Details





Titel:

8 FEBRUARI 1999. - Decreet betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-04-1999 en tekstbijwerking tot 28-02-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Definities.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Bekwaamheidsbewijzen.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Te begeven cursussen en specificiteit van de vereiste bekwaamheidsbewijzen.
Art. 5-7
HOOFDSTUK V. - Bijkomende bepalingen.
Art. 8, 8/1, 8/2, 8/3, 9
HOOFDSTUK VI. - Afwijkingen.
Art. 10
HOOFDSTUK VII. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Afdeling I. - Wijzigende bepalingen.
Art. 11-40
Afdeling II. - Opheffingsbepalingen.
Art. 41-43
Afdeling III. - (Afwijkings- en overgangsbepalingen.) <DFG 2004-03-03/44, art. 17, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
Art. 44-48, 48bis
Afdeling IV. - Slotbepalingen.
Art. 49-50
Bijlagen.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969042204  1969043012  1969043013  1996029289  1997029343  1998029306  1999029177 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de leden van het onderwijzend personeel [1 bedoeld]1 het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
  ----------
  (1)<DFG 2022-01-27/25, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 14-09-2021>

HOOFDSTUK II. - Definities.
Art.2. Voor de toepassing van dit decreet, dient verstaan te worden onder :
  1° Wet van 19 maart 1971 : de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften;
  2° Wet van 7 juli 1970 : de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs;
  3° Decreet van 16 april 1991 : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;
  4° Decreet van 5 september 1994 : het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden;
  5° Decreet van 5 augustus 1995 : het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen;
  6° Decreet van 25 juli 1996 : het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;
  7° Decreet van 9 september 1996 : het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;
  8° Decreet van 24 juli 1997 : het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;
  9° Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 : het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen;
  10° De Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;
  11° Hogeschool : de Hogeschool bedoeld bij artikel 1, 1°, van het decreet van 5 augustus 1995;
  12° Inrichtende macht : de Inrichtende macht van een onderwijsinstelling zoals bepaald bij artikel 2 van de wet van 29 mei 1959;
  13° Overheid van de Hogeschool : de overheid van de Hogeschool bedoeld bij artikel 1, 2°, van het decreet van 5 augustus 1995;
  14° Vakante betrekking : een vakante betrekking bedoeld bij artikel 9 van het decreet van 25 juli 1996;
  15° Getuigschrift van pedagogische bekwaamheid (certificat d'aptitudes pédagogiques) : het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid bedoeld bij artikel 16 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen;
  16° Getuigschrift van pedagogische bekwaamheid (certificat d'aptitude pédagogique) : het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid bedoeld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 1994 tot goedkeuring van het verwijzingsdossier van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type van stelsel I, ter uitreiking van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid;
  17° Getuigschrift middelbare technische normaalleergangen bedoeld bij artikel 17 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen;
  18° Nuttige ervaring van het onderwijs : De nuttige ervaring van het onderwijs bestaat uit de diensten verricht in een ambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op welk niveau van onderwijs ook;
  19° Nuttige ervaring van het vak : De nuttige ervaring van het vak bestaat uit de diensten verricht ofwel in de privé- of openbare sector, ofwel in een vak of een beroep. Deze diensten dienen verband te houden met de toe te kennen leergangen;
  20° Algemene raad : de Algemene raad voor de Hogescholen, samengesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 79 van het decreet van 5 augustus 1995;
  21° Bekwaamheidsbewijzen : de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van artikel 5bis, c), van de wet van 7 juli 1970, van artikel 6 van het decreet van 5 september 1994 en van de artikelen 14 tot 19 van het decreet van 5 augustus 1995;
  22° Vereiste bekwaamheidsbewijzen de bekwaamheidsbewijzen waarvan de specificiteit bepaald is in de bijlagen 1, 2 en 3 van dit decreet;
  23° Tijdelijke voor een beperkte duur : het personeelslid dat in die hoedanigheid werd aangesteld of aangeworven overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van het decreet van 25 juli 1996;
  24° Tijdelijke voor een onbeperkte duur : het personeelslid dat in die hoedanigheid werd aangesteld of aangeworven overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van het decreet van 25 juli 1996;
  25° Benoeming of aanwerving in vast verband : de benoeming of aanwerving in vast verband uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, § 1, van het decreet van 25 juli 1996.
  (26° Toe te kennen cursus : het geheel van onderwijsactiviteiten die theoretische cursussen, toepassingsessies, praktische werkzaamheden of activiteiten voor inschakeling in het arbeidsproces kunnen zijn die voorkomen in de minimale uurregelingen, de specifieke uurregelingen en de referentie-uurregelingen, zoals bepaald bij het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen.) <DFG 2004-03-03/44, art. 15, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.3.§ 1. Voor de toepassing van dit decreet, dient verstaan te worden onder bekwaamheidsbewijzen van het hoger niveau van de derde graad :
  1° de diploma's van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, van doctor, [1 meester, licentiaat, master, ingenieur]1 of apotheker, uitgereikt overeenkomstig de wetgeving van de academische graden;
  2° de andere diploma's van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, van architect, [2 meester, ingenieur, master of licentiaat]2 uitgereikt door het hoger onderwijs van het lange type, of [3 door een examencommissie van de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 136 van het decreet van 7 november 2013]3;
  3° het diploma hoger technisch onderwijs van de derde graad;
  4° het diploma hoger kunstonderwijs van de derde graad;
  5° het diploma kunsthoger onderwijs van de derde graad;
  6° de diploma's uitgereikt door de Koninklijke militaire school, op het einde van de tweede studiecyclus.
  Voor de toepassing van dit decreet, dient te worden verstaan onder bekwaamheidsbewijzen van het hoger niveau van de tweede graad :
  1° het diploma technisch ingenieur;
  2° het universitair diploma burgerlijk conducteur;
  3° het schooldiploma of het diploma hogere technische cursussen van de tweede graad;
  4° het diploma hoger kunstonderwijs van de tweede graad.
  Voor de toepassing van dit decreet, dient verstaan te worden onder bekwaamheidsbewijzen van het hoger niveau van de eerste graad :
  1° één van de diploma's uitgereikt [3 overeenkomstig artikel 69, § 1, van het decreet van 7 november 2013]3;
  2° het schooldiploma of het diploma hogere technische cursussen van de eerste graad;
  3° het diploma hoger kunstonderwijs van de eerste graad;
  4° het diploma kunsthoger onderwijs van de eerste graad;
  5° de diploma's uitgereikt op het einde van een cyclus van drie studiejaren door de inrichtingen gerangschikt krachtens artikel 2 van de wet van 7 juli 1970 in het kunsthoger onderwijs van het korte type.
  § 2. Komen eveneens in aanmerking zoals de diploma's uitgereikt door het onderwijs met volledig leerplan :
  1° de overeenstemmende diploma's uitgereikt door het onderwijs voor sociale promotie van het lange type krachtens artikel 62 [3 ...]3 decreet van 16 april 1991;
  2° de overeenstemmende diploma's uitgereikt door het onderwijs voor sociale promotie van het korte type krachtens [3 artikel 47, eerste lid]3 van het decreet van 16 april 1991.
  ----------
  (1)<DFG 2013-07-04/04, art. 1, 016; Inwerkingtreding : 01-06-2013>
  (2)<DFG 2013-07-04/04, art. 2, 016; Inwerkingtreding : 01-06-2013>
  (3)<DFG 2022-01-27/25, art. 3, 020; Inwerkingtreding : 14-09-2021>

HOOFDSTUK III. - Bekwaamheidsbewijzen.
Art.4.§ 1. Niemand kan het ambt van hoogleraar, studiebureauchef of docent uitoefenen, als hij niet houder is van een diploma van [2 ...]2, doctor toegekend na de verdediging van een these, [2 ...]2 of als hij niet houder is van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij § 2, of als de bepalingen van § 3 hem niet werden toegepast.
  Niemand kan het ambt van bureauchef of van meester-assistent uitoefenen, als hij niet houder is van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen :
  1° een diploma van doctor in de geneeskunde, doctor in de dierengeneeskunde, apotheker, ingenieur, meester of licentiaat toegekend [3 ...]3;
  2° een diploma van architect, ingenieur of licentiaat uitgereikt door het hoger onderwijs van het lange type, of door een examencommissie voor het hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, of een bekwaamheidsbewijs waarvoor de houder een gelijkstelling heeft verkregen met een dergelijk diploma;
  3° een diploma van eindstudies uitgereikt door een inrichting voor hoger technisch onderwijs gerangschikt in de derde graad of door en inrichting voor kunstonderwijs van het hogere niveau gerangschikt in de derde graad;
  [3 4° een diploma uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 7 november 2013.]3
  Niemand kan het ambt van meester praktische opleiding uitoefenen als hij niet houder is van een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de eerste graad.
  § 2. [1 De bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de eerste paragraaf kunnen ook buitenlandse bekwaamheidsbewijzen zijn die als gelijkwaardig erkend werden met toepassing van de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften of [3 van artikel 92 van het decreet van 7 november 2013]3]1
  § 3. De Regering kan, op gunstig advies [3 van de Raad voor de hogescholen en het onderwijs voor sociale promotie]3, aannemen dat een beroeps- of wetenschappelijke bekendheid met betrekking tot het ambt en de cursussen die moeten worden toegekend, voor zich persoonlijk, als geldend bekwaamheidsbewijs zoals bedoeld bij § 1 wordt beschouwd.
  [3 De Raad voor de hogescholen en het onderwijs voor sociale promotie]3 brengt zijn advies uit op basis van door de kandidaten in te dienen dossiers. Deze dossiers bevatten inzonderheid de documenten met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen en verdiensten, de nuttige ervaring inzake vak en onderwijs, de meldingen van de wetenschappelijke verschijningen en de pedagogische werken alsook de bewijzen van verscheidene beroepservaringen.
  [3 Beroepsbekendheid is het proces dat het verkrijgen, op persoonlijke en vaste basis, van een bekwaamheidsbewijs met het oog op de toegang tot de ambten van leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen als meester praktijkopleiding of meester-assistent voor één of meer specifieke toe te kennen cursussen, toelaat.
   Wetenschappelijke bekendheid is het proces dat het verkrijgen, op persoonlijke en vaste basis, van een bekwaamheidsbewijs met het oog op de toegang tot de ambten van onderwijzend personeelslid in de hogescholen als docent voor één of meer specifieke toe te kennen cursussen, toelaat. De wetenschappelijke bekendheid staat voor een niveau van wetenschappelijke bekwaamheid dat vergelijkbaar is met dat van een doctoraat en dat een aanvulling vormt op het oorspronkelijke academische diploma van de kandidaat. Ze moet gebaseerd zijn op de wetenschappelijke productie van de kandidaat.]3
  ----------
  (1)<DFG 2009-01-23/38, art. 16, 013; Inwerkingtreding : 01-02-2009>
  (2)<DFG 2009-02-19/61, art. 46, 014; Inwerkingtreding : 15-09-2009>
  (3)<DFG 2022-01-27/25, art. 4, 020; Inwerkingtreding : 14-09-2021>

HOOFDSTUK IV. - Te begeven cursussen en specificiteit van de vereiste bekwaamheidsbewijzen.
Art.5.De specificiteit van de bekwaamheidsbewijzen vereist voor de uitoefening van het ambt van meester praktische opleiding wordt nader bepaald in de bijlage 1 bij dit besluit tegenover de te begeven cursussen.

Art.6. De specificiteit van de bekwaamheidsbewijzen vereist voor de uitoefening van het ambt van meester-assistent wordt nader bepaald in de bijlage 2 bij dit besluit tegenover de te begeven cursussen.

Art.7.De specificiteit van de bekwaamheidsbewijzen vereist voor de uitoefening van het ambt van docent [1 identiek aan deze die nader bepaald zijn in de bijlage 3 bij dit besluit tegenover de te begeven cursussen, met inachtneming van artikel 4, § 1]1 .
  ----------
  (1)<DFG 2009-02-19/61, art. 47, 014; Inwerkingtreding : 15-09-2009>

HOOFDSTUK V. - Bijkomende bepalingen.
Art.8.Voor de uitoefening van het ambt van meester praktische opleiding, veronderstelt het bekwaamheidsbewijs bedoeld bij artikel 5 een nuttige ervaring van het vak van minstens twee jaar.
  [1 De Regering bepaalt het model van de documenten waarmee rechtsgeldig een aanvraag kan worden ingediend voor de erkenning van nuttige ervaring aan de in artikel 8/1 aangestelde Commissie.]1
  ----------
  (1)<DFG 2021-07-19/12, art. 74, 019; Inwerkingtreding : 09-09-2021>

Art. 8/1. [1 Een wordt commissie ingericht voor de erkenning van de nuttige ervaring, hierna de Commissie genoemd.
   De Commissie beslist rechtsgeldig of:
   1. de prestaties die door de kandidaat voor benoeming of tijdelijke aanstelling als docent praktische vorming in een hogeschool worden geattesteerd of aangegeven, de nuttige ervaring vormen in de zin van artikel 8 van dit decreet en in artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs;
   2. de prestaties die door de kandidaat voor benoeming of tijdelijke aanstelling in de functie van meesterassistent belast met het administratieve en juridisch beheer van de hogeschool of in die van meesterassistent belast met het financieel en boekhoudkundig beheer van de hogeschool, de nuttige ervaring vormen in de zin van artikel 7bis, § 3, 4, van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2021-07-19/12, art. 75, 019; Inwerkingtreding : 01-02-2020>


Art. 8/2. [1 § 1. De Commissie is samengesteld als volgt:
   1. een voorzitter en zijn plaatsvervanger: een beambte van ten minste rang 10 van de diensten van de Regering;
   2. de volgende leden:
   a) een werkend lid en zijn plaatsvervanger, titularissen van een graad gerangschikt in één van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie van het personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
   b) een werkend lid en zijn plaatsvervanger, titularissen van een graad die gerangschikt is in één van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs;
   c) drie leden en hun plaatsvervangers, gekozen onder de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel in de Hogescholen en voorgedragen door de Algemene Raad van de Hogescholen, waarbij ieder net over minstens één mandaat beschikt;
   d) drie leden en hun plaatsvervangers die de vakbonden vertegenwoordigen die zetelen binnen het Comité voor sector IX of het Comité van de plaatselijke en provinciale openbare diensten, 2e afdeling; zij worden aangeduid door hun respectieve vakbondsorganisatie onder de vastbenoemde of aangeworven personeelsleden. Het SLFP (VSOA), de FSCSP (FCSOD) en de CGSP (ACOD) beschikken elk over ten minste één mandaat.
   De voorzitter en zijn plaatsvervanger, de werkende leden en plaatsvervangende leden worden aangesteld voor een hernieuwbare termijn van vier jaar.
   § 2. De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris en plaatsvervangend secretaris die aangeduid zijn onder de personeelsleden van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap.
   De secretaris en de plaatsvervangend secretaris hebben geen stemrecht.
   § 3. De Commissie stelt zijn huishoudelijk reglement op.
   § 4. De Commissie kan de mening van experts vragen.
   § 5. Het mandaat van de voorzitters en leden is kosteloos. Ze hebben recht op de reglementaire vergoedingen voor de reis- en verblijfskosten.
   § 6. De experts waarvan sprake in § 4 met een administratieve standplaats buiten Brussel hebben recht op een vergoeding van hun reis- en verblijfskosten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2021-07-19/12, art. 75, 019; Inwerkingtreding : 01-02-2020>


Art. 8/3. [1 § 1. Iedereen die het besluit van de Commissie opvraagt, moet het verzoek sturen via aangetekend schrijven per post of via e-mail en gericht aan de voorzitter van de Commissie, Administration générale de l'Enseignement, Espace 27 septembre, Leopold II-laan 44 te 1080 Brussel.
   Het verzoek moet alle elementen bevatten waarmee de Commissie met kennis van zaken een besluit kan nemen, evenals alle stukken waarmee deze elementen gecontroleerd kunnen worden.
   § 2. De Commissie neemt een besluit en houdt daarbij rekening met, voor de toe te kennen cursus(sen) in de zin van dit decreet, de door de kandidaat verstrekte diensten, ofwel in een familiebedrijf of in het kader van activiteiten die hij voor eigen rekening heeft uitgevoerd, ofwel in een openbare of private dienst of instelling, ofwel in een vak of beroep.
   § 3. Iedereen die een verzoek tot erkenning van de nuttige ervaring indient, kan door de Commissie worden gehoord, als deze laatste dit wenst.
   § 4. De Commissie beraadslaagt rechtsgeldig als ten minste de helft van de leden aanwezig is.
   De beslissingen worden genomen bij absolute meerderheid van de aanwezige leden. In het geval van staking der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
   Elk werkend lid dat niet op een vergadering aanwezig kan zijn, licht de voorzitter hierover in en vraagt zijn plaatsvervanger om te zetelen.
   § 5. Binnen de vier maanden na ontvangst van de vraag, doet de Commissie het volgende:
   - ofwel erkent ze de nuttige ervaring van het vak zoals gedefinieerd in artikel 8 van dit decreet, in artikel 7bis van het decreet van 25 juli 1996 en in artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs;
   - ofwel deelt ze de kandidaat via aangetekende brief per post of via e-mail mee dat ze deze nuttige ervaring niet zal erkennen. De kandidaat beschikt vervolgens over een termijn van vijftien werkdagen vanaf de kennisgeving om bij de Commissie beroep aan te tekenen. In dit geval moet de Commissie haar besluit binnen de zes maanden na ontvangst van de oorspronkelijke vraag te kennen geven.
   De in het vorig lid voorziene termijnen worden opgeschort in de maanden juli en augustus.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2021-07-19/12, art. 75, 019; Inwerkingtreding : 01-02-2020>


Art.9. § 1. Niemand kan in vast verband benoemd of aangeworven zijn in het ambt van meester praktische opleiding, meester-assistent of docent, als hij niet het bewijs kan leveren van een nuttige ervaring in het onderwijs van minstens zes jaar.
  De laatste drie jaren dienen gepresteerd te zijn in één van de ambten bedoeld bij artikel 5 van het decreet van 25 juli 1996 binnen een hogeschool die onder de inrichtende macht waarbij de benoeming of de aanwerving in vast verband geschiedt, ressorteert.
  Voor de berekening van de drie jaren of van de zes jaren bedoeld bij lid 1, worden de diensten verleend in een ambt met onvolledige prestaties in aanmerking genomen evenals de diensten verleend in een ambt met volledige prestaties.
  § 2. (Het personeelslid bedoeld in § 1, lid 1, met uitzondering van de meesterassistenten belast met het administratief en juridisch beheer en de meesterassistenten belast met het financieel en boekhoudkundig beheer, moet houder zijn van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid voor het hoger onderwijs, bepaald bij het decreet van 17 juli 2002.) <DFG 2002-07-17/40, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2002>

HOOFDSTUK VI. - Afwijkingen.
Art.10.§ 1. Bij gebrek, behoorlijk vastgesteld [1 ...]1, aan kandidaten met de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij dit decreet, kan de Regering, op eensluidend en met redenen omkleed advies van de [1 Inrichtende macht]1, en een afwijking van de voorwaarden inzake vereiste bekwaamheidsbewijzen voor één persoon afzonderlijk, toestaan. [1 De Inrichtende macht]1 beslist op basis van dossiers die door de kandidaten moeten worden ingediend. Deze dossiers omvatten inzonderheid de documenten met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen en verdiensten, de nuttige ervaring van het bak en van het onderwijs, de vermeldingen van de wetenschappelijke publicaties alsook de bewijzen van verscheidene beroepservaringen. [1 De Inrichtende macht is verplicht de afwezigheid van een kandidaat met de vereiste kwalificaties ter ondersteuning van de aanstelling of indienstneming te bevestigen door overlegging van een door de regionale diensten voor arbeidsvoorziening verstrekt getuigschrift]1. Indien de afwijking niet wordt toegekend, zal de inrichtende macht rechtstreeks een einde stellen aan het ambt van de tijdelijke.
  In afwijking van artikel 10, lid 1, van het decreet van 25 juli 1996, wordt het hernieuwen van de aanstelling of de werving voor bepaalde tijd niet beperkt tot een academiejaar, voor zover het gebrek vastgesteld wordt overeenkomstig lid 1 op het begin van elk academiejaar.
  Deze afwijkingen geven noch aanleiding tot een aanstelling of een aanwerving als tijdelijke voor onbepaalde tijd noch tot een benoeming of aanwerving in vast verband.
  § 2. Naast de meldingen bedoeld bij de artikelen 30, lid 1, 133, lid 2, en 215, lid 1, van het voornoemd decreet van 24 juli 1997, bevat elke akte van aanstelling of aanwerving krachtens paragraaf 1 een vermelding van de regel opgenomen in lid 3 van dezelfde paragraaf.
  ----------
  (1)<DFG 2022-01-27/25, art. 5, 020; Inwerkingtreding : 14-09-2021>

HOOFDSTUK VII. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Afdeling I. - Wijzigende bepalingen.
Art.11. In artikel 4quater, lid 1, 3° van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 ingevoegd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 augustus 1996, worden de woorden " of in het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap " ingevoegd tussen de woorden " te bepalen met welk(e) bekwaamheidsbewijs(zen), bepaald in hoofdstuk II van dit besluit " en de woorden " , zij overeenstemmen ".

Art.12. Artikel 9, lid 2, van het decreet van 25 juli 1996 wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " De in artikel 8 bepaalde bekendmaking omvat de bijzonderheden van de betrokken betrekking : het ambt zoals vermeld in artikel 5 en de opdracht zoals bepaald in artikel 7, § 1, lid 3, worden nauwkeurig omschreven alsook, voor de ambten van rang 1, de te begeven cursussen zoals bedoeld bij de bijlagen 1, 2 en 3 van het decreet van 9 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.13. Artikel 12, § 1, 3° van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 3° houder zijn van een van de vereiste bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.14. Artikel 12, § 1, 8° van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 8° aan de voorwaarde inzake nuttige ervaring van het onderwijs bedoeld bij artikel 9, § 1, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.15. Artikel 2, 24°, van het decreet van 24 juli 1997 wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " 24° Uitbreiding van opdracht : Voor de ambten van rang 1, de procedure volgens welke de inrichtende macht de opdracht van een in vast verband benoemd of aangeworven personeelslid, of van een personeelslid dat tijdelijk aangesteld of aangeworven werd voor onbepaalde tijd, uitbreidt in hetzelfde ambt en dezelfde te begeven cursussen ten hoogste voor een volledige opdracht, respectievelijk in vast verband of tijdelijk voor onbepaalde tijd, met inachtneming van artikel 31 van het decreet van 9 september 1996.
  Voor de ambten van rang 2, de procedure volgens welke de inrichtende macht de opdracht van een personeelslid in hetzelfde ambt definitief uitbreidt, ten hoogste voor een volledige opdracht. ".

Art.16. Artikel 2, 26°, van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " 26° Te begeven cursussen : de cursussen waarin de inrichtende macht wenst te voorzien met inachtneming van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.17. Er wordt een artikel 20bis, luidend als volgt, ingevoegd :
  " Artikel 20bis. De Raad van bestuur bepaalt de cursus waaronder, volgens de wetgeving met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen, ieder bestanddeel van het programma van de studies ingericht in de betrokken hogeschool ressorteert. ".

Art.18. In artikel 24, § 2, lid 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden " de bekwaamheidsbewijzen " vervangen door de woorden " de vereiste bekwaamheidsbewijzen ".

Art.19. Artikel 28, 1°, van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " 1° het ambt en de opdracht bedoeld bij artikel 7, § 1, van het decreet van 25 juli 1996. ".

Art.20. In artikel 29, § 2, lid 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden " volgens de te begeven cursussen " vervangen door de woorden : " volgens de bij artikel 28, 1°, bedoelde opdracht ".

Art.21. In titel II, hoofdstuk II, van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling III vervangen door het volgende opschrift :
  " Afdeling III : De benoeming in vast verband, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, het gedeeltelijk opdrachtverlies, de overplaatsing en de opdrachtuitbreiding. ".

Art.22. In artikel 35 van hetzelfde decreet, waarvan huidig lid 1 paragraaf 1 wordt en huidig lid 2 paragraaf 2, wordt paragraaf 2 met volgend lid aangevuld :
  " Wanneer een personeelslid met een gedeeltelijk opdrachtverlies zich kandidaat stelt voor een vacante betrekking in het ambt waarin het vast benoemd werd, maar voor andere te begeven cursussen waarvoor hij houder is van een vereist bekwaamheidsbewijs ofwel waarvoor het een beroeps- of wetenschappelijke bekendheid heeft verkregen, en wanneer de betrekking bedoeld bij artikel 22 hem wordt toegekend, wordt het personeelslid onmiddellijk definitief titularis van deze te begeven cursussen. ".

Art.23. In titel II, hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde decreet, wordt een onderafdeling IV ingelast waarin een artikel 40bis vervat is, luidend als volgt :
  " Onderafdeling IV : De opdrachtuitbreiding.
  Artikel 40bis. Met inachtneming van artikel 31 van het decreet van 9 september 1996, wanneer de betrekking bedoeld bij artikel 22 toegekend is bij uitbreiding van de opdracht in hetzelfde ambt en in dezelfde te begeven cursussen waarvoor het personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt, geschiedt deze opdrachtuitbreiding, naargelang het geval, onmiddellijk in vast verband of als tijdelijke voor een onbepaalde tijd. ".

Art.24. Artikel 91 van hetzelfde decreet wordt met de volgende bepaling aangevuld :
  " 15° wanneer op het einde van het zesde academiejaar dat volgt op de datum van zijn eerste aanwijzing voor het ambt en de te begeven cursussen, het personeelslid dat niet titularis is van een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 9, § 2, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.25. Artikel 95 van hetzelfde decreet wordt met de volgende bepaling aangevuld :
  " 14° wanneer op het einde van het zesde academiejaar dat volgt op de datum van zijn eerste aanwijzing voor het ambt en de te begeven cursussen, het personeelslid dat niet titularis is van een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 9, § 2, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.26. Er wordt een artikel 124bis, luidend als volgt, ingevoegd in titel III, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet :
  " Artikel 124bis. De inrichtende macht bepaalt de cursus waaronder, volgens de wetgeving met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen, ieder bestanddeel van het programma van de studies ingericht door haar ressorteert. ".

Art.27. Artikel 131, 1° van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " 1° het ambt en de bij artikel 7, § 1, van het decreet van 25 juli 1996 bedoelde opdracht; ".

Art.28. In titel III, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling III vervangen door het volgend opschrift :
  " Afdeling III : De aanwerving in vast verband, de terbeschikkingstelling bij ontstentenis van betrekking, het gedeeltelijk opdrachtverlies, de overplaatsing en de opdrachtuitbreiding. ".

Art.29. In artikel 138 van hetzelfde decreet, waarvan huidig lid 1 paragraaf 1 wordt en lid 2 paragraaf 2, wordt paragraaf 2 aangevuld met volgend lid :
  " Wanneer een personeelslid met een gedeeltelijk opdrachtverlies zich kandidaat stelt voor een vacante betrekking in het ambt waarin het vast benoemd werd, maar voor andere te begeven cursussen waarvoor hij houder is van een vereist bekwaamheidsbewijs ofwel waarvoor het een beroeps- of wetenschappelijke bekendheid heeft verkregen, en wanneer de betrekking bedoeld bij artikel 125 hem wordt toegekend, wordt het personeelslid onmiddellijk definitief titularis van deze te begeven cursussen. ".

Art.30. In titel III, hoofdstuk III, afdeling III, van hetzelfde decreet, wordt een onderafdeling IV ingevoegd waarin een artikel 143bis vervat is, luidend als volgt :
  " Onderafdeling IV : De opdrachtuitbreiding.
  Artikel 143bis. Met inachtneming van artikel 31 van het decreet van 9 september 1996, wanneer de betrekking bedoeld bij artikel 125 toegekend is bij uitbreiding van de opdracht in hetzelfde ambt en in dezelfde te begeven cursussen waarvoor het personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt, geschiedt deze opdrachtuitbreiding, naargelang het geval, onmiddellijk in vast verband of als tijdelijke voor onbepaalde tijd. ".

Art.31. Artikel 185 van hetzelfde decreet wordt met de volgende bepaling aangevuld :
  " 15° wanneer op het einde van het zesde academiejaar dat volgt op de datum van zijn eerste aanwerving voor het ambt en de te begeven cursussen, het personeelslid dat niet titularis is van een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 9, § 2, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.32. Artikel 189 van hetzelfde decreet wordt met de volgende bepaling aangevuld :
  " 14° wanneer op het einde van het zesde academiejaar dat volgt op de datum van zijn eerste aanwerving voor het ambt en de te begeven cursussen, het personeelslid dat niet titularis is van één van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 9, § 2, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.33. Er wordt een artikel 206bis, luidend als volgt, ingevoegd in titel IV, hoofdstuk II, van hetzelfde decreet :
  " Artikel 206bis. De inrichtende macht bepaalt de cursus waaronder, volgens de wetgeving met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen, ieder bestanddeel van het programma van de studies ingericht in de betrokken hogeschool ressorteert.".

Art.34. Artikel 213, 1° van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " 1° het ambt en de bij artikel 7, § 1, van het decreet van 25 juli 1996 bedoelde opdracht; ".

Art.35. In titel IV, hoofdstuk II, van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling III vervangen door het volgend opschrift :
  " Afdeling III : De vaste benoeming, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, het gedeeltelijk opdrachtverlies, de overplaatsing en de opdrachtuitbreiding. ".

Art.36. In artikel 220 van hetzelfde decreet, waarvan huidig lid 1 paragraaf 1 wordt en huidig lid 2 paragraaf 2, wordt paragraaf 2 met volgend lid aangevuld :
  " Wanneer een personeelslid met een gedeeltelijk opdrachtverlies zich kandidaat stelt voor een vacante betrekking in het ambt waarin het vast benoemd werd, maar voor andere te begeven cursussen waarvoor hij houder is van een vereist bekwaamheidsbewijs ofwel waarvoor het een beroeps- of wetenschappelijke bekendheid heeft verkregen, en wanneer de betrekking bedoeld bij artikel 207 hem wordt toegekend, wordt het personeelslid onmiddellijk titularis van deze definitief te begeven cursussen. ".

Art.37. In titel IV, hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde decreet, wordt een onderafdeling IV ingelast waarin een artikel 224bis vervat is, luidend als volgt :
  " Onderafdeling IV : De opdrachtuitbreiding.
  Artikel 224bis. Met inachtneming van artikel 31 van het decreet van 9 september 1996, wanneer de betrekking bedoeld bij artikel 207 toegekend is bij uitbreiding van de opdracht in hetzelfde ambt en in dezelfde te begeven cursussen waarvoor het personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt, geschiedt deze opdrachtuitbreiding, naargelang het geval, onmiddellijk in vast verband of als tijdelijke voor onbepaalde tijd. ".

Art.38. Artikel 264 van hetzelfde decreet wordt met de volgende bepaling aangevuld :
  " 15° wanneer op het einde van het zesde academiejaar dat volgt op de datum van zijn eerste aanwijzing voor het ambt en de te begeven cursussen, het personeelslid dat niet titularis is van een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 9, § 2, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. "

Art.39. Artikel 268 van hetzelfde decreet wordt met de volgende bepaling aangevuld :
  " 14° wanneer op het einde van het zesde academiejaar dat volgt op de datum van zijn eerste aanwijzing voor het ambt en de te begeven cursussen, het personeelslid dat niet titularis is van een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 9, § 2, van het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. ".

Art.40. Artikel 7 van het decreet van 30 juni 1998 tot instelling van het hoger onderwijs van het lange type in de kinesitherapie binnen de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " Art. 7. § 1. In afwijking van artikel 10 van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, worden de meesters-assistenten en de meesters inzake opleiding die titularis zijn van een diploma bedoeld bij artikel 10, §§ 2 en 3, van deze wet en die aangeworven werden vóór 1 oktober 1998 in het onderwijs dat in het paramedisch hoger onderwijs met volledig leerplan tot het diploma van gegradueerde in de kinesitherapie leidt, voor zich persoonlijk en voor de toepassing van artikel 10 van de voornoemde wet van 7 juli 1970 enkel, geacht over de bekwaamheidsbewijzen te beschikken om in het hoger onderwijs van het lange type les te geven.
  De geldelijke en rechtspositie van de personeelsleden bedoeld bij lid 1 wordt niet gewijzigd.
  Deze paragraaf is van toepassing gedurende het academiejaar 1998-1999.
  § 2. Tot 14 september 2001, kan de inrichtende macht, overeenkomstig de geldende bepalingen, personeelsleden tijdelijk aanstellen of aanwerven, die houder zijn van de bekwaamheidsbewijs van gegradueerde in de kinesitherapie uitgereikt door een hogeschool ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of door een examencommissie ingesteld door de Regering van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig artikel 43 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, voor het ambt van meester praktische opleiding voor de te begeven cursussen in kinesitherapie. ".

Afdeling II. - Opheffingsbepalingen.
Art.41.Worden niet van toepassing op de personeelsleden die onderworpen zijn aan dit decreet :
  1° artikel 10, §§ 1 tot 8, van de wet van 7 juli 1970;
  2° artikel 17, § 4, van de wet van 7 juli 1970;
  3° de artikelen 10, 11 en 12 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969;
  4° het ministerieel besluit van 30 april 1969 tot vaststelling van de algemene vakken, bijzondere vakken, technische vakken en beroepspraktijk in de normaalscholen voor kleuteronderwijzeressen waarvan de onderwijstaal de Franse taal of de Duitse taal is;
  5° het ministerieel besluit van 30 april 1969 tot vaststelling van de algemene vakken, bijzondere vakken, technische vakken en beroepspraktijk in de lagere normaalscholen waarvan de onderwijstaal de Franse taal of de Duitse taal is;
  6° het ministerieel besluit van 30 april 1969 tot vaststelling van de algemene vakken, bijzondere vakken, technische vakken en beroepspraktijk in de middelbare normaalscholen waarvan de onderwijstaal de Franse taal of de Duitse taal is.

Art.42. Opgeheven worden :
  1° het ministerieel besluit van 30 april 1969 waarbij de bekwaamheidsbewijzen gespecificeerd worden die vereist zijn om het ambt uit te oefenen van meester-assistent (algemene vakken) in de normaalscholen voor kleuteronderwijzeressen waar het Frans de onderwijstaal is;
  2° het ministerieel besluit van 30 april 1969 waarbij de bekwaamheidsbewijzen gespecificeerd worden die vereist zijn om het ambt uit te oefenen van meester-assistent in de normaalscholen voor kleuteronderwijzeressen waar het Frans de onderwijstaal is;
  3° de artikelen 3, leden 2 en 3, 4, 34, 38, lid 1, 39, 40 en 48 van het decreet van 25 juli 1996;
  4° de artikelen 298, 315 en 320, 1° en 2° van het decreet van 24 juli 1997.

Art.43. In de bijlage 1 bij dit decreet, wordt de melding " kinesitherapie : het diploma van gegradueerde in de kinesitherapie " opgeheven.

Afdeling III. - (Afwijkings- en overgangsbepalingen.)
Art.44. Voor de toepassing van dit decreet, worden de universitaire bekwaamheidsbewijzen toegekend overeenkomstig de bepalingen die geldig waren voor de toepassing van het decreet van 5 september 1994, gelijkgesteld met de academische graden bepaald bij artikel 6, §§ 1, 2 en 6 van dit decreet.
  Voor de toepassing van dit decreet, worden de bekwaamheidsbewijzen toegekend overeenkomstig de bepalingen die geldig waren voor de toepassing van het decreet van 5 augustus 1995, gelijkgesteld met de bekwaamheidsbewijzen toegekend in het niet-universitair hoger onderwijs overeenkomstig hoofdstuk III van dit decreet.

Art.45. § 1. De personeelsleden die, vóór de inwerkingtreding van dit decreet, voor onbepaalde tijd tijdelijk aangesteld of aangeworven werden alsook de personeelsleden die benoemd of aangeworven werden in vast verband voor dezelfde datum, worden geacht, naargelang het geval, tijdelijk aangesteld of aangeworven voor onbepaalde tijd, of benoemd of aangeworven in vast verband te zijn geweest voor de cursussen bedoeld in de bijlagen bij dit decreet die overeenstemmen met de door hen verrichte prestaties.
  De personeelsleden bedoeld bij lid 1 blijven de baremaschaal genieten die op hen toepasselijk was voor de inwerkingtreding van dit besluit.
  § 2. De personeelsleden die, voor de inwerkingtreding van dit besluit, voor bepaalde tijd tijdelijk aangesteld of aangeworven werden, worden geacht tijdelijk aangeworven te zijn voor bepaalde tijd voor de cursussen bedoeld in de bijlagen bij dit decreet die overeenstemmen met de door hen verrichte prestaties.
  Zij blijven de baremaschaal genieten die op hen toepasselijk was voor de inwerkingtreding van dit decreet.

Art.46. De personeelsleden die tijdelijk aangesteld of aangeworven werden voor de inwerkingtreding van dit decreet terwijl er geen specificiteit nader bepaald werd met toepassing van de wet van 7 juli 1970, kunnen in vast verband benoemd of aangeworven worden in afwijking van de bepalingen van hoofdstuk IV van dit decreet, waarbij onder ambt waarvoor het personeelslid over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt, verstaan wordt, de specificiteit die hij gedoceerd heeft in het niet-universitair hoger onderwijs gedurende minstens 240 dagen verdeeld over minimum twee academiejaren. (Die maatregel is eveneens van toepassing op de personeelsleden die gedurende het academiejaar 1998-1999 de vereiste bekwaamheidsbewijzen volgens de vroegere regeling hebben verworven.) <DFG 2004-03-03/44, art. 16, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  In afwijking van artikel 9, § 2, lid 1, de personeelsleden die voor onbepaalde tijd tijdelijk aangesteld of aangeworven werden voor de inwerkingtreding van dit decreet, worden vrijgesteld van de voorwaarde van pedagogisch bekwaamheidsbewijs om in vast verband benoemd of aangeworven te zijn in een ambt van meester praktische opleiding, meester-assistent of docent.
  (In afwijking van artikel 9, § 2, worden de leermeesters praktische vorming, de meesterassistenten en de docenten in functie in een hogeschool als tijdelijken tussen 1 februari 1999 en 1 september 2002 geacht te voldoen aan de voorwaarden inzake de vereiste bekwaamheidsbewijzen om in vast verband benoemd of aangeworven te worden indien ze houder zijn van een van de volgende pedagogische bekwaamheidsbewijzen : diploma van onderwijzer(es) voorschools onderwijs, het diploma van onderwijzer(es) lager onderwijs, geaggregeerde lager secundair onderwijs, geaggregeerde hoger secundair onderwijs, geaggregeerde hoger onderwijs, getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, getuigschrift van gemiddelde technische normale cursussen of diploma van pedagogische bekwaamheid.) <DFG 2002-07-17/40, art. 19, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  (In afwijking van artikel 8, lid 1, wordt er een nuttige vakervaring van ten minste een jaar vereist voor de leden van het tijdelijk personeel die gewerkt hebben in de hogescholen vóór de inwerkingtreding van dit decreet.) <DFG 1999-05-31/40, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 01-02-1999>
  (In afwijking van artikel 8, eerste lid, is geen enkele relevante beroepservaring vereist voor de tijdelijke personeelsleden die voor de inwerkingtreding van dit decreet de lessen kantoorautomatisering, snit en naad of gezinshuishoudkunde in de Hogescholen hebben onderwezen (, alsook de bibliothecarissen van de categorie van het opvoedend hulppersoneel die voor de oprichting van de Hogescholen in dienst zijn getreden).) <DFG 2000-07-20/45, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2000> <DFG 2004-03-03/44, art. 16, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  (De personeelsleden die tijdelijk werden aangesteld of aangeworven voor onbepaalde duur in afwijking van de bekwaamheidsbewijzen vereist in naleving van de bepalingen van artikel 313 van het decreet van 24 juli 1997 kunnen in vast verband worden benoemd of aangeworven in afwijking van artikel 12, 3° van het decreet van 25 juli 1996.) <DFG 1999-05-31/40, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 01-02-1999>
  (In afwijking van artikel 4, § 1, tweede lid en van artikel 6, behouden de personeelsleden die vóór 1 februari 1999 in dienst waren en waarvan de cursussen stenotypie, hotelbedrijf of audiologie, cursussen waarvoor er geen universitair curriculum bestaat, als " technische cursussen " volgens de vroegere regeling gerangschikt waren, individueel hun recht op benoeming of aanstelling in vast verband als meesterassistent, zonder bepaling van de toe te kennen cursus, of op uitbreiding van hun benoeming of aanstelling in vast verband.) <DFG 2004-03-03/44, art. 16, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.47. De personeelsleden die vastbenoemd werden na een tijdelijke aanstelling met toepassing van artikel 20 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoeden hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, de personeelsleden die in vast verband benoemd of aangeworven werden in toepassing van artikel 17bis van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, alsook de personeelsleden die vast benoemd of aangeworven werden bij toepassing van artikel 315 van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden geacht aan de voorwaarden inzake bekwaamheidsbewijzen te voldoen zoals ze vastgesteld worden door dit decreet voor het verkrijgen van een opdrachtuitbreiding.

Art.48.[1 § 1.] In afwijking van de bepalingen van dit decreet en inzonderheid van zijn bijlagen 1 en 2, behouden de personeelsleden bedoeld bij artikel 7 van het decreet van 30 juni 1998 tot instelling van het hoger onderwijs van het lange type in de kinesitherapie binnen de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, die meesters praktische opleiding zijn, voor zich persoonlijk, dit ambt.
  [1 § 2. De personeelsleden die tijdelijk aangewezen of aangeworven zijn overeenkomstig, naargelang het geval, de bepalingen van artikel 5 of artikel 6 en met inachtneming van de opschriften van de te begeven cursussen en van de eerder bepaalde bekwaamheidsbewijzen, worden geacht te voldoen aan de vereisten van deze bekwaamheidsbewijzen, zoals bedoeld, naargelang het geval, in de bijlagen 1 en 2 bij dit decreet.
   De bij het eerste lid bedoelde personeelsleden worden geacht aan de bij bijlage 2 bij dit decreet eerder bepaalde voorwaarden inzake bekwaamheidsbewijzen te voldoen, wanneer de examencommissies bedoeld in dezelfde bijlage niet ingericht worden.
   § 3. De personeelsleden die vast benoemd of aangeworven werden overeenkomstig de voorwaarden inzake bekwaamheidsbewijzen zoals ze eerder bepaald waren, worden geacht aan de voorwaarden inzake bekwaamheidsbewijzen te voldoen, zoals bedoeld, naargelang het geval, in de bijlagen 1 en 2 bij dit decreet.]1
  [2 § 4. In afwijking van de bepalingen van artikel 4, § 1, kunnen de doctoren in de geneeskunde, doctoren in de diergeneeskunde, apothekers, ingenieurs of geaggregeerden van het hoger onderwijs die deeltijds verworven zijn in een ambt van hoogleraar of docent vóór 15 september 2009, aanspraak maken op een deeltijdse aanstelling in het ambt dat zij bekleden. De doctoren in de geneeskunde, doctoren in de diergeneeskunde, apothekers, ingenieurs of geaggregeerden van het hoger onderwijs die in vast verband benoemd of verworven zijn in een ambt van meester-assistent vóór 15 september 2009, aanspraak maken op een aanstelling in het ambt docent. ]2
  ----------
  (1)<DFG 2009-02-19/61, art. 48, 014; Inwerkingtreding : 15-09-2009>
  (2)<DFG 2012-03-23/05, art. 8, 015; Inwerkingtreding : 15-09-2011>

Art. 48bis. [1 Wanneer een lid van het onderwijzend personeel voor bepaalde of onbepaalde tijd aangesteld of tijdelijk aangewezen wordt als meester praktijkopleiding, meester-assistent of docent bij een "andere te verlenen cursus" en een te verlenen cursus met een vergelijkbaar opschrift en de overeenkomstige vereiste bekwaamheidsbewijzen wordt opgericht, wordt hij onmiddellijk de houder van deze tijdelijk te verlenen cursus voor bepaalde of onbepaalde tijd.
   Het personeelslid behoudt alle rechten die hij in het kader van de voormalige cursus heeft verworven, met inbegrip van de dienstanciënniteit en de geldelijke anciënniteit.
   Wanneer het lid van het onderwijzend personeel vóór het academiejaar 2021-2022 in vaste dienst is benoemd of aangeworven als meester praktijkopleiding, meerster-assistent of docent in een "andere te begeven cursus" en er een te verlenen cursus met een vergelijkbaar opschrift en de overeenkomstige vereiste bekwaamheidsbewijzen wordt opgericht, wordt hij onmiddellijk de houder van deze in vast verband te verlenen cursus.
   De erkenning van de beroeps- of wetenschappelijke bekendheid die aan dat lid van het onderwijzend personeel zou zijn verleend, wordt geacht te zijn verleend voor de nieuwe categorie "te verlenen cursussen" waarvoor hij in toepassing van het vorige lid de houder in vast verband is geworden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2022-01-27/25, art. 7, 020; Inwerkingtreding : 14-09-2021>


Afdeling IV. - Slotbepalingen.
Art.49. De Regering kan de wets-, decreet- en verordeningsbepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs ingericht binnen de hogescholen alsook de bepalingen die deze expliciet of impliciet gewijzigd zouden hebben wanneer deze coördinatie plaatsvindt, coördineren.
  Daartoe kan zij :
  1° de orde, de nummering en, in het algemeen, de voorstelling van de te coördineren bepalingen wijzigen, in andere afdelingen;
  2° de refertes vervat in de te coördineren bepalingen wijzigen om deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe nummering;
  3° de verwoording van de te coördineren bepalingen te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen en een uniforme terminologie te verkrijgen, zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de principes ingeschreven in deze bepalingen.
  De coördinatie zal als opschrift hebben :
  " Decreet betreffende het hoger onderwijs ingericht binnen de hogescholen gecoördineerd op... ".

Art.50. Dit decreet treedt in werking op 1 februari 1999, met uitzondering van artikel 3, § 2, 1°, waarvoor de datum van inwerkingtreding door de Regering wordt bepaald en met uitzondering van artikel 43 dat op 15 september 2001 in werking treedt.

Bijlagen.
Art. N1. BIJLAGE 1. (Voor het up-to-date van die tabel, zie franse versie)


Toe te kennen cursussenVereiste bekwaamheidsbewijzen
`` Architecture des jardinsle diplôme de gradué en architecture des jardins
  
[Art, culture et Technique artistiquea. [...]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
 b. [...]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
 ou
 c. un diplôme d`enseignement supérieur artistique de type court,]
 <DFG 2001-07-12/36, art. 1, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2001>
 [ou
 un diplôme de gradué de la catégorie arts appliqués]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Assistant en psychologiele diplôme de gradué en assistant en psychologie
  
  
  
[Audiologiea. le diplôme de gradué en audiologie
 b. le diplôme de gradué en logopédie]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Bibliothéconomiele diplôme de bibliothécaire documentaliste
  
Bureautiquea. le diplôme d`agrégé de l`enseignement secondaire inférieur (sécrétariat ou commerce);
 [le diplôme d`agrégé de l`enseignement secondaire inférieur (sciences économiques et sciences économiques appliquées) ou]
 <DFG 2003-11-19/39, art. 32, 009; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2004>
 b. le diplôme d`agrégé de l`enseignement secondaire inférieur completé par le diplôme de professeur de sténographie et de dactylographie dans les établissements d`enseignement moyen, technique ou normal de l`Etat délivre par le jury institue par le Gouvernement;
 ou
 c. le diplôme d`instituteur primaire complété par le diplôme de professeur de sténographie et de dactylographie susvisé;
 ou
 d. le diplôme d`école ou de cours techniques supérieurs du premier degré Secrétariat ou commerce).
 [<font color="red">3</font> e. het diploma van stenotypiste en typiste - tekstverwerking in de inrichtingen voor secundair onderwijs en hoger onderwijs van het korte type uitgereikt door een examencommissie van de Franse Gemeenschap.]<font color="red">3</font>
Communicationle diplôme de gradué en communication
 [ou
 le diplôme de gradué en techniques de la photographie
 ou
 le diplôme de gradué en techniques de cinématographie]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
[Constructiona. le diplôme de gradué en construction]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Coupe et couturea. le diplôme d`agrégé de l`enseignement secondaire inférieur (coupe et couture);
 ou
 b. le diplôme de régent d`ouvrages manuels délivré conformément aux dispositions de l`arrêté royal du 20 decembre 1932 portant le règlement et le programme des cours et examens de régente d`économie domestique et de régents d`ouvrages manuels dans les établissements d`enseignement moyen et normal de l`Etat,
 [ou
 c. le diplôme d`agrégé de l`enseignement sécondaire inférieur (habillement);]
 <DFG 2003-11-19/39, art. 32, 009; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2004>
  
Diététiquele diplôme de gradué en diététique.
  
Economie domestiquea. le diplôme d`agrégé de l`enseignement sécondaire inférieur (économie ménagère ou économie ménagère agricole);
 ou
 b. le diplôme de régente d`économie domestique délivré conformément aux dispositions de l`arrêté royal du 20 decembre 1932 portant le règlement et le programme des cours et examens de régente d`économie domestique et de régents d`ouvrages manuels dans les établissements d`enseignement moyen et normal de l`Etat;
 ou
 c. le diplôme d`agrégé de l`enseignement secondaire inferieur en economie sociale et familiale
 [ou
 c) le diplome d`agrege de l`enseignement secondaire inférieur (économie sociale et familiale)]
 <DFG 2003-11-19/39, art. 32, 009; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-2004>
  
Educateur specialisele diplôme d`éducateur spécialisé
 [ou
 le diplôme d`AESi Education de l`enfance inadaptée
 ou
 le diplôme d`éducateur]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-1999>
  
Electroniquele diplôme de gradué en électronique.
 [ou
 le diplôme de gradué en électronique appliqué
 ou
 le diplôme de gradué en techniques de la cinématographie]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Ergotherapiele diplôme de gradué en ergothérapie
  
Gestion des ressources humainesle diplôme de gradué en gestion des ressources humaines
  
Hotelleriediplôme de gradué en gestion hôtelière
  
Industries graphiques[a. le diplôme de gradué en industries graphiques
 ou
 b. le diplôme de gradué en photomécanique couleurs
 ou
 c. le diplôme de gradué en infographie
 ou
 d. le diplôme de gradué en techniques graphiques
 ou
 e. le diplôme de gradué en arts plastiques, visuels et de l`espace]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
[Informatiquea. le diplôme de gradué en infomatique et systèmes
 ou
 b. le diplôme de gradué en informatique
 ou
 c. le diplôme de gradué en informatique de gestion]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Logopédiele diplôme de gradué en logopédie.
  
Mécanique, moteursa. le diplôme de gradué en mécanique; thermiques et expertise automobile
 ou
 b. le diplôme de gradué en moteurs thermiques et expertise automobile
  
Mensuiseriea. un titre du niveau supérieur du deuxieme degré;
 ou
 b. le diplôme d`école ou de cours techniques supérieurs du premier degré
  
Obstétriquele diplôme d`accoucheur [<font color="red">2</font> ou sage-femme]<font color="red">2</font>
  
[Podologie-podothérapiea. le diplôme de gradué en podologiepodothérapie]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Service sociala. le diplôme d`assistant social
 ou
 b. le diplôme de conseiller social;
 ou
 c. le diplôme de conseiller social et fiscal.
  
Soins infirmiersle diplôme d`infirmier gradué
[...][...]
 <DFG 2001-07-12/36, art. 1, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2001>
  
[Technologie en imagérie médicalea. le diplôme de technologue en imagerie médicale]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 18, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Tourismele diplôme de gradué en tourisme
  
Autres cours a conférerun titre de niveau supérieur du premier degré
(<font color="red">1</font>)<DFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2008011135" target="_blank">2008-01-11/35</a>, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
(<font color="red">2</font>)<DFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2008050975" target="_blank">2008-05-09/75</a>, art. 53, 012; Inwerkingtreding : 03-07-2008>
(<font color="red">3</font>)<DFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2012032305" target="_blank">2012-03-23/05</a>, art. 9, 015; Inwerkingtreding : 15-09-2011>


  Gewijzigd bij :
  <DFG 2009-02-19/61, art. 49, 014; Inwerkingtreding : 15-09-2009; niet vertaald, zie Franse versie>
  <DFG 2020-05-28/24, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 20-06-2020; niet vertaald, zie Franse versie>
  <DCFR 2022-01-27/25, art. 8; Inwerkingtreding : 14-09-2021; niet vertaald, zie Franse versie>

Art. N2. BIJLAGE 2. (Voor het up-to-date van die tabel, zie franse versie)


Toe te kennen cursussenVereiste bekwaamheidsbewijzen
'' Agronomiea. le diplome d'ingenieur agronome
 ou
 b. le diplome d'ingenieur industriel;
 ou
 c. le diplome d'ingenieur chimiste et des
 bio-industries;
 ou
 d. le diplome d'ingenieur agronome (des eaux et
 forets);
 ou
 e. le diplome d'ingenieur civil
 [ou
 le diplome de docteur en sciences veterinaires
 ou
 le diplome de docteur en medecine veterinaire]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
[Art, culture eta. un diplome de l'enseignement superieur
technique artistiqueartistique de type long ]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
  
Bibliotheconomiele diplome de licencie complete par le certificat
 d'aptitude a tenir une bibliotheque publique
 [ou
 le diplome de licencie complete par le brevet a
 tenir une bibliotheque publique]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
Biochimiea. le diplome de licencie en sciences
 biochimiques;
 ou
 b. le diplome d'ingenieur chimiste et des
 bio-industries;
 ou
 c. le diplome d'ingenieur industriel;
 ou
 d. le diplome de docteur en medecine;
 ou
 e. le diplome de docteur en medecine veterinaire;
 [ou
 f. le diplome de licencie en sciences biologiques;
 ou
 g. le diplome de licencie en sciences chimiques;
 ou
 h. le diplome de licencie en sciences biomedicales;
 ou
 i. le diplome de pharmacien.]
 <DFG 2001-07-12/36, art. 2, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2001>
Biologiea. le diplome de licencie en sciences biologiques;
 ou
 b. le diplome de licencie en sciences
 biochimiques;
 ou
  
 c. le diplome d'ingenieur chimiste et des
 bio-industries
 ou
 d. le diplome d'ingenieur industriel;
 ou
 e. le diplome de docteur en medecine;
 ou
 f. le diplome de docteur en medecine veterinaire
 ou
 g. le diplome de pharmacien;
 ou
 h. le diplome d'ingenieur agronome
Chimiea. le diplome de licencie en sciences chimiques
 ou
 b. le diplome de licencie en sciences biochimiques
 ou
 c. le diplome d'ingenieur civil;
 ou
 d. le diplome d'ingenieur chimiste et des
 bio-industries;
 ou
 e. le diplome de pharmacien
 ou
 f. le diplome d'ingenieur industriel
 ou
 g. le diplome d'ingenieur agronome
 ou
 h. le diplome de docteur en medecine
 ou
 i. le diplome de docteur en medecine veterinaire
Communicationa. le diplome de licencie en information et
 communication
 ou
 b. le diplome de licencie en linguistique
 ou
 c. le diplome de licencie en etudes theatrales
 ou
 d. le diplome de licencie en communication
 appliquee
 ou
 e. le diplome de licencie en arts de diffusion
 et information
 ou
 f. le diplome de licencie en philosophie
Constructiona. le diplome d'ingenieur civil;
 ou
 b. le diplome d'ingenieur industriel
 ou
 c. le diplome d'architecte
Dessin et educationa. le diplome d'agrege de l'enseignement
plastiquesecondaire inferieur, complete par le diplome
 de capacite pour l'enseignement du dessin dans
 les ecoles normales primaires ou dans les
 ecoles normales moyennes delivre conformement
 aux dispositions de l'arrete royal du
 28 avril 1939 d'application de l'article 20 de
 la loi du 21 mai 1929 sur la collation des
 grades academiques et le programme des
 examens universitaires;
 ou
 [b. un diplome de lincencie en arts plastiques,
 visuels et de l'espace]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
[<font color="red">2</font> Didactique d'une disciplinea. le diplôme de master de spécialisation en enseignement sections 1 et 2 ou b. le diplôme de master de spécialisation en enseignement sections 3, 4 et 5 ou c. le diplôme de master en enseignement section 4 oud.un diplôme de master qui correspond à un des titres requis correspondant à un des cours à conférer tel que définis dans la présente annexe, ledit cours faisant partie du programme de la formation initiale directe ou différée des enseignants tel que définie dans le décret du 7 février 2019. Ce master étant complété par le grade académique de master en l'enseignement section 5 défini à l'article 31 du même décret, le Certificat d'Aptitude Pédagogique ou le Certificat d'Aptitude Pédagogique Approprié à l'Enseignement Supérieur.Le titre repris en a, b ou c est complété par le titre de master de spécialisation en formation d'enseignants tel que défini aux articles 51 et suivants du décret du 7 février 2019 définissant la formation initiale des enseignants. Une expérience de 5 ans en qualité d'enseignant dans l'enseignement obligatoire est constitutive du titre requis.]<font color="red">2</font>
Dietetique et nutritiona. le diplome de graduat en dietetique complete
 par le diplome de licencie en science de la
 Sante publique;
 ou
 b. le diplome d'infirmier gradue complete par le
 diplome de licencie en science de la Sante
 publique
 ou
 c. le diplome de pharmacien
 ou
 d. le diplome de licencie en nutrition
Droita. le diplome de licencie en droit
 ou
 b. le diplome de licencie en criminologie
 ou
 c. le diplome de licencie en administration
 publique
 ou
 d. le diplome de licencie en sciences
 administratives
Education physiquele diplome de licencie en education physique
Electricite,a. le diplome d'ingenieur civil
electromecanique, 
mecanique, energie 
nucleaire 
 ou
 b. le diplome d'ingenieur industriel
 ou
 c. le diplome de licencie en sciences physiques
 ou
 d. le diplome de licencie en sciences chimiques
[Electroniquea. le diplome d'engenieur industriel
 ou
 b. le diplome d'ingenieur civil ]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
[<font color="red">2</font> Enseignant praticienSelon le niveau d'enseignement et les disciplines concernés, le diplôme de master en enseignement section 1, 2 ou 3 complété par le titre de master de spécialisation en formation d'enseignants tel que défini tel que défini aux articles 51 et suivants du décret du 7 février 2019 définissant la formation initiale des enseignants. Une expérience de 5 ans en qualité d'enseignant dans l'enseignement obligatoire à un niveau correspondant à celui auquel se préparent les futurs enseignants qu'ils encadrent est constitutive du titre requis.]<font color="red">2</font>
[Ergotherapie.Le diplome de gradue en ergotherapie
 complete par le diplome de licencie
 en sciences de la sante publique]
 <DFG 2001-07-12/36, art. 2, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2001>
Geographiea. le diplome de licencie en sciences
 geographiques
 ou
 b. le diplome de licencie en sciences geologiques
[Gestion administrativea. licencie en droit
et juridique de laou
haute ecoleb. licencie en administration publique
 ou
 c. licencie en sciences politiques
 ou
 d. licencie en sciences administratives
Gestion financiere eta. licencie en sciences economiques
comptable de laou
haute ecoleb. licencie en sciences de gestion
 ou
 c. licencie en sciences de l'entreprise
 ou
 d. licencie en sciences commerciales et
 financieres
 ou
 e. licencie en sciences commerciales et
 consulaires
 ou
 f. ingenieur commercial ou de gestion]
Histoirele diplome de licencie en histoire
Histoire de l'artle diplome de licencie en histoire de l'art et
 archeologie
[Industries graphiquesa. le diplome de licencie en informatique
infographieou
 b. le diplome de licencie en communication
 appliquee - presse et information
 ou
 c. le diplome de licencie en arts plastiques,
 visuels et de l'espace ]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
Informatique de gestiona. le diplome de licencie en informatique
 ou
 b. le diplome de licencie en informatique et
 sciences humaines
 ou
 c. le diplome de licencie en informatique et
 communication
 ou
 d. Le diplome d'ingenieur civil
 ou
 e. le diplome de licencie en sciences economiques
 ou
 f. le diplome de licencie en sciences de gestion
 ou
 g. le diplome de licencie en sciences
 mathematiques
 ou
 h. le diplome de licencie en sciences physiques
 ou
 i. le diplome d'ingenieur industriel
 ou
 j. le diplome d'ingenieur de gestion
 ou
 k. le diplome d'ingenieur commercial
 ou
 l. le diplome de licencie en sciences commerciales
 et consulaires
 ou
 m. le diplome de licencie en sciences commerciales
 et financieres
 ou
 n. le diplome de maitre en sciences economiques
 ou
 o. le diplome de maitre en sciences de gestion
 ou
 p. le diplome de maitre en informatique
Informatiquea. le diplome d'ingenieur civil
industrielle 
 ou
 b. le diplome d'ingenieur industriel
Kinesitherapiea. le diplome de licencie en kinesitherapie et
 readapatation
 ou
 b. le diplome de licencie en kinesitherapie
 ou
 c. le diplome de gradue en kinesitherapie complete
 par le diplome de licencie en sciences de la
 sante publique
Langues anciennesle diplome de licencie en langues et litteratures
 classiques
Langue(s) etrangere(s)a. le diplome de licencie en langues et
avec mention de lalitteratures germaniques
(des) langue(s) 
etrangere(s) 
 ou
 b. le diplome de licencie-traducteur
 ou
 c. le diplome de licencie-interprete
 ou
 d. le diplome de licencie en langues et
 litteratures slaves
 ou
 e. le diplome de licencie en langues et
 litteratures orientales
 ou
 f. le diplome de licencie en langues et
 litteratures modernes
 ou
 g. le diplome de licencie en linguistique
 ou
 h. le diplome de licencie en langues et
 litteratures romanes
 ou
 i. le diplome de licencie en langue et
 litterature francaises (francais langue seconde).
Langue francaisea. le diplome de licencie en langues et
 litteratures romanes
 ou
 b. le diplome de licencie en langue et
 litterature francaises (francais langue seconde);
 ou
 c. le diplome de licencie en langues litteratures
 classiques
Logopediele diplome de licencie en logopedie
Moralea. le diplome de licencie en philosophie delivre
 par un etablissement d'enseignement non
 confessionnel
 ou
 b. le diplome de licencie en assistance en morale
 laique
Musique et educationle diplome de capacite pour l'enseignement de la
musicalemusique vocale dans les etablissements
 d'enseignement moyen et d'enseignement normal de
 l'Etat du troisieme degre, delivre par le jury
 institue par le Gouvernement.
 [ou
 le diplome de licencie en musique]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
Pedagogie etle diplome de licencie en sciences de l'education
methodologie 
Philosophiele diplome de licencie en philosophie
Physiquea. le diplome de licencie en sciences physiques
 ou
 b. le diplome d'ingenieur civil
 ou
 c. le diplome de licencie en sciences
 mathematiques
 ou
 d. le diplome d'ingenieur industriel
Psychologiea. le diplome de licencie en sciences
 psychologiques
 ou
 b. le diplome de licencie en sciences de
 l'education
 ou
 c. le diplome de licencie en sciences de la
 famille et de la sexualite
Sciences biomedicalesa. le diplome de licencie en sciences
 biomedicales
 ou
 b. le diplome de pharmacien
 ou
 c. le diplome de docteur en medecine
 ou
 d. le diplome de licencie en kinesitherapie
 ou
 e. le diplome de licencie en kinesitherapie et
 readaptation
 ou
 f. le diplome d'infirmier gradue complete par le
 diplome de licencie en science de la Sante
 publique.
 [ou
 le diplome de gradue en kinestiherapie complete
 par le diplome de licencie en sciences de
 sante publique ]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
Sciences economiquesa. Le diplome de licencie en sciences economiques
 ou
 b. le diplome de licencie en sciences de gestion
 ou
 c. le diplome d'ingenieur commercial;
 ou
 d. le diplome d'ingenieur de gestion
 ou
 e. le diplome de licencie en administration
 publique
 ou
 f. le diplome de licencie en sciences commerciales
 et financieres
 ou
 g. le diplome de licencie en sciences commerciales
 et consulaires
 ou
 h. le diplome de licencie en sciences
 administratives
 ou
 i. le diplome de maitre en sciences economiques
 ou
 j. le diplome de maitre en sciences de gestion
Sciences mathematiquesa. le diplome de licencie en sciences
 mathematiques
 ou
 b. le diplome d'ingenieur civil
 ou
 c. le diplome de licencie en sciences physiques
 ou
 d. le diplome d'ingenieur industriel
Sciences politiquesa. le diplome de licencie en sciences politiques
 ou
 b. le diplome de licencie en administration
 publique
 ou
 c. le diplome de licencie en sciences
 administratives
Sciences religieusesa. le diplome de licencie en philosophie delivre
 par un etablissement d'enseignement confessionnel
 ou
 b. le diplome de licencie en sciences religieuses
 ou
 c. le diplome de licencie en philologie biblique
Sciences socialesa. le diplome de licencie en sociologie
 ou
 b. le diplome de licencie en sociologie et
 anthropologie
 ou
 c. le diplome de licencie en informatique et
 sciences humaines
 ou
 d. le diplome de licencie en sciences du travail
 ou
 e. le diplome de licencie en politique economique
 et sociale
 ou
 f. le diplome de licencie en information et
 communication
 ou
 g. le diplome de licencie en travail social
 ou
 h. le diplome de licencie en communication
 appliquee
 [ou
 le diplome de licencie en sciences politiques]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
[Sociologie.Un diplome vise dans l'annexe 2 en
 regard des cours a conferer complete
 par un diplome de docteur delivre
 apres la soutenance d'une these.]
 <DFG 2001-07-12/36, art. 3, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2001>
  
Soins infirmiersa. le diplome d'infirmier gradue, complete par le diplome de licencie en science de la sante publique
  
 ou
 b. le diplome d'accoucheuse [<font color="red">1</font> ou sage-femme]<font color="red">1</font>
[...][...]
 <DFG 2001-07-12/36, art. 2, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2001>
[Techniques de l'imagea. un diplome d'enseignement superieur de type
 long ou universitaire correspondant au cours
 conferer
 b. d'il n'existe pas de titre vise au point a.,
 le diplome de gradue en techniques de l'image ou
 le diplome de gradue en infographie ou le diplome
 de gradue en techniques graphiques]
 <DFG 2004-03-03/44, art. 19, 010; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2003>
Textilea. le diplome d'ingenieur industriel
 ou
 b. le diplome de licencie en chimie
 ou
 c. le diplome d'ingenieur civil
Tourismele diplome de licencie en tourisme
Autres cours a conferera. un titre du niveau superieur du troisieme degre
 ou
 b. pour les cours a conferer pour lesquels il
 n'existe pas de formation dans une institution
 universitaire, une haute ecole ou un
 etablissement d'enseignement superieur de type
 long :
 - un titre du niveau superieur du deuxieme degre
 - un titre du niveau superieur du premier degre
 <DFG 2000-07-20/45, art. 10, 004; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2000> ''
(<font color="red">1</font>)<DFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=fr&lg_txt=f&cn_search=2008050975" target="_blank">2008-05-09/75</a>, art. 54, 012; Inwerkingtreding : 03-07-2008>
(<font color="red">2</font>)<DFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021120242" target="_blank">2021-12-02/42</a>, art. 15, 021; Inwerkingtreding : 14-09-2022>

  Gezien om te worden gevoegd bij het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel in de Hogescholen ingericht of gesusidieerd door de Franse Gemeenschap.

  Gewijzigd bij :
  <DFG 2009-02-19/61, art. 50, 014; Inwerkingtreding : 15-09-2009; niet vertaald, zie Franse versie>
  <DFG 2019-02-07/10, art. 81, 017; Inwerkingtreding : 14-09-2020; niet vertaald, zie Franse versie>
  <DFG 2020-05-28/24, art. 2, 018; Inwerkingtreding : 20-06-2020; niet vertaald, zie Franse versie>
  <DCFR 2022-01-27/25, art. 8; Inwerkingtreding : 14-09-2021; niet vertaald, zie Franse versie>

Art. N3.<Opgeheven bij DFG 2009-02-19/61, art. 51, 014; Inwerkingtreding : 15-09-2009>
  <DCFR 2022-01-27/25, art. 8; Inwerkingtreding : 14-09-2021; niet vertaald, zie Franse versie>