31 OKTOBER 1984. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve houdende aanwijzing van de overheden belast met de toepassing in het Waalse Gewest van sommige verordenende bepalingen inzake bescherming en exploitatie van grondwateren.
Art. 1-7
1966061404 1976042101 1976042102 1976081105 1976100104 1976112516
Artikel 1. Voor de toepassing in het Waalse Gewest van :
a) het koninklijk besluit van 14 juni 1966 betreffende de telling van de grondwaterreserves;
b) het koninklijk besluit van 21 april 1976 tot reglementering van het gebruik van grondwater;
c) het koninklijk besluit van 13 juli 1976 tot reglementering van het gebruik van het bij de exploitatie van mijnen andere dan steenkoolmijnen, graverijen, groeven en ondergrondse uitgravingen toevallig toevloeiend grondwater;
d) het koninklijk besluit van 9 augustus 1976 betreffende de telling van de vóór 15 juli 1947 in gebruik genomen grondwaterwinningen;
e) het koninklijk besluit van 1 oktober 1976 tot uitvoering van de wet van 9 juli 1976 betreffende de reglementering van de exploitatie van grondwaterwinningen,
dient te worden verstaan onder :
- " Minister ", " Minister tot wiens bevoegdheid de mijnen behoren ", of " Minister tot wiens bevoegdheid de mijnen, graverijen en groeven behoren " de Minister, lid van de Waalse Gewestexecutieve tot wiens bevoegdheid het waterbeleid behoort;
- " Mijningenieur " of " Mijningenieur van het gebied " : de burgerlijk ingenieurs die een specialisatie hebben met het beheer van de grondwateren (ingenieur-geoloog, mijningenieur, bouwkundig ingenieur, scheikundig ingenieur) van de Algemene Inspectie voor het Water van het Ministerie van het Waalse Gewest;
- " Directeur-generaal der mijnen " : de ambtenaar die de hoogste in rang is bij de Algemene Inspectie voor het Water van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art.2. Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie worden de ingenieurs van de Algemene Inspectie voor het Water van het Ministerie van het Waalse Gewest belast met het toezicht, in het Waalse Gewest, op de uitvoering van :
1° de besluitwet van 18 december 1946 waarbij tot het houden van een telling der grondwaterreserves en tot invoering van een reglementering van hun gebruik besloten wordt;
2° de wet van 9 juli 1976 betreffende de reglementering van de exploitatie van grondwaterwinningen, alsmede de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art.3. <wijzigingsbepaling van art. 13 van het KB 14-06-1966>
" ..... "
Art.4. <wijzigingsbepaling van het KB 21-04-1976>
" ..... "
Art.5. Voor de toepassing van artikel 9 van de wet van 1 augustus 1924 omtrent de bescherming der minerale en thermale wateren, worden in het Waalse Gewest de aan de Inspecteur over de gezondmakingswerken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid toegekende bevoegdheden uitgeoefend door de ingenieurs van de Algemene Inspectie voor het Water van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art.6. Opgeheven worden in het Waalse Gewest :
1° het koninklijk besluit van 21 april 1976 houdende aanwijzing van de ambtenaren die belast zijn met het toezicht op de naleving van de besluitwet van 18 december 1946 waarbij tot het houden van een telling der grondwaterreserves en tot invoering van een reglementering van het gebruik besloten wordt, en van de uitvoeringsbesluiten daarvan;
2° artikel 9 van het koninklijk besluit van 1 oktober 1976 tot uitvoering van de wet van 9 juli 1976 betreffende de reglementering van de exploitatie van grondwaterwinningen;
3° het ministerieel besluit van 11 augustus 1976 tot aanwijzing van de ambtenaren van de Administratie van het Mijnwezen die belast zijn met het toezicht op de uitvoering van de besluitwet van 18 december 1946 waarbij tot het houden van een telling der grondwaterreserves en tot invoering van een reglementering van hun gebruik besloten wordt;
4° het ministerieel besluit van 25 november 1976 tot aanwijzing van de ambtenaren van de Administratie van het Mijnwezen die belast zijn met het toezicht op de uitvoering van het koninklijk besluit van 1 oktober 1976 tot uitvoering van de wet van 9 juli 1976 betreffende de reglementering van de exploitatie van grondwaterwinningen.
Art. 7. De Minister tot wiens bevoegdheid het waterbeleid behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.