Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

17 MAART 1994. - Koninklijk besluit betreffende de produktie van melk en tot instelling van een officiële kontrole van melk geleverd aan kopers. (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Overheid bij BVR2007-09-07/59, art. 10, 3°; Inwerkingtreding : 31-12-2007) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij2009-01-29/43, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2009) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-08-1996 en tekstbijwerking tot 30-03-2009)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden betreffende de produktie van melk op de melkproduktieëenheid.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Melk geleverd aan kopers.
Art. 3-9
HOOFDSTUK IV. - Vergunning voor de ophaling van melk.
Art. 10-14
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 15-16, 16bis, 17-20
Bijlagen.
Art. N1-N4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989016134 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° De Minister : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.
  2° De melkproduktieëenheid : het ruimtelijk gebonden geheel van de produktiemiddelen voor de produktie van melk, uitgebaat door de producent en bestaande uit, voor zijn autonoom gebruik, de melkveestal, de voor de melkproduktie gebruikte gronden en de melkinstallatie, alsook voor zijn uitsluitend gebruik, de melkkoeien, de melkkoeltank of de melkkruiken.
  3° Melk : het produkt voortkomend van het melken van één of meer koeien en waarvan het natuurlijk vetgehalte al dan niet werd gewijzigd, de room inbegrepen.
  4° (Koper : een koper erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 7 maart 1994 betreffende de erkenning van melkinrichtingen en kopers.) <KB 2000-09-03/52, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 04-10-2000>
  5° Producent : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die alleen, of de groepering van natuurlijke personen of rechtspersonen die gezamenlijk, een melkproduktieëenheid uitbaat.
  6° Handelsverkeer : handelsverkeer in goederen tussen Lid-Staten van de Europese Gemeenschap.

HOOFDSTUK II. - Voorwaarden betreffende de produktie van melk op de melkproduktieëenheid.
Art.2. (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

HOOFDSTUK III. - Melk geleverd aan kopers.
Art.3. § 1. Er wordt een officiële kontrole ingesteld op de kwaliteit en de samenstelling van de melk geleverd aan kopers.
  § 2. De Minister stelt de kriteria vast die in aanmerking komen voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van de melk (...). <KB 2006-12-21/64, art. 12, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  (...) <KB 2006-12-21/64, art. 12, 1°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  § 3. (...) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 3°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  (§ 4. Er mag geen melk geleverd worden van een melkproductie-eenheid aan een koper die niet erkend is.) <KB 2000-09-03/52, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 04-10-2000>

Art.4. Iedere producent die melk levert aan een of meerdere kopers is verplicht deze melk te leveren volgens de types bepaald door de Minister. Voor ieder type melklevering is hij verplicht de officiële bepaling van (...) de samenstelling ervan te laten uitvoeren door het interprofessioneel organisme dat hiertoe door de Minister is erkend voor de omschrijving waarin de zetel van zijn melkproduktieëenheid is gelegen. <KB 2006-12-21/64, art. 12, 2°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.5. (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 3°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.6. De melk mag slechts opgehaald worden door een persoon die houder is van een vergunning die afgegeven wordt door de Minister, volgens de bepalingen van hoofdstuk IV.

Art.7. (...) <KB 2006-12-21/64, art. 12, 3°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  De tankwagens voor het ophalen van melk moeten door de Minister worden goedgekeurd.

Art.8. De Minister bepaalt de manier waarop de monsters moeten genomen worden, de frekwentie van de monsternemingen, de minimale frekwentie van de analyse van de monsters, de analysemethoden en de manier waarop de gegevens en de resultaten aan de producenten, aan de kopers en aan de kontroleorganismen worden medegedeeld.

Art.9. De Minister stelt de prijsverschillen vast die gebonden zijn aan de in artikel 3, § 1 voorziene officiële kwaliteitsbepaling en die de kopers moeten respekteren bij de betaling van de melk aan de producent.

HOOFDSTUK IV. - Vergunning voor de ophaling van melk.
Art.10. De aanvraag voor de bij artikel 6 bedoelde vergunning moet gericht worden aan (het Ministerie van Middenstand en Landbouw, Bestuur voor de Dierengezondheid en de Kwaliteit van de Dierlijke produkten (DG 5)), en moet vergezeld zijn van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag. <KB 1996-07-11/44, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1996>

Art.11. De Minister kent de vergunning enkel toe aan natuurlijke personen die :
  1° de vorming gevolgd hebben over behandeling en monsterneming van melk. Deze vorming, waarvan het programma bepaald wordt door de Minister, wordt verzekerd door (het Bestuur voor de Dierengezondheid en de Kwaliteit van de Dierlijke produkten (DG 5) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw); <KB 1996-07-11/44, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1996>
  2° de bijdrage, bepaald door de Minister, betaald hebben.

Art.12. De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar. Zij vermeldt onder meer de titularis, het vergunningsnummer en de geldigheidsduur.
  De geldigheidsduur is maximum 3 jaar. Na verloop van de geldigheidsduur moet de verlenging van de vergunning aangevraagd worden volgens de voorschriften in artikel 10.

Art.13. Het behoud van de vergunning is onderworpen aan volgende voorwaarden :
  1° de reglementaire bepalingen met betrekking tot de ophaling, de monsterneming en het vervoer van melk respecteren alsook deze die vastgesteld werden in het protocol van het betrokken interprofessioneel organisme;
  2° zich onderwerpen aan de kontrole door de Minister of zijn vertegenwoordigers en hun instructies opvolgen.

Art.14. § 1. De Minister trekt de vergunning in wanneer de voorwaarden bedoeld in artikel 13 niet meer voldaan zijn.
  Ingeval van kleine tekortkomingen of wijzigingen in de voorgeschreven voorwaarden kan een vergunning voor beperkte duur toegekend worden.
  Ingeval van definitieve veroordeling wegens een van de overtredingen bedoeld bij artikel 6, § 1, van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten, kan de Minister aan de veroordeelde een vergunning weigeren of intrekken, voor de tijd die hij bepaalt.
  § 2. De Minister deelt de redenen, samen met de voorgenomen maatregel, mee aan de betrokkene.
  Deze laatste beschikt, bij straffe van verval, over tien werkdagen om bij aangetekende brief zijn bezwaren kenbaar te maken.
  Daarna beschikt de Minister over dertig werkdagen om een beslissing te nemen.
  De beslissing van de Minister wordt bij aangetekende brief aan de betrokkene medegedeeld.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.15. Het is aan de kopers verboden melk of zuivelprodukten, die voortkomen van melk die niet aan de bij artikel 3, § 1 vastgestelde bepaling van (...) samenstelling werd onderworpen of die niet opgehaald werd in de voorwaarden vastgesteld door dit besluit, in de handel te brengen, aan te bieden, tentoon of te koop te stellen, voor de verkoop te vervoeren, te verkopen of te leveren. <KB 2006-12-21/64, art. 12, 4°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.16. In afwijking op artikel 11 kan elke natuurlijke persoon die, op de dag dat dit besluit in werking treedt, gewoonlijk melk ophaalt een vergunning bekomen op voorwaarde dat de aanvraag, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 10, ingediend wordt binnen de 2 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 16bis. (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 4°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>e produkten op basis van melk, kan de Minister afwijkingen van de temperaturen als bepaald in bijlage C, A, 2 en in bijlage D, 1 toestaan op voorwaarde dat het eindprodukt voldoet aan de normen vastgesteld in bijlagen A en D van het koninklijk besluit van 15 december 1994 betreffende de produktie en het in de handel brengen van konsumptiemelk en produkten op basis van melk.

Art.17. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgesprd, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.

Art.18. Het koninklijk besluit van 14 augustus 1989, betreffende melk en tot instelling van een officiële kwaliteitskontrole van melk geleverd aan kopers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 november 1990 en 18 februari 1993 wordt opgeheven.

Art.19. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1994.

Art.20. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlagen.
Art. N1. Bijlage A. Gezondheidsvoorwaarden waaraan het veebeslag moet voldoen krachtens artikel 2, § 1, 1°, van het koninklijk besluit.
  (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 5°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art. N2. Bijlage B. Hygiënevoorschriften waaraan de melkproduktieëenheid moet voldoen krachtens artikel 2, § 1, 3° van het koninklijk besluit.
  (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 5°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art. N3. Bijlage C. Hygiënevoorschriften die moeten nageleefd worden bij het winnen, het koelen en het opslaan van de melk krachtens artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit.
  (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 5°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art. N4. Bijlage D. Hygiënische voorwaarden waaraan moet voldaan worden bij het vervoer van de melk krachtens artikel 7 van het koninklijk besluit.
  (Opgeheven) <KB 2006-12-21/64, art. 16, 5°, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>