Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 JUNI 1966. - Koninklijk besluit betreffende de telling van de grondwaterreserves. <opgeheven wat het Vlaamse gewest betreft bij BREV 27-03-1985, art. 33>



Inhoudstafel:


Art. 1-10, 10bis, 11-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

 



Artikels:

Artikel 1. Er wordt een algemene telling van 's lands grondwaterreserves gehouden.

Art.2. De gebruikers van werken en installaties die het opvangen van grondwater tot doel of tot gevolg hebben, het opvangen van bronnen aan de oppervlakte en de wateruitpompingen in de mijnen, groeven en graverijen inbegrepen, moeten daaromtrent, binnen de zes maanden die volgen op de bekendmaking van dit besluit, een aangifte indienen met vermelding van de ligging, de aard, de bestemming en de diepte van het werk, het waterpeil, de diepte waarop de pomp geïnstalleerd is, de diameter van de put, de pomp- of afvoerinrichting, alsook de capaciteit in m3/uur en de aangewende meetinrichting.
  De aangifte wordt gesteld overeenkomstig het model vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid de mijnen behoren; zij wordt, in twee exemplaren, aan de centrale dienst van het mijnwezen te Brussel verzonden.
  De aangever kan aangifteformulieren bekomen, bij de centrale dienst van het mijnwezen te Brussel of bij het gemeentebestuur van de plaats waar genoemde werken en installaties zich bevinden of voordoen.

Art.3. Tot aangifte zijn eveneens, binnen dezelfde termijn, verplicht zij die beschikken over watervindplaatsen waar geen water opgevangen wordt of die, ten gevolge van in de grond uitgevoerde werken, een toevallig toestromen van grondwater hebben veroorzaakt.
  De aangifte vermeldt enkel de ligging, de aard, de diepte van het werk en het waterpeil.

Art.4. (opgeheven) <KB 21-04-1976, art. 25, 2°>

Art.5. Iedere installaties die na de inwerkingtreding van dit besluit voor het eerst of opnieuw in bedrijf wordt genomen, wordt binnen een maand aangegeven zoals bepaald is in artikel 3.

Art.6. Iedere wijziging aan het werk, de installatie of de ontginningsmodaliteiten wordt binnen een maand aangegeven zoals bepaald is in artikel 2.

Art.7. De eigenaars en de gebruikers, evenals de bouwheren en de aannemers der werken zijn verplicht aan de in artikel 8 genoemde ambtenaren en beambten de voor het vervullen van hun opdracht nodige inlichtingen en middelen te verschaffen. <lezen: ... aan de in art. 1 van KB 21-04-1976 genoemde ...>

Art.8. (opgeheven) <KB 21-04-1976, art. 2>

Art.9. De Minister tot wiens bevoegdheid de mijnen behoren kan, bij gemotiveerd besluit, van de naleving van de door dit besluit opgelegde verplichtingen ontslaan; hij kan, waar het past, de dispensatie afhankelijk stellen van de naleving van door hem te bepalen voorwaarden.
  De dispensatie geldt voor drie jaar en kan worden hernieuwd. Zij kan, zo nodig, voor het verstrijken van de termijn worden ingetrokken.
  De Minister mag ook een stroomgebied of een streek onttrekken aan de toepassing van het gehele besluit of van een deel daarvan.

Art.10. Inbreuken op de bepalingen van dit besluit en de besluiten in uitvoering van onderhavig besluit genomen worden gestraft overeenkomstig de artikelen 4 t.e.m. 8 van voormelde besluitwet van 18 december 1946.

Art. 10bis. <KB 26-06-1985, art. 2> De artikelen 1, 2, 3 en 7 van dit besluit zijn niet toepasselijk in het Brusselse Gewest.
  De eigenaars en de exploitanten evenals de bouwheren en de ondernemers van werken, zijn ertoe gehouden aan de ingenieurs van de Directie voor het Water en het Leefmilieu van het Ministerie van het Brusselse Gewest, de inlichtingen en de middelen te verstrekken die voor de uitvoering van hun opdracht noodzakelijkheid zijn.

Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.12. Onze Minister van Economische Zaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 13. <BWG 31-10-1984, art. 3> De artikelen 1, 2, 3 en 7 van dit besluit zijn niet toepasselijk in het Waalse Gewest.
  De eigenaars en de gebruikers evenals de bouwheren en de aannemers der werken zijn verplicht aan de ingenieurs van de Algemene Inspectie voor het Water van het Ministerie van het Waalse Gewest de voor het vervullen van hun opdracht nodige inlichtingen en middelen te verschaffen.