld in de bijlagen III en IV van bovenvermeld koninklijk besluit van 25 oktober 2013;
   - de weddeschalen vermeld in paragraaf 1.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 4, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.2.<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 96, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  [NOTA: nog gewijzigd door KB 2014-01-20/14, art. 101, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2014]

Art.3.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 96, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.4.<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 96, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  [NOTA: nog gewijzigd door KB 2014-01-20/14, art. 102, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2014]

HOOFDSTUK II. - (Sommige weddeschalen en hun toekenningsvoorwaarden)
Art.5.
  <Opgeheven bij KB 2016-09-26/05, art. 19, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2016>

HOOFDSTUK III. [1 - Afwijkingen op het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.]1   ----------   (1)
Afdeling I.   
Art.6.[1 § 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk dient te worden verstaan onder :
   1° het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 : het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt;
  [2 1° /1 het koninklijk besluit van 19 juli 2013: het koninklijk besluit van 19 juli 2013 houdende de benoeming in de gemene loopbaan van de titularissen van een bijzondere titel in het niveau A en de toewijzing aan de personeelsleden van het niveau A van een functie opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A;]2
   2° complement : een complement bedoeld in artikel 26;
   3° weddecomplement : het weddecomplement bedoeld in artikel 27;
   4° supplement : het supplement bedoeld in artikel 32;
   5° bezoldiging : de jaarwedde zoals bedoeld in artikel 60 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 verhoogd met het complement en/of weddecomplement en/of supplement;
   6° oude weddeschaal : een weddeschaal bepaald in bijlage II van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 7, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2018-09-06/08, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.7.[1 In afwijking van artikel 17 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013, heeft de ambtenaar die gerechtigd is op een complement en/of weddecomplement en/of supplement en wordt bevorderd tot het hogere niveau of de hogere klasse nooit een lagere bezoldiging dan deze die hij zou hebben genoten in zijn vroegere graad of klasse.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 8, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.8.[1 In afwijking van artikel 27, vierde lid, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013, wordt :
   1° de administratief medewerker bezoldigd in de weddeschaal NDA3 bij zijn benoeming tot financieel medewerker bezoldigd in de weddeschaal NDA4, indien deze benoeming afhankelijk is van het slagen voor een proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot deze graad;
   2° de administratief medewerker bezoldigd in de weddeschaal NDA4 bij zijn benoeming tot financieel medewerker bezoldigd in de weddeschaal NDA5, indien deze benoeming afhankelijk is van het slagen voor een proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot deze graad.
   De administratief medewerker bezoldigd in de weddeschaal NDA2 of NDA3 die op grond van een proef over de beroepsbekwaamheid benoemd wordt tot financieel medewerker, neemt zijn schaalanciënniteit mee alsook de vermeldingen die hij in deze weddeschaal heeft gekregen.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 9, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.9.[1 § 1. De ambtenaar die bezoldigd was in de oude weddeschaal DA1, DA2, DA3 of DA4 die, op grond van het slagen voor een proef over de beroepsbekwaamheid, bij wege van verandering van graad werd of wordt benoemd tot financieel medewerker vanaf de inwerkingtreding van dit besluit en die in uitvoering van artikel 59 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 geen verhoging van zijn jaarwedde verkrijgt van minstens 1.000 euro, wordt in afwijking van artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit bezoldigd in de eerstvolgende trap van die eerste weddeschaal verbonden aan zijn graad die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap in de weddeschaal toegekend overeenkomstig hetzelfde artikel 59 een verhoging van de jaarwedde waarborgt met minstens 1.000 euro, wordt de ambtenaar bezoldigd in de eerstvolgende hogere weddeschaal van zijn graad en dit op de eerste trap van die weddeschaal die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap kan worden toegekend die een verhoging waarborgt van de jaarwedde met minstens 1.000 euro wordt aan de ambtenaar de maximumwedde toegekend van de laatste weddeschaal verbonden aan zijn graad.
   § 2. De ambtenaar die een in paragraaf 1 bedoelde verandering van graad krijgt en in zijn oude weddeschaal nog geen schaalbonificatie kreeg, neemt de vermeldingen mee die werden toegekend op grond van het koninklijk besluit van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt. De geldelijke anciënniteit die de ambtenaar verwierf sinds 1 januari 2014 wordt beschouwd als schaalanciënniteit in zijn nieuwe weddeschaal.
   De ambtenaar die een in paragraaf 1 bedoelde verandering van graad krijgt en in zijn oude weddeschaal al een schaalbonificatie kreeg, neemt de vermeldingen mee die hij kreeg sinds zijn laatste schaalbonificatie. De geldelijke anciënniteit die de ambtenaar verwierf sinds zijn laatste schaalbonificatie wordt beschouwd als schaalanciënniteit in zijn nieuwe weddeschaal.
   § 3. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar nadien wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal van zijn graad gebeurt dit in de trap die hij had in zijn vorige weddeschaal.
   § 4. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar wordt bevorderd tot het hogere niveau wordt hij bezoldigd in zijn nieuwe weddeschaal op grond van zijn geldelijke anciënniteit.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 10, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 9bis.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.10.[1 § 1. De ambtenaar die bezoldigd was in de oude weddeschaal CA1, CA2 of CA3 die, op grond van het slagen voor een proef over de beroepsbekwaamheid of een vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleent tot de graad van financieel assistent, bij wege van verandering van graad werd of wordt benoemd in deze graad, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, en die in uitvoering van artikel 59 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 geen verhoging van zijn jaarwedde verkrijgt van minstens 851 euro, wordt in afwijking van artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, bezoldigd in de eerstvolgende trap van die eerste weddeschaal verbonden aan zijn graad die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap in de weddeschaal toegekend overeenkomstig hetzelfde artikel 59 een verhoging van de jaarwedde waarborgt met minstens 851 euro, wordt de ambtenaar bezoldigd in de eerstvolgende hogere weddeschaal van zijn graad en dit op de eerste trap van die weddeschaal die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap kan worden toegekend die een verhoging waarborgt van de jaarwedde met minstens 851 euro wordt aan de ambtenaar de maximumwedde toegekend van de laatste weddeschaal verbonden aan zijn graad.
   § 2. De ambtenaar die een in paragraaf 1 bedoelde verandering van graad krijgt en in zijn oude weddeschaal nog geen schaalbonificatie kreeg, neemt de vermeldingen mee die werden toegekend op grond van het koninklijk besluit van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt. De geldelijke anciënniteit die de ambtenaar verwierf sinds 1 januari 2014 wordt beschouwd als schaalanciënniteit in zijn nieuwe weddeschaal.
   De ambtenaar die een in paragraaf 1 bedoelde verandering van graad krijgt en in zijn oude weddeschaal al een schaalbonificatie kreeg, neemt de vermeldingen mee die hij kreeg sinds zijn laatste schaalbonificatie. De geldelijke anciënniteit die de ambtenaar verwierf sinds zijn laatste schaalbonificatie wordt beschouwd als schaalanciënniteit in zijn nieuwe weddeschaal.
   § 3. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar nadien wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal van zijn graad gebeurt dit in de trap die hij had in zijn vorige weddeschaal.
   § 4. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar wordt bevorderd tot het hogere niveau wordt hij bezoldigd in zijn nieuwe weddeschaal op grond van zijn geldelijke anciënniteit.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 11, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.11.[1 In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 wordt de ambtenaar die bezoldigd is in een weddeschaal vermeld in kolom 1 van de onderstaande tabel bezoldigd in de hiertegenover vermelde weddeschaal in kolom 2, wanneer hij bij wege van overgang naar het hogere niveau benoemd wordt in de graad van fiscaal deskundige op grond van een vergelijkende selectie voor overgang naar deze graad :


kolom 1/colonne 1 kolom 2/colonne 2
C3/NCF3 B3
C4/NCF4 B3
C5/NCF5 B4
]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 12, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling II.   
Art.12.[1 In afwijking van artikel 56 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013, de ambtenaar die bezoldigd was in de oude weddeschaal CA1, CF1, CA2, CF2, CA3, CF3 of 22B en die bij wege van overgang naar het hogere niveau werd of wordt benoemd tot fiscaal deskundige, vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, wordt bezoldigd in de eerste weddeschaal van deze graad die hem in de trap overeenstemmend met zijn geldelijke anciënniteit in deze graad een verhoging van zijn jaarwedde waarborgt van minstens 1.500 euro.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.13.[1 In afwijking van artikel 28 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013, is artikel 26 van hetzelfde besluit van toepassing op de verandering van graad naar de graad van fiscaal deskundige, indien deze verandering van graad afhankelijk is van het slagen van een proef over de beroepsbekwaamheid of een vergelijkende selectie voor overgang naar die graad.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 14, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling III.   
Art.14.[1 § 1. De ambtenaar die bezoldigd was in de oude weddeschaal BF1, BF2 of BF3 die, op grond van het slagen voor een proef over de beroepsbekwaamheid of een vergelijkende selectie voor overgang, bij wege van verandering van graad werd of wordt benoemd tot fiscaal deskundige, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, en die in uitvoering van artikel 59 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 geen verhoging van zijn jaarwedde verkrijgt van minstens 2.000 euro, wordt in afwijking van artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit bezoldigd in de eerstvolgende trap van die eerste weddeschaal verbonden aan zijn graad die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap in de weddeschaal toegekend overeenkomstig hetzelfde artikel 59 een verhoging van de jaarwedde waarborgt met minstens 2.000 euro, wordt de ambtenaar bezoldigd in de eerstvolgende hogere weddeschaal van zijn graad en dit op de eerste trap van die weddeschaal die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap kan worden toegekend die een verhoging waarborgt van de jaarwedde met minstens 2.000 euro wordt aan de ambtenaar de maximumwedde toegekend van de laatste weddeschaal verbonden aan zijn graad.
   § 2. De ambtenaar die een in paragraaf 1 bedoelde verandering van graad krijgt en in zijn oude weddeschaal nog geen schaalbonificatie kreeg, neemt de vermeldingen mee die werden toegekend op grond van het koninklijk besluit van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt. De geldelijke anciënniteit die de ambtenaar verwierf sinds 1 januari 2014 wordt beschouwd als schaalanciënniteit in zijn nieuwe weddeschaal.
   De ambtenaar die een in paragraaf 1 bedoelde verandering van graad krijgt en in zijn oude weddeschaal reeds een schaalbonificatie kreeg, neemt de vermeldingen mee die hij kreeg sinds zijn laatste schaalbonificatie. De geldelijke anciënniteit die de ambtenaar verwierf sinds zijn laatste schaalbonificatie wordt beschouwd als schaalanciënniteit in zijn nieuwe weddeschaal.
   § 3. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar nadien wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal van zijn graad gebeurt dit in de trap die hij had in zijn vorige weddeschaal.
   § 4. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar wordt bevorderd tot het hogere niveau wordt hij bezoldigd in zijn nieuwe weddeschaal op grond van zijn geldelijke anciënniteit.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 15, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.15.[1 De ambtenaar die vanaf de inwerkingtreding van dit besluit bij wege van overgang naar het hogere niveau werd of wordt bevorderd in de klasse A2, op grond van een vergelijkende selectie bedoeld in artikel 28 van het organiek reglement, en die in uitvoering van artikel 24 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 geen verhoging van de jaarwedde verkrijgt met minstens 3.000 euro wordt in afwijking van artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit bezoldigd in de eerstvolgende trap van de weddeschaal verbonden aan zijn klasse die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap in de weddeschaal toegekend overeenkomstig hetzelfde artikel een verhoging van de jaarwedde waarborgt met minstens 3.000 euro, wordt de ambtenaar bezoldigd in de eerstvolgende hogere weddeschaal van zijn klasse en dit op de eerste trap van die weddeschaal die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap kan worden toegekend die een verhoging waarborgt van de jaarwedde met minstens 3.000 euro wordt aan de ambtenaar de maximumwedde toegekend van de laatste weddeschaal verbonden aan zijn klasse.
   § 2. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar nadien wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal van zijn klasse gebeurt dit in de trap die hij had in zijn vorige weddeschaal.
   § 3. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar wordt bevorderd tot de hogere klasse wordt hij bezoldigd in zijn nieuwe weddeschaal op grond van zijn geldelijke anciënniteit.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 16, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling IV.   
Art.16.[1 § 1. De ambtenaar die bezoldigd was in de oude weddeschaal BF2, BF3 of BF4 die, vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, op grond van het slagen van een vergelijkende selectie bedoeld in artikel 28 van het organiek reglement, bij wege van overgang naar het hogere niveau werd of wordt bevorderd in de klasse A2 en die in uitvoering van artikel 57 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 geen verhoging van zijn jaarwedde verkrijgt van minstens 3.000 euro, wordt in afwijking van artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit bezoldigd in de eerstvolgende trap van de weddeschaal verbonden aan zijn klasse die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap in de weddeschaal toegekend overeenkomstig hetzelfde artikel een verhoging van de jaarwedde waarborgt met minstens 3.000 euro, wordt de ambtenaar bezoldigd in de eerstvolgende hogere weddeschaal van zijn klasse en dit op de laagste trap van die weddeschaal die deze verhoging waarborgt.
   Indien geen enkele trap kan worden toegekend die een verhoging waarborgt van de jaarwedde met minstens 3.000 euro wordt aan de ambtenaar de maximumwedde toegekend van de laatste weddeschaal verbonden aan zijn klasse.
   § 2. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar nadien wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal van zijn klasse gebeurt dit in de trap die hij had in zijn vorige weddeschaal.
   § 3. Als de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar wordt bevorderd tot de hogere klasse wordt hij bezoldigd in zijn nieuwe weddeschaal op grond van zijn geldelijke anciënniteit.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.17.[1 In afwijking van artikel 50, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013, wordt het bedrag van de eerste schaalbonificatie bepaald in tabel I van de bijlage V van genoemd koninklijk besluit, voor de ambtenaren die in uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 juli 2013 als voormalig titularis van de weddeschaal A23 ambtshalve worden bezoldigd in de weddeschaal A32 en op 1 januari 2014 niet gerechtigd waren op een premie voor competentieontwikkeling.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-09-06/08, art. 2, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Afdeling V.   
Art.18.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.19.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling VI.   
Art.20.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.21.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 21bis.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling VII.   
Art.22.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling VIIbis.   
Art. 22bis.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 22ter.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling VIII.   
Art.23.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 98, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK IV. - Vaststelling van sommige diensten.
Art.24.[1 In afwijking van artikel 13, § 4, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt wordt de geldelijke anciënniteit niet verminderd met een derde bij een bevordering naar het niveau A wanneer de diensten gepresteerd werden in de graad van fiscaal deskundige, financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) en financieel en ICT-deskundige (afgeschafte graad).]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 99, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.25.De periode gedurende welke de ambtenaar van een fiscale of financiële administratie van het Ministerie van Financiën bij dit departement in functie geweest is als aangenomen klerk, particulier klerk, particulier medewerker, dwangbeveldrager, of stagiair, vormt aanneembare dienst, onverminderd de leeftijdsvoorwaarden bepaald [1 bij artikel 11, § 7, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt]1. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 100, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK V. - Weddencomplementen en toelage.
Afdeling I. - Weddencomplementen.
Art.26.<KB 2007-04-27/54, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2004> Aan de wedde van de titularissen van de titels en graden vermeld in kolom 3 van onderstaande tabel, wordt een complement toegevoegd waarvan het jaarlijks bedrag voorkomt in kolom 2 mits aan de in kolom 3 vermelde voorwaarden is voldaan :


<td colspan="3" valign="top">(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2013102505" target="_blank">2013-10-25/05</a>, art. 101, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014><td colspan="3" valign="top">(<font color="red">2</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2014012014" target="_blank">2014-01-20/14</a>, art. 103, 010; Inwerkingtreding : 01-05-2014>
 12
Directeur-generaal, afgeschafte graad1452,17 EUR
Auditeur-generaal, dienstchef1452,17 EUR
Adviseur-generaal van financien, titularis op1452,17 EUR
 30 november 2004 van de graad van adviseur-generaal 
 van financien 
Adviseur-generaal van de thesaurie, titularis op1452,17 EUR
 30 november 2004 van de graad van adviseur-generaal 
 van de thesaurie 
Auditeur-generaal van financien2 503,73 EUR
Gewestelijk directeur bij een fiscaal bestuur1 577,35 EUR
Voorzitter van een aankoopcomite1 577,35 EUR
Directeur, voorheen bezoldigd in de [<font color="red">1</font> oude specifieke weddeschaal 13S2]<font color="red">1</font>1 577,35 EUR
Directeur, niet bedoeld onder 8°4 005,97 EUR
10°Directeur bij een fiscaal bestuur4 005,97 EUR
11°Eerste attache van financien4 005,97 EUR
12°Muntmeester afkomstig van de loopbaan van de2 503,73 EUR
 attaches van financien of laureaat van de proef 
 over de beroepsbekwaamheid die toegang geeft tot 
 de betrekkingen waaraan de titel van eerste attache 
 van financien is verbonden 
13°Eerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal4 005,97 EUR
 bestuur 
14°Eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur4 005,97 EUR
15°Inspecteur bij een fiscaal bestuur2 503,73 EUR
 a. vanaf de eerste dag van de maand volgend op de 
 datum van het proces-verbaal van de proef over de 
 beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de 
 betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend 
 inspecteur bij een fiscaal bestuur of eerste 
 attache van financien is verbonden 
 b. vanaf de datum van benoeming in een betrekking 
 waaraan de titel van inspecteur bij een fiscaal 
 bestuur is verbonden : voor de laureaten van een 
 vergelijkende selectie voor overgang naar de 
 klasse A2, die toegang verleent tot de 
 betrekkingen waaraan de titel van eerstaanwezend 
 inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden 
16°Attache van financien2 503,73 EUR
 a. vanaf de eerste dag van de maand volgend op de 
 datum van het proces-verbaal van de proef over 
 de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot 
 de betrekkingen waaraan de titel van eerste 
 attache van financien of eerstaanwezend 
 inspecteur bij een fiscaal bestuur is verbonden. 
 b. vanaf de datum van benoeming in een betrekking 
 waaraan de titel van attache van financien is 
 verbonden : voor de laureaten van een 
 vergelijkende selectie voor overgang naar de 
 klasse A2, die toegang verleent tot de 
 betrekkingen waaraan de titel van eerste attache 
 van financien of van eerstaanwezend inspecteur 
 bij een fiscaal bestuur is verbonden 
17°Attache, voorheen titularis van de geschrapte graad2 503,73 EUR
 van adjunct-adviseur, vanaf de eerste dag van de 
 maand volgend op de datum van het proces-verbaal 
 van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang 
 verleent tot de betrekkingen waaraan de titel van 
 eerste attache van financien is verbonden 
18°a. Inspecteur bij een fiscaal bestuur die1 452,17 EUR
 vier jaar klasseancienniteit telt en uiterlijk 
 op 27 juli 2005 als statutair personeelslid 
 houder was van deze titel 
 b. voor de toepassing van sub a omvat de 
 klasseancienniteit : de graadancienniteit 
 verworven in de geschrapte graad en de 
 klasseancienniteit verbonden aan de werkelijk 
 gepresteerde diensten sinds de ambtshalve 
 benoeming in het niveau A 
19°a. Eerstaanwezend verificateur, afgeschafte graad2 403,58 EUR
 b. Landmeter-expert van financien, afgeschafte graad 
 c. bij wege van overgangsmaatregel fiscaal deskundige 
 of financieel en administratief deskundige 
 (afgeschafte graad) bezoldigd in de 
 weddeschaal 28C of 28S2 louter met het oog op de 
 integratie op bezoldiging in de [<font color="red">1</font> oude weddeschaal BF3]<font color="red">1</font> 
[<font color="red">2</font> 19°bisa. bij wege van overgangsmaatregel fiscaal deskundige, voorheen als bediende van de hypotheekbewaarders titularis van de graad van bureauchef, bezoldigd in de weddenschaal 28L2.403,58 EUR
 b. bij wege van overgangsmaatregel fiscaal deskundige, voorheen als bediende van de hypotheekbewaarders titularis van de graad van eerste revisor, bezoldigd in de weddenschaal 28C louter met het oog op de integratie op bezoldiging in de weddenschaal BF3]<font color="red">2</font> 
20°a. Verificateur, afgeschafte graad, met1 326,98 EUR
 twee jaar graadancienniteit of die voorheen 
 bekleed was met een van de volgende geschrapte 
 graden : bestuursassistent, sectiechef van 
 financien, hoofdoperateur-mechanograaf bij 
 financien of assistent bij financien 
 b. Landmeter van financien, afgeschafte graad, met 
 twee jaar graadancienniteit 
 c. bij wege van overgangsmaatregel financieel 
 deskundige en adjunct-fiscaal deskundige 
 (afgeschafte graad) bezoldigd in de 
 [<font color="red">1</font> oude specifieke weddeschaal]<font color="red">1</font> 26H 
[<font color="red">2</font> 20°bisbij wege van overgangsmaatregel financieel deskundige, voorheen als bediende van de hypotheekbewaarders titularis van de graad van revisor, bezoldigd in de weddenschaal 26G1.326,98 EUR]<font color="red">2</font>
21°Administratief assistent gerechtigd op de[<font color="red">1</font> oude weddeschaal CA1]<font color="red">1</font> 851,27 EUR
 a. voorheen bekleed met de afgeschafte graad van 
 opsteller 1e klasse bij een fiscaal bestuur 
 b. houder van de titels die vereist waren voor een 
 benoeming in de geschrapte graden van landmeter 
 van financien of van verificateur 
 Bij overgangsmaatregel : 
 a) de administratief assistent die titularis was van 
 de graad van opsteller op 31 maart 1990, van 
 ambtswege achtereenvolgens benoemd tot opsteller 
 bij een fiscaal bestuur (bij toepassing van het 
 koninklijk besluit van 6 augustus 1990, 
 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 
 9 januari 1991) en tot opsteller van financien 
 (bij toepassing van het koninklijk besluit van 
 23 oktober 1991) en de administratief assistent 
 die titularis was van de graad van opsteller 
 op 31 maart 1991 van ambtswege benoemd tot 
 opsteller van financien (bij toepassing van het 
 koninklijk besluit van 23 oktober 1991) : 
 - met vier jaar graadancienniteit425,64 EUR
 - met twaalf jaar graadancienniteit851,27 EUR
 b) de administratief assistent die titularis was van 
 de graad van operateur van het kadaster ten 
 laatste op 31 maart 1990 
 - met vier jaar graadancienniteit425,64 EUR
 - met twaalf jaar graadancienniteit851,27 EUR
[<font color="red">2</font> 21°bisadministratief assistent 
 a. voorheen als bediende van de hypotheekbewaarders houder van de vereiste titels tot bevordering tot de geschrapte graad van revisor851,27 EUR
 b. die ten laatste op 1 april 1991 als bediende van de hypotheekbewaarders titularis was van de graad van eerste klerk425,64 EUR
 c. die ten laatste op 1 april 1991 als bediende van de hypotheekbewaarders titularis was van de graad van eerste klerk, met ten minste twaalf jaar graadanciënniteit851,27 EUR]<font color="red">2</font>
22°Sectiechef bij financien, afgeschafte graad1 051,58 EUR
23°Assistent bij financien, afgeschafte graad 
 - titularis van de weddeschaal 30S3 of 30S21 051,58 EUR
 - voorheen titularis van de geschrapte graad van 
 eerste financiebeambte eerste klasse 
 - titularis van de [<font color="red">1</font> oude specifieke weddeschaal]<font color="red">1</font> 30S1776,16 EUR
[<font color="red">2</font> 24°administratief medewerker, voorheen als bediende van de hypotheekbewaarders titularis van de graad van klerk en geslaagd voor een B-selectie 
 a. titularis van de weddenschaal 30C776,16 EUR
 b. titularis van de weddenschaal 30H1.051,58 EUR]<font color="red">2</font>

  [1 Bij de Federale Overheidsdienst Financiën, kunnen de in het eerste lid bedoelde complementen slechts worden toegekend bij wege van overgangsmaatregel.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Afdeling II. - Weddencomplement toegekend aan sommige titularissen van het brevet van expert bij een fiscaal bestuur.
Art.27.§ 1. Aan de hierna vermelde ambtenaren, houder van het brevet van expert bij een fiscaal bestuur wordt een jaarlijks weddencomplement toegekend van 1 502,25 EUR :
  1° [1 attaché;]1
  2° de titularissen van een graad behorend tot niveau C, die de dag voor hun ambtshalve benoeming in dit niveau titularis waren van de geschrapte graad van bestuursassistent en niet bezoldigd werden in de [2 oude specifieke weddeschaal 20 E]2;
  3° de titularissen van een graad behorend tot niveau B, die geen titularis zijn geweest van de geschrapte graad van verificateur-accountant.
  § 2. De titularissen van de graad van financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) of fiscaal deskundige die titularis zijn geweest van de geschrapte graad van verificateur-accountant, worden met ingang van 1 januari 2005 geacht van rechtswege houder te zijn van het brevet van expert bij een fiscaal bestuur en zijn vanaf die datum gerechtigd op het weddencomplement vastgesteld in § 1.
  § 3. [1 ...]1.
  § 4. Het weddencomplement wordt gelijk met en in dezelfde mate als de wedde vereffend.
  § 5. [1 ...]1.

(NOTA : De wijzigingen aangebracht bij KB 2013-10-25/05, art. 102, 2° en 3°, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014, zijn niet kunnen uitgevoerd worden)

  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/18, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2011>
  (2)<KB 2013-10-25/05, art. 102, 1°, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling III. - Toelage.
Art.28.§ 1. Aan de ambtenaar die de dag voor zijn ambtshalve benoeming in het niveau D of C, titularis was van de graad van assistent bij financiën, bezoldigd in de [2 oude specifieke weddeschaal 30S2 of 30S3]2, en de functie van chef bij de dienst der inkohieringen uitoefende, wordt een jaarlijkse toelage van 1 251,87 EUR toegekend.
  [1 De toelage blijft ten persoonlijke titel toegekend aan de ambtenaar voor de duur dat hij de functie van chef bij de dienst der inkohieringen uitoefent en sluit de toekenning uit van de [3 de directietoelage, zoals bepaald in artikel 23 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt]3]1
  ----------
  (1)<KB 2009-09-10/06, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  (2)<KB 2013-10-25/05, art. 103, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (3)<KB 2018-09-06/04, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Hoofdstuk Vbis. [1 - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de directiepremie]1   ----------   (1)
Art. 28bis.
  <Opgeheven bij KB 2018-09-06/04, art. 2, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

HOOFDSTUK VI. - Geldelijke assimilatie.
Art.29.<Opgeheven bij KB 2013-07-19/18, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.30.<Opgeheven bij KB 2013-07-19/18, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art. 30bis.<Opgeheven bij KB 2013-07-19/18, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013> en <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 105, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 30ter.<Opgeheven bij KB 2013-10-07/02, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-11-2013> en <KB 2013-10-25/05, art. 106, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.31.<Opgeheven bij KB 2013-07-19/18, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.32.§ 1. [1 Ingeval aan de betrekking die de ambtenaren, bedoeld in artikel 29 zoals dat artikel van toepassing was voor zijn opheffing, in de buitendiensten zouden kunnen bekleden, sommige bijkomstige bezoldigingen verbonden zijn die niet als dekking van werkelijke kosten bedoeld zijn, wordt er, gedurende de periode tijdens dewelke zij hun functies uitoefenen in een centrale dienst, aan hun wedde een supplement toegevoegd, dat vastgesteld is overeenkomstig de kolommen 2 en 3 :]1


<td colspan="3" valign="top">(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2009091006" target="_blank">2009-09-10/06</a>, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 17-08-2005><td colspan="3" valign="top">(<font color="red">2</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2013102505" target="_blank">2013-10-25/05</a>, art. 107, 1°, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
445,90 EUR[<font color="red">1</font> bij wege van overgangsmaatregel de administratief medewerker die op 16 augustus 2005 geslaagd was voor of vrijgesteld was van de competentietest bepaald in artikel 218 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, opgeheven bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.]<font color="red">1</font>
624,27 EURa) financieel medewerker;
  b) assistent bij financien, afgeschafte graad;
  c) sectiechef bij financien, afgeschafte graad;
757,99 EURa) administratief assistent;
  b) financieel assistent;
  c) adjunct-financieel assistent, afgeschafte graad;
  d) bestuurschef, afgeschafte graad;
1 159,28 EURa) financieel deskundige;
  b) adjunct-fiscaal deskundige, afgeschafte graad;
  c) verificateur, afgeschafte graad;
  d) landmeter van financien, afgeschafte graad;
1 337,73 EURa) fiscaal deskundige;
  b) financieel en administratief deskundige, afgeschafte graad;
  c) eerstaanwezend verificateur, afgeschafte graad;
  d) landmeter-expert van financien, afgeschafte graad;
[1 493,70 EURinspecteur bij een fiscaal bestuur, niet bedoeld onder 7°;
1 783,51 EURinspecteur bij een fiscaal bestuur, titularis van een jaarlijks weddecomplement van 2 503,73 EUR bedoeld in artikel 26 of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur niet bedoeld onder 8°;
1 493,70 EUReerstaanwezend inspecteur-dienstchef bij een fiscaal bestuur of eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur voorheen titularis van de [<font color="red">2</font> oude specifieke weddschaal 10S3]<font color="red">2</font>. ] <KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2007042754" target="_blank">2007-04-27/54</a>, art. 13, a, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2004>

  § 2. (De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op de rijksambtenaren die benoemd zijn in klasse A4 of A5 of die voorheen gerechtigd waren op de [2 oude specifieke weddeschaal 13S2]2 .) <KB 2007-04-27/54, art. 13, b, 002; Inwerkingtreding : 01-12-2004>
  [1 § 3. De in paragraaf 1 bedoelde supplementen kunnen slechts worden toegekend bij wege van overgangsmaatregel.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/18, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
  (2)<KB 2013-10-25/05, art. 107, 2°, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.33.<Opgeheven bij KB 2013-07-19/18, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen.
Art.34.<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 108, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.35. <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 108, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 35bis.<Opgeheven bij KB 2013-10-07/02, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2009>

Art. 35ter.<Opgeheven bij KB 2013-10-07/02, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-11-2013> en <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 108, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 35quater.
  <Opgeheven bij KB 2013-01-21/04, art. 48, 006; Inwerkingtreding : 04-02-2013>

Art. 35quinquies.
  <Opgeheven bij KB 2013-07-19/18, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art. 35sexies.<Opgeheven bij KB 2013-10-07/02, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-11-2013> en <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 108, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.36.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 109, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.37.Het weddencomplement, het supplement [1 , [2 ...]2 en de toelage bedoeld in artikel 28]1 worden in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage.
  ----------
  (1)<KB 2010-02-03/01, art. 97, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (2)<KB 2013-10-25/05, art. 110, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.38.[1 De toelage bedoeld in artikel [2 27 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt]2 wordt, in voorkomend geval, verminderd met het bedrag van het complement, het weddecomplement en het supplement bedoeld in respectievelijk de artikelen 26, 27 en 32 van onderhavig besluit.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-05-12/03, art. 18, 011; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
  (2)<KB 2018-09-06/04, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art. 38bis.<Opgeheven bij KB 2013-10-07/02, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 01-12-2008> en <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 111, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 38ter.<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 111, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 38quater.<Opgeheven bij KB 2013-10-07/02, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2009> en <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 111, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepalingen.
Art.39.[1 Onverminderd artikelen 42 en 43 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt behouden de ambtenaren die een weddecomplement kregen op basis van artikel 39 zoals het van kracht was op 31 december 2013 dit weddecomplement.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 112, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.40.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 113, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.41.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 113, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 41bis.
  <Opgeheven bij KB 2014-05-12/03, art. 19, 011; Inwerkingtreding : 01-06-2014>

Art.42.[1 ...]1 wordt de wedde van een ontvanger C - hoofd van dienst, voorheen bekleed met de graad van verificateur bij een fiscaal bestuur (rang 24) en respectievelijk benoemd tot eerstaanwezend verificateur (rang 28) en eerstaanwezend verificateur, afgeschafte graad in niveau B, bezoldigd met de [1 oude specifieke weddeschaal 28S2]1 , verhoogd met 426,09 EUR wanneer de betrokkene een geldelijke anciënniteit van drieëndertig jaar telt.
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 114, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.43.[1 Overminderd artikelen 42 en 43 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt behouden de ambtenaren die een weddecomplement kregen op basis van artikel 43 zoals het van kracht was op 31 december 2013 dit weddecomplement.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 115, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.44.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 116, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.45.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 116, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 45bis.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 116, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 45ter.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 116, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 45quater.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 116, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 45quinquies.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 116, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK IX. - Gemeenschappelijke bepaling.
Art.46. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten is van toepassing op alle wedden, complementen, supplementen en toelagen voorkomend in dit besluit.
  Zij worden aan de spilindex 138,01 gekoppeld.

HOOFDSTUK X. - Opheffingsbepalingen.
Art.47. Worden opgeheven :
  1° het koninklijk besluit van 11 maart 1993 betreffende het brevet van expert bij een fiscaal bestuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 1996 en 6 juli 1997;
  2° het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1999, 17 juni 1999, 8 juli 1999, 9 mei 2001, 4 december 2001, 17 december 2002, 12 februari 2003, 11 juli 2003 en 2 februari 2004.

Art.48. Dit besluit heeft uitwerking als volgt :
  1° de bepalingen met betrekking tot niveau D met ingang van 1 januari 2002;
  2° de bepalingen met betrekking tot niveau C met ingang van 1 juni 2002;
  3° de bepalingen met betrekking tot niveau B met ingang van 1 oktober 2002.
  4° de bepalingen met betrekking tot de geschrapte graden van assistent informatica bij financiën (niveau C), hoofdoperateur-mechanograaf bij financiën (niveau D) en operateur-mechanograaf bij financiën (niveau D), met ingang van 1 september 2004;
  5° de bepalingen met betrekking tot niveau 1 met ingang van 1 december 2004.

Art. 49. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.