Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 AUGUSTUS 1997. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 oktober 1994 tot vaststelling van de analysemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers.



Inhoudstafel:


Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994016171 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 14 oktober 1994 tot vaststelling van de analysemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers worden de woorden " Dienst Dierlijke Producten " vervangen door de woorden "Dienst Zuivel- en pluimveeproductie ".

Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling :
  " Artikel 5 § 1. De referentiemethode voor de bepaling van het vriespunt is de cryoscopische methode (bij middel van een thermistorcryoscoop) beschreven in bijlage 9 punt A.
  § 2. Een screeningsmethode gebaseerd op midden-infrarood spectrometrie is toegelaten voor zover het gebruikte toestel gekalibreerd werd tegenover de referentiemethode. Alle resultaten hoger dan of gelijk aan de grenswaarde voor de screeningstest, vastgesteld in bijlage 9 punt B, dienen bevestigd te worden met de cryoscopische referentiemethode.
  De aangewende apparatuur moet voorafgaandelijk door de Dienst Zuivel- en Pluimveeproductie worden goedgekeurd.
  De aankoop van nieuwe apparatuur moet voorafgaandelijk ter kennis worden gebracht van hogervermelde dienst. Deze zal een advies uitbrengen na raadpleging van een bevoegde wetenschappelijke instelling. "

Art.3. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden " Dienst Dierlijke Producten " vervangen door de woorden " Dienst Zuivel- en Pluimveeproductie ".

Art.4. In bijlage 9 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° De volgende titel wordt vóór punt 1 ingevoegd :
  " A. Referentiemethode ".
  2° Een punt B, luidend zoals vermeld in bijlage bij dit besluit, wordt toegevoegd.

Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Brussel, 29 augustus 1997.
  K. PINXTEN

BIJLAGE.
Art. N. B. Screeningsmethode gebaseerd op midden-infrarood spectrometrie.
  1. Principe.
  De vriespuntsbepaling gebeurt indirect met behulp van een spectrofotometrische bepaling in het midden-infrarood gebied gekoppeld aan een geleidbaarheidsmeting; de bekomen resultaten worden gekalibreerd ten opzichte van de referentiemethode.
  2. Reagentia.
  Voor de uitvoering van midden-infrarood spectrometrie zijn geen reagentia nodig.
  3. Apparatuur.
  3.1. Spectrofotometer bruikbaar voor metingen in het middeninfrarood gebied.
  De spectrofotometrische metingen in het midden-infrarood gebied is gekoppeld met een geleidbaarheidsmeting.
  3.2. Waterbad met circulatie, instelbaar op 40°C (precisie \+ 2°C).
  4. Werkwijze.
  Een gedetailleerde beschrijving van de werkwijze moet opgenomen worden in het protocol van het interprofessioneel organisme.
  4.1. Voorbereiding van het monster.
  De te analyseren monsters worden voor de analyse in een waterbad opgewarmd tot 40 \+ 2°C en nadien zorgvuldig homogeen gemaakt. Na de voorbehandeling dienen de monsters ontleed te worden binnen een tijdspanne van 15 minuten.
  4.2. Opstarten van de midden-infrarood spectrofotometer.
  Het apparaat moet opgestart worden overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant van het toestel. Bij de installatie moet het toestel, overeenkomstig de instructies van de fabrikant, gekalibreerd worden tegenover de cryoscopische referentiemethode. Deze kalibratie moet tweemaandelijks gecontroleerd worden door het interprofessioneel organisme met behulp van minstens 15 rauwe melkmonsters en dit volgens een gedetailleerde procedure opgenomen in zijn protocol.
  4.3. Uitvoering van de analyses.
  Het reinigen en het onderhoud van het toestel moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de specificaties van de fabrikant van het toestel.
  De uitvoering van de analyses gebeurt volgens de instructies van de fabrikant.
  De ingestelde kalibratie wordt dagelijks gecontroleerd met behulp van een vergelijking van het vriespunt van 5 rauwe melkmonsters tegenover het resultaat bekomen met de cryoscopische referentiemethode. De normen voor het aanvaarden van de ingestelde kalibratie worden opgenomen in het protocol van het interprofessioneel organisme.
  De stabiliteit van het toestel wordt gecontroleerd door minstens om het half uur een pilootmonster te analyseren. De samenstelling en de criteria voor het gebruik van het pilootmonster zijn opgenomen in het protocol van het interprofessioneel organisme. Elk staal van het pilootmonster mag slechts éénmaal gebruikt worden.
  De grenswaarde voor de screening is bepaald door de Dienst Zuivel- en Pluimveeproductie. Ze is vastgesteld op -0,515°C.
  De melkmonsters waarvan het vriespunt hoger ligt of gelijk is aan de grenswaarde dienen bevestigd te worden met de cryoscopische referentiemethode. Deze bevestiging dient uitgevoerd te worden binnen de 2 uur die volgen op de spectrofotometrische screening en nadat het monster een temperatuur lager dan 25°C bereikt heeft.
  4.4. Gebruik van borgingsfiches.
  Dagelijks dient een borgingsfiche ingevuld te worden die volgende gegevens bevat :
  - de gegevens in verband met de instelling van de kalibratie;
  - de resultaten van de dagelijkse controle van de kalibratie;
  - de resultaten bekomen voor het pilootmonster;
  - de afwijkingen en problemen bij de uitvoering van de analyse en de genomen correctieve akties.
  De borgingsfiches worden minstens 6 maand bewaard.
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 29 augustus 1997.
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN