10 JUNI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Tweede Waarborgbesluit van 18 februari 2005 en het Vierde Waarborgbesluit van 27 maart 2009
Art. 1-22
Artikel 1. In het opschrift van het tweede Waarborgbesluit van 18 februari 2005 worden de woorden " waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen " vervangen door de woorden " waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen ".
Art.2. In artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepalingen onder 6°, 9° en 10° wordt het woord " K.M.O. " vervangen door het woord " kredietnemer ";
2° punt 11° wordt vervangen door wat volgt :
" 11° kredietnemer : een kleine, middelgrote en grote onderneming. ".
Art.3. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 en 4 februari 2011, wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen door wat volgt :
" Categorieën van financieringsovereenkomsten en andere verrichtingen waarvan verbintenissen van de kredietnemer onder toepassing van een waarborg kunnen worden gebracht, alsook de criteria waaraan ze moeten voldoen ".
Art.4. In de artikelen 7 en 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 en 4 februari 2011, wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ".
Art.5. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 en van 4 februari 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid en paragraaf 2, 4, 5, 6 en 7, wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ";
2° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden " slechts ten belope van ten hoogste een derde " vervangen door de woorden " volledig ";
3° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 2° opgeheven;
4° in paragraaf 1 worden het tweede tot en met het zesde lid opgeheven;
5° in paragraaf 5 wordt het getal " 500.000 " vervangen door het getal " 750.000 ".
Art.6. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluiten van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 en 4 februari 2011, wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door wat volgt :
" Wijze van aanmelding van een financieringsovereenkomst of andere verrichting waarvan verbintenissen van de kredietnemer onder toepassing van een waarborg worden gebracht ".
Art.7. In artikel 9, 11, 20, 27, 28, 29, 32 en 35 van hetzelfde besluit wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ".
Art.8. In artikel 10 en 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009, wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ".
Art.9. In artikel 18 en 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009, wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ".
Art.10. In hoofdstuk V van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009, wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door wat volgt :
" Bedrag van de onder toepassing van een waarborg gebrachte verbintenissen van de kredietnemer dat kan worden gevorderd ".
Art.11. In artikel 38, § 1, derde lid,van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009, wordt punt 4° vervangen door wat volgt :
" 4° regels en criteria voor de beoordeling van de kredietwaardigheid en de solvabiliteit van de onderneming; ".
Art.12. In het opschrift van het Vierde Waarborgbesluit van 27 maart 2009 worden de woorden " waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen " vervangen door de woorden " waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen ".
Art.13. In artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepalingen onder 6°, 9° en 10° wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ";
2° punt 11° wordt vervangen door wat volgt :
" 11° kredietnemer : een kleine, middelgrote en grote onderneming. ".
Art.14. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen door wat volgt :
" Categorieën van leasingovereenkomsten waarvan verbintenissen van de kredietnemer onder toepassing van een waarborg kunnen worden gebracht, alsook de criteria waaraan ze moeten voldoen ".
Art.15. In artikel 7, 8, 9, 10, 11, 18, 19, 20, 21, 25, 26, 27, 30, 33, 35 en 36 van hetzelfde besluit wordt het woord " K.M.O. " telkens vervangen door het woord " kredietnemer ".
Art.16. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling I vervangen door wat volgt :
" Wijze van aanmelding van een leasingovereenkomst waarvan verbintenissen van de kredietnemer onder toepassing van een waarborg worden gebracht ".
Art.17. In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling I vervangen door wat volgt :
" Bedrag van de onder toepassing van een waarborg gebrachte verbintenissen van de kredietnemer dat kan worden gevorderd ".
Art.18. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk IX, dat bestaat uit artikel 38, opgeheven.
Art.19. De volgende regelingen worden opgeheven :
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008 betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor grote ondernemingen in geval van crisis;
3° het urgentiebesluit ter van 16 oktober 2009.
Art.20. Het urgentiebesluit ter van 16 oktober 2009 blijft van toepassing op :
1° financieringsovereenkomsten, als vermeld in artikel 3, § 1 van het voormelde besluit, op voorwaarde dat ze uiterlijk op 30 juni 2011 ondertekend zijn;
2° verzoeken, als vermeld in artikel 18 van het voormelde besluit, op voorwaarde dat ze uiterlijk op 30 juni 2011 volledig ingediend zijn.
Art.21. Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2011.
Art. 22. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 juni 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS