Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 AUGUSTUS 1981. - [Koninklijk besluit betreffende het medisch geschiktheidsprofiel.] <KB 2003-09-11/34, art. 60, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-05-1990 en tekstbijwerking tot 01-03-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Het medisch profiel.
Art. 1-3, 3bis, 4-6, 6bis, 6ter
HOOFDSTUK II.
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Het bepalen van de medische geschiktheid.
Afdeling 1. - De medische selectie. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art. 9-11
Afdeling 2. - De medische controle bij indiensttreding. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art. 12-15
Afdeling 3. - Het medisch profiel tijdens de militaire loopbaan.
Art. 16
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 17-19
Bijlage.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Het medisch profiel.
Artikel 1. Het medisch profiel is de weergave van de evaluatie van de anatomische en functionele gegevens eigen aan een individu.

Art.2. De verschillende anatomische en functionele gegevens waarop de bij artikel 1 bedoelde evaluatie steunt, worden ingedeeld in acht groepen, die men " factoren " noemt.
  Die factoren worden aangeduid met de letters P.S.I.V.C.A.M.E.

Art.3. § 1. Factor " P " staat voor :
  1° de algemene robuustheid die het gestel, de waarde van het beendergewrichtsstelsel en de spierontwikkeling omvat;
  2° de weerstand aan krachtinspanningen;
  3° de functionele waarde van de verschillende stelsels, met name het huidstelsel, het spijsverteringsstelsel, het cardio-vasculair, het pulmonaal en het genito-urinair stelsel, het zenuw- en zintuigenstelsel met uitzondering van de gezichts- en gehoorscherpte;
  4° de kwaliteit der gezichtsorganen zonder weerslag op de gezichtsscherpte;
  5° de kwaliteit der gehoororganen zonder weerslag op de gehoorscherpte.
  § 2. Factor " S " staat voor de morfologische en functionele waarde van de bovenste ledematen en van de schoudergordel, inzonderheid voor het vermogen tot het hanteren van wapens, werktuigen en verschillende lasten alsook voor het vermogen om lasten te trekken, te duwen en op te tillen en voor de geschiktheid tot lijf-aan-lijf gevecht.
  De evaluatie van deze factor houdt rekening met de ontwikkeling en de kracht van de spieren, met de gewrichtsbeweeglijkheid en met de motorische coördinatie.
  § 3. Factor " I " staat voor de morfologische en functionele waarde van de onderste ledematen, van de bekkengordel en van de wervelkolom onder het sacro-lumbaal gewricht inzonderheid voor het vermogen om zich voort te bewegen, te gaan, te lopen, te springen en te klimmen.
  § 4. Factor " V " staat voor de waarde van de gezichtsscherpte, het gezichtsveld en het binoculair gezichtsvermogen.
  § 5. Factor " C " staat voor de aard en de kwaliteit van de kleurwaarneming.
  § 6. Factor " A " staat voor de gehoorscherpte.
  § 7. Factor " M " staat voor de geestescapaciteit van de kandidaat, hierin begrepen de verstandelijke geschiktheid, het geheugen, de concentratie en de aandacht.
  § 8. Factor " E " staat voor alle niet intellectuele aspecten van de persoonlijkheid, inzonderheid de emotieve stabiliteit, het psychisch evenwicht, de karakterneigingen en de diepe motivering.

Art. 3bis. <Ingevoegd bij KB 1991-07-11/41, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1992> Een speciaal medisch profiel, met een afkorting " GYKO " genoemd, bepaalt de geschiktheid voor de zeedienst.
  Dit speciaal medisch profiel omvat de volgende faktoren :
  1° De faktor " G " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van alle pathologieën die geen betrekking hebben op de gezichtsscherpte, de gehoorscherpte en de kleurenzin;
  2° De faktor " Y " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van de gezichtsscherpte en van de kwaliteit van het zicht;
  3° De faktor " K " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van de kleurenzin;
  4° De faktor " O " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van de gehoorscherpte.

Art.4.Voor elk van de factoren wordt, volgens een dalende waardeschaal van 1 tot 5, een cijfer toegekend dat overeenstemt met een van de evaluaties die in de bij dit besluit gevoegde ([1 tabellen in bijlage 1 en 2]1) zijn vermeld. <KB 1991-07-11/41, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1991>
  ----------
  (1)<KB 2013-12-26/03, art. 40, 019; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.5.§ 1. Is medisch geschikt om een dienstneming of een eerste wederdienstneming aan te gaan met het oog op de toelating [1 ...]1 tot een vormingscyclus van beroepsofficier (of [2 vanb eroepsonderofficier]2 bij het (niet-luchtvarend personeel) (, van reserveofficier of reserveonderofficier), de kandidaat die volgend minimum medisch profiel behaalt : <KB 1991-07-11/41, art. 3, 1°, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1991> <KB 1991-11-13/37, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 15-08-1994; NOTA : Dit wijzigingsartikel is - wat betreft de kandidaten-aanvullingsvrijwilligers - in werking getreden op 01-11-1991 : KB 1991-11-13/36, art. 10> <KB 2003-05-03/60, art. 103, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2003>


<table border="0">[P S I V C A M E3 3 3 3 3 2 1 2] <KB 1991-07-11/41, art. 3, 2°, 004; <b> Inwerkingtreding : </b> 13-08-1991>
  (Voor de [1 marine]1 echter moet de kandidaat bovendien het volgend minimum speciaal medisch profiel behalen :


<table border="0">[<font color="red">1</font>G Y K O2 3 3 3]<font color="red">1</font><td colspan="1" valign="top">(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2009081017" target="_blank">2009-08-10/17</a>, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-10-2009>) <KB 1991-07-11/41, art. 3, 3°, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1991>
  § 2. (opgeheven) <KB 1997-03-18/41, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 09-05-1997>
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 3, 017; Inwerkingtreding : 12-01-2013>
  (2)<KB 2013-11-07/52, art. 6, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.6.(§ 1. Is medisch geschikt om een dienstneming of eerste wederdienstneming aan te gaan als kandidaat vrijwilliger [1 van het actief kader of van het reservekader]1, de kandidaat die het door de chef [2 defensie]2 voor dit ambt bepaalde minimum medisch profiel behaalt. Dit minimum medisch profiel mag niet lager zijn dan :) <KB 2006-05-23/32, art. 2, 014; Inwerkingtreding : 01-06-2006>


<table border="0">[P S I V C A M E3 3 3 3 3 2 3 3] <KB 1991-07-11/41, art. 4, 1°, 004; <b> Inwerkingtreding : </b> 13-08-1991>
  <KB 1991-11-13/37, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 15-08-1994>
  <NOTA : Dit wijzigingsartikel is - wat betreft de kandidaten-aanvullingsvrijwilligers - in werking getreden op 01-11-1991 : KB 1991-11-13/36, art. 10>
  (§ 2. Is medisch geschikt om een functie te vervullen, de dienstplichtige die het door de chef [2 defensie]2 voor die functie bepaalde minimum medisch profiel behaalt.
  Dit minimum medisch profiel mag niet lager zijn dan :


<table border="0">[PSIVCAME44444444].) <KB 1991-01-14/33, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 08-02-1991>
  § 3. (De medische profielen van de kandidaat voor de [2 marine]2 mogen echter niet lager zijn dan :


PSIVCAME[<font color="red">1</font>GYKO]<font color="red">1</font>
33333212[<font color="red">1</font> 2333]<font color="red">1</font>
(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2009081017" target="_blank">2009-08-10/17</a>, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-10-2009>
) <KB 1991-07-11/41, art. 4, 2°, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1992>
  ----------
  (1)<KB 2010-08-26/06, art. 24, 016; Inwerkingtreding : 13-09-2010>
  (2)<KB 2012-12-06/12, art. 4, 017; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art. 6bis.<ingevoegd bij KB 1997-03-18/41, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 09-05-1997> De kandidaat bedoeld in de artikelen 5 en 6 moet tijdens de hele duur van zijn vorming tenminste het minimum medisch profiel behouden dat overeenstemt met zijn personeelscategorie.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2013-12-26/03, art. 41, 019; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.6ter. [1 De medische geschiktheidscriteria overeenstemmende met het vereiste medische profiel waaraan de militair moet voldoen, bedoeld in artikel 68, § 3, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, worden bepaald in de bijlage 3 bij dit besluit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-26/03, art. 42, 019; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

HOOFDSTUK II.   
Art.7.
  <Opgeheven bij KB 2012-12-06/12, art. 5, 017; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.8.
  <Opgeheven bij KB 2012-12-06/12, art. 5, 017; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

HOOFDSTUK III. - Het bepalen van de medische geschiktheid.
Afdeling 1. - De medische selectie. (opgeheven)
Art.9. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Art.10. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Art.11. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Afdeling 2. - De medische controle bij indiensttreding. (opgeheven)
Art.12. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Art.13. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Art.14. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Art.15. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004>

Afdeling 3. - Het medisch profiel tijdens de militaire loopbaan.
Art.16.[1 § 1. Tijdens de militaire loopbaan kunnen de volgende autoriteiten, in het kader van de medische geschiktheid, beslissen het medisch profiel te wijzigen :
   1° de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair wanneer de wijziging enkel bepaalde factoren, bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister van [2 Defensie]2, betreft;
   2° de hoofdgeneesheer van het centrum voor medische expertise, op voorstel van :
   a) een geneesheer belast met de medische steun van de eenheid waartoe de betrokken militair behoort;
   b) de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair of de geneesheer-arbeidsinspecteur wanneer de wijziging andere factoren betreft dan deze bedoeld in 1°.
   Onder "geneesheer belast met de medische steun van de eenheid waartoe de betrokken militair behoort", wordt verstaan : de geneesheer bedoeld in artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen.
   § 2. In het kader van de medische geschiktheid kan de militaire commissie voor geschiktheid en reform slechts beslissen het medisch profiel van een kandidaat tijdens zijn vorming te wijzigen, indien deze wijziging tot gevolg kan hebben dat de kandidaat niet meer het minimum medisch profiel bezit bedoeld in artikel 6bis.]1
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 6, 017; Inwerkingtreding : 12-01-2013>
  (2)<KB 2016-01-29/11, art. 32, 020; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.17. <Wijzigingsbepaling van art. 3 van het KB 1977-11-08/30>

Art.18. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1981.

Art.19. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage.
Art. N1. <KB 2003-03-11/40, art. 6, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2004> BIJLAGE 1 AAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 AUGUSTUS 1981 TOT VASTSTELLING VAN DE MEDISCHE GESCHIKTHEIDSCRITERIA.

<td colspan="4" valign="top">(1) Onder gemiddeld verlies wordt verstaan het gemiddelde van de verliezen<td colspan="4" valign="top">op de frequenties 500, 1000 en 2000 Hertz (audiometrie volgens ISO-<td colspan="4" valign="top">normen.).
FactorBetekenis
 P  
P1 -Meer dan gemiddeld robuust ontwikkeld lichaamsgestel, bevestigd
   door de uitslagen van functionele proeven en biometrische
   metingen.
  -Osteo-articulair stelsel en spierstelsel, inbegrepen de
   buikwand, meer dan gemiddeld ontwikkeld.
  -Is in staat om, na training, elke zware inspanning en belasting,
   ook tijdens operaties, gedurende een periode van lange duur te
   verdragen.
  -Afwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken.
  -Geschikt voor het besturen van alle voertuigen.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of
   zijn omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
P2 -Gemiddeld robuust ontwikkeld lichaamsgestel, bevestigd door
   de uitslagen van functionele proeven en biometrische metingen.
  -Osteo-articulair stelsel en spierstelsel, inbegrepen de
   buikwand, normaal ontwikkeld.
  -Is in staat om, na training, elke normale inspanning en
   belasting, ook tijdens operaties, gedurende een periode van
   lange duur, te verdragen.
  -Mogelijke aanwezigheid van sequelen van een heelkundige
   ingreep of van ongevallen, van ziekten, van chronische
   aandoeningen of van lichaamsgebreken zonder anatomische of
   functionele weerslag en zonder risico op verergering of
   verwikkeling door het feit van de dienst.
  -Geschikt voor het besturen van alle voertuigen, ook indien er
   een ongeschiktheid hiertoe voortvloeit uit andere factoren van
   het medisch profiel of uit een specifieke pathologie die wordt
   beschreven in de wetgeving betreffende het rijbewijs.
  -Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat
   verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
P3 -De onvoldoende constitutie of de algemene toestand laten het
   niet toe om, zelfs na training, normale inspanningen en
   belasting, eventueel ook gedurende operaties, langdurig te
   verdragen zonder hulpmiddelen die dit kunnen compenseren.
  -Wel geschikt om gedurende een kortere periode een zware
   inspanning te leveren.
  -Kan langdurig rechtstaan.
  -Geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van lasten.
  -Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken zonder ernstige anatomische of functionele
   weerslag. Mits de nodige voorzorgen is er geen noemenswaardig
   risico op verergering of verwikkeling door het feit van de
   dienst.
  -Geschikt voor het besturen van alle voertuigen, ook
   pantservoertuigen, ook indien een ongeschiktheid hiertoe
   voortvloeit uit andere factoren van het medisch profiel of
   uit een specifieke pathologie die wordt beschreven in de
   wetgeving betreffende het rijbewijs.
  -Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat
   verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. Deze
   laatste mogen aangepast zijn aan de specifieke gebreken
   waaraan betrokkene lijdt.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of
   zijn omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie
   wordt en mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
P4 -Kan geen zware inspanningen verdragen, zelfs niet gedurende
   een korte periode of indien aangepaste hulpmiddelen ter
   beschikking worden gesteld.
  -Beperkt geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van
   lasten.
  -Beperkt geschikt voor langdurig rechtstaan.
  -Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken met ernstige anatomische of functionele
   weerslag of met belangrijk risico op verwikkelingen of
   verergering door het feit van de dienst.
  -Voornoemde pathologien vormen een berekend aanvaardbaar risico
   door het toekennen van een aangepaste functie desgevallend
   aangevuld door andere passende maatregelen.
  -Eventueel geschikt voor het besturen van lichte voertuigen,
   ook indien er een ongeschiktheid hiertoe voortvloeit uit
   andere factoren van het medisch profiel of uit een specifieke
   pathologie die wordt beschreven in de wetgeving betreffende
   het rijbewijs.
  -Ongeschikt voor het dragen van bepaalde uitrustingsstukken of
   beschermingsmiddelen.
  -Geschikt voor de fysiek weinig belastende functies, eventueel
   ook gedurende operaties.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of
   zijn omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie,
   waarin dit risico minimaal is en mits gebruik van aangepaste
   beschermingsmiddelen.
P5 -Ongeschikt voor elke functie.
 S  
S1 -Meer dan gemiddeld robuust ontwikkeld bovenste lidmaat en
   schoudergordel, bevestigd door de uitslagen van functionele
   proeven en biometrische metingen.
  -Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het bovenste
   lidmaat en de schoudergordel meer dan gemiddeld ontwikkeld.
  -Is in staat om, na training, elke zware inspanning en belasting,
   ook tijdens operaties, die gepaard gaan met het dragen en
   hanteren van wapens, (werk)tuigen en lasten gedurende een
   periode van lange duur te verdragen.
  -Afwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken aan het bovenste lidmaat en de schoudergordel.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
S2 -Gemiddeld robuust ontwikkeld bovenste lidmaat en schoudergordel,
   bevestigd door de uitslagen van functionele proeven en
   biometrische metingen.
  -Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het bovenste
   lidmaat en de schoudergordel normaal ontwikkeld.
  -Is in staat om, na training, elke normale inspanning en
   belasting, ook tijdens operaties, die gepaard gaan met het
   dragen en hanteren van wapens, (werk)tuigen en lasten gedurende
   een periode van lange duur te verdragen.
  -Mogelijke aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep
   of van ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of
   van lichaamsgebreken van het bovenste lidmaat en de
   schoudergordel zonder anatomische of functionele weerslag en
   zonder risico op verergering of verwikkeling door het feit van
   de dienst.
  -Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat
   verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
S3 -De onvoldoende constitutie of de algemene toestand van het
   bovenste lidmaat en de schoudergordel laten het niet toe om,
   zelfs na training, normale inspanningen en belasting, eventueel
   ook gedurende operaties, die gepaard gaan met het tillen, het
   dragen en hanteren van wapens, (werk)tuigen en lasten,
   langdurig te verdragen zonder hulpmiddelen die dit kunnen
   compenseren.
  -Niet geschikt voor het regelmatig beklimmen en afdalen van
   steile hellingen.
  -Wel geschikt om gedurende een kortere periode een zware
   inspanning te leveren.
  -Geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van lasten.
  -Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken van het bovenste lidmaat en de schoudergordel
   zonder ernstige anatomische of functionele weerslag. Mits de
   nodige voorzorgen is er geen noemenswaardig risico op
   verergering of verwikkeling door het feit van de dienst.
  -Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat
   verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. Deze
   laatste mogen aangepast zijn aan de specifieke gebreken
   waaraan betrokkene lijdt.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie wordt
   en mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
S4 -Kan geen zware inspanningen en belasting verdragen die gepaard
   gaan met het dragen en hanteren van wapens, (werk)tuigen en
   lasten, zelfs niet gedurende een korte periode of indien
   aangepaste hulpmiddelen ter beschikking worden gesteld.
  -Beperkt geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van
   lasten.
  -Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken met ernstige anatomische of functionele
   weerslag van het bovenste lidmaat en de schoudergordel of met
   belangrijk risico op verwikkelingen of verergering door het
   feit van de dienst.
  -Voornoemde pathologien vormen een berekend aanvaardbaar risico
   door het toekennen van een aangepaste functie desgevallend
   aangevuld door andere passende maatregelen.
  -Ongeschikt voor het dragen van bepaalde uitrustingsstukken of
   beschermingsmiddelen.
  -Ongeschikt voor een gevechtsfunctie.
  -Geschikt voor de fysiek weinig belastende functies, eventueel
   ook gedurende operaties.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie, waarin
   dit risico minimaal is en mits gebruik van aangepaste
   beschermingsmiddelen.
S5 -Ongeschikt voor elke functie.
 I  
I1 -Meer dan gemiddeld robuust ontwikkeld onderste lidmaat,
   bekkengordel en wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht,
   bevestigd door de uitslagen van functionele proeven en
   biometrische metingen.
  -Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het onderste
   lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder het
   sacrolumbaal gewricht meer dan gemiddeld ontwikkeld.
  -Is in staat om, na training, elke zware inspanning en belasting,
   ook tijdens operaties; die gepaard gaan met het intensief gaan,
   lopen, springen en klimmen gedurende een periode van lange
   duur, te verdragen.
  -Kan langdurig rechtstaan.
  -Afwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van
   ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van
   lichaamsgebreken van het onderste lidmaat, de bekkengordel en
   van de wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
I2 -Gemiddeld robuust ontwikkeld onderste lidmaat, bekkengordel en
   wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht, bevestigd door de
   uitslagen van functionele proeven en biometrische metingen.
  -Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het onderste
   lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder het
   sacrolumbaal gewricht normaal ontwikkeld.
  -Is in staat om, na training, elke normale inspanning en
   belasting van het onderste lidmaat, de bekkengordel en van de
   wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht, ook tijdens
   operaties, die gepaard gaan met het intensief gaan, lopen,
   springen en klimmen, gedurende een periode van lange duur,
   te verdragen.
  -Mogelijke aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep
   of van ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of
   van lichaamsgebreken zonder anatomische of functionele weerslag
   en zonder risico op verergering of verwikkeling door het feit
   van de dienst.
  -Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat
   verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
I3 -De onvoldoende constitutie of de algemene toestand van het
   onderste lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder
   het sacrolumbaal gewricht laten het niet toe om, zelfs na
   training, langdurig inspanningen en belasting te verdragen
   zoals intensief gaan, lopen, springen en klimmen, eventueel
   ook gedurende operaties, zonder hulpmiddelen die deze kunnen
   compenseren.
  -Niet geschikt voor het regelmatig beklimmen en afdalen van
   steile hellingen.
  -Wel geschikt om gedurende een korte periode een zware inspanning
   te leveren.
  -Kan langdurig rechtstaan.
  -Geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van lasten.
  -Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige
   ingreep of van ongevallen, van ziekten, van chronische
   aandoeningen of van lichaamsgebreken van het onderste lidmaat,
   de bekkengordel en van de wervelkolom onder het sacrolumbaal
   gewricht zonder ernstige anatomische of functionele weerslag.
   Mits de nodige voorzorgen is er geen noemenswaardig risico op
   verergering of verwikkeling door het feit van de dienst.
  -Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat
   verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. Deze
   laatste mogen aangepast zijn aan de specifieke gebreken
   waaraan betrokkene lijdt.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of
   zijn omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie
   wordt en mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen.
I4 -Kan geen inspanningen en belasting verdragen zoals intensief
   gaan, lopen, springen en klimmen, zelfs niet gedurende een
   korte periode of indien aangepaste hulpmiddelen ter
   beschikking worden gesteld.
  -Beperkt geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van
   lasten.
  -Beperkt geschikt voor langdurig rechtstaan.
  -Aanwezigheid van sequelen van heelkundige ingrepen, ongevallen,
   ziekten, chronische aandoeningen of lichaamsgebreken van het
   onderste lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder
   het sacrolumbaal gewricht met ernstige anatomische of
   functionele weerslag of met belangrijk risico op verwikkelingen
   of verergering door het feit van de dienst.
  -Voornoemde pathologien vormen een berekend aanvaardbaar risico
   door het toekennen van een aangepaste functie desgevallend
   aangevuld door andere passende maatregelen.
  -Ongeschikt voor het dragen van bepaalde uitrustingsstukken of
   beschermingsmiddelen.
  -Ongeschikt voor een gevechtsfunctie.
  -Geschikt voor de fysiek weinig belastende functies, eventueel
   ook gedurende operaties.
  -Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn
   omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie, waarin
   dit risico minimaal is en mits gebruik van aangepaste
   beschermingsmiddelen.
I5 -Ongeschikt voor elke functie.
 V  
V1 -Minimum gezichtsscherpte van 10/10 met beide ogen samen en van
   9/10 voor het ene en 7/10 voor het andere oog, zonder
   correctie. Normaal gezichtsveld voor ieder oog. Normaal
   binoculair gezichtsvermogen.
  -Geen hemeralopie (adaptatiedrempel tussen 10-4 en 10-5 asb).
V2 -Minimum gezichtsscherpte van 10/10 met beide ogen samen. De
   minimum gezichtsscherpte moet minstens 7/10 bedragen voor het
   ene oog en 3/10 voor het andere. Deze minimum gezichtscherpte
   mag bekomen zijn na correctie. Normaal gezichtsveld voor elk
   oog. Normaal binoculair gezichtsvermogen met correctie.
  -Geen hemeralopie.
V3 -Gezichtsscherpte kleiner dan V2 maar groter dan 5/10 na
   correctie en met beide ogen samen kijkend. Stoornis van het
   binoculair gezichtsvermogen. Strabisme met een hoek kleiner
   dan 10° na correctie. Normaal gezichtsveld voor elk oog.
  -Geen hemeralopie.
V4 -Een minimum gezichtscherpte van 5/10 met beide ogen samen en na
   correctie. Gezichtsveld minder dan 20° ingekrompen. Lichte
   scotomen.
  -Lichte hemeralopie (adaptatiedrempel tussen 10-3 en 10-4 asb).
V5 -Gezichtvermogen kleiner dan 5/10 met beide ogen samen na
   optische correctie.
  -Eventueel nog andere gebreken.
  -Ongeschikt voor elke functie.
 C  
C1 -Normale kleurenperceptie.
C2 -Abnormale trichomaten; deuteranomalie en protanomalie.
C3 -Deuteranopie.
C4 -Protanopie.
C5 -Achromatopie.
 A  
A1 -Het gemiddeld verlies (1) is voor elk oor kleiner dan
   15 decibel.
A2 -Het gemiddeld verlies (1) is voor elk oor kleiner dan
   20 decibel.
A3 -Het gemiddeld verlies (1) voor het minst goede oor is kleiner
   dan 30 decibel en het gemiddeld verlies voor het andere oor is
   kleiner dan 15 decibel.
A4 -De gevallen die niet onder A1, A2, A3 of A5 vallen.
A5 -Het gemiddeld verlies (1) voor het minst goede oor is groter of
   gelijk aan 50 decibel en het gemiddeld verlies voor het andere
   oor is groter of gelijk aan 40 decibel.
 M  
M1 -Individuen die over voldoende geestelijke vermogens beschikken om
   een normale functie in verband met hun fysieke geschiktheid te
   bekomen.
M2 -Individuen die over voldoende geestelijke vermogens beschikken
   om een normale functie met betrekking op hun fysieke
   geschiktheid te bekomen, maar die nagenoeg ongeletterd zijn
   tengevolge van bijzondere omstandigheden (langdurige ziekten,
   herhaalde verhuizingen, enz).
M3 -Individuen waarvan de geestelijke vermogens onvoldoende zijn
   voor een normale taak als strijder (individueel), maar die
   nochtans geschikt zijn voor eenvoudig (handwerkers of
   handlangers) en zelfs zwaar werk, zo hun fysieke toestand het
   toelaat.
M4 -Individuen met weinig ontwikkeld intellect of ongeletterd, maar
   niet zwakzinnig, waarvan de geestesvermogens, onvoldoende zijn
   voor een functie als strijder, zelfs voor de verdediging en die
   slechts geschikt zijn voor eenvoudige functies en werken.
M5 -Individuen met de aandoeningen vermeld onder de nummer 514 van
   de tabel van de aandoeningen en de lichaamsgebreken die
   aanleiding geven tot ongeschiktheid voor de dienst als
   militair, in bijlage bij het Koninklijk Besluit van
   11 maart 2003 tot vaststelling van de medische
   geschiktheidscriteria voor de dienst als militair.
 E  
E1 -Geen enkel teken van psychische decompensatie in het verleden
   wordt gevonden. De mogelijke ongevallen gaan niet verder dan
   het adaptatiekader. Het risico van een toekomstige
   decompensatie schijnt zeer zwak in alle omstandigheden. De
   adaptatie is de doorlopende regel niettegenstaande sommige
   inefficienties in het behandelen van stimuli uit de realiteit.
   Niets in het onderzoek motiveert het vooruitzicht van de
   adaptatiemoeilijkheden in eender welke functie.
E2 -De tekens en/of symptomen van psychische decompensatie die
   eventueel zouden voorgekomen zijn in het verleden hebben een
   karakter dat reactioneel is aan een specifieke situatie. Ze
   blijven op een secundair plan in het psychische geheel. De
   risico`s voor decompensatie zijn zwak, zelfs in situaties die
   meer eisen dan het normale dagelijkse leven. De adaptatie is de
   doorlopende regel, maar dit geldt ook voor de min of meer
   inefficiente uitingen ten opzichte van de stimuli van de
   realiteit. Het gaat over individuen die in het verleden lichte
   gevoels- of karakterstoornissen vertoond hebben, alsook
   individuen die in het verleden tekens vertoond hebben van
   weinig ernstig neuro-vegetatief of psychomotorisch onevenwicht
   maar die actueel normaal zijn. Ondanks de uitingen die blijk
   geven van beperkte doelmatigheid van de psychische processen,
   schijnt de adaptatie mogelijk en zelfs gemakkelijk te zijn
   voor normale affectaties in verhouding tot de fysieke
   geschiktheid.
E3 -Tekens en/of symptomen van psychische decompensatie zijn
   voorgekomen in het verleden. Ze zijn begrensd gebleven in de
   tijd en/of in hun intensiteit alsook in hun gevolgen aangaande
   de aanpassing van het individu in de doorlopende realiteit.
   Risico`s op decompensatie bestaan, maar enkel wanneer de
   externe stimuli het kader van een doorlopende en weinig eisen
   stellende realiteit overschrijden. In het kader van een nog
   bestaande adaptatie is de efficientie van de psychische
   processen voldoende maar blijft kwetsbaar en deze individuen
   tonen op een veruiterlijkte wijze hun kwetsbaarheid tegenover
   externe stimuli. Het zijn individuen die in het verleden
   stoornissen vertoond hebben die ernstig waren, hetzij door
   hun intensiteit, hetzij door hun duur, maar die geen
   neurotische kenmerken vertoonden, of individuen die actueel
   nog lichte stoornissen vertonen.
  -Het klinisch onderzoek laat met voldoende waarschijnlijkheid
   toe een bevredigende aanpassing te voorzien aan normale
   functies die geen bijzondere eisen stellen. Een inadaptatie is
   nochtans te voorzien voor functies die het volgende omvatten :
   het uitoefenen van leiderschap, het dragen van persoonlijke en
   belangrijke verantwoordelijkheid, het verwerven van complexe
   kwalificaties, het onderhevig zijn aan psychisch moeilijke
   situaties zoals langdurige of zware inspanningen, ritme,
   ontberingen, ongemak, etc.
  -Een factor E3 is een tegenaanwijzing voor hoge specialisatie of
   kwalificatie.
E4 -Tekens en/of symptomen van decompensatie zijn voorgekomen in het
   verleden. Belangrijke risico`s op decompensatie bestaan, zelfs
   in situaties van dagelijkse realiteit. In het kader van een nog
   bestaande adaptatie is de efficientie van de psychische
   processen zeer zwak en zeer kwetsbaar. Het zijn individuen die
   neurotische of karakteriele stoornissen of emotionele
   kwetsbaarheid vertonen of vertoond hebben waardoor hun
   aanpassingsvermogen beperkt is en waardoor zij niet bekwaam
   zijn in dynamische situaties die ingewikkeld zijn en stress
   veroorzaken, hun houding aan te passen. Ze zijn niet bekwaam
   om dringende beslissingen te nemen of om belangrijke
   verantwoordelijkheden te dragen. Zij hebben dikwijls
   afwisselende psychosomatische klachten geuit (cephalea,
   palpitaties, lipothymie, spijsverteringsstoornissen, etc). Zij
   hebben vage gezondheidsklachten, aanvallen van laattijdige
   enuresis, studieonderbreking gedurende meerdere weken en die
   toegeschreven wordt aan `` overwerkt zijn `` of `` depressie ``,
   veelvuldig veranderen van beroep door gebrek aan aanpassing,
   infantilisme, angstgevoel, etc. Het onderzoek laat toe een
   inadaptatie te voorzien aan militaire functies, uitgezonderd
   aan diegene die gekarakteriseerd worden door aspecten van
   routine of onderworpen zijn aan regelmatige controles.
E5 -Tekens en/of symptomen. van decompensatie hebben zich duidelijk
   voorgedaan in het verleden. Belangrijke risico`s op
   decompensatie bestaan zelfs in de situaties van de dagelijkse
   realiteit. De kwetsbaarheid is extreem en de decompensatie
   is slechts op de limiet vermeden. Het onderzoek laat toe een
   inadaptatie te voorzien voor elke militaire functie.
  -Een factor ES geeft aanleiding tot de ongeschiktheid voor elke
   functie. Hij wordt dus gegeven aan individuen met manifeste
   geestesstoornissen zoals vermeld onder de nummers 511, 512,
   513 en 515 van de tabel van de aandoeningen en de
   lichaamsgebreken die aanleiding geven tot ongeschiktheid voor
   de dienst als militair, in bijlage bij het Koninklijk Besluit
   van 11 maart 2003 tot vaststelling van de medische
   geschiktheidscriteria voor de dienst als militair.


Art. N2. <KB 1997-03-18/41, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 09-05-1997> Bijlage 2. De beoordeling van de verschillende factoren bepaald in artikel 3bis wordt als volgt vastgesteld :

FactorG :
CijferBetekenis
1Geschikt voor de duikoperaties beschreven in een reglement,
 vastgelegd door de chef van de generale staf en voor de
 dienst op zee zonder beperking inzake type schip, aard,
 duur en frequentie van de vaaropdrachten, noch inzake
 medische steun
2Geschikt voor de dienst op zee zonder beperkingen inzake
 type schip, aard, duur en frequentie van de
 vaaropdrachten, noch inzake medische steun
3Geschikt voor de dienst op zee zonder beperkingen inzake
 type schip, aard, duur en frequentie van de
 vaaropdrachten, op voorwaarde dat de tussenkomst van een
 geneesheer binnen de 24 uren mogelijk blijft
4Geschikt voor de dienst op zee zonder beperkingen inzake
 type schip, aard, duur en frequentie van de
 vaaropdrachten, op voorwaarde dat de opname in een
 ziekenhuis binnen de 6 uren mogelijk blijft
5Ongeschikt voor de dienst op zee
FactorY :
CijferBetekenis
1Minimum gezichtsscherpte van 7/10 voor elk oog zonder
 optische correctie en van 10/10 voor elk oog met optische
 correctie
 Normaal binoculair zicht, eventueel met optische correctie
 Normaal gezichtsveld voor elk oog
 Geen hemeralopie (adaptatiedrempel tussen 10-4 en 10-5 asb)
2Minimum gezichtsscherpte van 10/10 voor elk oog met optische
 correctie
 De brekingsafwijking bedraagt voor elk oog niet meer dan
 vier dioptrieen voor de meest ametrope meridiaan
 (breking gemeten onder cycloplegie)
 Normaal binoculair zicht met optische correctie
 Normaal gezichtsveld voor elk oog
 Geen hemeralopie
3Minimumgezichtsscherpte van 5/10 voor elk oog,
 eventueel met optische correctie. Met beide ogen
 kijkend moet de gezichtsscherpte minstens 7/10
 bedragen, eventueel met optische correctie
 De brekingsafwijking bedraagt voor elk oog niet meer dan
 zes dioptrieen voor de meest ametrope meridiaan
 (breking gemeten onder cycloplegie)
 Afwezigheid van elke vorm van strabisme
 Normaal gezichtsveld voor elk oog
 Geen hemeralopie
4De gevallen die niet onder 1, 2, 3 of 5 vallen
5Gezichtsscherpte voor een oog kleiner dan 1/20
 zonder optische correctie
 Gebreken onverenigbaar met de militaire dienst (V5)
 Ongeschiktheid voor de dienst op zee
FactorK :
CijferBetekenis
1Normale kleurenperceptie (correctie aflezing van de
 ISHIHARA-platen en van de TRITAN-plaat van Farnsworth)
2Zeer licht gestoorde kleurenperceptie (ISHIHARA gestoord;
 AO H-R-R : enkel fouten in de eerste zes testplaten;
 Panel D-15 : enkel verwisselingen tussen naast elkaar
 gelegen kleurdoppen)
3De gevallen die niet onder 1, 2, 4 of 5 vallen
4Protanopie
5Achromatopsie; ongeschikt voor de dienst
FactorO* :
CijferBetekenis
1Het verlies is voor elk oor niet groter dan 10 dB op
 elk van de frequenties 250, 500, 1 000, 2 000 en
 3 000 Hz en niet groter dan 20 dB op elk van de
 frequenties 4 000, 6 000 en 8 000 Hz
2Het verlies is voor elk oor niet groter dan 15 dB op elk van
 de frequenties 250, 500, 1 000, 2 000 en 3 000 Hz.
 Voor de frequenties 4 000, 6 000 en 8 000 Hz mag de
 som bekomen door het optellen van de twee slechtste
 uitslagen van elk oor 160 dB niet overschrijden
3Het gemiddelde van de verliezen op de frequenties
 1 000, 2 000 en 3 000 Hz is kleiner dan 30 dB voor elk oor
 afzonderlijk
4De gevallen die niet onder 1, 2, 3 of 5 vallen
5Het gemiddelde van de verliezen op de frequenties
 1 000, 2 000 en 3 000 Hz is groter dan 30 dB voor elk oor
 afzonderlijk. Ongeschikt voor de dienst op zee


Art. N3.[1 (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-12-2013, p. 103576-103609)]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-26/03, art. 43, 019; Inwerkingtreding : 31-12-2013>