Details





Titel:

19 JULI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-07-2000 en tekstbijwerking tot 22-01-2025)



Inhoudstafel:


Art. 1
Art. 1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 2-15
BIJLAGEN.
Art. N1
Art. N1 WAALS GEWEST
Art. 1N1
Art. 1N1 WAALS GEWEST
Art. 1N1 Vlaams Gewest
Art. 2N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985014200  1989014137  1997014083 





Artikels:

Artikel 1.<KB 2007-04-27/32, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007> Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.

Art.1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.   <KB 2007-04-27/32, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007> Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de [2 ...]2 controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.  [2 De wegcontroleurs bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 februari 2023 betreffende de wegcontrole kunnen ook door de procureur-generaal bij het hof van beroep worden gemachtigd voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, en dit binnen de grenzen van hun bevoegdheden.]2
  ----------
  (1)<BESL 2021-09-22/10, art. 4, 023; Inwerkingtreding : 18-10-2021>
  (2)<BESL 2024-03-07/14, art. 2, 027; Inwerkingtreding : 30-03-2024>

Art. 1_VLAAMS_GEWEST.   <KB 2007-04-27/32, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007> Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.  [1 Voor de toepassing van de procedure, vermeld in dit besluit, zijn ook de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, bevoegd.]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/11, art. 119, 017; Inwerkingtreding : 04-09-2015>


Art.2.<KB 2007-04-27/32, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007> [2 Onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 38 tot 40 van de wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg]2, [1 in de artikelen 27 tot 29 van de wet van 15 juli 2013 betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 Van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006]1, in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en in artikel 2bis van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg kunnen de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen inbreuken vastgesteld op een openbare plaats zoals bepaald in artikel 28 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, aanleiding geven tot de inning per inbreuk van de in dezelfde bijlage vermelde sommen.
  ----------
  (1)<KB 2014-05-22/35, art. 47, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (2)<KB 2014-05-22/36, art. 54, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art.3. (Opgeheven) <KB 2007-04-27/32, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Art.4.<KB 2007-04-27/32, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007> Het totaal van de te innen sommen, zoals vastgesteld in artikel 2, mag ten laste van een zelfde overtreder [2 5.000 euro]2 niet overschrijden. Dit totaal bedraagt [2 10.000 euro]2 voor de inbreuken vermeld in de punten [2 a9, a10, a12, a13, a14, a15, d10, d11, e9, e10, f4, f5, g15, g16, g17, i4, i5]2 van bijlage 1.
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2019-06-16/01, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 06-07-2019>

Art.5.§ 1. In geval van inning wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit. Indien tegelijkertijd meerdere inbreuken ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, moeten deze op een zelfde formulier worden vermeld.
  (Voor het toepassen van de procedure van inning mag het formulier worden vervangen door een proces-verbaal indien de som niet werd geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding.) <KB 2006-03-27/31, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 31-03-2006>
  § 2. (De betaling kan op de volgende manier geschieden :
  1. Betaling in geld
  1.1. De betaling in geld is slechts van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :
  - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;
  - strook B aan het boekje gehecht blijft;
  - strook C aan de overtreder wordt overhandigd.
  1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro.
  2. Betaling met bank- of kredietkaart.
  2.1. De betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
  Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :
  - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;
  - strook B aan het boekje gehecht blijft;
  - strook C aan de overtreder wordt overhandigd met een bewijs van de uitvoering van de betaling.
  2.2. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro.
  3. [3 Betaling met overschrijving of betaling op internet.
   3.1. De betaling met overschrijving of de betaling op internet is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben en die rijden voor rekening van een onderneming die gevestigd is in België.
   Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :
   *strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;
   * strook B aan het boekje gehecht blijft;
   * strook C aan de overtreder wordt overhandigd.
   3.2. Een document met de betalingsmodaliteiten wordt aan de overtreder overhandigd of gestuurd.
   3.3. De betaling met overschrijving of de betaling op internet wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 3.2 bedoelde afgifte of de verzending van het document.
   3.4. De gestructureerde mededeling wordt vermeld in de mededeling van de overschrijving.
   De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling.
   3.5. In geval van betaling op internet wordt de betaling uitgevoerd op één van de volgende adressen :
   www.verkeersboetes.be
   www.amendesroutieres.be
   www.verkehrsstrafen.be
   www.trafficfines.be
   De datum van betaling door de bank- of kredietinstelling dient als bewijs van de datum van betaling.
   3.6. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro.]3
  § 3. (De overtreder mag slechts van één betalingswijze toepassing maken.) <KB 2006-03-27/31, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 31-03-2006>
  ----------
  (1)<KB 2013-02-27/05, art. 11, 012; Inwerkingtreding : 10-09-2013>
  (2)<KB 2018-02-10/02, art. 4, 021; Inwerkingtreding : 22-02-2018>
  (3)<KB 2019-06-16/01, art. 2, 022; Inwerkingtreding : 06-07-2019>

Art.6.§ 1. Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de per inbreuk in consignatie te geven som dezelfde als de te innen som.
  [Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen mag ten laste van een zelfde overtreder [3 5.000 euro]3 niet overschrijden. Dit totaal bedraagt [3 10.000 euro]3 voor de inbreuken vermeld in de punten [3 a9, a10, a12, a13, a14, a15, d10, d11, e9, e10, f4, f5, g15, g16, g17, i4, i5]3 van bijlage 1.] <KB 2007-04-27/32, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
  [1 leden 3 en 4 opgeheen]1
  § 2. In geval van consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 bij dit besluit. Indien tegelijkertijd meerdere overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, moeten deze op een zelfde formulier worden vermeld.
  § 3. [De procedure voorzien in artikel 5, § 2, 1 en 2, is van toepassing in geval van consignatie van een som.] <KB 2006-03-27/31, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 31-03-2006>
  ----------
  (1)<KB 2009-10-09/03, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 23-10-2009>
  (2)<KB 2013-07-19/77, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (3)<KB 2019-06-16/01, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 06-07-2019>

Art.7. Wanneer een formulier voor inning of consignatie van een som ongeldig moet worden gemaakt, constateert de ambtenaar, die er houder van is, het ongeldig maken door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier.

Art.8. De overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 6 in geld geïnde of geconsigneerde sommen worden minstens eenmaal om de twee weken gestort op de postrekening van een rekenplichtige van de administratie die bevoegd is voor de belasting over de toegevoegde waarde. (...) <KB 2006-03-27/31, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 31-03-2006>
  (lid 2 opgeheven) <KB 2006-03-27/31, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 31-03-2006>

Art.9. Alle bescheiden betreffende de inning of de consignatie van een som worden gedurende vijf jaar bewaard in de kantoren waartoe het in artikel 1 bedoelde personeel behoort.

Art.10. In het koninklijk besluit van 10 juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° een artikel 2bis wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  " Art. 2bis Voor de inning en de consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een weggebruiker worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier. ";
  2° in artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Voor de betaling met zegels wordt het bedrag dat op strook C1 van het formulier is vermeld, voldaan door op de voorziene plaats op strook C2/C3 van het formulier zegels te plakken die hiervoor uitgegeven worden door het Ministerie van Financiën, inzonderheid door de administratie die bevoegd is voor de belasting over de toegevoegde waarde. Deze zegels worden verkocht in de ontvangkantoren van genoemde administratie en in de postkantoren. De Minister van Financiën of zijn afgevaardigde kan eveneens toelating geven aan andere openbare of private instellingen deze zegels te verkopen onder de voorwaarden die hij bepaalt. ";
  b) in § 2 worden in het eerste lid de woorden " de stroken A en B van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " stroken C1 en C2/C3 van het formulier " en in het tweede lid worden de woorden " strook A van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " strook C2 van het formulier ";
  c) in § 3 worden in het eerste en tweede lid de woorden " de stroken A en B van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " stroken C1 en C2/C3 van het formulier " en in het derde lid worden de woorden " strook A van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " strook C2 van het formulier ";
  d) in § 4 worden de woorden " het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " stroken C1 en C2/C3 van het formulier ";
  e) in § 5 worden in het eerste lid de woorden " strook B van de stam en strook A van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " strook A en strook C2 van het formulier " en in het tweede lid worden de woorden " strook B van de stam " vervangen door de woorden " strook A van het formulier ";
  3° artikel 6 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Art. 6. § 1. Voor de betaling in geld vult de bevoegde agent de stroken A, B en C1 van het formulier in, waarvan :
  - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie van de politierechtbank;
  - strook B aan het boekje gehecht blijft;
  - strook C1 onmiddellijk aan de overtreder wordt afgegeven.
  § 2. Indien de overtreder de som niet kan betalen met een specie die gangbaar is in België, kan als volgt worden betaald :
  - met bankbiljetten in één enkel van volgende munteenheden : Luxemburgse frank, Franse frank, Nederlandse gulden, Duitse mark, pond sterling of US dollar;
  - met eurocheques uitgedrukt in BEF of in EUR en gewaarborgd door een geldige bankkaart;
  - door middel van kredietkaarten die worden erkend door de Minister van Financiën volgens voorwaarden die hij vaststelt.
  Overwegende dat de betaling in bankbiljetten moet kunnen gebeuren, stelt de Minister van Financiën op geregelde tijdstippen, voor iedere som, de bedragen vast in deviezen andere dan die van de EURO-zone. " ;
  4° in artikel 7 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. Artikel 6 is van toepassing in geval van consignatie van een som. ";
  b) de §§ 3 en 4 worden geschrapt;
  5° artikel 8 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 8. Wanneer een formulier voor inning of consignatie van een som ongeldig moet worden gemaakt, constateert de agent, die er houder van is, het ongeldig maken door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier. ";
  6° artikel 9 wordt aangevuld met het volgende lid : " De Minister van Financiën bepaalt de modaliteiten voor de betaling door middel van kredietkaarten. ";
  7° de bijlagen worden opgeheven.

Art.11. In het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Voor de inning van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier. ";
  b) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De bevoegde ambtenaar vult de stroken A, B en C1 van het formulier in, waarvan :
  - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie van de bevoegde politierechtbank;
  - strook B aan het boekje gehecht blijft;
  - strook C1 onmiddellijk aan de overtreder wordt afgegeven. ";
  c) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. Indien de overtreder de som niet kan betalen met een specie die gangbaar is in België, kan als volgt worden betaald :
  - met bankbiljetten in één enkel van volgende munteenheden : Luxemburgse frank, Franse frank, Nederlandse gulden, Duitse mark, pond sterling of US dollar;
  - met eurocheques uitgedrukt in BEF of in EUR en gewaarborgd door een geldige bankkaart;
  - door middel van kredietkaarten die worden erkend door de Minister van Financiën volgens voorwaarden die hij vaststelt.
  Overwegende dat de betaling in bankbiljetten moet kunnen gebeuren, stelt de Minister van Financiën op geregelde tijdstippen, voor iedere som, de bedragen vast in deviezen andere dan die van de EURO-zone. " ;
  2° in artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de per overtreding in consignatie te geven som dezelfde als de te innen som. Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen ten laste van een zelfde overtreder mag 100.000 BEF (2.478,94 EUR) niet overschrijden. De totaal ter plaatse te consigneren som wordt met een forfaitaire som van 3.000 BEF (74,37 EUR) verhoogd als waarborg voor de eventueel te betalen gerechtskosten. ";
  b) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. Voor de consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier. ";
  c) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. De bevoegde ambtenaar vult de stroken A, B en C1 van het formulier in, waarvan :
  - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie van de bevoegde politierechtbank;
  - strook B aan het boekje gehecht blijft;
  - strook C1 onmiddellijk aan de overtreder wordt afgegeven. ".

Art.12. De in dit besluit in euro uitgedrukte bedragen worden rechtstreeks van toepassing op 1 januari 2002.

Art.13. Het koninklijk besluit van 12 juli 1989 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 november 1992, wordt opgeheven.

Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Art.15. Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Bijlage 1. - Lijst van de te innen sommen
   [2 a) Goederenvervoer over de weg - vergunningen


    
1.a.Er is geen vergunning(1) aanwezig in het voertuig en het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van Wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3 en 8, eerste lid.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 31 en 32
1500 EUR
    
1.b.Er is geen vergunning(1) aanwezig in het voertuig maar het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 27 en 33, § 4, 2°, a1.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 31 en 32.
55 EUR
    
2.De voorgelegde vergunning(5) wordt gebruikt voor een voertuig waarvan de kentekenplaat niet is opgenomen in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16 en 18.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 4°.
990 EUR
    
3.De voorgelegde vergunning(1) wordt gebruikt voor een in huur of financieringshuur genomen voertuig zonder dat de vereiste bewijsstukken kunnen worden vertoond. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 33, § 4, 2°, b.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 6°.
55 EUR
    
4.De voorgelegde vergunning(5) bevat onvolledige of onjuiste vermeldingen, maar het bestaan van een geldige vergunning voor het gecontroleerde voertuig wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16 en 18.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 3°.
55 EUR
    
5.a.De voorgelegde vergunning(1) bevat onleesbare vermeldingen waardoor identificatie/controle onmogelijk is, of is oncontroleerbaar t.g.v. plastificering, en het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 3°, 35, 2° en 42, 2°.
990 EUR
    
5.b.De voorgelegde vergunning(1) bevat onleesbare vermeldingen waardoor identificatie/controle onmogelijk is, of is oncontroleerbaar t.g.v. plastificering, maar het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 3°, 35, 2° en 42, 2°.erste lid, 3°, 35, 2° en 42, 2°.
55 EUR
    
6.De voorgelegde vergunning(1) bevindt zich in handen van een andere onderneming dan de erop vermelde. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25 en 27.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 1° en 35, 1°.
990 EUR
    
7.De voorgelegde vergunning(1) is ongeldig wegens overlading of overschrijding van de afmetingen. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 27 en 35, §2.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 5° en 35, 4°.
(6)
    
8.De voorgelegde vergunning internationaal vervoer of de cabotagevergunning, en/of het bijgevoegde vervoersverslag werd niet of onvolledig ingevuld. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 27.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 35, 3° en 42, 3°.
990 EUR
    
9.De voorgelegde ECMT vergunning wordt gebruikt voor meer dan het toegelaten aantal beladen ritten. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 25 en 27.
   K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 31
1980 EUR
    
10.Het gecontroleerde voertuig voert een onwettig cabotagevervoer uit. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 8, tweede en derde lid.1980 EUR
  per onwettig verrichte cabotagerit
    
11.a.Er is geen bestuurdersattest aanwezig in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.
990 EUR
    
11.b.Er is geen bestuurdersattest aanwezig in het voertuig, maar het bestaan ervan kan onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.
55 EUR
    
12.De voorgelegde vergunning(1) is nagemaakt of de erop voorkomende gegevens werden vervalst. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.
3960 EUR
    
13.Het voorgelegde bestuurdersattest is nagemaakt of de erop voorkomende gegevens werden vervalst, of het bevindt zich onrechtmatig in handen van de bestuurder. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.
3960 EUR
    
14.De bestuurder weigert de vergunning(1) voor controle over te leggen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.
3960 EUR
    
15.De bestuurder weigert het bestuurdersattest voor controle over te leggen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.
   Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.
3960 EUR
   

  (1) Al naargelang het geval wordt in deze rubriek onder "vergunning" verstaan: het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de nationale (Belgische) vergunning, het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning, het origineel van de vergunning internationaal vervoer (of een daarmee gelijkgesteld document) of het origineel van de cabotagevergunning (of een daarmee gelijkgesteld document).
   (2) Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de toegang tot de markt van het internationaal goederenvervoer over de weg.
   (3) Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.
   (4) Koninklijk besluit van 22 mei 2014 betreffende het goederenvervoer over de weg.
   (5) In deze rubriek wordt onder vergunning verstaan: het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de Belgische nationale vergunning of van de Belgische communautaire vergunning.
  (6) De boete wordt gemoduleerd in functie van het percentage van overschrijding van de afmetingen en massa's (zie tabel in aanhangsel 1).]1 ]2
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2014-05-22/36, art. 54, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art.N1_WAALS_GEWEST.    [1 Bijlage 1. - Lijst van de te innen sommen   [2 a) Goederenvervoer over de weg - vergunningen        1.a.Er is geen vergunning(1) aanwezig in het voertuig en het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van Wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3 en 8, eerste lid.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 31 en 321500 EUR    1.b.Er is geen vergunning(1) aanwezig in het voertuig maar het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 27 en 33, § 4, 2°, a1.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 31 en 32.55 EUR    2.De voorgelegde vergunning(5) wordt gebruikt voor een voertuig waarvan de kentekenplaat niet is opgenomen in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16 en 18.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 4°.990 EUR    3.De voorgelegde vergunning(1) wordt gebruikt voor een in huur of financieringshuur genomen voertuig zonder dat de vereiste bewijsstukken kunnen worden vertoond. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 33, § 4, 2°, b.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 6°.55 EUR    4.De voorgelegde vergunning(5) bevat onvolledige of onjuiste vermeldingen, maar het bestaan van een geldige vergunning voor het gecontroleerde voertuig wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16 en 18.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 3°.55 EUR    5.a.De voorgelegde vergunning(1) bevat onleesbare vermeldingen waardoor identificatie/controle onmogelijk is, of is oncontroleerbaar t.g.v. plastificering, en het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 3°, 35, 2° en 42, 2°.990 EUR    5.b.De voorgelegde vergunning(1) bevat onleesbare vermeldingen waardoor identificatie/controle onmogelijk is, of is oncontroleerbaar t.g.v. plastificering, maar het bestaan van een vergunning voor het gecontroleerde voertuig wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 3°, 35, 2° en 42, 2°.erste lid, 3°, 35, 2° en 42, 2°.55 EUR    6.De voorgelegde vergunning(1) bevindt zich in handen van een andere onderneming dan de erop vermelde. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25 en 27.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 1° en 35, 1°.990 EUR    7.De voorgelegde vergunning(1) is ongeldig wegens overlading of overschrijding van de afmetingen. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 27 en 35, §2.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 21, eerste lid, 5° en 35, 4°.(6)    8.De voorgelegde vergunning internationaal vervoer of de cabotagevergunning, en/of het bijgevoegde vervoersverslag werd niet of onvolledig ingevuld. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 27.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 35, 3° en 42, 3°.990 EUR    9.De voorgelegde ECMT vergunning wordt gebruikt voor meer dan het toegelaten aantal beladen ritten. Wet van 15 juli 2013(3) , art. 25 en 27.    K.B. van 22 mei 2014(4) , art. 311980 EUR    10.Het gecontroleerde voertuig voert een onwettig cabotagevervoer uit. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 8, tweede en derde lid.1980 EUR   per onwettig verrichte cabotagerit    11.a.Er is geen bestuurdersattest aanwezig in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.990 EUR    11.b.Er is geen bestuurdersattest aanwezig in het voertuig, maar het bestaan ervan kan onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.55 EUR    12.De voorgelegde vergunning(1) is nagemaakt of de erop voorkomende gegevens werden vervalst. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.3960 EUR    13.Het voorgelegde bestuurdersattest is nagemaakt of de erop voorkomende gegevens werden vervalst, of het bevindt zich onrechtmatig in handen van de bestuurder. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.3960 EUR    14.De bestuurder weigert de vergunning(1) voor controle over te leggen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 16, 18, 25, 26, 27 en 33, § 4, 2°, a1.3960 EUR    15.De bestuurder weigert het bestuurdersattest voor controle over te leggen. Verordening (EG) nr. 1072/2009(2) , art. 3.    Wet van 15 juli 2013(3) , art. 21 en 33, § 4, 2°, a2.3960 EUR   
  (1) Al naargelang het geval wordt in deze rubriek onder "vergunning" verstaan: het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de nationale (Belgische) vergunning, het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning, het origineel van de vergunning internationaal vervoer (of een daarmee gelijkgesteld document) of het origineel van de cabotagevergunning (of een daarmee gelijkgesteld document).
   (2) Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de toegang tot de markt van het internationaal goederenvervoer over de weg.
   (3) Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.
   (4) Koninklijk besluit van 22 mei 2014 betreffende het goederenvervoer over de weg.
   (5) In deze rubriek wordt onder vergunning verstaan: het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de Belgische nationale vergunning of van de Belgische communautaire vergunning.
  (6) De boete wordt gemoduleerd in functie van het percentage van overschrijding van de afmetingen en massa's (zie tabel in aanhangsel 1).]1 ]2

  Gewijzigd door:

  <BWG 2024-10-24/14, art. 26, 028; Inwerkingtreding : 29-12-2024>
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2014-05-22/36, art. 54, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>



Art. 1N1.[1 Bijlage 1. - Aanhangsel 1
   Overschrijding van de maximaal toegelaten massa en de maximale afmetingen.


<td colspan="4" valign="top">(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2017073107" target="_blank">2017-07-31/07</a>, art. 4, 020; Inwerkingtreding : 20-08-2017>
Percentage
  waarmee het maximum wordt overschreden
Overschrijding van de maximaal toegelaten massa en de maximale afmetingen t.g.v. de ladingOverschrijding van de maximaal toegelaten massa [<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font> t.g.v. wijzigingen aangebracht aan het voertuig[<font color="red">1</font> Overschrijding van de maximale afmetingen t.g.v. wijzigingen aangebracht aan het voertuig
    
tot 5 %66 EUR90 EUR90
    
meer dan 5 % tot 10 %330 EUR453 EUR453
    
meer dan 10 % tot 15 %616 EUR847 EUR847
    
meer dan 15 % tot 20 %880 EUR1.210 EUR1.210
    
meer dan 20 % tot 30 %1.100 EUR1.512 EUR1.512
    
meer dan 30 % tot 40 %1.232 EUR1.694 EUR1.694
    
meer dan 40 %1.364EUR1.875 EUR1.875 ]<font color="red">1</font>

  b) [5 ...]5
  (1) [2 Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voortoegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.]2

  c) [5 ...]5
  (1) De boete wordt gemoduleerd in functie van het aantal uren overschrijding van de dagelijkse rijtijd en het grootste aantal uren achtereenvolgende rusttijd in de beschouwde periode (zie tabel in aanhangsel 2).
   (2) De boete wordt gemoduleerd in functie van het aantal uren waarmee de maximaal toegestane ononderbroken rijtijd werd overschreden alvorens de bestuurder een onderbreking van in totaal 45 minuten heeft genomen en de duur van de langste aaneengesloten onderbreking tijdens de beschouwde rijtijd (zie tabel in aanhangsel 3).
   (3) Per aangevatte schijf van 30 minuten ontbrekende dagelijkse rusttijd.
   (4) Per aangevat ontbrekend uur wekelijkse rusttijd.
   (5) Per aangevat uur waarmee de toegelaten wekelijkse rijtijd wordt overschreden.
   (6) Verordening (EG) nr. 561/2006 van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad.
   (7) Europese Overeenkomst van 1 juli 1970 nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationaal vervoer over de weg.
   (8) Per ingeleid uur van de arbeidstijd die de toegelaten arbeidstijd overschrijdt.
   (9) [3 Koninklijk besluit van 17 oktober 2016 inzake de tachograaf en de rij- en rusttijden.]3]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2014-05-22/36, art. 54, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (3)<KB 2016-10-17/01, art. 50, 019; Inwerkingtreding : 24-10-2016>
  (4)<KB 2019-06-16/01, art. 3, 022; Inwerkingtreding : 06-07-2019>
  (5)<KB 2024-12-08/04, art. 16, 026; Inwerkingtreding : 01-02-2025>

Art.1N1_WAALS_GEWEST. [1 Bijlage 1. - Aanhangsel 1  ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2022-12-15/38, art. 28, 025; Inwerkingtreding : 30-04-2023>


Art.1N1_VLAAMS_GEWEST.    [1 Bijlage 1. - Aanhangsel 1   Overschrijding van de maximaal toegelaten massa en de maximale afmetingen.    Percentage  waarmee het maximum wordt overschredenOverschrijding van de maximaal toegelaten massa en de maximale afmetingen t.g.v. de lading[2 ...]2   tot 5 %66 EUR    meer dan 5 % tot 10 %330 EUR    meer dan 10 % tot 15 %616 EUR    meer dan 15 % tot 20 %880 EUR    meer dan 20 % tot 30 %1.100 EUR    meer dan 30 % tot 40 %1.232 EUR    meer dan 40 %1.364EUR (1)<KB 2017-07-31/07, art. 4, 020; Inwerkingtreding : 20-08-2017>(2)<BVR 2021-12-17/44, art. 1, 024; Inwerkingtreding : 01-03-2022>
  b) [4 Goederenvervoer over de weg - vrachtbrief]4
   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 26-06-2019, p. 65612)
  (1) [2 Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voortoegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.]2

  c) [4 Rij- en rusttijden]4
   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 26-06-2019, p. 65612)
  (1) De boete wordt gemoduleerd in functie van het aantal uren overschrijding van de dagelijkse rijtijd en het grootste aantal uren achtereenvolgende rusttijd in de beschouwde periode (zie tabel in aanhangsel 2).
   (2) De boete wordt gemoduleerd in functie van het aantal uren waarmee de maximaal toegestane ononderbroken rijtijd werd overschreden alvorens de bestuurder een onderbreking van in totaal 45 minuten heeft genomen en de duur van de langste aaneengesloten onderbreking tijdens de beschouwde rijtijd (zie tabel in aanhangsel 3).
   (3) Per aangevatte schijf van 30 minuten ontbrekende dagelijkse rusttijd.
   (4) Per aangevat ontbrekend uur wekelijkse rusttijd.
   (5) Per aangevat uur waarmee de toegelaten wekelijkse rijtijd wordt overschreden.
   (6) Verordening (EG) nr. 561/2006 van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad.
   (7) Europese Overeenkomst van 1 juli 1970 nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationaal vervoer over de weg.
   (8) Per ingeleid uur van de arbeidstijd die de toegelaten arbeidstijd overschrijdt.
   (9) [3 Koninklijk besluit van 17 oktober 2016 inzake de tachograaf en de rij- en rusttijden.]3]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2014-05-22/36, art. 54, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (3)<KB 2016-10-17/01, art. 50, 019; Inwerkingtreding : 24-10-2016>
  (4)<KB 2019-06-16/01, art. 3, 022; Inwerkingtreding : 06-07-2019>


Art. 2N1.[1 Bijlage 1 - Aanhangsel 2
   Overschrijding van de maximale dagelijkse rijtijd.


 Minder dan 3 uren (1)Van 3 uren tot minder dan 5 uren (1)Van 5 uren tot minder dan 7 uren (1)Van 7 uren tot minder dan 9 uren (1)9 uren of meer
1 uur of minder (2)132 EUR110 EUR88 EUR66 EUR44 EUR
meer dan 1 uur tot 2 uren (2)198 EUR170 EUR143 EUR115 EUR88 EUR
meer dan 2 uren tot 3 uren (2)330 EUR286 EUR242 EUR198 EUR154 EUR
meer dan 3 uren tot 5 uren (2)495 EUR418 EUR341 EUR264 EUR187 EUR
meer dan 5 uren tot 8 uren (2)968 EUR825 EUR682 EUR550 EUR418 EUR
meer dan 8 uren tot 12 uren (2)1.452 EUR1.243 EUR1.034 EUR825 EUR616 EUR
meer dan 12 uren (2)1.760 EUR1.496 EUR1.232 EUR1.001 EUR770 EUR

  (1) De langste periode van ononderbroken rusttijd in de beschouwde periode van dagelijkse rijtijd.
   (2) Het aantal uren dagelijkse rijtijd waarmee de toegelaten dagelijkse rijtijd (9 of 10 uren) wordt overschreden.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art. 3N1.[1 Bijlage 1 - Aanhangsel 3
  Overschrijding van de maximaal toegestane ononderbroken rijtijd.


 Geen onderbreking van minstens 15 minuten (1) Van 15 minuten tot minder dan 30 minuten (1)Van 30 minuten tot minder dan 45 minuten (1)
15 minuten of minder (2) 44 EUR 33 EUR 22 EUR
meer dan 15 minuten tot 30 minuten (2) 88 EUR 66 EUR 44 EUR
meer dan 30 minuten tot 1 uur (2) 132 EUR 99 EUR 66 EUR
meer dan 1 uur tot 2 uren (2) 264 EUR 198 EUR 132 EUR
meer dan 2 uren tot 3 uren (2) 440 EUR 330 EUR 220 EUR
meer dan 3 uren tot 5 uren (2) 660 EUR 495 EUR 330 EUR
meer dan 5 uren tot 8 uren (2)1.452 EUR 968 EUR 660 EUR
meer dan 8 uren (2)2.200 EUR1.606 EUR1.100 EUR

  (1) Duur van de langste aaneengesloten onderbreking tijdens de beschouwde rijtijd. Een onderbreking van minder dan 15 minuten wordt niet in aanmerking genomen.
  (2) De rijtijd waarmee de toegelaten ononderbroken rijtijd (4 u. 30) wordt overschreden.

  d) [5 ...]5
  (1) [3 Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer.]3

  [4 e) Tachograaf]4
   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 26-06-2019, p. 65612)

  Gewijzigd door:

  <KB 2024-12-08/04, art. 16, 026; Inwerkingtreding : 01-02-2025>
  (1) [3 Koninklijk besluit van 17 oktober 2016 inzake de tachograaf en de rij- en rusttijden.]3

  [5 ...]5

  [5 ...]5
  (1) [3 Van toepassing tijdens de overgangsperiode van 4 jaar, waarvan sprake in artikel 14.1 van de bijlage bij de AETR.]3

  i) [2 Reizigersvervoer over de weg - controle- en vergunningsdocumenten
   (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-07-2014, p. 53652-356558)]2

  [3 j) internationaal vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer
   (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-10-2016, p. 70773-70775).]3
  ----------
  (1) Van toepassing tijdens de overgangsperiode van 4 jaar, waarvan sprake in artikel 14.1 van de bijlage bij de AETR.
  (2) Besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en met autocars.
  (3) Besluit van de Regent van 20 september 1947 houdende algemeen reglement betreffende het geregeld vervoer, het geregeld tijdelijke vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer en het ongeregeld vervoer.
  (4) Verordening (EG) nr. 2121/98 van de Commissie van 2 oktober 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordeningen van de Raad (EEG) nr. 684/92 en (EG) nr. 12/98 aangaande de documenten voor het personenvervoer met touringcars en autobussen.
  (5) Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-07-19/77, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2014-05-22/35, art. 47, 015; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
  (3)<KB 2016-09-18/05, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 30-10-2016>
  (4)<KB 2019-06-16/01, art. 3, 022; Inwerkingtreding : 06-07-2019>
  (5)<KB 2024-12-08/04, art. 16, 026; Inwerkingtreding : 01-02-2025>

Art. N2.Bijlage 2 (formaat A5)
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 26-07-2000, p. 25544 tot 25547).
  Gewijzigd door :
  <KB 2003-12-22/48, art. 11, Inwerkingtreding : 01-03-2004; B.S. 31-12-2003, p. 62313-62317>
  <KB 2006-03-27/31, art. 10; Inwerkingtreding : 31-03-2006; B.S. 30-03-2006, p. 17999-18014>
  <KB 2006-09-01/35, art. 12; Inwerkingtreding : 06-09-2006; B.S. 06-09-2006, p. 45303-45305>
  <KB 2013-02-27/05, art. 14, 012; Inwerkingtreding : 10-09-2013>

Art. N3.<Ingevoegd bij KB 2006-03-27/31, art. 11; Inwerkingtreding : 31-03-2006> Bijlage 3.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 30-03-2006, p. 17999-18014)

  Gewijzigd bij :
  <KB 2013-02-27/05, art. 15, 012; Inwerkingtreding : 10-09-2013>