12 JUNI 1970. - [Koninklijk besluit betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut, van de publiekrechtelijke rechtspersonen en van de autonome overheidsbedrijven, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk.] <Opschrift vervangen bij KB2007-06-07/39, art. 1, 028; Inwerkingtreding : 01-03-1996 of 23-04-2003 naargelang het geval> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-02-1982 en tekstbijwerking tot 26-04-2024)
Art. 1-2, 2bis, 3-14
1994014006 1997002093 1998002055 1998002102 1998002106 1999002077 2001002027 2002022920 2003002002 2003002066 2003002080 2003022746 2004002116 2004014121 2007002105 2007022308 2010002004 2011003096 2013024426 2014002028 2017020598 2019203632 2024002257 2024002653
Artikel 1.Inzake schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk wordt in dit besluit de regeling omschreven ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 voor de leden van het vast, stagedoend, tijdelijk of hulppersoneel, zelfs al zijn zij onder arbeidsovereenkomst [1 ,een leerovereenkomst of een overeenkomst voor beroepsopleiding]1 aangeworven, die tot de instellingen van openbaar nut behoren (alsook tot de personeelsleden bedoeld bij artikel 1, 15 ° van het koninklijk besluit van 27 mei 2004 betreffende de omzetting van B.I.A.C. in een naamloze vennootschap van privaatrecht en betreffende de luchthaveninstallaties.) <KB 2004-05-27/44, art. 20, 024; Inwerkingtreding : 29-12-2004>
[1 Onder "overeenkomst voor beroepsopleiding" wordt verstaan : de bij art. 1ter van de wet bedoelde overeenkomst voor personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, met uitzondering van de opleidingen waarvoor de Koning in toepassing van artikel 1/1, derde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, een andere instantie dan deze waarbij de arbeid wordt verricht heeft aangewezen als werkgever.
Voor de categorieën van personen waarop de Koning, in uitvoering van artikel 1ter, vijfde lid, van de wet de bijzondere regeling van het artikel 86/1 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 toepasselijk heeft verklaard, is de overeenkomst voor beroepsopleiding beperkt tot het gedeelte waarbij arbeidsprestaties worden verricht.]1
----------
(1)<KB 2019-07-29/18, art. 11, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.2.<KB 2007-06-07/39, art. 2, 028; Inwerkingtreding : 01-03-1996 of 23-04-2003, naargelang het geval> Dit besluit wordt toepasselijk verklaard op de leden van het vastbenoemd, stagedoend, tijdelijk of hulppersoneel, zelfs al zijn zij onder arbeidsovereenkomst [4 ,een leerovereenkomst of een overeenkomst voor beroepsopleiding]4 aangeworven, die behoren tot de hieronder opgesomde instellingen van openbaar nut, publiekrechtelijke rechtspersonen of autonome overheidsbedrijven :
I. Federale overheid.
1° de federale instellingen van openbaar nut van de categorieën A en B van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, met uitzondering van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur;
2° de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen [3 en de Nationale Bank van België]3 wat betreft het personeel dat is overgeplaatst van de Controledienst voor de Verzekeringen, dat geen arbeidsovereenkomst heeft afgesloten na 1 januari 2004, de Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Landsbonden van Ziekenfondsen, de Nationale Loterij, het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;
3° de openbare instellingen van sociale zekerheid die zijn opgesomd in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;
4° de Koninklijke Schenking;
5° de volgende autonome overheidsbedrijven wat betreft het personeel dat niet bij arbeidsovereenkomst in dienst is genomen :
a) BELGACOM;
b) Belgocontrol;
c) [2 bpost]2.
6° de personeelsleden, bedoeld in artikel 1, 15°, van het koninklijk besluit van 27 mei 2004 betreffende de omzetting van B.I.A.C. in een naamloze vennootschap van privaatrecht en betreffende de luchthaveninstallaties.
[1 7° het Paleis voor Schone Kunsten.]1
II. Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest.
1° de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
2° de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs;
3° de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;
4° de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
5° Toerisme Vlaanderen;
6° Kind en Gezin;
7° het Universitair Ziekenhuis Gent;
8° de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen;
9° de Vlaamse Landmaatschappij;
10° de Vlaamse Onderwijsraad, wat betreft het personeel van het permanent secretariaat;
11° het Openbaar Psychiatrisch ziekenhuis Geel;
12° het Openbaar Psychiatrisch ziekenhuis Rekem;
13° de Vlaamse Milieumaatschappij;
14° het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen;
15° de Vlaamse Radio- en Televisieomroep en de instellingen waarvan de bovenvermelde instelling de verplichtingen overgenomen heeft;
16° de Vlaamse Vervoermaatschappij;
17° de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt;
18° de Scheepvaart;
19° Waterwegen en Zeekanaal;
20° het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;
21° het Vlaams Agentschap Ondernemen;
22° het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs;
23° het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap;
24° BLOSO;
25° de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
26° het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;
27° het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen;
28° de Vlaamse Regulator voor de Media;
29° de Vlaamse Opera.
III. Franse Gemeenschap.
1° de " Radio-Télévision belge de la Communauté française ";
2° het " Centre hospitalier universitaire de Liège ";
3° het " Office de la Naissance et de l'Enfance ";
4° het " Commissariat général aux Relations internationales ";
5° het " Fonds communautaire pour l'Intégration sociale et professionnelle des Personnes handicapées ";
6° de " Entreprise publique des Technologies Nouvelles de l'Information et de la Communication de la Communauté française (ETNIC) ";
7° het " Institut de la Formation en cours de carrière dans l'enseignement fondamental, l'enseignement secondaire et dans les centres psycho-médico-sociaux ";
8° de " Conseil Supérieur de l'Audiovisuel ".
IV. Waals Gewest.
1° de " Conseil économique et social de la Région wallonne ";
2° de " Société wallonne du Logement ";
3° de " Société wallonne de Crédit social ";
4° de " Société wallonne des Eaux ";
5° de " Port autonome de Liège ";
6° de " Port autonome de Charleroi ";
7° de " Port autonome de Namur ";
8° het " Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi ";
9° het " Institut scientifique de Service public ";
10° het " Agence wallonne pour la promotion d'une agriculture de qualité ";
11° het " Centre régional d'aide aux Communes ";
12° het " Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées ";
13° het " Centre hospitalier psychiatrique " Le Chêne aux Haies " te Bergen ";
14° het " Centre hospitalier psychiatrique " Les Marronniers ", te Doornik ";
15° het " Agence wallonne à l'Exportation ";
16° het " Agence wallonne des Télécommunications ";
17° de " Port autonome du Centre et de l'Ouest ";
18° het " Institut du Patrimoine wallon ";
19° de " Commission wallonne de régulation pour l'énergie ";
20° het " Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises ";
21° het " Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique ";
22° het " Centre wallon de Recherches agronomiques ";
23° de " Société wallonne de services de placement payant ".
V. Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
1° de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Arrondissement Brussel-Hoofdstad;
2° het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest;
3° het Brussels Instituut voor Milieubeheer;
4° het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;
5° de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp;
6° de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;
7° de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
8° de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel;
9° Het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën;
10° Het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel.
VI. Duitstalige Gemeenschap.
1° " Das Belgische Rundfunk - und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft ";
2° het " Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen ";
3° " Die Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung ";
4° " das Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft ";
5° " die Autonome Hochschule in der Deutschsprachigen Gemeinschaft ".
VII. Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
VIII. Franse Gemeenschapscommissie.
het " Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle.
----------
(1)<KB 2010-06-17/01, art. 1, 029; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(2)<W 2010-12-13/07, art. 4, 030; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
(3)<KB 2011-03-03/01, art. 343, 031; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
(4)<KB 2019-07-29/18, art. 12, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 2bis.<KB 2007-06-07/39, art. 3, 028; Inwerkingtreding : 01-03-1996 of 23-04-2003 naargelang het geval> Behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepaling, worden de leden van het vastbenoemd, stagedoend, tijdelijk, hulppersoneel, of het personeel onder arbeidsovereenkomst [1 ,een leerovereenkomst of een overeenkomst voor beroepsopleiding]1 aangeworven, van de instellingen van openbaar nut of de publiekrechtelijke rechtspersonen die ressorteren onder de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie, en die na 31 december 2004 zijn opgericht, onderworpen aan de in artikel 1 bedoelde regeling, vanaf de dag dat de oprichting in werking treedt.
Dit artikel is niet van toepassing op de publiekrechtelijke rechtspersonen die door de Gewesten worden opgericht in uitoefening van hun bevoegdheid inzake het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer.
----------
(1)<KB 2019-07-29/18, art. 13, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.3. Op de aan dit besluit onderworpen personeelsleden zijn van toepassing, de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, (ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector), voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, met uitzondering van de artikelen 24 tot en met 31, alsook de bepalingen die ze in voorkomend geval mochten wijzigen of vervangen. <KB 1998-09-20/39, art. 2, 018; Inwerkingtreding : 01-11-1998>
Art.4.(De Minister, de Regering, het College of het beheersorgaan, naargelang van het geval, onder wiens gezag de instelling van openbaar nut (of de publiekrechtelijke rechtspersoon) staat waarvan het personeel aan dit besluit onderworpen is) : <KB 1998-09-20/39, art. 3, 018; Inwerkingtreding : 01-11-1998> <KB 2007-06-07/39, art. 4, 028; Inwerkingtreding : 01-03-1996 of 23-04-2003, naargelang het geval>
1° oefent de bevoegdheden uit welke het koninklijk besluit van 24 januari 1969 aan de ministers verleent, met uitzondering van die welke zijn toevertrouwd aan de minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort;
2° [2 duidt de medische dienst aan die de bevoegdheden van het Bestuur voor medische expertise als bepaald in artikelen 5bis, § 5, 5ter, § 5, 8, 9, 9bis, 11 en 32bis van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 dient uit te oefenen.]2
Die geneeskundige dienst [1 kan het Bestuur van de medische expertise zijn of iedere andere dienst die het vervangt]1.
(Wat de N.V. van privaatrecht B.I.A.C. betreft, worden de bevoegdheden vermeld in het eerste lid van dit artikel uitgeoefend door het orgaan belast met het dagelijks beheer.) <KB 2004-05-27/44, art. 4, 024; Inwerkingtreding : 29-12-2004>
----------
(1)<KB 2013-12-01/08, art. 31, 032; Inwerkingtreding : 23-12-2013>
(2)<KB 2014-05-08/27, art. 6, 033; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.5. (opgeheven) <KB 1986-03-02/30, art. 17, 005>
Art.6. <KB 1998-09-20/39, art. 4, 018; Inwerkingtreding : 01-11-1998> Voor de toepassing van artikel 14, § 1, 4°, van de voormelde wet van 3 juli 1967 worden de instellingen van openbaar nut van de categorieën A, B of D, naargelang van het geval, die bedoeld zijn in artikel 2 van dit besluit, geacht onder elkaar alsmede met hun overheid een en dezelfde rechtspersoon te zijn.
Al hun personeelsleden worden geacht ertoe te behoren.
Art.7. De Minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort, bepaalt, in ieder geval, de coëfficient met welke de jaarlijkse beloning van de getroffene wordt vermenigvuldigd om het bedrag van de rente vast te stellen wanneer het ongeval zich voor 1 juli 1962 heeft voorgedaan.
Art.8.[1 Het model van de aangifte van arbeidsongeval wordt vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheid het federale Openbaar Ambt behoort.]1
(Het orgaan belast met het dagelijks beheer van de N.V. van privaatrecht B.I.A.C. stelt het [1 model van de aangifte van arbeidsongeval]1.) <KB 2004-05-27/44, art. 20, 024; Inwerkingtreding : 29-12-2004>
----------
(1)<KB 2024-04-09/23, art. 16, 035; Inwerkingtreding : 01-06-2024>
Art.9. § 1. (Onverminderd de toepassing van de artikelen 10 tot 12 komen ten laste van en worden betaald door de instelling of de rechtspersoon :
1° de kosten door dokter, chirurg, apotheker, ziekenhuis, prothese en orthopedie;
2° de begrafeniskosten en de kosten voor de overbrenging van het stoffelijk overschot naar de plaats van de begrafenis; de instelling of de rechtspersoon zorgt tevens voor de vervulling van de administratieve formaliteiten vereist voor de overbrenging;
3° de renten, de verergeringsbijslagen en overlijdensbijslagen;
4° de procedurekosten, de verplaatsingskosten, de overnachtingskosten en de uitgaven zoals zij verdeeld zijn in de artikelen 4bis en 28 van het voormelde koninklijk besluit van 24 januari 1969, behalve wanneer het gaat om een tergende en roekeloze eis.) <KB 2007-06-07/39, art. 5, 028; Inwerkingtreding : 01-03-1996 of 23-04-2003 naargelang het geval>
§ 2. (Wanneer de getroffene echter overeenkomstig de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden (dan wel overeenkomstig de wet van 1 juli 1971 houdende oprichting van de Regie voor maritiem transport, (...) een pensioen geniet ten laste van de Schatkist, worden de rente en de vergoeding voor begrafeniskosten betaald door toedoen van de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën. <W 1991-03-21/30, art. 130, 008; Inwerkingtreding : 01-10-1992> <KB 1998-09-20/39, art. 5, 018; Inwerkingtreding : 01-11-1998>
De uitgaven welke uit dien hoofde voor rekening van de Schatkist komen worden aan deze laatste (door de betrokken instelling of rechtspersoon) terugbetaald.) <KB 10-10-1973> <KB 2007-06-07/39, art. 5, 028; Inwerkingtreding : 01-03-1996 of 23-04-2003 naargelang het geval>
(§ 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt de N.V. van privaatrecht B.I.A.C. beschouwd als zijnde "de instelling".) <KB 2004-05-27/44, art. 20, 024; Inwerkingtreding : 29-12-2004>
Art.10. Voor de ongevallen overkomen voor of na de inwerkingtreding van dit besluit blijven uitwerking hebben de verzekeringsovereenkomsten, de administratieve reglementen of welke andere maatregelen ook genomen ten gunste van de getroffenen of van hun rechthebbenden, die voor de datum dezer inwerkingtreding zijn beginnen te lopen.
Art.11.[1 Bij toepassing van artikel 16 van de wet van 3 juli 1967 mogen de instellingen van openbaar nut en de publiekrechtelijke rechtspersonen alsook de N.V. van privaatrecht B.I.A.C. waarvan het personeel het voordeel van de bepalingen van dit besluit geniet, teneinde de door hen te dragen lasten geheel of gedeeltelijk te dekken, verzekeringsovereenkomsten sluiten met een verzekeringsonderneming die toegelaten is tot de ongevallenverzekering of de ongevallenverzekering mag beoefenen in België door middel van een bijkantoor of in vrije dienstverrichting overeenkomstig de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, op voorwaarde dat die verzekeringsonderneming niet belast wordt met de bevoegdheden waarvoor de medische dienst aangeduid werd overeenkomstig artikel 4, 2° van dit besluit.]1
----------
(1)<KB 2014-05-08/27, art. 7, 033; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.12. Voor de toepassing van de artikelen 10 en 11 verkrijgen de getroffenen of hun rechthebbenden, alleszins, een vergoeding gelijk aan die welke door de wet van 3 juli 1967 is bepaald.
Art.13. (opgeheven) <KB 13-11-1973, art. 3.>
Art. 14. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.