Details





Titel:

8 APRIL 1989. - Koninklijk besluit tot uitvoering van [artikel 38, § 3bis, vierde lid,] van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. <KB2023-03-02/02, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-08-1990 en tekstbijwerking tot 08-03-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1994022255  1996022017  1997012573  2003012240  2022040087 



Artikels:

Artikel 1.§ 1. De loonmatigingsbijdrage is niet verschuldigd voor de leerlingen, beoogd bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de dienstboden beoogd bij artikel 5 van hetzelfde besluit, de deeltijdse leerplichtige werknemers beoogd bij artikel 5bis van hetzelfde besluit, [1 ...]1 (de gelegenheidsarbeiders beoogd bij artikel 8bis van hetzelfde besluit), (de gelegenheidswerknemers beoogd in artikel (8quater) van hetzelfde besluit,) de handarbeiders wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien en bedieningsgeld bestaat en voor wie de sociale zekerheidsbijdragen moeten berekend worden op forfaitaire daglonen, (evenals de hoofdarbeiders van de gemeentelijke casino's wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat,) de werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst voor zeevissers beoogd bij artikel 26 van hetzelfde besluit, [2 en]2 de taxichauffeurs voor personenvervoer [2 ...]2. [2 Ze is evenmin verschuldigd voor personen met een arbeidshandicap, met een psychosociale beperking of uiterst kwetsbare personen, zoals erkend door het bevoegde Gewest of Gemeenschap en tewerkgesteld door een beschutte werkplaats, een sociale werkplaats of een maatwerkbedrijf behorende tot het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven.]2 <KB 1994-06-21/32, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-07-1994> <KB 1991-07-22/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1987; houdt op van kracht te zijn op 31 december 1988.> <KB 2003-05-27/35, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2003; Opheffing : 01-01-2005 en Erratum, zie B.S. 08-07-2003, p. 36361 en bevestigd bij KB 2005-11-17/38, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
  (Ze is evenmin verschuldigd voor de personeelsleden van onderwijsinstellingen die rechtstreeks ten laste van een Gemeenschap worden bezoldigd) ((of ten laste van de openbare instelling die als de inrichtende macht van het Gemeenschapsonderwijs optreedt.)) <KB 1990-06-25/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1989> <KB 1992-12-17/48, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1989>
  § 2. De loonmatigingsbijdrage is niet verschuldigd op de getrouwheidspremie, betaald door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking aan de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Nationaal Paritair Comité nr. 126 voor de stoffering en de houtbewerking.
  ----------
  (1)<KB 2022-02-14/05, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (2)<KB 2023-03-02/02, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.