28 AUGUSTUS 1981. - [Koninklijk besluit betreffende het medisch geschiktheidsprofiel.] <KB 2003-09-11/34, art. 60, 013; Inwerkingtreding : 01-01-2004> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-05-1990 en tekstbijwerking tot 01-03-2016)
HOOFDSTUK I. - Het medisch profiel.
Art. 1-3, 3bis, 4-6, 6bis, 6ter
HOOFDSTUK II.
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Het bepalen van de medische geschiktheid.
Afdeling 1. - De medische selectie. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art. 9-11
Afdeling 2. - De medische controle bij indiensttreding. (opgeheven) <KB 2003-09-11/34, art. 61; Inwerkingtreding : 01-01-2004>
Art. 12-15
Afdeling 3. - Het medisch profiel tijdens de militaire loopbaan.
Art. 16
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 17-19
Bijlage.
Art. N1-N3
1991007441 1994007218 1997007063 2000007140 2000007255 2003007092 2003007175 2003007270 2006007167 2009007180 2010007240 2012007321 2013007272 2016007049
HOOFDSTUK I. - Het medisch profiel.
Artikel 1. Het medisch profiel is de weergave van de evaluatie van de anatomische en functionele gegevens eigen aan een individu.
Art.2. De verschillende anatomische en functionele gegevens waarop de bij artikel 1 bedoelde evaluatie steunt, worden ingedeeld in acht groepen, die men " factoren " noemt.
Die factoren worden aangeduid met de letters P.S.I.V.C.A.M.E.
Art.3. § 1. Factor " P " staat voor :
1° de algemene robuustheid die het gestel, de waarde van het beendergewrichtsstelsel en de spierontwikkeling omvat;
2° de weerstand aan krachtinspanningen;
3° de functionele waarde van de verschillende stelsels, met name het huidstelsel, het spijsverteringsstelsel, het cardio-vasculair, het pulmonaal en het genito-urinair stelsel, het zenuw- en zintuigenstelsel met uitzondering van de gezichts- en gehoorscherpte;
4° de kwaliteit der gezichtsorganen zonder weerslag op de gezichtsscherpte;
5° de kwaliteit der gehoororganen zonder weerslag op de gehoorscherpte.
§ 2. Factor " S " staat voor de morfologische en functionele waarde van de bovenste ledematen en van de schoudergordel, inzonderheid voor het vermogen tot het hanteren van wapens, werktuigen en verschillende lasten alsook voor het vermogen om lasten te trekken, te duwen en op te tillen en voor de geschiktheid tot lijf-aan-lijf gevecht.
De evaluatie van deze factor houdt rekening met de ontwikkeling en de kracht van de spieren, met de gewrichtsbeweeglijkheid en met de motorische coördinatie.
§ 3. Factor " I " staat voor de morfologische en functionele waarde van de onderste ledematen, van de bekkengordel en van de wervelkolom onder het sacro-lumbaal gewricht inzonderheid voor het vermogen om zich voort te bewegen, te gaan, te lopen, te springen en te klimmen.
§ 4. Factor " V " staat voor de waarde van de gezichtsscherpte, het gezichtsveld en het binoculair gezichtsvermogen.
§ 5. Factor " C " staat voor de aard en de kwaliteit van de kleurwaarneming.
§ 6. Factor " A " staat voor de gehoorscherpte.
§ 7. Factor " M " staat voor de geestescapaciteit van de kandidaat, hierin begrepen de verstandelijke geschiktheid, het geheugen, de concentratie en de aandacht.
§ 8. Factor " E " staat voor alle niet intellectuele aspecten van de persoonlijkheid, inzonderheid de emotieve stabiliteit, het psychisch evenwicht, de karakterneigingen en de diepe motivering.
Art. 3bis. <Ingevoegd bij KB 1991-07-11/41, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1992> Een speciaal medisch profiel, met een afkorting " GYKO " genoemd, bepaalt de geschiktheid voor de zeedienst.
Dit speciaal medisch profiel omvat de volgende faktoren :
1° De faktor " G " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van alle pathologieën die geen betrekking hebben op de gezichtsscherpte, de gehoorscherpte en de kleurenzin;
2° De faktor " Y " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van de gezichtsscherpte en van de kwaliteit van het zicht;
3° De faktor " K " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van de kleurenzin;
4° De faktor " O " staat voor de terugslag op de geschiktheid voor de zeedienst van de gehoorscherpte.
Art.4.Voor elk van de factoren wordt, volgens een dalende waardeschaal van 1 tot 5, een cijfer toegekend dat overeenstemt met een van de evaluaties die in de bij dit besluit gevoegde ([1 tabellen in bijlage 1 en 2]1) zijn vermeld. <KB 1991-07-11/41, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1991>
----------
(1)<KB 2013-12-26/03, art. 40, 019; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
Art.5.§ 1. Is medisch geschikt om een dienstneming of een eerste wederdienstneming aan te gaan met het oog op de toelating [1 ...]1 tot een vormingscyclus van beroepsofficier (of [2 vanb eroepsonderofficier]2 bij het (niet-luchtvarend personeel) (, van reserveofficier of reserveonderofficier), de kandidaat die volgend minimum medisch profiel behaalt : <KB 1991-07-11/41, art. 3, 1°, 004; Inwerkingtreding : 13-08-1991> <KB 1991-11-13/37, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 15-08-1994; NOTA : Dit wijzigingsartikel is - wat betreft de kandidaten-aanvullingsvrijwilligers - in werking getreden op 01-11-1991 : KB 1991-11-13/36, art. 10> <KB 2003-05-03/60, art. 103, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2003>
<table border="0">
PSIVCAME | [<font color="red">1</font>GYKO]<font color="red">1</font> |
33333212 | [<font color="red">1</font> 2333]<font color="red">1</font> |
(<font color="red">1</font>)<KB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2009081017" target="_blank">2009-08-10/17</a>, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-10-2009> |
Factor | Betekenis | ||
P | |||
P1 | - | Meer dan gemiddeld robuust ontwikkeld lichaamsgestel, bevestigd | |
door de uitslagen van functionele proeven en biometrische | |||
metingen. | |||
- | Osteo-articulair stelsel en spierstelsel, inbegrepen de | ||
buikwand, meer dan gemiddeld ontwikkeld. | |||
- | Is in staat om, na training, elke zware inspanning en belasting, | ||
ook tijdens operaties, gedurende een periode van lange duur te | |||
verdragen. | |||
- | Afwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken. | |||
- | Geschikt voor het besturen van alle voertuigen. | ||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of | ||
zijn omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
P2 | - | Gemiddeld robuust ontwikkeld lichaamsgestel, bevestigd door | |
de uitslagen van functionele proeven en biometrische metingen. | |||
- | Osteo-articulair stelsel en spierstelsel, inbegrepen de | ||
buikwand, normaal ontwikkeld. | |||
- | Is in staat om, na training, elke normale inspanning en | ||
belasting, ook tijdens operaties, gedurende een periode van | |||
lange duur, te verdragen. | |||
- | Mogelijke aanwezigheid van sequelen van een heelkundige | ||
ingreep of van ongevallen, van ziekten, van chronische | |||
aandoeningen of van lichaamsgebreken zonder anatomische of | |||
functionele weerslag en zonder risico op verergering of | |||
verwikkeling door het feit van de dienst. | |||
- | Geschikt voor het besturen van alle voertuigen, ook indien er | ||
een ongeschiktheid hiertoe voortvloeit uit andere factoren van | |||
het medisch profiel of uit een specifieke pathologie die wordt | |||
beschreven in de wetgeving betreffende het rijbewijs. | |||
- | Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat | ||
verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
P3 | - | De onvoldoende constitutie of de algemene toestand laten het | |
niet toe om, zelfs na training, normale inspanningen en | |||
belasting, eventueel ook gedurende operaties, langdurig te | |||
verdragen zonder hulpmiddelen die dit kunnen compenseren. | |||
- | Wel geschikt om gedurende een kortere periode een zware | ||
inspanning te leveren. | |||
- | Kan langdurig rechtstaan. | ||
- | Geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van lasten. | ||
- | Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken zonder ernstige anatomische of functionele | |||
weerslag. Mits de nodige voorzorgen is er geen noemenswaardig | |||
risico op verergering of verwikkeling door het feit van de | |||
dienst. | |||
- | Geschikt voor het besturen van alle voertuigen, ook | ||
pantservoertuigen, ook indien een ongeschiktheid hiertoe | |||
voortvloeit uit andere factoren van het medisch profiel of | |||
uit een specifieke pathologie die wordt beschreven in de | |||
wetgeving betreffende het rijbewijs. | |||
- | Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat | ||
verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. Deze | |||
laatste mogen aangepast zijn aan de specifieke gebreken | |||
waaraan betrokkene lijdt. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of | ||
zijn omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie | |||
wordt en mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
P4 | - | Kan geen zware inspanningen verdragen, zelfs niet gedurende | |
een korte periode of indien aangepaste hulpmiddelen ter | |||
beschikking worden gesteld. | |||
- | Beperkt geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van | ||
lasten. | |||
- | Beperkt geschikt voor langdurig rechtstaan. | ||
- | Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken met ernstige anatomische of functionele | |||
weerslag of met belangrijk risico op verwikkelingen of | |||
verergering door het feit van de dienst. | |||
- | Voornoemde pathologien vormen een berekend aanvaardbaar risico | ||
door het toekennen van een aangepaste functie desgevallend | |||
aangevuld door andere passende maatregelen. | |||
- | Eventueel geschikt voor het besturen van lichte voertuigen, | ||
ook indien er een ongeschiktheid hiertoe voortvloeit uit | |||
andere factoren van het medisch profiel of uit een specifieke | |||
pathologie die wordt beschreven in de wetgeving betreffende | |||
het rijbewijs. | |||
- | Ongeschikt voor het dragen van bepaalde uitrustingsstukken of | ||
beschermingsmiddelen. | |||
- | Geschikt voor de fysiek weinig belastende functies, eventueel | ||
ook gedurende operaties. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of | ||
zijn omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie, | |||
waarin dit risico minimaal is en mits gebruik van aangepaste | |||
beschermingsmiddelen. | |||
P5 | - | Ongeschikt voor elke functie. | |
S | |||
S1 | - | Meer dan gemiddeld robuust ontwikkeld bovenste lidmaat en | |
schoudergordel, bevestigd door de uitslagen van functionele | |||
proeven en biometrische metingen. | |||
- | Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het bovenste | ||
lidmaat en de schoudergordel meer dan gemiddeld ontwikkeld. | |||
- | Is in staat om, na training, elke zware inspanning en belasting, | ||
ook tijdens operaties, die gepaard gaan met het dragen en | |||
hanteren van wapens, (werk)tuigen en lasten gedurende een | |||
periode van lange duur te verdragen. | |||
- | Afwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken aan het bovenste lidmaat en de schoudergordel. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
S2 | - | Gemiddeld robuust ontwikkeld bovenste lidmaat en schoudergordel, | |
bevestigd door de uitslagen van functionele proeven en | |||
biometrische metingen. | |||
- | Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het bovenste | ||
lidmaat en de schoudergordel normaal ontwikkeld. | |||
- | Is in staat om, na training, elke normale inspanning en | ||
belasting, ook tijdens operaties, die gepaard gaan met het | |||
dragen en hanteren van wapens, (werk)tuigen en lasten gedurende | |||
een periode van lange duur te verdragen. | |||
- | Mogelijke aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep | ||
of van ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of | |||
van lichaamsgebreken van het bovenste lidmaat en de | |||
schoudergordel zonder anatomische of functionele weerslag en | |||
zonder risico op verergering of verwikkeling door het feit van | |||
de dienst. | |||
- | Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat | ||
verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
S3 | - | De onvoldoende constitutie of de algemene toestand van het | |
bovenste lidmaat en de schoudergordel laten het niet toe om, | |||
zelfs na training, normale inspanningen en belasting, eventueel | |||
ook gedurende operaties, die gepaard gaan met het tillen, het | |||
dragen en hanteren van wapens, (werk)tuigen en lasten, | |||
langdurig te verdragen zonder hulpmiddelen die dit kunnen | |||
compenseren. | |||
- | Niet geschikt voor het regelmatig beklimmen en afdalen van | ||
steile hellingen. | |||
- | Wel geschikt om gedurende een kortere periode een zware | ||
inspanning te leveren. | |||
- | Geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van lasten. | ||
- | Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken van het bovenste lidmaat en de schoudergordel | |||
zonder ernstige anatomische of functionele weerslag. Mits de | |||
nodige voorzorgen is er geen noemenswaardig risico op | |||
verergering of verwikkeling door het feit van de dienst. | |||
- | Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat | ||
verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. Deze | |||
laatste mogen aangepast zijn aan de specifieke gebreken | |||
waaraan betrokkene lijdt. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie wordt | |||
en mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
S4 | - | Kan geen zware inspanningen en belasting verdragen die gepaard | |
gaan met het dragen en hanteren van wapens, (werk)tuigen en | |||
lasten, zelfs niet gedurende een korte periode of indien | |||
aangepaste hulpmiddelen ter beschikking worden gesteld. | |||
- | Beperkt geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van | ||
lasten. | |||
- | Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken met ernstige anatomische of functionele | |||
weerslag van het bovenste lidmaat en de schoudergordel of met | |||
belangrijk risico op verwikkelingen of verergering door het | |||
feit van de dienst. | |||
- | Voornoemde pathologien vormen een berekend aanvaardbaar risico | ||
door het toekennen van een aangepaste functie desgevallend | |||
aangevuld door andere passende maatregelen. | |||
- | Ongeschikt voor het dragen van bepaalde uitrustingsstukken of | ||
beschermingsmiddelen. | |||
- | Ongeschikt voor een gevechtsfunctie. | ||
- | Geschikt voor de fysiek weinig belastende functies, eventueel | ||
ook gedurende operaties. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie, waarin | |||
dit risico minimaal is en mits gebruik van aangepaste | |||
beschermingsmiddelen. | |||
S5 | - | Ongeschikt voor elke functie. | |
I | |||
I1 | - | Meer dan gemiddeld robuust ontwikkeld onderste lidmaat, | |
bekkengordel en wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht, | |||
bevestigd door de uitslagen van functionele proeven en | |||
biometrische metingen. | |||
- | Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het onderste | ||
lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder het | |||
sacrolumbaal gewricht meer dan gemiddeld ontwikkeld. | |||
- | Is in staat om, na training, elke zware inspanning en belasting, | ||
ook tijdens operaties; die gepaard gaan met het intensief gaan, | |||
lopen, springen en klimmen gedurende een periode van lange | |||
duur, te verdragen. | |||
- | Kan langdurig rechtstaan. | ||
- | Afwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep of van | ||
ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of van | |||
lichaamsgebreken van het onderste lidmaat, de bekkengordel en | |||
van de wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
I2 | - | Gemiddeld robuust ontwikkeld onderste lidmaat, bekkengordel en | |
wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht, bevestigd door de | |||
uitslagen van functionele proeven en biometrische metingen. | |||
- | Osteo-articulair stelsel en spierstelsel van het onderste | ||
lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder het | |||
sacrolumbaal gewricht normaal ontwikkeld. | |||
- | Is in staat om, na training, elke normale inspanning en | ||
belasting van het onderste lidmaat, de bekkengordel en van de | |||
wervelkolom onder het sacrolumbaal gewricht, ook tijdens | |||
operaties, die gepaard gaan met het intensief gaan, lopen, | |||
springen en klimmen, gedurende een periode van lange duur, | |||
te verdragen. | |||
- | Mogelijke aanwezigheid van sequelen van een heelkundige ingreep | ||
of van ongevallen, van ziekten, van chronische aandoeningen of | |||
van lichaamsgebreken zonder anatomische of functionele weerslag | |||
en zonder risico op verergering of verwikkeling door het feit | |||
van de dienst. | |||
- | Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat | ||
verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
I3 | - | De onvoldoende constitutie of de algemene toestand van het | |
onderste lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder | |||
het sacrolumbaal gewricht laten het niet toe om, zelfs na | |||
training, langdurig inspanningen en belasting te verdragen | |||
zoals intensief gaan, lopen, springen en klimmen, eventueel | |||
ook gedurende operaties, zonder hulpmiddelen die deze kunnen | |||
compenseren. | |||
- | Niet geschikt voor het regelmatig beklimmen en afdalen van | ||
steile hellingen. | |||
- | Wel geschikt om gedurende een korte periode een zware inspanning | ||
te leveren. | |||
- | Kan langdurig rechtstaan. | ||
- | Geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van lasten. | ||
- | Aanwezigheid van sequelen van een heelkundige | ||
ingreep of van ongevallen, van ziekten, van chronische | |||
aandoeningen of van lichaamsgebreken van het onderste lidmaat, | |||
de bekkengordel en van de wervelkolom onder het sacrolumbaal | |||
gewricht zonder ernstige anatomische of functionele weerslag. | |||
Mits de nodige voorzorgen is er geen noemenswaardig risico op | |||
verergering of verwikkeling door het feit van de dienst. | |||
- | Geschikt voor het dragen van alle aan de militaire staat | ||
verbonden uitrustingsstukken en beschermingsmiddelen. Deze | |||
laatste mogen aangepast zijn aan de specifieke gebreken | |||
waaraan betrokkene lijdt. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of | ||
zijn omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie | |||
wordt en mits gebruik van aangepaste beschermingsmiddelen. | |||
I4 | - | Kan geen inspanningen en belasting verdragen zoals intensief | |
gaan, lopen, springen en klimmen, zelfs niet gedurende een | |||
korte periode of indien aangepaste hulpmiddelen ter | |||
beschikking worden gesteld. | |||
- | Beperkt geschikt voor het tillen, dragen en manipuleren van | ||
lasten. | |||
- | Beperkt geschikt voor langdurig rechtstaan. | ||
- | Aanwezigheid van sequelen van heelkundige ingrepen, ongevallen, | ||
ziekten, chronische aandoeningen of lichaamsgebreken van het | |||
onderste lidmaat, de bekkengordel en van de wervelkolom onder | |||
het sacrolumbaal gewricht met ernstige anatomische of | |||
functionele weerslag of met belangrijk risico op verwikkelingen | |||
of verergering door het feit van de dienst. | |||
- | Voornoemde pathologien vormen een berekend aanvaardbaar risico | ||
door het toekennen van een aangepaste functie desgevallend | |||
aangevuld door andere passende maatregelen. | |||
- | Ongeschikt voor het dragen van bepaalde uitrustingsstukken of | ||
beschermingsmiddelen. | |||
- | Ongeschikt voor een gevechtsfunctie. | ||
- | Geschikt voor de fysiek weinig belastende functies, eventueel | ||
ook gedurende operaties. | |||
- | Vormt een berekend aanvaardbaar risico voor zichzelf en/of zijn | ||
omgeving, mits tewerkstelling in een aangepaste functie, waarin | |||
dit risico minimaal is en mits gebruik van aangepaste | |||
beschermingsmiddelen. | |||
I5 | - | Ongeschikt voor elke functie. | |
V | |||
V1 | - | Minimum gezichtsscherpte van 10/10 met beide ogen samen en van | |
9/10 voor het ene en 7/10 voor het andere oog, zonder | |||
correctie. Normaal gezichtsveld voor ieder oog. Normaal | |||
binoculair gezichtsvermogen. | |||
- | Geen hemeralopie (adaptatiedrempel tussen 10-4 en 10-5 asb). | ||
V2 | - | Minimum gezichtsscherpte van 10/10 met beide ogen samen. De | |
minimum gezichtsscherpte moet minstens 7/10 bedragen voor het | |||
ene oog en 3/10 voor het andere. Deze minimum gezichtscherpte | |||
mag bekomen zijn na correctie. Normaal gezichtsveld voor elk | |||
oog. Normaal binoculair gezichtsvermogen met correctie. | |||
- | Geen hemeralopie. | ||
V3 | - | Gezichtsscherpte kleiner dan V2 maar groter dan 5/10 na | |
correctie en met beide ogen samen kijkend. Stoornis van het | |||
binoculair gezichtsvermogen. Strabisme met een hoek kleiner | |||
dan 10° na correctie. Normaal gezichtsveld voor elk oog. | |||
- | Geen hemeralopie. | ||
V4 | - | Een minimum gezichtscherpte van 5/10 met beide ogen samen en na | |
correctie. Gezichtsveld minder dan 20° ingekrompen. Lichte | |||
scotomen. | |||
- | Lichte hemeralopie (adaptatiedrempel tussen 10-3 en 10-4 asb). | ||
V5 | - | Gezichtvermogen kleiner dan 5/10 met beide ogen samen na | |
optische correctie. | |||
- | Eventueel nog andere gebreken. | ||
- | Ongeschikt voor elke functie. | ||
C | |||
C1 | - | Normale kleurenperceptie. | |
C2 | - | Abnormale trichomaten; deuteranomalie en protanomalie. | |
C3 | - | Deuteranopie. | |
C4 | - | Protanopie. | |
C5 | - | Achromatopie. | |
A | |||
A1 | - | Het gemiddeld verlies (1) is voor elk oor kleiner dan | |
15 decibel. | |||
A2 | - | Het gemiddeld verlies (1) is voor elk oor kleiner dan | |
20 decibel. | |||
A3 | - | Het gemiddeld verlies (1) voor het minst goede oor is kleiner | |
dan 30 decibel en het gemiddeld verlies voor het andere oor is | |||
kleiner dan 15 decibel. | |||
A4 | - | De gevallen die niet onder A1, A2, A3 of A5 vallen. | |
A5 | - | Het gemiddeld verlies (1) voor het minst goede oor is groter of | |
gelijk aan 50 decibel en het gemiddeld verlies voor het andere | |||
oor is groter of gelijk aan 40 decibel. | |||
M | |||
M1 | - | Individuen die over voldoende geestelijke vermogens beschikken om | |
een normale functie in verband met hun fysieke geschiktheid te | |||
bekomen. | |||
M2 | - | Individuen die over voldoende geestelijke vermogens beschikken | |
om een normale functie met betrekking op hun fysieke | |||
geschiktheid te bekomen, maar die nagenoeg ongeletterd zijn | |||
tengevolge van bijzondere omstandigheden (langdurige ziekten, | |||
herhaalde verhuizingen, enz). | |||
M3 | - | Individuen waarvan de geestelijke vermogens onvoldoende zijn | |
voor een normale taak als strijder (individueel), maar die | |||
nochtans geschikt zijn voor eenvoudig (handwerkers of | |||
handlangers) en zelfs zwaar werk, zo hun fysieke toestand het | |||
toelaat. | |||
M4 | - | Individuen met weinig ontwikkeld intellect of ongeletterd, maar | |
niet zwakzinnig, waarvan de geestesvermogens, onvoldoende zijn | |||
voor een functie als strijder, zelfs voor de verdediging en die | |||
slechts geschikt zijn voor eenvoudige functies en werken. | |||
M5 | - | Individuen met de aandoeningen vermeld onder de nummer 514 van | |
de tabel van de aandoeningen en de lichaamsgebreken die | |||
aanleiding geven tot ongeschiktheid voor de dienst als | |||
militair, in bijlage bij het Koninklijk Besluit van | |||
11 maart 2003 tot vaststelling van de medische | |||
geschiktheidscriteria voor de dienst als militair. | |||
E | |||
E1 | - | Geen enkel teken van psychische decompensatie in het verleden | |
wordt gevonden. De mogelijke ongevallen gaan niet verder dan | |||
het adaptatiekader. Het risico van een toekomstige | |||
decompensatie schijnt zeer zwak in alle omstandigheden. De | |||
adaptatie is de doorlopende regel niettegenstaande sommige | |||
inefficienties in het behandelen van stimuli uit de realiteit. | |||
Niets in het onderzoek motiveert het vooruitzicht van de | |||
adaptatiemoeilijkheden in eender welke functie. | |||
E2 | - | De tekens en/of symptomen van psychische decompensatie die | |
eventueel zouden voorgekomen zijn in het verleden hebben een | |||
karakter dat reactioneel is aan een specifieke situatie. Ze | |||
blijven op een secundair plan in het psychische geheel. De | |||
risico`s voor decompensatie zijn zwak, zelfs in situaties die | |||
meer eisen dan het normale dagelijkse leven. De adaptatie is de | |||
doorlopende regel, maar dit geldt ook voor de min of meer | |||
inefficiente uitingen ten opzichte van de stimuli van de | |||
realiteit. Het gaat over individuen die in het verleden lichte | |||
gevoels- of karakterstoornissen vertoond hebben, alsook | |||
individuen die in het verleden tekens vertoond hebben van | |||
weinig ernstig neuro-vegetatief of psychomotorisch onevenwicht | |||
maar die actueel normaal zijn. Ondanks de uitingen die blijk | |||
geven van beperkte doelmatigheid van de psychische processen, | |||
schijnt de adaptatie mogelijk en zelfs gemakkelijk te zijn | |||
voor normale affectaties in verhouding tot de fysieke | |||
geschiktheid. | |||
E3 | - | Tekens en/of symptomen van psychische decompensatie zijn | |
voorgekomen in het verleden. Ze zijn begrensd gebleven in de | |||
tijd en/of in hun intensiteit alsook in hun gevolgen aangaande | |||
de aanpassing van het individu in de doorlopende realiteit. | |||
Risico`s op decompensatie bestaan, maar enkel wanneer de | |||
externe stimuli het kader van een doorlopende en weinig eisen | |||
stellende realiteit overschrijden. In het kader van een nog | |||
bestaande adaptatie is de efficientie van de psychische | |||
processen voldoende maar blijft kwetsbaar en deze individuen | |||
tonen op een veruiterlijkte wijze hun kwetsbaarheid tegenover | |||
externe stimuli. Het zijn individuen die in het verleden | |||
stoornissen vertoond hebben die ernstig waren, hetzij door | |||
hun intensiteit, hetzij door hun duur, maar die geen | |||
neurotische kenmerken vertoonden, of individuen die actueel | |||
nog lichte stoornissen vertonen. | |||
- | Het klinisch onderzoek laat met voldoende waarschijnlijkheid | ||
toe een bevredigende aanpassing te voorzien aan normale | |||
functies die geen bijzondere eisen stellen. Een inadaptatie is | |||
nochtans te voorzien voor functies die het volgende omvatten : | |||
het uitoefenen van leiderschap, het dragen van persoonlijke en | |||
belangrijke verantwoordelijkheid, het verwerven van complexe | |||
kwalificaties, het onderhevig zijn aan psychisch moeilijke | |||
situaties zoals langdurige of zware inspanningen, ritme, | |||
ontberingen, ongemak, etc. | |||
- | Een factor E3 is een tegenaanwijzing voor hoge specialisatie of | ||
kwalificatie. | |||
E4 | - | Tekens en/of symptomen van decompensatie zijn voorgekomen in het | |
verleden. Belangrijke risico`s op decompensatie bestaan, zelfs | |||
in situaties van dagelijkse realiteit. In het kader van een nog | |||
bestaande adaptatie is de efficientie van de psychische | |||
processen zeer zwak en zeer kwetsbaar. Het zijn individuen die | |||
neurotische of karakteriele stoornissen of emotionele | |||
kwetsbaarheid vertonen of vertoond hebben waardoor hun | |||
aanpassingsvermogen beperkt is en waardoor zij niet bekwaam | |||
zijn in dynamische situaties die ingewikkeld zijn en stress | |||
veroorzaken, hun houding aan te passen. Ze zijn niet bekwaam | |||
om dringende beslissingen te nemen of om belangrijke | |||
verantwoordelijkheden te dragen. Zij hebben dikwijls | |||
afwisselende psychosomatische klachten geuit (cephalea, | |||
palpitaties, lipothymie, spijsverteringsstoornissen, etc). Zij | |||
hebben vage gezondheidsklachten, aanvallen van laattijdige | |||
enuresis, studieonderbreking gedurende meerdere weken en die | |||
toegeschreven wordt aan `` overwerkt zijn `` of `` depressie ``, | |||
veelvuldig veranderen van beroep door gebrek aan aanpassing, | |||
infantilisme, angstgevoel, etc. Het onderzoek laat toe een | |||
inadaptatie te voorzien aan militaire functies, uitgezonderd | |||
aan diegene die gekarakteriseerd worden door aspecten van | |||
routine of onderworpen zijn aan regelmatige controles. | |||
E5 | - | Tekens en/of symptomen. van decompensatie hebben zich duidelijk | |
voorgedaan in het verleden. Belangrijke risico`s op | |||
decompensatie bestaan zelfs in de situaties van de dagelijkse | |||
realiteit. De kwetsbaarheid is extreem en de decompensatie | |||
is slechts op de limiet vermeden. Het onderzoek laat toe een | |||
inadaptatie te voorzien voor elke militaire functie. | |||
- | Een factor ES geeft aanleiding tot de ongeschiktheid voor elke | ||
functie. Hij wordt dus gegeven aan individuen met manifeste | |||
geestesstoornissen zoals vermeld onder de nummers 511, 512, | |||
513 en 515 van de tabel van de aandoeningen en de | |||
lichaamsgebreken die aanleiding geven tot ongeschiktheid voor | |||
de dienst als militair, in bijlage bij het Koninklijk Besluit | |||
van 11 maart 2003 tot vaststelling van de medische | |||
geschiktheidscriteria voor de dienst als militair. | |||
Factor | G : |
Cijfer | Betekenis |
1 | Geschikt voor de duikoperaties beschreven in een reglement, |
vastgelegd door de chef van de generale staf en voor de | |
dienst op zee zonder beperking inzake type schip, aard, | |
duur en frequentie van de vaaropdrachten, noch inzake | |
medische steun | |
2 | Geschikt voor de dienst op zee zonder beperkingen inzake |
type schip, aard, duur en frequentie van de | |
vaaropdrachten, noch inzake medische steun | |
3 | Geschikt voor de dienst op zee zonder beperkingen inzake |
type schip, aard, duur en frequentie van de | |
vaaropdrachten, op voorwaarde dat de tussenkomst van een | |
geneesheer binnen de 24 uren mogelijk blijft | |
4 | Geschikt voor de dienst op zee zonder beperkingen inzake |
type schip, aard, duur en frequentie van de | |
vaaropdrachten, op voorwaarde dat de opname in een | |
ziekenhuis binnen de 6 uren mogelijk blijft | |
5 | Ongeschikt voor de dienst op zee |
Factor | Y : |
Cijfer | Betekenis |
1 | Minimum gezichtsscherpte van 7/10 voor elk oog zonder |
optische correctie en van 10/10 voor elk oog met optische | |
correctie | |
Normaal binoculair zicht, eventueel met optische correctie | |
Normaal gezichtsveld voor elk oog | |
Geen hemeralopie (adaptatiedrempel tussen 10-4 en 10-5 asb) | |
2 | Minimum gezichtsscherpte van 10/10 voor elk oog met optische |
correctie | |
De brekingsafwijking bedraagt voor elk oog niet meer dan | |
vier dioptrieen voor de meest ametrope meridiaan | |
(breking gemeten onder cycloplegie) | |
Normaal binoculair zicht met optische correctie | |
Normaal gezichtsveld voor elk oog | |
Geen hemeralopie | |
3 | Minimumgezichtsscherpte van 5/10 voor elk oog, |
eventueel met optische correctie. Met beide ogen | |
kijkend moet de gezichtsscherpte minstens 7/10 | |
bedragen, eventueel met optische correctie | |
De brekingsafwijking bedraagt voor elk oog niet meer dan | |
zes dioptrieen voor de meest ametrope meridiaan | |
(breking gemeten onder cycloplegie) | |
Afwezigheid van elke vorm van strabisme | |
Normaal gezichtsveld voor elk oog | |
Geen hemeralopie | |
4 | De gevallen die niet onder 1, 2, 3 of 5 vallen |
5 | Gezichtsscherpte voor een oog kleiner dan 1/20 |
zonder optische correctie | |
Gebreken onverenigbaar met de militaire dienst (V5) | |
Ongeschiktheid voor de dienst op zee | |
Factor | K : |
Cijfer | Betekenis |
1 | Normale kleurenperceptie (correctie aflezing van de |
ISHIHARA-platen en van de TRITAN-plaat van Farnsworth) | |
2 | Zeer licht gestoorde kleurenperceptie (ISHIHARA gestoord; |
AO H-R-R : enkel fouten in de eerste zes testplaten; | |
Panel D-15 : enkel verwisselingen tussen naast elkaar | |
gelegen kleurdoppen) | |
3 | De gevallen die niet onder 1, 2, 4 of 5 vallen |
4 | Protanopie |
5 | Achromatopsie; ongeschikt voor de dienst |
Factor | O* : |
Cijfer | Betekenis |
1 | Het verlies is voor elk oor niet groter dan 10 dB op |
elk van de frequenties 250, 500, 1 000, 2 000 en | |
3 000 Hz en niet groter dan 20 dB op elk van de | |
frequenties 4 000, 6 000 en 8 000 Hz | |
2 | Het verlies is voor elk oor niet groter dan 15 dB op elk van |
de frequenties 250, 500, 1 000, 2 000 en 3 000 Hz. | |
Voor de frequenties 4 000, 6 000 en 8 000 Hz mag de | |
som bekomen door het optellen van de twee slechtste | |
uitslagen van elk oor 160 dB niet overschrijden | |
3 | Het gemiddelde van de verliezen op de frequenties |
1 000, 2 000 en 3 000 Hz is kleiner dan 30 dB voor elk oor | |
afzonderlijk | |
4 | De gevallen die niet onder 1, 2, 3 of 5 vallen |
5 | Het gemiddelde van de verliezen op de frequenties |
1 000, 2 000 en 3 000 Hz is groter dan 30 dB voor elk oor | |
afzonderlijk. Ongeschikt voor de dienst op zee |