9 MEI 1985. - Decreet betreffende de ontsluiting van de steenbergen. (Vertaling) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-01-1989 en tekstbijwerking tot 19-07-2024)
Art. 1-14
1985023796 1988027544 1993027060 1993027458 1994027097 1997027583 2000027209 2006202645 2008200591 2013027176
Artikel 1.<DWG 1993-05-06/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 1993-06-18> In de zin van dit decreet dient te worden verstaan onder :
1° " steenberg " : iedere tijdelijke of vaste opslagplaats - met uitzondering van het grondvlak van het terrein - van delfstoffen afkomstig van de ontginning van steenkolenmijnen;
2° " Bestuur " : de door de Executieve aangewezen betrokken algemene directie of buitendienst van het Ministerie van het Waalse Gewest.
3° " gemachtigde ambtenaar " : de gemachtigde ambtenaar (in de zin van) het [1 Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling]1. <DWG 1999-03-11/39, art. 172, 005; Inwerkingtreding : 01-10-2002>
----------
(1)<DWG 2016-07-20/46, art. 83, 009; Inwerkingtreding : 01-06-2017>
Art.2.(De vergunning tot ontsluiting van een steenberg houdt van rechtswege de afgifte in van de bouwvergunning in de zin [1 van artikel D.IV.4 van het Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling]1 en van de milieuvergunning in de zin van artikel 1, 1°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning om de steenberg te exploiteren.) <DWG 1999-03-11/39, art. 173, 005; Inwerkingtreding : 01-10-2002>
Onder " ontginnen " wordt verstaan : de stoffen waaruit de steenberg bestaat, delven, wegbrengen, wegdoen, verwerken of gebruiken.
Bij afwezigheid van een ontginning in de zin van het voorafgaande lid worden de procedures betreffende de bouwvergunning en de vergunning tot ontginning niet gewijzigd.
----------
(1)<DWG 2016-07-20/46, art. 84, 009; Inwerkingtreding : 01-06-2017>
Art.3.
<Opgeheven bij DWG 2024-03-14/32, art. 22, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.4.<DWG 1993-05-06/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 1993-06-18> § 1. De steenbergen kunnen enkel worden ontgonnen op grond van een vergunning tot ontsluiting afgegeven door het college van burgemeester en schepenen op advies van het Bestuur en van de gemachtigde ambtenaar.
Voor het uitbrengen van deze adviezen stelt het college van burgemeester en schepenen een openbaar onderzoek in [1 volgens de modaliteiten omschreven in Boek I van het Milieuwetboek]1.
§ 2. Als het gaat om een steenberg die zich op het grondgebied van verscheidene gemeenten uitstrekt, wordt de vergunning tot ontsluiting op advies van betrokken colleges van burgemeester en schepenen door de bestendige deputatie verleend.
§ 3. De aanvrager, het Bestuur en de gemachtigde ambtenaar kunnen bij de Executieve een beroep instellen.
Het college van burgemeester en schepenen kan eveneens een beroep instellen wanneer de vergunning tot ontsluiting door de bestendige deputatie toegekend wordt.
De bestreden beslissing wordt niet geschorst door het beroep behalve indien het ingesteld wordt, hetzij door het Bestuur of de gemachtigde ambtenaar, hetzij door het college van burgemeester en schepenen wanneer de vergunning tot ontsluiting door de bestendige deputatie toegekend wordt.
§ 4. (De exploitant kan verzoeken om de wijziging van de ontsluitingsvergunning.
De overheid die de vergunning heeft toegekend, kan ze eveneens wijzigen, opschorten of intrekken, op de voordracht van het bestuur of van de gemachtigde ambtenaar, of ambtshalve op advies van het bestuur, en, in voorkomend geval, van de gemachtigde ambtenaar.
In dat geval wordt de exploitant eerst in staat gesteld om zijn opmerkingen bij geschrifte voor te dragen.
Het in § 3 bedoelde beroep wordt ingesteld tegen beslissingen die worden genomen overeenkomstig de leden 1 en 2.) <DWG 1994-04-21/38, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 1994-06-04>
§ 5. De Executieve bepaalt de procedure, de modaliteiten en de termijnen met betrekking tot de toepassing van dit artikel.
(Als het college van burgemeester en schepenen of de bestendige deputatie niet beslissen binnen de vastgestelde termijn, kan de auteur van het verzoek of het voorstel hen erop wijzen bij ter post aangetekende brief.
Als het college van burgemeester en schepenen of de bestendige deputatie hun beslissing niet hebben bekendgemaakt binnen dertig dagen na ontvangst van de brief, wordt hun stilzwijgen beschouwd als een beslissing van afwijzing.) <DWG 1994-04-21/38, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 1994-06-04>
§ 6. De monsterneming van stoffen op een steenberg teneinde met name het wassen en het zeven ervan te beproeven, wordt door het betrokken college van burgemeester en schepenen toegestaan voor zover de opgenomen hoeveelheid stoffen duizend ton niet overschrijdt en nadat het Bestuur en de gemachtigde ambtenaar ervan op de hoogte gesteld zijn.
----------
(1)<DWG 2007-05-31/46, art. 47, 006; Inwerkingtreding : 08-03-2008>
Art.5. <DWG 1993-05-06/31, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 1993-06-18> De vergunning tot ontsluiting bepaalt met name de te nemen maatregelen :
1° met betrekking tot de hygiëne en de veiligheid van de omgeving;
2° met het oog op de bescherming van het leefmilieu;
3° met het oog op de nieuwe aanleg van het terrein na ontginning, met inbegrip van de vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van de door de ontginner te storten borgsom, die toereikend moeten zijn om de nieuwe aanleg van het terrein hoe dan ook te verzekeren, zelfs in geval van faillissement;
4° met betrekking tot de route die moet worden gevolgd.
Art.6. De ontginningen van steenbergen, die op de datum van het inwerkingtreden van dit decreet regelmatig begonnen zijn, moeten binnen drie maanden na het inwerkingtreden van dit decreet bij aangetekende brief door het bedrijfshoofd aan de Waalse Gewestexecutieve medegedeeld worden.
Bij deze mededeling wordt een afschrift van de vroeger afgegeven vergunningsakten alsmede van de overeenkomsten tussen het bedrijfshoofd en de eigenaar van steenbergen of een geauthentiseerd bewijs of certificaat dat het bestaan van overeenkomsten tussen het bedrijfshoofd en de eigenaar van steenbergen vaststelt, gevoegd.
Bij gebreke van mededeling kan de ontginning voor rekening en risico van het bedrijfshoofd door de Waalse Gewestexecutieve stopgezet worden.
Art.7. Voor de steenbergen waarvan de ontginning op de datum van het inwerkingtreden van dit decreet niet begonnen is, hoewel ze behoorlijk toegestaan is, stelt de Waalse Gewestexecutieve na raadpleging van het bedrijfshoofd in binnen twee maanden na ontvangst van de afschriften van de in artikel 6 bedoelde akten, de termijn voor het begin van de ontginning vast.
Zodra de door de Waalse Gewestexecutieve vastgestelde termijn verstreken is, mag de ontginning slechts overeenkomstig de bepalingen van dit decreet uitgevoerd worden.
Art.8.[1 Er wordt een overtreding van tweede categorie in de zin van deel VIII van het decretaal gedeelte van Boek I van het Milieuwetboek begaan door de overtreder van de artikelen 4, § 1, en 5 van dit decreet, alsook van de besluiten tot uitvoering van voornoemde bepalingen.]1
----------
(1)<DWG 2008-06-05/36, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 06-02-2009>
Art.9. (Tijdens een overgangsperiode die op de bekendmakingsdatum van de in artikel 3 bedoelde classificatie zal eindigen en ten laatste op 1 oktober 1989, is artikel 3 niet van toepassing op de verlening van vergunningen tot ontsluiting.) <DWG 1988-12-16/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 1989-01-17>
Tijdens deze periode neemt het in artikel 5 bedoelde plan van invloed andere vastgestelde mogelijkheden in aanmerking betreffende de beoogde plannen voor de bestemming van de steenbergen waarvoor een aanvraag om vergunning ingediend werd.
De vergunningen worden overeenkomstig artikels 4 en 5 verleend nadat het dringende karakter van de aanvraag en de onmogelijkheid om op de in artikel 3 bepaalde classificatie te wachten, gerechtvaardigd werden.
Art.10. <DWG 1993-05-06/31, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 1993-06-18> In de vergunning tot ontsluiting wordt de begindatum van de werkzaamheden vastgesteld.
Indien de uitvoering van de werkzaamheden niet binnen twaalf maanden met ingang van deze datum een aanvang heeft genomen, kan de overheid die de vergunning tot ontsluiting heeft verleend de nietigheid ervan verklaren, na bericht en via eenvoudige betekening aan de vergunninghouder.
Art.11.Op aanvraag van de houder van de in artikel 4 bedoelde vergunning kan de Waalse Gewestexecutieve verklaren dat het van algemeen nut is :
- op allerhande onbebouwde terreinen en onverminderd de aan de eigenaren te betalen vergoeding gebouwen en installaties op te richten en alle werken uit te voeren die nodig zijn om naar delfstoffen te graven in de steenberg, waarvoor een ontsluitingsvergunning werd uitgereikt, of die nodig zijn voor zijn ontginning of voor zijn toekomstige aanleg. Bedoelde eigenaars kunnen na beëindiging van de graving, de ontginning of de aanleg ofwel de gebouwen en installaties behouden tegen afkoop, berekend op basis van de bestemming van het goed en van het gebruik dat van de gebouwen en installaties gemaakt kan worden - ofwel het herstel van het terrein aanvragen;
- allerhande onroerende goederen [1 ...]1 te onteigenen, die nodig zijn voor het graven naar delfstoffen in de steenberg, waarvoor een ontsluitingsvergunning werd uitgereikt, of voor zijn ontginning of zijn toekomstige aanleg.
----------
(1)<DWG 2018-11-22/12, art. 70, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
Art.12. De Waalse Gewestexecutieve neemt de besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van dit decreet.
Art.13. Het koninklijk besluit van 21 maart 1975 betreffende de terugwinning van de delfstoffen uit steenbergen wordt opgeheven.
Art. 14. <ingevoegd bij DWG 1993-05-06/31, art. 6, Inwerkingtreding : 1993-06-18> § 1. De bepalingen van de artikelen 1 tot 5 zijn niet van toepassing op de aanvragen met betrekking tot de vergunning tot ontsluiting die vóór de inwerkingtreding van dit decreet werden voorgelegd.
§ 2. Ingeval het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het decreet van 9 mei 1985, een gunstig advies over de aanvraag met betrekking tot een vergunning tot ontsluiting heeft uitgebracht, is het college ook bevoegd om de vergunning te wijzigen, van aanvullende voorwaarden te voorzien, op te schorten of in te trekken, als die vóór de inwerkingtreding van dit decreet werd verleend.