18 FEBRUARI 1997. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een [voorafgaande vergunning, een] planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen in de gezondheidszorg. (BVR2018-12-07/30, art. 345, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-05-1997 en tekstbijwerking tot 30-06-2023)
HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Procedure tot het verkrijgen van een planningsvergunning.
Art. 3-9
HOOFDSTUK III. - Procedure tot het verkrijgen van een exploitatievergunning.
Art. 10-11
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art. 12-13
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 14-18
2004035841 2013204387 2016035973 2018014690 2018014691 2019030061 2019041940
HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied.
Artikel 1.Het toepassingsgebied van dit besluit [1 omvat:
1° het toepassingsgebied van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen;
2° de initiatieven van beschut wonen, vermeld in artikel 2, 9° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° de psychiatrische verzorgingstehuizen, vermeld in artikel 2, 12° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° de revalidatieziekenhuizen, vermeld in artikel 2, 17°, van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging voor zover het de revalidatieziekenhuizen betreft]1.
[1 In dit besluit wordt met "planningsvergunning" ook de "voorafgaande vergunning" vermeld in artikel 62 decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, bedoeld.]1
----------
(1)<BVR 2018-12-07/30, art. 346, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de planningsvergunning : de beslissing waaruit blijkt dat de aangevraagde capaciteit, wijziging in capaciteit en/of in bestemming van een voorziening past in de programmatie of de behoefteraming voor dat specifieke soort van voorziening;
2° de exploitatievergunning : de beslissing waaruit blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden tot ingebruikneming van ziekenhuisdiensten, zoals bedoeld in titel III, hoofdstuk I, afdeling 3 van [2 de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen]2;
3° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid;
4° [1 ...]1;
5° [1 de Adviescommissie : de commissie, vermeld in artikel 12 van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers]1;
6° administratie : (het [3 Departement Zorg]3 (...);) <BVR 2006-03-31/54, art. 53, 003 ; Inwerkingtreding : 01-04-2006> <BVR 2007-01-12/31, art. 83, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
(7° [3 Secretaris-generaal: het hoofd van de administratie]3 ) <BVR 2007-01-12/31, art. 83, 2°, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
----------
(1)<BVR 2013-07-12/41, art. 36, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<BVR 2018-12-07/30, art. 347, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(3)<BVR 2023-05-12/09, art. 15, 009; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
HOOFDSTUK II. - Procedure tot het verkrijgen van een planningsvergunning.
Art.3.De aanvraag tot het verkrijgen van een planningsvergunning, uitgaande van de inrichtende macht, moet aangetekend verstuurd worden naar de administratie. Ze moet gemotiveerd zijn en gestaafd door documenten die de aangehaalde motieven ondersteunen. [1 De minister kan bepalen welke soort aanvragen gemotiveerd moeten worden als passend binnen een geldig regionaal of thematisch zorgstrategisch plan als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019 betreffende zorgstrategische planning.]1
[2 Aan een aanvraag tot het verkrijgen van een planningsvergunning als vermeld in het eerste lid, voor opnamecapaciteit in psychiatrische verzorgingstehuizen van zorggebruikers ten aanzien van wie de internering bevolen is als vermeld in artikel 9 van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, wordt een kopie gevoegd van de samenwerkingsovereenkomst met de Belgische Staat voor de uitbouw van een gedeelte van het zorgtraject voor geïnterneerden in de geestelijke gezondheidszorg.]2
----------
(1)<BVR 2019-04-26/56, art. 18, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
(2)<BVR 2022-07-01/26, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 31-10-2022>
Art.4. De administratie kan aanvullende stukken en gegevens opvragen.
Art.5. Binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag, wordt ofwel een met redenen omklede planningsvergunning, ofwel een met redenen omkleed voornemen tot weigering van planningsvergunning aan de aanvrager(s) toegestuurd per aangetekende brief.
Bij de betekening van het voornemen tot weigering, vermeldt de brief de mogelijkheid en de modaliteiten om een bezwaarschrift in te dienen als bedoeld in artikel 6.
Art.6.Op straffe van onontvankelijkheid, kan de aanvrager tot uiterlijk dertig dagen na ontvangst van het in artikel 5 bedoelde voornemen, tegen dit voornemen met een aangetekende brief een gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan (de [2 secretaris-generaal]2 bij de administratie indienen. <BVR 2007-01-12/31, art. 84, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
Hij kan daarin uitdrukkelijk vragen gehoord te worden.
[1 ...]1
----------
(1)<BVR 2013-07-12/41, art. 37, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<BVR 2023-05-12/09, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.7.[1 Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.]1
----------
(1)<BVR 2013-07-12/41, art. 38, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.8. Als geen bezwaarschrift is ingediend binnen de termijn bepaald in artikel 6, wordt binnen een maand na het verstrijken van deze termijn, de gemotiveerde beslissing van (de administrateur-generaal) met een aangetekende brief aan de aanvrager(s) betekend. <BVR 2007-01-12/31, art. 86, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
Art.9.§ 1. Met toepassing van nieuwe of wijzigende reglementering inzake planning, kan (de [2 secretaris-generaal)]2 een uiterste datum bepalen waarop alle aanvragen ingediend moeten zijn, dit met het oog op een groepsgewijze behandeling van soortgelijke dossiers. <BVR 2007-01-12/31, art. 87, 1°, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
§ 2. Als de administratie aanvullende stukken of gegevens opvraagt, dient de aanvrager deze binnen dertig dagen op te sturen, zoniet is § 9 van dit artikel van toepassing.
§ 3. Binnen vier maanden na de uiterste datum waarvan sprake is § 1, wordt aan de aanvrager per aangetekende brief toegestuurd :
1. ofwel een met redenen omkleed voornemen tot weigering van de planningsvergunning;
2. ofwel een met redenen omkleed voornemen tot toekenning van de planningsvergunning;
3. ofwel, als er in de groep dossiers geen enkel voornemen tot weigering wordt betekend, een met redenen omklede planningsvergunning.
§ 4. Voor de aanvrager die een voornemen tot weigering van de planningsvergunning heeft ontvangen, gelden de artikelen 5, tweede lid, en 6. [1 Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing voor zover de bepalingen van paragraaf 5 tot en met 8 daarvan niet afwijken.]1
§ 5. Alvorens advies te verlenen, nodigt de [1 Adviescommissie]1 alle aanvragers binnen de groepsgewijze behandeling per aangetekend schrijven uit om hun gemotiveerd standpunt kenbaar te maken met betrekking tot het dossier dat hen aanbelangt.
Deze aanvragers dienen hun standpunt bij aangetekend schrijven op te sturen aan de [1 Adviescommissie]1, binnen vijftien dagen na ontvangst van de voormelde uitnodiging. Zij kunnen daarin vragen om gehoord te worden.
Als de aldus uitgenodigde aanvragers niet hebben gereageerd zoals beschreven in het vorige lid, worden zij geacht geen opmerkingen te hebben.
§ 6. De [1 Adviescommissie]1 hoort de indiener(s) van het(de) bezwaarschrift(en) en de andere aanvragers als daarom werd verzocht. De verzorgingsvoorzieningen worden daartoe op de zitting van de [1 Adviescommissie]1 uitgenodigd per aangetekend schrijven, verstuurd uiterlijk de achtste dag voor de zitting.
§ 7. [1 Het gemotiveerd advies van de Adviescommissie wordt per aangetekende brief betekend aan alle verzorgingsvoorzieningen die in de procedure betrokken waren.]1
§ 8. [1 De minister of de [2 secretaris-generaal]2 beslist groepsgewijs in alle dossiers. Als het advies van de Adviescommissie niet binnen de gestelde termijn is meegedeeld, kan de minister geen beslissing nemen zonder ook de aanvragers te hebben gehoord die hun standpunt hebben ingediend en die gevraagd hebben om te worden gehoord.]1
§ 9. (Aanvragen die worden ingediend na de datum die door de administrateur-generaal is bepaald, conform § 1, worden behandeld na de datum waarop de [2 secretaris-generaal]2 of de minister groepsgewijs de beslissingen heeft genomen, volgens de bepalingen van artikel 3 tot en met 8. Hiertoe worden deze aanvragen door de administratie geacht te zijn ontvangen op de datum waarop de administrateur-generaal of de minister de beslissingen, vermeld in § 8, heeft genomen.) <BVR 2007-01-12/31, art. 87, 3°, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
----------
(1)<BVR 2013-07-12/41, art. 39, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<BVR 2023-05-12/09, art. 17, 009; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
HOOFDSTUK III. - Procedure tot het verkrijgen van een exploitatievergunning.
Art.10. De aanvraag tot exploitatievergunning, uitgaande van de inrichtende macht, kan ingediend worden samen met of los van de aanvraag tot planningsvergunning. Ze bevat een overzichtelijke tabel van alle voorgestelde veranderingen in het zorgaanbod, ondertekend door de inrichtende machten van alle bij deze veranderingen betrokken voorzieningen.
De artikelen 3 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toepassing op deze aanvragen.
Art.11. Als de planningsvergunning vermeldt dat voldaan is aan de voorwaarden gesteld inzake gelijkwaardige vermindering van bedden of plaatsen, geldt de planningsvergunning tevens als exploitatievergunning.
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art.12. De planningsvergunning is geldig voor een termijn van twee jaar tenzij anders (...) bepaald. Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan deze geldigheidstermijn worden verlengd. <BVR 2007-01-12/31, art. 88, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
Art.13. Voor de toepassing van dit besluit wordt een aangetekende brief de eerste werkdag volgend op de dag van zijn verzending geacht ontvangen te zijn.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.14. Artikel 12 is van toepassing op de nog geldige planningsvergunningen die verleend werden voor de inwerkingtreding van dit besluit, voorzover er geen geldigheidstermijn was vastgelegd. De termijn van twee jaar begint dan te lopen vanaf de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art.15. De aanvragen voor planningsvergunningen en exploitatievergunningen die nog niet afgehandeld zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, worden behandeld volgens de procedure in dit besluit beschreven. Als onder de voorheen geldende procedure al een definitief advies geformuleerd werd door de Vlaamse Adviescommissie voor ziekenhuizen en andere vormen van medische verzorging en begeleiding, wordt het dossier verder afgehandeld volgens de voorheen geldende procedure, waarbij de voorziene termijnen ten vroegste beginnen te lopen vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit zoals voorzien in artikel 17.
Art.16. Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 1983 houdende procedure tot verkrijgen van een vergunning tot ingebruikneming en exploitatie van ziekenhuizen of ziekenhuisdiensten, wordt opgeheven.
Art.17. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.