Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 JANUARI 1992. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het indelingsschema voor geslachte volwassen runderen. - (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR2003-10-03/37, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 12-11-2003>) - (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest door BWG2003-11-06/46, art. 34, 004; Inwerkingtreding : 28-03-2004; opheffing bevestigd bij BWG2004-04-01/77, art. 32, Inwerkingtreding : 22-05-2004>) - (NOTA : Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door <BESL2005-09-22/53, art. 31, 1°; Inwerkingtreding : 19-11-2005>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-02-1992 en tekstbijwerking tot 09-11-2005).



Inhoudstafel:


Art. 1-14
Bijlagen.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. (Zie NOTA'S onder opschrift) De karkassen van volwassen runderen geslacht in de slachthuizen die zijn erkend overeenkomstig richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 worden ingedeeld overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Art.2. (Zie NOTA'S onder opschrift) Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  1. De Minister : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.
  2. Volwassen runderen : de runderen van meer dan zes maanden waarvan het levend gewicht groter is dan driehonderd kg.
  3. Karkas : het geslachte rund, uitgebloed, van ingewanden ontdaan en gevild aangeboden :
  - zonder kop en zonder poten; de kop van de romp gescheiden ter hoogte van de bovenste halswervel (atlaswervel), de poten afgescheiden ter hoogte van de voorkniegewrichten of spronggewrichten;
  - zonder de organen in de borst- en buikholte, met of zonder de nieren, het niervet en het slotvet;
  - zonder de geslachtsorganen met de bijbehorende spieren, zonder de uier en het uiervet;
  - in twee symmetrische delen gescheiden door splijting door het midden van de wervelkolom, van het borstbeen en van het bekken.
  (4. De Dienst : de dienst Fokkerij en Vlees van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.) <KB 2001-06-28/50, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 28-07-2001>

Art.3. (Zie NOTA'S onder opschrift) § 1. De geslachte volwassen runderen worden ingedeeld als volgt :
  1. in de categorieën A, B, C, D, E zoals omschreven in bijlage I;
  2. volgens de bevleesdheid ingedeeld in de klassen S, E, U, R, O, P, zoals omschreven in bijlage II;
  3. volgens de vetheid ingedeeld in de klassen 1, 2, 3, 4, 5 zoals omschreven in bijlage III.
  § 2. Het resultaat van de indeling wordt steeds als een triplet, volgens de orde van § 1 voorgesteld.
  § 3. De Minister kan subklassen van bevleesdheid en vetheid vaststellen.

Art.4. (Zie NOTA'S onder opschrift) § 1. Alle slachthuizen die overeenkomstig richtlijn 64/433/EEG zijn erkend en die op jaarbasis gemiddeld meer dan 3 900 volwassen runderen slachten zijn verplicht alle karkassen van die runderen in te delen en te identificeren.
  § 2. De andere slachthuizen dan die bedoeld in § 1 mogen de karkassen indelen op voorwaarde dat zij de bepalingen van dit besluit naleven en hiervan de Minister vooraf schriftelijk op de hoogte brengen.
  § 3. De Minister kan tijdelijk een ander slachtcijfer vaststellen dan datgene voorgeschreven in § 1.

Art.5. (Zie NOTA'S onder opschrift) (§ 1. De Minister vertrouwt de opdracht om de indeling overeenkomstig artikel 3 uit te voeren toe aan een interprofessioneel organisme.
  § 2. De indeling wordt uitgevoerd door classificeerders die erkend zijn door de Minister. Zij werken onder de verantwoordelijkheid van het interprofessioneel organisme.
  § 3. De Minister legt de voorwaarden vast voor het verlenen en intrekken van de erkenning van de classificeerders.
  § 4. Om erkend te worden en te blijven, moet het interprofessioneel organisme :
  1° ten minste samengesteld zijn uit vertegenwoordigers van de rundveeproducenten, de slachthuizenen de groothandelaars in rundvlees;
  2° opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk;
  3° beschikken over door de Minister goedgekeurde statuten;
  4° beheerd worden op basis van een door de Minister goedgekeurd financieringsplan;
  5° beschikken over erkende classificeerders;
  6° beschikken over een door de Minister goedgekeurd protocol inzake :
  - de organisatie en de inhoud van de opleiding voor classificeerders
  - de indeling
  - de verwerking en de overdracht van gegevens
  - de mededeling van gegevens
  - de wijze van zelfcontrole;
  7° zich onderwerpen aan de instructies van de Minister en aan de controle door de Dienst.
  § 5. Het interprofessioneel organisme legt het tarief voor de indeling van volwassen runderkarkassen ter goedkeuring voor aan de Minister.
  § 6. In afwachting dat een interprofessioneel organisme erkend is en dit in staat is om de indeling uit te voeren in alle betrokken slachthuizen, wordt de indeling van de karkassen van volwassen runderen uitgevoerd door erkende classificeerders, die werken onder de verantwoordelijkheid van de uitbater van het slachthuis.
  § 7. De uitbaters van de slachthuizen en het erkende interprofessioneel organisme nemen alle nodige maatregelen opdat het interprofessioneel organisme alle karkassen zou indelen ten laatste vanaf 1 januari 2002.) <KB 2001-06-28/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 28-07-2001>

Art.6. (Zie NOTA'S onder opschrift) § 1. Het indelen van de karkassen moet na de keuring, op het ogenblik van de weging gebeuren.
  § 2. De Minister bepaalt de modaliteiten en eventuele afwijkingen van de indeling.

Art.7. (Zie NOTA'S onder opschrift) § 1. Onmiddellijk nadat de runderkarkassen zijn ingedeeld, worden zij geïdentificeerd door middel van een merkteken dat het resultaat van de indeling aanduidt, zoals voorzien bij artikel 3, § 2.
  § 2. Het merken gebeurt door middel van een stempel met onuitwisbare, niet giftige inkt. De letters en cijfers moeten ten minste 2 cm hoog zijn.
  § 3. De stempel kan worden vervangen door etiketten die voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1. de afmetingen ervan mogen niet kleiner zijn dan 5 X 10 cm;
  2. leesbaar, stevig en goed vastgemaakt zijn.
  De Minister bepaalt de karakteristieken van de etiketten alsook de aanwijzingen die erop moeten voorkomen.
  § 4. De merktekens worden op de achtervoeten aangebracht op het lendestuk, ter hoogte van de vierde lendewervel en op de voorvoeten op de puntborst, op ongeveer 10 tot 30 cm van de sternum.
  In geval het merken gebeurt door middel van etiketten, beslist de Minister waar de etiketten moeten worden bevestigd.
  § 5. De merktekens mogen niet worden verwijderd voordat de voor- of achtervoeten uitgebeend zijn.

Art.8. (Zie NOTA'S onder opschrift) De slachthuizen die krachtens artikel 4, § 1 en § 2 van dit besluit niet tot de indeling van de karkassen overgaan, mogen daarop geen tekens aanbrengen die kunnen worden verward met de merktekens van de categorieën en klassen van artikel 3.

Art.9. (Zie NOTA'S onder opschrift) § 1. Het resultaat van de indeling moet worden geregistreerd op de weegbanden.
  § 2. (het interprofessioneel organisme moet) het resultaat van de indeling schriftelijk meedelen aan de natuurlijke of rechtspersoon voor wie wordt geslacht. Deze mededeling moet geschieden binnen de acht dagen na het slachten. <KB 2001-06-28/50, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-07-2001>
  § 3. (het interprofessioneel organisme moet) de resultaten van de indeling iedere maand aan de Minister overmaken. <KB 2001-06-28/50, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-07-2001>en, de vorm en de inhoud van de gegevens die worden voorgeschreven in §§ 1, 2, 3, alsook de periode gedurende dewelke zij moeten worden bewaard.
  § 5. De Minister kan beslissen dat de personen bedoeld bij § 2 de resultaten van de indeling van hun slachtingen bewaren. Hij kan eveneens maatregelen nemen die ertoe leiden dat deze personen deze resultaten alsook alle andere informaties over de geslachte runderen en de prijzen ervan, voorleggen aan de daartoe aangestelde ambtenaren.

Art.10. (Zie NOTA'S onder opschrift) Het is verboden de karkassen of voeten van runderen, afkomstig van de slachthuizen bedoeld bij artikel 4, § 1 en § 2, in de handel te brengen, aan te bieden, tentoon of te koop te stellen, voor de verkoop te vervoeren, te verkopen, te leveren of af te staan, uit te voeren, indien zij niet worden onderworpen aan de overeenkomstig dit besluit voorgeschreven indeling.

Art.11. (Zie NOTA'S onder opschrift) De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.

Art.12. (Zie NOTA'S onder opschrift) De Minister stelt de maatregelen vast die vereist zijn om de toepassing van de bepalingen van dit besluit te controleren.

Art.13. (Zie NOTA'S onder opschrift) Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992.

Art.14. (Zie NOTA'S onder opschrift) Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlagen.
Art. N1. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 1. - Categorieën van de geslachte runderen. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 04/02/1992, p. 2317>

Art. N2. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 2. - Bevleesdheid. Vorm van de karkasprofielen. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 04/02/1992, p. 2318 en Erratum, B.St. 21-10-1992, blz. 22515>

Art. N3. (Zie NOTA'S onder opschrift) Bijlage 3. - Vetheid. - Hoeveel vet aan de buitenkant van het karkas en aan de binnenzijde van de borstholte. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 04/02/1992, p. 2319, en Erratum, B.St. 21-10-1992, blz. 22515>