Details





Titel:

23 JUNI 1994. - Decreet betreffende de oprichting en de uitbating van de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens en vliegvelden. (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-1999 en tekstbijwerking tot 11-08-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1, 1bis, 2-4, 4bis, 4ter, 5, 5bis, 6, 6bis



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1.[1 In de zin van dit decreet wordt verstaan onder :
   1° " luchthaven " : elk terrein dat speciaal is ingericht om luchtvaartuigen de mogelijkheid te bieden om te landen, op te stijgen of manoeuvres uit te voeren, met inbegrip van de eventueel bijbehorende installaties ten behoeve van het verkeer van en de dienstverlening aan luchtvaartuigen en de nodige installaties ten behoeve van de commerciële luchtdiensten;
   2° " concessiehouder " : de instantie waaraan de Regering de taak heeft toegewezen om de luchthaveninfrastructuur te besturen en te beheren en de activiteiten van de verschillende in de betrokken luchthaven aanwezige ondernemingen te coördineren en te controleren.
   3° " luchthavengebruiker " : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die vanaf of naar de desbetreffende luchthaven door de lucht passagiers, post en/of vracht vervoert;
   4° " luchthavengelden " : een heffing die wordt geïnd ten gunste van het Waalse Gewest, of van de concessiehouder als de Regering gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot concessie, en die moet worden betaald door de luchthavengebruikers voor het gebruik van de faciliteiten en diensten die exclusief door het Waalse Gewest of door de concessiehouder worden aangeboden en die verband houden met het landen, het opstijgen, de verlichting en het parkeren van luchtvaartuigen en de verwerking van passagiers en vracht, met uitzondering van de heffingen die worden geïnd voor de vergoeding van en route- en terminalluchtvaartnavigatiediensten, voor de vergoeding van grondafhandelingsdiensten en voor de financiering van de bijstand aan gehandicapte passagiers en passagiers met beperkte mobiliteit.]1
  De onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens en vliegvelden zijn :
  1° de luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid;
  2° de luchthaven van Luik-Bierset;
  3° het vliegveld van Saint-Hubert;
  4° het vliegveld van Spa;
  (5° (...).) <BWG 1999-06-03/63, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-07-1999> <BWG 2007-03-22/41, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 30-04-2007>
  De Regering kan deze lijst aanvullen.
  ----------
  (1)<DWG 2011-07-14/09, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 23-09-2011>

Art. 1bis.<Ingevoegd bij DWG 2001-06-08/33, art. 1; Inwerkingtreding : 16-06-2001> [§ 1.] De luchthaven Luik-Bierset is een luchthaven waarvan de exploitatie dag en nacht wordt toegelaten. <DWG 2006-02-02/31, art. 1, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  [§ 2. De luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid is een luchthaven waarvan de exploitatie toegelaten is tussen 6 u. 30 m. en 23 uur. Tussen 6 u. 30 m. en 7 uur en tussen 22 en 23 uur kunnen evenwel vliegtuigbewegingen toegelaten worden voorzover het overeenkomstig § 4 berekende maximale geluidsquotum die per beweging toegelaten is en vastgesteld is op 5 punten, niet overschreden wordt.] <DWG 2006-02-02/31, art. 1, 2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  [§ 3. De in het vorige lid bepaalde beperkingen in de exploitatie van de luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid zijn niet van toepassing op :
  1° de opstijgingen en landingen van vliegtuigen die leden vervoeren van de Belgische Koninklijke Familie, de federale Regering, de gewestelijke en gemeenschapsregeringen en buitenlandse koninklijke families, buitenlandse Staatshoofden of Regeringsleiders, de voorzitter en de commissarissen van de Europese Unie, met officiële opdracht;
  2° de opstijgingen en landingen met betrekking tot humanitaire zendingen;
  3° de opstijgingen en landingen met betrekking tot militaire zendingen;
  4° de opstijgingen en landingen, uitgevoerd in uitzonderlijke omstandigheden zoals bij vluchten waarvoor er onmiddellijk gevaar dreigt voor het leven of de gezondheid van zowel mensen als dieren of bij vluchten die naar een luchthaven worden omgeleid om meteorologische redenen;
  [1 Bovendien zijn de uurbeperkingen in de exploitatie van de luchthaven Charleroi-Brussel-Zuid niet van toepassing op de landingen van vliegtuigen gestationeerd na 23 uur als gevolg van een vertraging die niet te wijten is aan de uitbater van het luchtvaartuig, voor zover deze landingen per luchtvaartuiguitbater niet een gemiddelde van 0,616 punt per dag/gestationeerd vliegtuig overschrijden, berekend overeenkomstig § 5.]1
  Onder "gestationeerd vliegtuig" wordt verstaan het vliegtuig dat gewoonlijk voorzien is om op de luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid vóór zijn sluitingsuur te landen en om er de volgende dag van weer te vertrekken.] <DWG 2006-02-02/31, art. 1 3°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  [...] <DWG 2006-02-02/31, art. 1, 4°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  [ [ § 4.] Onder geluidsquota per beweging (GB) wordt de maximumhoeveelheid geluid uitgedrukt in punten verstaan, toegelaten voor een gegeven beweging. <DWG 2006-02-02/31, art. 1, 5°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  Voor de bewegingen van vliegtuigen gecertificeerd volgens de normen van hoofdstukken 2, 3 of 5 van bijlage 16 van de ICAO wordt de geluidshoeveelheid per beweging (GB) als volgt berekend op twee decimalen na :


<table border="0"> [(G - 85) / 10]GB = 10
  waarin de variabele G vertegenwoordigt :
  - voor elke landing : het gecertificeerde geluidsniveau in EPNdB van een vliegtuig bij zijn maximale landingsmassa gemeten op het naderingsmeetpunt, min 9 EPNdB;
  - voor elke opstijging : de helft van de som van de gecertificeerde geluidsniveaus van een vliegtuig in EPNdB op het laterale meetpunt en op het meetpunt waarboven bij het opstijgen gevlogen wordt, gemeten bij zijn maximale opstijgmassa, overeenkomstig de voorschriften van bijlage 16 van de ICAO.
  Voor de bewegingen van vliegtuigen met een maximale opstijgmassa van niet meer dan 8 618 kg of van elk ander vliegtuig dat gecertificeerd werd volgens de normen van één van de hoofdstukken van bijlage 16 van de ICAO, uitgezonderd de hoofdstukken 2, 3 en 5, wordt de geluidshoeveelheid per beweging forfaitair vastgesteld op 1.] <DWG 2004-04-01/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2004>
  [2 § 5. De punten (P) geboekt voor elke vertraging van een gestationeerd vliegtuig dat gecertificeerd is volgens de normen van de hoofdstukken 2, 3 of 5 van bijlage 16 bij de I.C.A.O., geven de gemiddelde hoeveelheid geluid bij de landing weer.
   Ze worden berekend als volgt :
   P = R x 10((B - 85)/10)
   waarbij :
   R = de hinder voortvloeiend uit de vertraging van het gestationeerde vliegtuig, namelijk :
   - 0,3 voor een landing van 0 tot 15 minuten na 23 uur en voor een landing van 421 tot 450 minuten na 23 uur;
   - 0,8 voor een landing van 16 tot 30 minuten na 23 uur;
   - 1,3 voor een landing van 31 tot 90 minuten na 23 uur;
   - 1,8 voor een landing van 91 tot 420 minuten na 23 uur;
   B = het gecertificeerde geluidsniveau in EPNdB van een vliegtuig bij zijn maximale landingsmassa gemeten op het naderingsmeetpunt, min 9 EPNdB.]2
  ----------
  (1)<DWG 2007-11-22/40, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 17-12-2007>
  (2)<DWG 2007-11-22/40, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 17-12-2007>

Art.2. De Regering mag, onder de door haar vast te stellen voorwaarden en bepalingen, de uitrusting, het onderhoud en de uitbating van één of verschillende luchthavens of vliegvelden alsmede de oprichting en de uitbating van de diensten voor de reizigers geheel of gedeeltelijk in concessie geven.
  De concessie kan bestaan in de uitvoering, op kosten van de concessiehouder, van bepaalde voor de uitbating nuttige werken.

Art.3. De duur van de concessie mag niet groter zijn dan vijftig jaar.

Art.4. Mits machtiging van de Regering mag de concessiehouder de hem toevertrouwde taken geheel of gedeeltelijk in concessie geven.

Art. 4bis.<Ingevoegd bij DWG 2005-02-03/39, art. 38; Inwerkingtreding : 11-03-2005> § 1. Het Waals gewest en, desgevallend, de publiekrechtelijke rechtspersoon die van het Gewest afhangt en bevoegd is voor de financiering van de luchthaveninfrastructuur als eigenaar van de gronden, infrastructuur of gebouwen die onder het openbaar domein ressorteren van de luchthavens en vliegvelden, kunnen hiervoor zakelijke rechten verlenen om de financiering van de luchthaveninfrastructuur te vergemakkelijken of voor de uitbating van de luchthavens of vliegvelden. [1 Daarvoor kan de hierboven bedoelde natuurlijke rechtspersoon in haar naam en voor eigen rekening of voor rekening van andere rechtspersonen die tot de uitvoering van haar opdrachten bijdragen, overgaan tot de onteigening ten algemenen nutte van onroerende goederen.]1
  Deze zakelijke rechten doen geen afbreuk aan de exclusieve rechten verleend door het Gewest in het kader van de concessies bedoeld in artikel 2.
  § 2. De vennootschappen die de uitbating van de luchthavens of vliegvelden in concessie gekregen hebben, kunnen op hun beurt de hen toevertrouwde zakelijke rechten geheel of gedeeltelijk verlenen of afstaan.
  § 3. De krachtens [2 paragrafen 1 en 2]2 gestelde rechten mogen de duur van de overeenkomstig artikel 2 toegekende concessie of concessies niet overschrijden en worden hiermee beëindigd.
  [2 § 4. De in paragraaf 1 bedoelde publiekrechtelijke rechtspersoon kan, met instemming van de Regering, de gronden, infrastructuur of gebouwen die onder het openbaar domein van luchthavens en vliegvelden ressorteren, geheel of gedeeltelijk aan hun bestemming onttrekken.
   Deze mogelijkheid tot bestemmingswijziging betreft :
   De commerciële activa van de luchthaven van Charleroi en de activa die het voorwerp kunnen uitmaken van een erfpachtovereenkomst binnen de luchthavenzone, zoals bijvoorbeeld :
   1/ Passagiersterminal
   S 1 - S 2 / SABCA gebouwen
   S 7 / kantoren
   S 15 / Hall voor algemene luchtvaart
   S 6 - Pier / Terminal voor zakenluchtvaart en kantoren
   S 8 / Hall voor onderhoud sportvliegtuigen
   S 14 / Brandweer en vrachtdiensten BSCA
   P 5 / Parkings
   P 6 / Parkings
   P 1 / Parkings met verdiepingen - Expressparking
   P / Parking voor het personeel
   De commerciële activa van de luchthaven van Luik en de activa die het voorwerp kunnen uitmaken van een erfpachtovereenkomst binnen de luchthavenzone, zoals bijvoorbeeld :
   B 25 / Oliepark
   B30 / Loods voor algemene luchtvaart
   Vrachthallen
   B 108 / Containerparken
   P1 / Parkings voor passagiers
   Pipe-Line
   Hydrantnetwerk
   Kantoorgebouwen
   De Regering brengt jaarlijks aan het Parlement verslag uit over de toepassing van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid tot bestemmingswijziging.]2
  ----------
  (1)<DWG 2010-07-22/10, art. 112, 2°, 009; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
  (2)<DWG 2020-07-16/17, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 21-08-2020>

Art. 4ter. [1 § 1. Dit artikel geldt bij de hypothese dat de Regering gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot concessie bedoeld in artikel 2 voor wat betreft de luchthavens.
   § 2. De taken van openbare dienstverlening gevormd door de beveiligings- en veiligheidstaken in de luchthaven worden toevertrouwd aan de maatschappijen waaraan de uitbating van de luchthavens in concessie is gegeven volgens de nadere regels bepaald in de concessieovereenkomst en in het desbetreffende bestek onverminderd het derde lid van deze paragraaf en de paragrafen 3 tot 5.
   In de zin van dit artikel wordt verstaan onder :
   1° beveiligingstaken : de combinatie van de maatregelen en de menselijke en materiële middelen ter bescherming van de burgerlijke luchtvaart tegen het plegen van illegale daden;
   2° veiligheidstaken : alle maatregelen en menselijke en materiële middelen strekkende tot het veilig verloop van het burgerlijk luchtvaartverkeer, met uitsluiting van alle beschermingsmaatregelen en -middelen van de burgerluchtvaart tegen illegale daden.
   Het bestuur verricht de controle over de zorgvuldige uitvoering van de concessie, meer bepaald wat betreft de uitvoering van de beveiligings- en veiligheidstaken. De nadere regels voor de controle van de zorgvuldige uitvoering van de concessie waarover het bestuur beschikt worden omschreven in de concessieovereenkomsten en in de desbetreffende bestekken.
   § 3. Voor elke luchthaven wordt er een publiekrechtelijke naamloze vennootschap opgericht waarvan het kapitaal voor 49 % in handen is van de maatschappij waaraan de luchthavenuitbating is toevertrouwd en voor 51 % in handen is van het Waalse Gewest. De uitbatingsmaatschappij draagt de beveiligingstaken over aan die publiekrechtelijke naamloze vennootschap, Brussels South Charleroi Airport-Security genoemd, voor de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid en Liege Airport-Security voor de luchthaven Luik-Bierset.
   Het Wetboek van vennootschappen en de uitvoeringsbepalingen ervan gelden voor Brussels South Airport-Security en Liege Airport-Security, behoudens afwijking vervat in dit decreet.
   De daden van Brussels South Airport-Security en Liege Airport-Security worden geacht handelsdaden te zijn in de zin van de artikelen 2 en 3 van het Wetboek van vennootschappen.
   § 4. De raad van bestuur van Brussels South Airport-Security en Liege Airport-Security is samengesteld zoals volgt :
   1° twee bestuurders worden benoemd door de maatschappij waaraan de luchthavenuitbating is toevertrouwd;
   2° twee bestuurders worden benoemd door de Waalse Regering op de voordracht van de minister bevoegd voor de luchthavens.
   De raad van bestuur wordt voorgezeten door één van de bestuurders bedoeld in vorig lid, 2°. De voorzitter heeft een beslissende stem.
   De bestuurders van Brussels South Airport-Security en Liege Airport-Security vallen niet onder het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder.
   § 5. Het personeel van Brussels South Airport-Security en Liege Airport-Security wordt in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2007-12-19/36, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 15-01-2008>

Art.5.[1 Dit artikel is van toepassing op iedere luchthaven die openstaat voor commercieel verkeer en die jaarlijks niet meer dan vijf miljoen passagiersbewegingen telt.
   Voor luchthavens die openstaan voor commercieel verkeer en die jaarlijks meer dan vijf miljoen passagiersbewegingen tellen, is dit artikel slechts van toepassing op de heffingen geïnd voor de financiering van een bijstand aan gehandicapte passagiers en passagiers met beperkte mobiliteit.]1
  [De Regering wordt ertoe gemachtigd de heffingen voor het gebruik van de luchthavens of vliegvelden vast te stellen en te innen onder de door haar vastgestelde voorwaarden.
  Indien de Regering gebruik maakt van de in artikel 2 bedoelde concessie, bepaalt de concessiehouder het bedrag van de heffingen voor het gebruik van de luchthavens of vliegvelden waarvaan de uitbating hem door de Regering werd toevertrouwd conform de richtlijnen opgenomen in de concessieovereenkomst. De concessieovereenkomst bepaalt ook de manier waarop de heffingen worden bekendgemaakt.
  Een reguleringscomité wordt opgericht waarvan de samenstelling en de werkingsregels worden bepaald door de Regering. Dit comité geeft een voorafgaandelijk advies i.v.m. de heffingen betreffende de luchthavens en de vliegvelden als deze door de concessiehouder worden bepaald. Dit advies wordt aan de Regering en aan de concessiehouder overgemaakt.] <DWG 2005-02-03/39, art. 34, 004; Inwerkingtreding : 11-03-2005>
  ----------
  (1)<DWG 2011-07-14/09, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 23-09-2011>

Art. 5bis.[1 § 1. Dit artikel is van toepassing op iedere luchthaven die openstaat voor commercieel verkeer en die jaarlijks meer dan vijf miljoen passagiersbewegingen telt.
   § 2. De Regering bepaalt en int de luchthavengelden volgens de modaliteiten die zij vastlegt.
   § 3. Indien de Regering gebruik maakt van de mogelijkheid tot concessie waarin artikel 2 voorziet, bepaalt en int de concessiehouder het bedrag van de luchthavenheffingen betreffende de luchthaven waarvan de uitbating hem door de Regering werd toegestaan, overeenkomstig de modaliteiten die de Regering bepaalt.
   § 4. De Regering, of de concessiehouder als de Regering gebruik maakt van de mogelijkheid tot concessie waarin artikel 2 voorziet, legt een voorstel tot wijziging van het systeem of het niveau van de luchthavengelden, samen met de redenen voor de voorgestelde wijzigingen, uiterlijk vier maanden vóór de wijzigingen van kracht worden, aan de luchthavengebruikers voor, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die ten overstaan van de luchthavengebruikers moeten worden gemotiveerd.
   Wanneer de Regering gebruik maakt van de mogelijkheid tot concessie waarin artikel 2 voorziet, beschikken de gebruikers van de betrokken luchthaven, met ingang van de datum van ontvangst van het voorstel bedoeld in het vorige lid, over een termijn van [2 [3 twintig werkdagen]3]2 om hun schriftelijke opmerkingen aan de Regering of aan de concessiehouder over te leggen.
   Als een luchthavengebruiker zijn opmerkingen niet laat gelden binnen de termijn bedoeld in het vorige lid, wordt geacht dat hij het voorstel tot wijziging van het systeem of het niveau van de luchthavengelden heeft aanvaard.
   De Regering, of de concessiehouder als de Regering gebruik maakt van de mogelijkheid tot concessie waarin artikel 2 voorziet, maakt haar (zijn) gemotiveerde beslissing uiterlijk twee maanden voor de inwerkingtreding ervan in het Belgisch Staatsblad bekend.
   § 5. De heffingen worden door alle nuttige middelen ter kennis van de luchthavengebruikers gebracht, o.a. via aanplakking en publicatie in de AIP (Aeronautical Information Publication ) en op de internetsite van de betrokken concessiehouder.
   § 6. Er wordt een " Autorité aéroportuaire de supervision indépendante de Wallonie " (Waalse luchthavenoverheid voor onafhankelijke supervisie) opgericht, waarvan de samenstelling en de werkingsregels door de Regering bepaald worden.
   De " Autorité aéroportuaire de supervision indépendante de Wallonie " spreekt zich bij administratieve beslissing uit over de geschillen tussen de concessiehouder en de gebruikers van de betrokken luchthaven i.v.m. de wijzigingen aangebracht in het systeem of het niveau van de luchthavengelden.
   De Regering bepaalt de procedureregels voor de regeling van de geschillen door de " Autorité aéroportuaire de supervision indépendante de Wallonie ".
   De " Autorité aéroportuaire de supervision indépendante de Wallonie " publiceert een jaarverslag over haar activiteiten op de internetsite van het Waalse Gewest. Dat verslag wordt aan de Waalse Regering en aan het Waals Parlement overgelegd.
   § 7. De betrokken gebruikers worden minstens één keer per jaar door de concessiehouder verzocht om advies uit te brengen over de toepassing van het systeem en van het niveau van de luchthavengelden. De Regering bepaalt de modaliteiten voor dat verzoek om adviesverlening.
   § 8. De luchthavengebruikers worden volgens de modaliteiten die de Regering bepaalt door de concessiehouder om adviesverlening verzocht voor de finalisatie van elk plan betreffende nieuwe infrastructuurprojecten met een mogelijke weerslag op de luchthavengelden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2011-07-14/09, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 23-09-2011>
  (2)<DWG 2015-12-17/55, art. 207, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DWG 2016-12-21/02, art. 6, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art6. <Ingevoegd bij DWG 2001-06-08/33, art. 1; Inwerkingtreding : 16-06-2001> § 1. In het kader van de bestrijding van de geluidshinder veroorzaakt door luchtvaartuigen die de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens gebruiken, kan per overtreding een administratieve sanctie worden uitgesproken tegen elke overtreder die onderstaande voorschriften niet naleeft of doet naleven door één van zijn aangestelden of gemachtigden :
  1° de gebruikelijke voortdurende of tijdelijke beperkingen voor bepaalde types luchtvaartuigen op grond van de geluidsclassificatie zoals bepaald in de bijlage 16 bij de ICAO;
  2° de niet te overschrijden maximale geluidswaarden die op de grond worden voortgebracht;
  3° de voortdurende of tijdelijke beperkingen opgelegd bij de uitoefening van bepaalde activiteiten van de luchtvaartuigen wegens de geluidshinder die ze veroorzaken;
  4° de regelgeving voor motortests;
  5° de bijzondere opstijgings- en landingsprocedures met het oog op de beperking van de tijdens die vluchtfasen veroorzaakte geluidshinder.
  De sanctie wordt opgelegd door de ambtenaar (ambtenaren), hierna " de bevoegde ambtenaar " genoemd, die daartoe door de Waalse Regering aangewezen wordt(worden).
  § 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder overtreder :
  - " de vluchtverantwoordelijke " : de persoon die verantwoordelijk is voor het besturen en de veiligheid van het luchtvaartuig gedurende een vlucht, ongeacht of hij de aangestelde van de eigenaar of van de exploitant van het luchtvaartuig is;
  - " de eigenaar van een luchtvaartuig " : de particulier of de rechtspersoon wiens naam vermeld staat in het inschrijvingsbewijs van het luchtvaartuig;
  - " de technische of commerciële exploitant van een luchtvaartuig " : de natuurlijke of rechtspersoon, de instelling of de onderneming die één of meer luchtvaartuigen uitbaat of overweegt uit te baten;
  - " de maatschappij die concessiehouder is van de exploitatie van een luchthaven ".
  § 3. De administratieve sancties worden door de bevoegde ambtenaar uitgesproken en bedragen al naar gelang de door de Regering bepaalde schaal tussen 200 en 7 500 euro per vastgestelde overtreding. De Regering kan zwaardere straffen opleggen als gevolg van recidives.
  (De bevoegde ambtenaar maakt evenwel een proces-verbaal op en richt een aanmaning aan de overtreder voor de in artikel 6, § 1; eerste lid, 2°, bedoelde overtredingen waarvan het aantal niet hoger is dan 5 % van het totaalbedrag van de gemiddelde dagelijkse bewegingen die tijdens de twaalf laatste maanden vóór de betrokken infractie op de luchthaven geregistreerd zijn, met een maximum van tien overschrijdingen van hoogstens 6 dB (A) per periode van 24 uur vanaf 0 u. 00 m. tot 23 u. 59 m. 59 s.).
  Vanaf 1 januari 2014 zullen de in het tweede lid bedoelde tien maximale overschrijdingen per periode van 24 uur niet hoger kunnen zijn dan hoogstens 3 dB (A).
  Op elke maandag worden de in het tweede en het derde lid bedoelde overschrijdingen, voor de lopende week (vanaf maandag om 0 u. 00 m. tot zondag om 23 u. 59 m. 59 s.), na raadpleging van de bevoegde ambtenaar verdeeld door de luchthavenbeheerders tussen de technische of commerciële uitbaters die op de Waalse luchthavens werken, na rato van het aantal dagelijkse bewegingen die op de betrokken luchthaven worden verricht door elk van deze uitbaters, en worden aangerekend volgens de chronologische volgorde van de bewegingen verricht door elke uitbater per periode van 24 uur.) <DWG 2006-02-02/31, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 13-02-2006>
  § 4. Als verschillende van de in § 1 bedoelde overtredingen samenvallen, worden de bedragen van de boetes gecumuleerd zonder evenwel 50 000 euro te mogen overschrijden.
  § 5. De overtreding wordt betekend binnen vijftien kalenderdagen, te rekenen van de dag waarop ze wordt vastgesteld.
  § 6. De administratieve beslissing waarbij de administratieve sanctie wordt opgelegd, mag niet meer worden genomen één jaar na het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de in § 1 van dit artikel bedoelde overtreding.
  § 7. Als de overtreder verzuimt de boete te betalen wanneer ze definitief is geworden, wordt de beslissing van de bevoegde ambtenaar medegedeeld aan de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest met het oog op de invordering van het bedrag van de boete.
  § 8. De betaling van de boete doet de vordering van het bestuur vervallen.
  § 9. De Regering organiseert de opsporing en de vaststelling van de overtredingen, de inning van de boetes waarmee ze bestraft worden, de rechtsmiddelen van de eventuele overtreders en alle maatregelen die nuttig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van dit artikel.

Art 6bis. [1 Van de onroerende voorheffing vrijgesteld wordt het kadastraal inkomen van de onroerende goederen aangewend voor de uitvoering van de diensten van algemeen nut in het kader van de uitbating van de luchthavens en vliegvelden in de zin van dit decreet{/art}.
   Volgende onroerende goederen worden beschouwd als aangewend voor de uitvoering van de diensten van algemeen nut in het kader van de uitbating van de luchthavens en vliegvelden :
   - de onbebouwde gebieden, de niet met een wegdek beklede oppervlakten en de bewakingswegen;
   - de onroerende goederen aangewend voor het rampenplan;
   - de onroerende goederen gebruikt door de publieke overheden in het kader van de uitvoering van de opdrachten van de openbare macht of de diensten van algemeen nut : de douaneposten, de posten voor paspoortcontrole, de lokalen en ruimten gebruikt door de politie- en douanediensten voor de controle van de veiligheid en de immigratiediensten, het gebouw van de weerkundige diensten, de post van de veerartsinspectie en het centrum voor tijdelijk onderdak;
   - de onroerende goederen gebruikt door Belgocontrol : de controletoren en de installaties voor de luchtverkeersleiding;
   - de ruimtes gebruikt voor de technische uitrustingen en installaties in verband met de diensten van algemeen nut : installaties voor de behandeling van het regen- en afvalwater, installaties voor bijstand voor luchtvaart, start- en landingsbaanverlichting;
   - de onroerende goederen gebruikt door de brandweerdiensten, de veiligheid van het luchtverkeer op grond niveau en de luchthavensite en de opvolging van de vluchtregistratie, de planificering van de voorziene vluchten, de veiligheid;
   - de parkeerruimtes voorbehouden voor het openbaar verkeer.
   Bij gemengd gebruik van voornoemde onroerende goederen, waarbij één of meerdere delen van het onroerend goed aangewend voor de uitvoering van diensten van algemeen nut wel degelijk en één of meerdere andere delen niet aan die voorwaarden voldoen, wordt het kadastraal inkomen van het onroerend goed voor gemengd gebruik vrijgesteld in de verhouding tussen de bruikbare oppervlakte van het onroerend goed aangewend voor de uitvoering van diensten van algemeen nut en de totale oppervlakte van het onroerend goed.
   Daartoe wordt in een zelfde kadastraal perceel waarop vrijgestelde onroerende goederen of delen ervan zijn opgetrokken, een gescheiden kadastraal inkomen, enerzijds, voor het vrijgestelde deel en, anderzijds, voor het niet-vrijgestelde deel bepaald volgens de verhouding bedoeld in het derde lid.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2012-05-10/02, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2012>