6 FEBRUARI 2004. - Decreet [houdende ad-hocwaarborgen voor ondernemingen en waarborgen voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles] (DVR2021-12-10/22, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-02-2004 en tekstbijwerking tot 17-02-2022)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II.
Afdeling 1.
Art. 3-7
Afdeling 2.
Art. 8-12
Afdeling 3.
Art. 13
Afdeling 4.
Art. 14-15
Afdeling 5.
Art. 16-18
Afdeling 6.
Art. 19
HOOFDSTUK III.
Art. 20-22
HOOFDSTUK III/1. [1 - Ad-hocwaarborgen voor ondernemingen]1
Afdeling 1. [1 - Algemene bepalingen.]1
Art. 22/1, 22/2
Afdeling 2. [1 - Verhoogde crisiswaarborg.]1
Art. 22/3
Afdeling 3. [1 - De crisiswaarborg.]1
Art. 22/4
Afdeling 4. [1 De COVID-19-waarborg ]1
Art. 22/4/1, 22/4/2
HOOFDSTUK III/2. - [1 Waarborg voor financieringsfondsen en kredietportefeuilles ]1
Afdeling 1. - [1 Algemene bepalingen ]1
Art. 22/5
Afdeling 2. - [1 Waarborg voor ondernemingsfondsen ]1
Art. 22/6
Afdeling 3. - [1 Waarborg voor infrastructuurfondsen ]1
Art. 22/7
Afdeling 4. - [1 Waarborg voor kwalitatieve kredietportefeuilles ]1
Art. 22/8
HOOFDSTUK IV.
Art. 23-24
HOOFDSTUK V.
Art. 25
HOOFDSTUK V/1. [1 - IMEC.]1
Art. 25/1
HOOFDSTUK VI. - Slot-, wijzigings- en opheffingsbepalingen.
Art. 26-30
2004035380 2005035248 2005035333 2005035658 2005035738 2006036886 2008036350 2009035355 2009035370 2009035399 2009035714 2009035715 2009035716 2009036140 2009201410 2009202277 2011035159 2011035470 2011200768 2011202741 2012035014 2012035052 2012035108 2012036137 2012036156 2012206868 2013035785 2013035854 2013035863 2014035766 2015035450 2020030321 2020030650 2020041349 2021033888 2024007955
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art.2.In dit decreet wordt verstaan onder :
1° waarborg : een waarborg [2 ...]2 die met toepassing van het bepaalde in dit decreet wordt verleend;
2° [4 ...]4
3° [4 ...]4
4° [2 kredietnemer : een kleine, middelgrote of grote onderneming die financiering bekomt krachtens een financieringsovereenkomst;]2
5° [2 financieringsovereenkomst : een overeenkomst tussen, enerzijds, een kredietnemer en, anderzijds, een kredietgever strekkende tot financiering, in om het even welke vorm, van investeringen of activiteiten van een kleine, middelgrote of grote onderneming;]2
[2 5°/1 kredietgever : een financiële instelling, kredietverlenende vennootschap voor de sociale economie of financieringsfonds die één of meer financieringsovereenkomsten toekent aan kredietnemers;]2
[2 5°/2 financieringsfonds : een entiteit die financiële middelen ophaalt om die overeenkomstig een bepaald beleid te investeren in financieringsovereenkomsten volgens het beginsel van risicospreiding;]2
[2 5°/3 factoringmaatschappij : een onderneming die geen kredietinstelling is en waarvan de hoofdbedrijvigheid bestaat in factoring als vermeld in artikel 3, § 2, 2), van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;]2
[2 5°/4 financiële instelling : een kredietinstelling, leasingmaatschappij of factoringmaatschappij;]2
6° [1[3 onderneming : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 1 van bijlage I bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt-3;]1
[1 6°/1 [3 kleine onderneming en middelgrote onderneming : een kleine, middelgrote of micro-onderneming als vermeld in bijlage I bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt]3;]1
[3 6° /2 grote onderneming : ondernemingen die geen kleine of middelgrote onderneming zijn als vermeld in bijlage I bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt;]3
7° [4 ...]4
[1 7°/1 [4 ...]4
8° [4 ...]4
9° kredietinstelling : een kredietinstelling die de vergunning bedoeld in artikel 7 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen heeft bekomen, en de ermee verbonden vennootschappen in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, alsmede iedere kredietinstelling die sorteert onder een andere lidstaat van de Europese Unie en die in overeenstemming met de Titel III van de voormelde wet van 22 maart 1993, haar werkzaamheden op het Belgisch grondgebied mag uitoefenen;
10° [1 leasingmaatschappijen : ondernemingen waarvan een van de bedrijfsactiviteiten het stellen van handelingen of verrichtingen van financieringshuur of leasing is als vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen, gespecialiseerd in financieringshuur, en die daartoe de erkenning, vermeld in artikel 2 van voormeld koninklijk besluit, hebben verkregen, alsmede de financiële instellingen en kredietinstellingen, afkomstig van een andere lidstaat van de Europese Unie, die voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 2, § 2, van het voormelde koninklijk besluit;]1
11° [4 ...]4
12° [4 ...]4
13° geldingsduur : de periode, vastgesteld door de Vlaamse regering, tijdens dewelke een waarborghouder een hem toegekende waarborg kan afroepen;
14° sociale economie : economische activiteiten uitgeoefend door vennootschappen, hoofdzakelijk coöperatieve vennootschappen, en onderlinge maatschappijen van vereniging met de volgende principes als ethiek:
a) gerichtheid op dienstverlening aan de leden of de gemeenschap in plaats van winst;
b) autonoom beheer;
c) democratisch beslissingsproces;
d) de personen en het werk hebben voorrang op het kapitaal bij de verdeling van de inkomsten;
[1 [2 14°/1 onderneming in moeilijkheden : een onderneming die voldoet aan de voorwaarden [3 ", vermeld in artikel 2, punt 18, van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan en elke latere akte die de richtsnoeren vervangt]3;]2
14°/2 safe harbour-premie : de premie opgenomen in de Rectificatie van de mededeling van de Commissie betreffende de. toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 25 september 2008 in C 244/32, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan en elke latere akte die de mededeling vervangt;
14°/3 verlaagde safe harbour-premie : de safe harbour-premie, verminderd met 25 % voor kleine en middelgrote ondernemingen en verminderd met 15 % voor grote ondernemingen. Dit bedrag wordt afgerond tot op 2 cijfers na de komma;
14°/4 verhoogde crisiswaarborg : de waarborg die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in afdeling 2 van hoofdstuk III/1;
14°/5 crisiswaarborg : de waarborg die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in afdeling 3 van hoofdstuk III/1;]1
[3 14° /6 COVID-19-waarborg : de waarborg die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III/1, afdeling 4;]3
[3 14° /7 COVID-19-premie : de premie, vermeld in artikel 22/4/2, 2°]3
15° [4 ...]4
16° [4 ...]4
17° [4 ...]4
18° [4 ...]4
[2 19° eerste verliesbuffer : dat deel van de middelen die aan het financieringsfonds ter beschikking worden gesteld, via financieringen, schuldinstrumenten of kapitaalinstrumenten, waarvan de hoofdsom, behoudens in de door de Waarborgvennootschap goedgekeurde uitzonderingsgevallen, slechts zal worden terugbetaald nadat alle andere schulden en verbintenissen, met inbegrip van alle werkingskosten, definitief en volledig zijn voldaan of hiervoor de nodige reserves werden aangelegd;]2
[2 20° infrastructuurfonds : een financieringsfonds dat beheerd wordt door een professionele partij die ervaring heeft met het verstrekken en beheren van financieringsovereenkomsten en dat zijn middelen prioritair zal aanwenden voor het aangaan van of voor het overnemen van rechten uit financieringsovereenkomsten met een looptijd tot vijfentwintig jaar ter financiering van infrastructuurinvesteringen in door de Vlaamse Regering bepaalde domeinen;]2
[2 21° kwalitatieve kredietportefeuille : een door een financiële instelling op haarbalans aangehouden selectie van financieringsovereenkomsten die beantwoorden aan een door de Waarborgvennootschap bepaalde minimale kredietbeoordeling en die zijn aangegaan met kredietnemers die beschikken over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest;]2
[2 22° kredietbeoordeling : een door een externe kredietbeoordelingsinstelling of een intern door de financiële instelling of beheerder van een financieringsfonds gegeven beoordeling van de kredietwaardigheid van een bepaalde partij, schuld of financieel instrument;]2
[2 23° ondernemingsfonds : een financieringsfonds dat beheerd wordt door een professionele partij die ervaring heeft met het verstrekken en beheren van financieringsovereenkomsten en dat zijn middelen prioritair zal aanwenden voor het aangaan van of voor het overnemen van rechten uit al dan niet deels achtergestelde financieringsovereenkomsten met een looptijd van vijf tot vijftien jaar met kredietnemers die beschikken over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest;]2
[2 24° initiatiefnemende instelling : de professionele partij die ervaring heeft met het verstrekken en beheren van financieringsovereenkomsten en die het initiatief neemt voor de oprichting van een ondernemingsfonds of infrastructuurfonds.]2
----------
(1)<DVR 2009-02-20/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 06-04-2009>
(2)<DVR 2013-07-12/40, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2013>
(3)<DVR 2020-05-15/02, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 19-05-2020>
(4)<DVR 2021-12-10/22, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
HOOFDSTUK II.
Afdeling 1.
Art.3.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.4.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.5.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.6.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.7.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Afdeling 2.
Art.8.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.9.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.10.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.11.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.12.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Afdeling 3.
Art.13.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Afdeling 4.
Art.14.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.15.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Afdeling 5.
Art.16.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.17.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.18.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Afdeling 6.
Art.19.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
HOOFDSTUK III.
Art.20.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.21.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Art.22.
<Opgeheven bij DVR 2021-12-10/22, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
HOOFDSTUK III/1. [1 - Ad-hocwaarborgen voor ondernemingen]1
----------
(1)
Afdeling 1. [1 - Algemene bepalingen.]1
----------
(1)
Art. 22/1.[1 § 1. In de mate een van de Participatiemaatschappij Vlaanderen afhangende dochteronderneming of een dochteronderneming die afhangt van het Vlaamse Gewest die hiertoe door de Vlaamse Regering kan worden opgericht, hierna de 'Waarborgvennootschap' genoemd, bij het toekennen [2 van haar in dit hoofdstuk bedoelde waarborgen]2 de voorwaarden bepaald in § 2 en in de artikelen 22/2 [3 tot en met 22/4/2]3 naleeft, zal de Vlaamse Regering via maatregelen die zij ten aanzien van het kapitaal van de Waarborgvennootschap lastens de begroting van de Vlaamse Gemeenschap neemt, te allen tijde de continuïteit van de Waarborgvennootschap en het minimum nettoactief zoals bedoeld in artikel 634 van het Wetboek van Vennootschappen verzekeren.
§ 2. [3 De bepalingen, vermeld in paragraaf 1, gelden alleen op voorwaarde dat het maximale totale bedrag dat de Waarborgvennootschap met haar waarborgen dekt, niet meer bedraagt dan 3 miljard euro tenzij de Vlaamse Regering dit bedrag later naar beneden toe wijzigt. Het voormelde maximale totale bedrag bedraagt niet minder dan 1500 miljoen euro]3.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2009-02-20/41, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 15-04-2009>
(2)<DVR 2013-07-12/40, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2013>
(3)<DVR 2020-05-15/02, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 19-05-2020>
Art. 22/2.[1 Het bepaalde in artikel 22/1, § 1, geldt slechts op voorwaarde [3 dat al de in dit hoofdstuk bedoelde waarborgen]3 toegekend door de Waarborgvennootschap, naast te voldoen aan de voorwaarden van respectievelijk [4 artikel 22/3, 22/4 of 22/4/2]4, ook voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden :
1° [3 de waarborgen worden toegekend aan kredietgevers voor financieringsovereenkomsten van kredietnemers en dit in het kader van de ondersteuning van de economie in het Vlaamse Gewest;]3;
2° [2 de waarborgen hebben een maximale geldingsduur die de duurtijd bepaald door de Vlaamse Regering niet overschrijdt;]2
3° [4 ...]4
4° [3 de waarborgen worden toegekend voor financieringsovereenkomsten;]3
5° de waarborgen worden toegekend tegen betaling door de betrokken onderneming aan de Waarborgvennootschap van [3 een marktconforme waarborgpremie die in voorkomend geval kan overeenstemmen met een safe harbour-premie]3 [4 of de COVID-19-premie, al naargelang]4; deze waarborgpremie wordt door de Waarborgvennootschap met een nader door de Vlaamse Regering te bepalen percentage of bedrag verhoogd indien de niet naleving van het engagement, bedoeld in 7°, wordt vastgesteld;
6° de waarborgen worden toegekend mits indiening door de betrokken onderneming van een speciaal hiertoe opgesteld businessplan waarin in ieder geval de solvabiliteit, terugbetalingscapaciteit, [3 ...]3, beschikbare zekerheden, evenals andere elementen die kunnen overtuigen inzake de intrinsieke gezondheid van de onderneming, worden toegelicht;
7° de waarborgen worden toegekend mits het engagement van de betrokken onderneming tot het daadwerkelijk realiseren of behouden van [4 een vooraf bepaalde]4 werkgelegenheid op het Vlaamse grondgebied gedurende de looptijd van de garantie;
8° de waarborgen worden toegekend mits het aannemelijk maken dat voor de financieringsovereenkomst geen waarborg kan worden bekomen [5 zoals bedoeld in het decreet van 10 december 2021 houdende een generieke waarborgregeling voor ondernemingen]5;
9° [3 de waarborgen worden toegekend onder voorwaarde :
a) dat ze slechts kunnen worden afgeroepen vergezeld van een waardeschatting van de zakelijke en persoonlijke zekerheden door de kredietgever en;
b) dat de afgeroepen waarborg slechts voorlopig uitbetaald wordt ten belope van het bedrag van de toegekende waarborg, verminderd met het bedrag van deze waardeschatting en;
c) dat de definitieve afrekening inzake de waarborg plaats heeft na de uitwinning van de zakelijke en persoonlijke zekerheden door de kredietgever of nadat een definitieve regeling met de Waarborgvennootschap werd overeengekomen over het al dan niet uitwinnen van de zakelijke en persoonlijke zekerheden;]3
10° de waarborgen voldoen aan de nadere voorwaarden en de procedurevoorschriften die de Vlaamse Regering kan vaststellen.]1
[3 11° de waarborgen voldoen aan de dossierspecifieke voorwaarden en nadere procedurevoorschriften die de Waarborgvennootschap dossier per dossier kan bepalen.]3
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2009-02-20/41, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 15-04-2009>
(2)<DVR 2010-12-23/06, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
(3)<DVR 2013-07-12/40, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2013>
(4)<DVR 2020-05-15/02, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 19-05-2020>
(5)<DVR 2021-12-10/22, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 18-01-2023>
Afdeling 2. [1 - Verhoogde crisiswaarborg.]1
----------
(1)
Art. 22/3.[1 § 1. Deze afdeling is van [3 toepassing op de in artikel 22/2 bedoelde waarborgen]3, toegekend door de Waarborgvennootschap, waarbij :
1° het bedrag van de financiering maximaal de totale jaarlijkse bruto loonmassa voor 2008 van de onderneming bedraagt; of
2° bij op of na 1 januari 2008 opgerichte ondernemingen, het maximumbedrag van de financiering niet hoger is dan de geraamde totale jaarlijkse bruto loonmassa van de eerste twee exploitatiejaren;
De loonmassa, bedoeld in het eerste lid, omvat eveneens sociale premies en de kosten van personeel dat werkzaam is op het terrein van de onderneming, maar formeel in dienst is bij toeleveranciers.
§ 2. Het bepaalde in artikel 22/1, § 1, geldt slechts op voorwaarde dat de in § 1 bedoelde waarborgen toegekend door de Waarborgvennootschap, naast aan de voorwaarden bepaald in artikel 22/2, bovendien voldoen aan de hierna opgesomde cumulatieve voorwaarden :
1° de waarborg houdt verband met een welbepaalde financiële transactie;
2° de waarborg dekt niet meer dan 90 % van de financiering;
3° de waarborg betreft een vast maximumbedrag;
4° de waarborg is beperkt in de tijd;
5° indien de omvang van de financiering mettertijd afneemt, moet het gegarandeerde bedrag in evenredigheid afnemen, zodat de verhoogde crisiswaarborg op ieder tijdstip niet meer dan 90 % van de uitstaande financiering dekt;
6° de verliezen moeten evenredig en op dezelfde wijze worden gedragen door de financieringverstrekker en de Waarborgvennootschap. De opbrengsten afkomstig van de uitwinning van de door de onderneming ter dekking van de schulden gestelde zekerheden, na aftrek van de door de financieringsverstrekker gedragen uitwinningskosten, moeten de door de financieringsverstrekker en de Waarborgvennootschap gedragen verliezen evenredig doen dalen;
7° ter vergoeding van de waarborg, betaalt de onderneming gedurende de eerste twee jaar, te rekenen vanaf het ogenblik van het toekennen van de waarborg, een marktconforme waarborgpremie aan de Waarborgvennootschap ten belope van de verlaagde safe harbour-premie; na het verstrijken van de eerste periode van twee jaar na het toekennen van de waarborg, betaalt de kleine en middelgrote onderneming aan de Waarborgvennootschap een marktconforme waarborgpremie ten belope van de safe harbour-premie en de grote onderneming een martkconforme waarborgpremie vastgesteld door de Waarborgvennootschap;
[2 7°/1 de waarborg wordt ten laatste op 31 december 2010 toegekend. De voormelde datum van 31 december 2010 kan door de Vlaamse Regering worden verlengd indien en in de mate dat de Europese Commissie daartoe een goedkeuring heeft verleend;
7°/2 de waarborgen worden niet toegekend voor de financieringsovereenkomsten van een onderneming die op 1 juli 2008 een onderneming in moeilijkheden was;]2
8° de waarborgen voldoen aan de nadere voorwaarden en de procedurevoorschriften die de Vlaamse Regering kan vaststellen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2009-02-20/41, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 15-04-2009>
(2)<DVR 2010-12-23/06, art. 58, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
(3)<DVR 2013-07-12/40, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2013>
Afdeling 3. [1 - De crisiswaarborg.]1
----------
(1)
Art. 22/4.[1 Het bepaalde in artikel 22/1, § 1, geldt [2 ...]2 op voorwaarde [3 dat de waarborgen van de Waarborgvennootschap bedoeld in dit hoofdstuk, andere dan de waarborgen bedoeld in artikel 22/3]3 [2 ...]2, naast aan de voorwaarden bepaald in artikel 22/2, bovendien voldoen aan de hierna opgesomde cumulatieve voorwaarden :
1° de waarborg houdt verband met een welbepaalde financiële transactie;
2° de waarborg dekt niet meer dan 80 % van de betrokken financiering;
3° de waarborg betreft een vast maximumbedrag;
4° de waarborg is beperkt in de tijd;
5° indien de omvang van de financiering mettertijd afneemt, moet het gegarandeerde bedrag in evenredigheid afnemen, zodat de waarborg op ieder tijdstip niet meer dan 80 % van de uitstaande financiering dekt;
6° de verliezen moeten evenredig en op dezelfde wijze worden gedragen door de financieringsverstrekker en de Waarborgvennootschap. De opbrengsten afkomstig van de uitwinning van de door de onderneming ter dekking van de schulden gestelde zekerheden, na aftrek van de door de financieringsverstrekker gedragen uitwinningskosten, moeten de door de financieringsverstrekker en de Waarborgvennootschap gedragen verliezen evenredig doen dalen;
[2 6°/1 de waarborgen worden niet toegekend voor de financieringsovereenkomsten van een onderneming die op datum van toekenning van de waarborg een onderneming in moeilijkheden is;]2
7° [3 ter vergoeding van de waarborg betaalt de kredietnemer een marktconforme waarborgpremie vastgesteld door de Waarborgvennootschap]3 .]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2009-02-20/41, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 15-04-2009>
(2)<DVR 2010-12-23/06, art. 59, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
(3)<DVR 2013-07-12/40, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 14-09-2013>
Afdeling 4. [1 De COVID-19-waarborg ]1
----------
(1)
Art. 22/4/1. [1 Deze afdeling is van toepassing op de waarborgen die de Waarborg-vennootschap toekent en die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 22/2, en de volgende voorwaarden :
1° voor financieringen met een looptijd na 31 december 2020 overschrijdt de hoofdsom van de lening een van de volgende maxima niet :
a) het dubbele van de totale jaarlijkse bruto loonmassa van de onderneming voor 2019 of voor het laatste beschikbare jaar;
b) bij ondernemingen die op of na 1 januari 2019 opgericht zijn : de geraamde jaarlijkse bruto loonmassa voor de eerste twee exploitatiejaren;
c) 25 % van de totale omzet van de onderneming in 2019;
d) als er een gepaste rechtvaardiging is en op basis van een eigen certificering van haar liquiditeitsbehoeften door de onderneming : de volledige liquiditeits-behoefte van de onderneming te rekenen vanaf het moment van de toekenning van de COVID-19-waarborg voor de komende achttien maanden voor kleine en middelgrote ondernemingen en voor de komende twaalf maanden voor grote ondernemingen;
2° voor financieringen met een looptijd tot uiterlijk 31 december 2020 : het bedrag van de hoofdsom van de lening kan hoger zijn dan de maxima, vermeld in punt 1°, als daarvoor een gepaste rechtvaardiging is die de Waarborgvennootschap aanvaardt.
De bruto loonmassa, vermeld in het eerste lid, 1°, a) en b), omvat ook de sociale bijdragen en de kosten van het personeel dat op het terrein van de onderneming werkt, maar formeel in dienst is bij toeleveranciers. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DVR 2020-05-15/02, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 19-05-2020>
Art. 22/4/2. [1 De bepalingen, vermeld in artikel 22/1, § 1, gelden alleen op voorwaarde dat de waarborgen, vermeld in artikel 22/4/1, voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 22/2, en aan de volgende cumulatieve voorwaarden :
1° de waarborg houdt verband met een welbepaalde financiële transactie;
2° ter vergoeding van de waarborg betaalt de onderneming vanaf het ogenblik van de toekenning van de waarborg minimaal een waarborgpremie die, volgens de grootte van de onderneming, progressief toeneemt naargelang de duur van de lening toeneemt en die als volgt per individuele financiering is vastgesteld :
type onderneming | waarborgpremie voor het 1e jaar van de financiering | waarborgpremie voor het 2e en 3e jaar van de financiering | waarborgpremie voor het 4e, 5e en 6e jaar van de financiering |
kleine en middelgrote onderneming | 25 basispunten | 50 basispunten | 100 basispunten |
grote onderneming | 50 basispunten | 100 basispunten | 200 basispunten |